CLASSICISTRANIERI HOME PAGE - YOUTUBE CHANNEL
SITEMAP
Audiobooks by Valerio Di Stefano: Single Download - Complete Download [TAR] [WIM] [ZIP] [RAR] - Alphabetical Download  [TAR] [WIM] [ZIP] [RAR] - Download Instructions

Make a donation: IBAN: IT36M0708677020000000008016 - BIC/SWIFT:  ICRAITRRU60 - VALERIO DI STEFANO or
Privacy Policy Cookie Policy Terms and Conditions
Geschiedenis van Duitsland - Wikipedia

Geschiedenis van Duitsland

Vlag van de Bondsrepubliek Duitsland Duitsland in de geschiedenis Vlag van de Bondsrepubliek Duitsland

Frankische Rijk (5e eeuw-843)
Oost-Frankenrijk (843-962)
Heilige Roomse Rijk (962-1806)

Rijnbond (1806-1813)
Duitse Bond (1815-1866)
Noord-Duitse Bond (1866-1871)

Duitse Rijk (1871-1943/1945)
Duitse Keizerrijk (1871-1918)
Weimarrepubliek (1918-1933)
Nazi-Duitsland (1933-1945)
Groot-Duitse Rijk (1943-1945)

Geallieerde bezettingszones (1945-1949)
Amerikaanse bezettingszone
Britse bezettingszone
Franse bezettingszone
Sovjet-Russische bezettingszone
Verdeeld Duitsland (1949-1990)
Duitse Democratische Republiek
Bondsrepubliek Duitsland

Bondsrepubliek Duitsland (1990-heden)

Dit artikel geeft een beknopt overzicht van de geschiedenis van Duitsland.

Inhoud

[bewerk] Vroege geschiedenis

In de prehistorie werd het gebied dat we nu als Duitsland kennen bewoond door Germaanse en Keltische stammen. Germaanse stammen waren vanuit Scandinavië in Duitsland aanbeland, en werden tijdens de Grote Volksverhuizing naar het zuiden en westen gedrukt. De Romeinen trokken uit het zuiden op, en legden hun grens langs de Rijn en de Donau. Een poging nog verder noordwaarts op te rukken mislukte, bovendien waren de rivieren veel makkelijker te verdedigen. Een groot aantal van hen probeerde het Romeinse Rijk binnen te komen om zich daar te vestigen. Tenslotte trokken de Romeinen zich terug.

[bewerk] Middeleeuwen

[bewerk] Vroege Middeleeuwen

De Franken vormden een Frankisch rijk dat gekerstend werd en steeds verder groeide, tot het ten tijde van Karel de Grote heel Frankrijk, Duitsland, de Lage Landen, Noord-Italië en Noord-Spanje omvatte. In 800 werd Karel de Grote tot keizer gekroond. In zijn visie was er immers een nieuw West-Romeins Rijk ontstaan. De Byzantijnen wezen de claim van deze "barbaren" echter minachtend van de hand.

Na de dood van zijn zoon brak echter onenigheid uit tussen zijn kleinzonen, en bij het verdrag van Verdun werd het rijk gesplitst in West, Midden- en Oost-Francië. Het Middenrijk (Lotharius) kreeg ook de keizerskroon; later gingen het gebied en ook de keizerskroon over naar het Oosten. Terwijl het Westen zich tot het latere Frankrijk ontwikkelde, ontwikkelden het Oosten en het Midden zich tot het Heilige Roomse Rijk. Ook het woord Rooms refereert aan de Romeinen.

Otto I verslaat Berengarius II
Groter
Otto I verslaat Berengarius II

[bewerk] De Ottonen (919-1024)

Na de dood van Koenraad I werd Hendrik de Vogelaar uit het Huis der Ottonen in 919 tot koning verkozen. Voor de eerste keer werd de titel koninkrijk der Duitsers ("Regnum Teutonicorum") op het oostelijke Frankische rijk toegepast. Zwaben en Beieren erkenden Hendrik echter niet als koning; in 919 hadden Beierse en Oost-Frankische edellieden Arnulf, hertog van Beieren, tot koning gekozen.

Na enkele veldtochten dwong Hendrik de hertog van Zwaben in 919 trouw aan hem te zweren en gaf Arnulf in 921 de claim op de Duitse troon op. In 925 versloeg hij Giselbert, koning van Lotharingen, en bracht deze streek terug onder Duitse controle. In 924 vielen de Magyaren vanuit Hongarije het rijk binnen en zag Hendrik zich gedwongen een negenjarig bestand (924-933) af te kopen in ruil voor zware oorlogsschattingen en de vrijlating van een Magyaars stamhoofd. Hij veroverde ook enkele Slavische stammen.

Hendrik werd opgevolgd door Otto de Grote, die in 936 te Aken tot koning werd gekroond. Hij versterkte het koninklijk gezag door abten en bisschoppen als rijksvorsten aan te stellen. Hierdoor ontstond in zekere zin een nationale kerk.

Door zijn huwelijk met Adelheid van Italië verkreeg hij de kroon van Lombardije. In 955 versloeg hij de Hongaren beslissend in de Slag op het Lechveld. Ook versloeg hij de Slaven bij de Elbe en de Oder. In 962 werd Otto I als eerste niet-Karolingische Duitse koning tot keizer gekroond en dat betekende het officiële begin van het Roomse keizerrijk.

[bewerk] De Saliërs (1024-1125)

Toen Hendrik II in 1024 stierf, werd de Saliër Koenraad II verkozen tot koning. In 1032 verwierf hij het Koninkrijk Bourgondië. Onder Hendrik IV en paus Gregorius VII kwam de Investituurstrijd om het kerkelijk gezag in 1075 echt op gang. Enerzijds bemoeide de paus zich met de Saksische oorlogen (waardoor het koninklijk gezag werd ondermijnd), anderzijds was de benoeming van een bisschop van Milaan door Hendrik IV de druppel die de emmer deed overlopen.

De koning organiseerde een samenkomst van bisschoppen, waarbij Gregorius VII werd afgezet. In antwoord daarop excommuniceerde Gregorius de koning en zijn medestanders. Dit bracht Hendrik in een moeilijke positie, omdat een aantal Duitse bisschoppen zich tegen hem keerden en sommige vorsten hetzelfde dreigden te doen. Hierop ondernam Hendrik een boetetocht naar Canossa (1077), waar de paus op dat ogenblik verbleef bij Mathilda van Canossa.

Enkele jaren later wakkerde de strijd opnieuw op, waarbij de pausen Duitse tegenkoningen benoemden (Rudolf van Zwaben, Herman van Salm). Hendrik IV duidde van zijn kant een tegenpaus aan, namelijk Clemens III (1080-1100), die hem in 1084 tot keizer zou kronen. Hij werd in 1085 afgezet door zijn zoon Hendrik V, de laatste Saliër, die in 1122 met het Concordaat van Worms een compromis met de kerk sloot. Na zijn dood kozen de geestelijke en wereldlijke vorsten Lotharius van Supplinburg tot koning.

[bewerk] De Hohenstaufen (1138-1254)

Na Lotharius' dood (1137) werd Koenraad III uit het Huis Hohenstaufen keizer. Hij werd in 1152 opgevolgd door zijn neef Frederik I Barbarossa. Door diens verkiezing kwam er een einde aan de lange vete tussen de Hohenstaufen en de Welfen. Barbarossa stond lijnrecht tegenover paus Alexander III, die bekend stond als keizerhater. Alexander kreeg hulp van de naar autonomie strevende Noord-Italiaanse steden, die in 1167 het Verbond van Lombardije hadden gesloten. Barbarossa, die eigenhandig tegenpausen had benoemd, kon zelfs met militaire middelen zijn doelen (onderwerping van de steden en een sterke keizerlijke afhankelijkheid van het Vaticaan) niet bereiken en werd genoodzaakt in 1177 bij de Vrede van Venetië Alexander III te erkennen. Kort daarop sloot hij tevens vrede met de Noord-Italiaanse steden uit het Verbond van Lombardije. Wel slaagde Barbarossa er in zijn op een na oudste zoon Hendrik VI te laten trouwen met Constanza, dochter van Rogier II van Sicilië.

Frederiks opvolger Henrik VI streefde naar opname van het Zuid-Italiaanse Noormannenrijk, waarin hij in 1194 na enkele tegenslagen slaagde. Hierdoor reikte het imperium van Hohenstaufen van de Noord- en Oostzee tot aan Sicilië. Wel brouilleerde hij zich met het pausdom vanwege zijn Italiëpolitiek. Na zijn dood in 1197 ontstond een tweestrijd om de troon tussen de Hohenstaufer Filips van Zwaben en de Welf Otto IV. Een deel van de vorsten in het rijk steunde Filips, het grootste deel koos echter Otto IV. Nadat Filips in 1208 vermoord werd en Otto IV daarop een agressieve Italiëpolitiek propageerde, riep paus Innocentius III, die daarvoor het geslacht der Welfen had gesteund, op tot kroning van een nieuwe koning.

In 1211 werd de zoon van Hendrik VI, Frederik II, die toen zijn vader stierf nog minderjarig was, tot koning gekroond. Opgegroeid in het door hem geliefde Koninkrijk Sicilië trok hij in 1212 naar Duitsland. Hij kreeg al gauw het Staufische zuidwesten in handen en Otto IV werd gedwongen tot terugtrekking naar het noorden. Frederik II kwam weer aan de macht in Duitsland nadat Otto IV als bondgenoot van Jan zonder Land, koning van Engeland, en van Ferrand, graaf van Vlaanderen, in de slag bij Bouvines zijn meerdere had moeten erkennen in de Franse koning Filips II Augustus. In 1220 werd Frederik ook tot keizer gekroond en gaf hij Duitsland in beheer aan zijn zoon Hendrik (VII), zodat hij zichzelf kon toespitsen op het bestuur van het Siciliaanse Rijk. Teruggekeerd in Duitsland, waar zijn zoon Hendrik VII zich de woede op zijn hals had gehaald door tegen de landsvorsten te ageren, zag Frederik zich genoodzaakt hem af te zetten. Hij werd in 1232 gedwongen de rechten van de landsvorsten in een verdrag te erkennen. In deze Statutum in favorem principum, een verdrag dat leek op hetgeen hij in 1213 met de kerkelijke vorsten had gesloten, gaf hij diverse koninklijke rechten op. Zijn op een na oudste zoon Koenraad IV werd gekroond tot koning van Duitsland.

[bewerk] Het Interregnum (1254-1273)

Na de dood van Koenraad IV en van de tegenkoning Willem van Holland werden in 1257 Richard van Cornwall en Alfons van Kastilië verkozen. Deze periode van rivaliserende heersers staat bekend als het Interregnum en kwam in 1273 ten einde toen Rudolf I van Habsburg tot koning werd verkozen.

Karel IV
Groter
Karel IV

[bewerk] De huizen Habsburg, Wittelsbach en Luxemburg (1273-1437)

Vanaf 1300 begon het rijk op alle fronten terrein te verliezen. Het mislukken van de onderhandelingen tussen keizer Lodewijk IV de paus leidde in 1338 tot de verklaring van Rhense dat de zes keurvorsten gezamenlijk of met meerderheid de koninklijke titel en de regering over het keizerrijk konden overdragen zonder pauselijke toestemming.

Van 1346 tot 1378 probeerde keizer Karel IV, koning van Bohemen, het keizerlijk gezag te herstellen. Rond het midden van de 14e eeuw teisterde de zwarte dood Duitsland evenals de rest van Europa. Joden werden op religieuze en economische gronden vervolgd, velen vluchtten naar Polen.

In 1356 werd bepaald dat de keizer in de toekomst door zeven keurvorsten diende te worden gekozen: de aartsbisschoppen van Mainz, Trier en Keulen, de koning van Bohemen, de paltsgraaf van de Palts, de hertog van Saksen en de markgraaf van Brandenburg.

Na de rampen van de 14e eeuw kwam de vroeg moderne Europese samenleving langzaam tot stand als gevolg van economische, religieuze en politieke veranderingen. De zich ontwikkelende geldeconomie veroorzaakte ontevredenheid onder ridders en boeren. Geleidelijk ontstond vanuit het feodale systeem een protonkapitalistisch systeem.

Het opkomen van huurlegers en voetsoldaten ondermijnde het monopolie van de ridders op het gebruik van geweld.

Vanuit het zuidoosten, het huidige Oostenrijk en Slovenië, breidden de Habsburgers vanaf 1438 tot 1526 en later geleidelijk hun gebied uit. Na de dood van de Jagiellonen werden Bohemen en Moravië hieraan toegevoegd. Zij wisten de kroon van het Heilige Roomse Rijk tot 1806 te behouden.

Deze omstandigheden zorgden er echter voor dat Duitsland zich niet op dezelfde wijze verenigden tot een centraal rijk zoals Engeland en Frankrijk dat in deze periode deden.

[bewerk] Vroegmoderne tijd

[bewerk] Reformatie en Contrareformatie

De Reformatie begon toen Luther in 1517 zijn 95 stellingen tegen de aflaathandel op de slotkapel van Wittenberg hamerde. Zijn leer werd in de jaren 1522-1526 in verschillende Duitse landen en steden ingevoerd. De protestanten streefden niet alleen religieuze, maar ook sociale hervormingen na, onder meer in reactie op de boerenoorlogen.

Na de secularisatie van veel protestants geworden kerkelijke vorstendommen zag keizer Karel V zijn invloed afnemen, met name in Noord-Duitsland. In de Schmalkaldische Oorlog (1546-1547) versloeg hij wel het protestantse Schmalkaldisch Verbond en in 1555 werd de Godsdienstvrede van Augsburg gesloten.

Als reactie op de Reformatie werd ook in Duitsland de Contrareformatie ingezet. Naast de Inquisitie ter vervolging van "afvalligen", ontstonden er verschillende nieuwe ordes, waaronder die der jezuïeten. Keizer Maximiliaan II neigde naar het protestantisme, maar bekeerde zich om politieke redenen niet. De Contrareformatie verscherpte zich onder keizer Rudolf II en leidde tenslotte tot de Dertigjarige Oorlog (1618-1648).

De Tweede Praagse Defenestratie (1618), de directe aanleiding voor de Dertigjarige Oorlog
Groter
De Tweede Praagse Defenestratie (1618), de directe aanleiding voor de Dertigjarige Oorlog

[bewerk] Dertigjarige Oorlog en Vrede van Westfalen

De Dertigjarige Oorlog, aanvankelijk een godsdienststrijd, werd al snel tot een Europese machtsstrijd tussen de Habsburgers, Frankrijk, Spanje en Zweden. Deze oorlog werd grotendeels in Duitsland uitgevochten, waarbij grote delen van het land verwoest werden en de bevolking werd gehalveerd.

Aan de Dertigjarige Oorlog kwam tenslotte een einde met de Vrede van Westfalen (1648). Van zeer groot belang waren de politiek-religieuze bepalingen hierin, met name de gelijkberechtiging van katholicisme, lutheranisme en calvinisme. Een ander resultaat was dat de Verenigde Provinciën en Zwitserland niet langer deel uitmaakten van het Rijk. Duitsland bleef bovendien versnipperd in honderden vrijwel geheel soevereine staten en staatjes, die ook een eigen buitenlandbeleid voerden, met eigen legers en milities. Het keizerschap bleef een eerder symbolische titel, maar was sinds 1453 veelal verbonden met de feitelijke macht die de Habsburgers in hun eigen Oostenrijk bezaten.

[bewerk] Absolutisme

De verwoestingen van de Dertigjarige Oorlog leidden in de jaren die volgden tot een door de heersers geleide economische en sociale politiek. Verbonden met een mercantilistisch economisch beleid ontstonden absolutistische staten naar het model van Lodewijk XIV. Het schoolvoorbeeld van een dergelijke staat was het Brandenburg van de Grote Keurvorst Frederik Willem. Deze was vastbesloten zijn land geen tweede keer een voetveeg voor doortrekkende en plunderende legers te laten zijn, zoals in de Dertigjarige Oorlog, en richtte zijn beleid op het oprichten en onderhouden van een goed georganiseerd leger om het land te verdedigen. Zijn zoon Frederik III werd in 1701 als Frederik I koning in Pruisen. Door de opmars van Pruisen ontstond het Oostenrijks-Pruisische dualisme dat de laatste fase van het Rijk betekende.

Oostenrijk toonde zich na de zege op de Ottomanen (zie ook: beleg van Wenen) een Europese grootmacht. Het verkreeg na de Grote Turkenoorlog Hongarije, Zevenburgen en delen van Slavonië en Kroatië (Vrede van Karlowitz, 1699) en na de Spaanse Successieoorlog de Spaanse Nederlanden, Milaan en Napels. Naast Oostenrijk en Pruisen verkregen nog twee rijksvorsten in deze periode de koningstitel: Frederik August I, keurvorst van Saksen, werd in 1697 als August II koning van Polen en George Lodewijk, keurvorst van Hannover, in 1714 van Groot-Brittannië.

Onder Jozef I en Karel VI consolideerde de keizerlijke macht zich weer enigszins. In de Poolse Successieoorlog (1733-1735) steunde de laatstgenoemde August II tegen de Franse kandidaat Stanislaus Leszczyński.

Het feit dat Karel VI geen zoons naliet en zijn dochter Maria Theresia tot opvolgster had bestemd leidde tot de Oostenrijkse Successieoorlog (1740-1748). De Wittelsbacher Karel VII Albert, die Maria Theresia samen met Frederik de Grote van Pruisen bestreed, werd in 1742 tot keizer uitgeroepen. Frederik de Grote viel het Oostenrijkse kroonland Silezië binnen (zie ook: Silezische Oorlogen).

Na de dood van Karel VII (1745) zag het Huis Wittelsbach van zijn aanspraken op de keizerstroon af. Hij werd opgevolgd door Maria Theresia's gemaal Frans I Stefan, waarmee de keizerskroon weer aan de Habsburgers kwam.

De Pruisische victorie in de Zevenjarige Oorlog (1756-1763) maakte dit land tot grootmacht. Het Pruisisch-Oostenrijkse dualisme kwam in de Beierse Successieoorlog (1778-1779) weer duidelijk naar voren, maar bij de Poolse delingen (1772, 1793 en 1795) werkten beide landen samen om zich ten koste van Polen uit te breiden.

Het geestesleven stond in de 18e eeuw sterk onder invloed van de Verlichting. In het kader van het verlicht absolutisme werden, onder meer in het Pruisen van Frederik de Grote en het Oostenrijk van Jozef II, vele interne hervormingen doorgevoerd.

De Rijnbond in 1812
Groter
De Rijnbond in 1812

[bewerk] Strijd tegen de Fransen (1789-1815)

Na de Franse Revolutie vormden keizer Leopold II en Frederik Willem II van Pruisen een bond tegen de Franse Republiek om het monarchale principe te verdedigen. Na aanvankelijk succes werd deze coalitie echter in de verdediging gedrongen. Tot 1809 zouden nog vier Coalitieoorlogen volgen.

In 1799 nam Napoleon Bonaparte in Frankrijk de macht over. In 1801 (Vrede van Lunéville) kwamen alle Duitse gebieden op de linker Rijnoever aan dit land. Als schadeloosstelling voor de onteigende vorsten werden door de bepalingen van de Reichsdeputationshauptschluss (1803) de geestelijke staten geseculariseerd en vele kleine staatjes gemediatiseerd en onder de gegadigden verdeeld. Met name Baden, Beieren, Württemberg en Pruisen ontvingen hierbij aanzienlijke grondgebieden.

Napoleon breidde zijn invloed in Duitsland stelselmatig uit en toen in 1806 16 Duitse vorsten de Rijnbond stichtten, legde keizer Frans II onder druk van de Franse keizer de keizerskroon neer. Dit betekende het einde van het Heilige Roomse Rijk. Hij regeerde als Frans I verder als keizer van Oostenrijk, een titel die hij reeds in 1804 had aangenomen.

Het tot dan toe neutraal gebleven Pruisen van Frederik Willem III keerde zich kort hierop tegen Frankrijk, maar werd op 16 oktober 1806 in de Slag bij Jena en Auerstedt verslagen. Alleen op voorspraak van tsaar Alexander I bleef na de Vrede van Tilsit (1807) een gehalveerd Pruisen bestaan. De afgestane gebieden kwamen deels aan het napoleontische Koninkrijk Westfalen en het Hertogdom Warschau en werden deels onder de Rijnbondstaten verdeeld. Frankrijk annexeerde in 1810 een groot deel van Noordwest-Duitsland. Behalve Pruisen en Oostenrijk maakten alle resterende Duitse staten inmiddels deel uit van de door Napoleon beheerste Rijnbond.

Na Napoleons mislukte Russische veldtocht (1812) vormde Pruisen met Rusland, en later ook met Groot-Brittannië, Zweden en Oostenrijk, een alliantie tegen Frankrijk, dat in de Volkerenslag bij Leipzig (1813) beslissend verslagen werd. Napoleon werd in 1814 tot aftreden gedwongen, keerde Honderd Dagen terug en werd in de Slag bij Waterloo (1815) definitief verslagen.

[bewerk] Van de Duitse Bond tot de Reichsgründung (1815-1871)

Het Congres van Wenen (1814/1815) onder leiding van de Oostenrijkse kanselier Klemens von Metternich stelde zich tot doel het oude politieke systeem te herstellen en een evenwicht tussen de grootmachten te creëren. De 39 resterende Duitse staten verenigden zich in de losse Duitse Bond, waarin Oostenrijk domineerde.

Metternich trachtte de opkomende nationaal-liberale beweging (met name bij burgerij en studenten, zie Burschenschaft) met de besluiten van Karlsbad en de demagogenvervolging de kop in te drukken. Op initiatief van Pruisen kwam in 1834 de Zollverein tot stand, die samen met de Industriële Revolutie voor een economische opleving zorgde.

Op weg naar een verenigd Duitsland: de Duitse Bond (1815-1866), de Noord-Duitse Bond (1866-1871) en het Duitse Keizerrijk (1871-1918)
Groter
Op weg naar een verenigd Duitsland: de Duitse Bond (1815-1866), de Noord-Duitse Bond (1866-1871) en het Duitse Keizerrijk (1871-1918)

De Franse Februarirevolutie van 1848 leidde in Duitsland tot de Maartrevolutie, waarin het in veel Duitse staten tot oproer kwam. In Frankfurt kwam het vrij gekozen Frankfurter Parlement bijeen. Deze nationale vergadering stelde zich tot doel een nieuw Duits Rijk op liberale grondvesten te stichten. Op 18 mei trad een voorlopige regering onder de Reichsverweser aartshertog Johan aan. In 1849 kwam de grondwet, de Paulskirchenverfassung, gereed. Deze voorzag in een erfelijk keizerrijk met een Rijksdag als legislatieve macht en algemeen kiesrecht. Het feit dat de Pruisische koning Frederik Willem IV de keizerskroon niet uit handen van het volk wilde ontvangen bezegelde echter het lot van de liberale beweging. In 1850 werd de Duitse Bond in zijn oude vorm hersteld.

De spanningen binnen de Duitse Bond bleven echter voortduren. Pruisen, met sinds 1862 Otto von Bismarck als premier, breidde zijn invloed uit ten koste van Oostenrijk, dat na de Krimoorlog en de nederlagen in de Italiaanse Oorlog aan invloed inboette. De Sleeswijk-Holsteinse kwestie was in 1866 aanleiding voor de Pruisisch-Oostenrijkse Oorlog, die in feite om de hegemonie in Duitsland draaide. Deze broederstrijd resulteerde in een Pruisische overwinning, de opheffing van de Duitse Bond en de verdringing van Oostenrijk als machtsfactor. Pruisen annexeerde de staten Hannover, Nassau, Hessen-Kassel en Frankfurt en stichtte de Noord-Duitse Bond.

Spanningen tussen Pruisen en Frankrijk leidden in 1870 tot de Frans-Duitse Oorlog, waarin ook de Zuid-Duitse staten meestreden. Na de Duitse overwinning werd op 18 januari 1871 te Versailles het Duitse Keizerrijk geproclameerd met Wilhelm I van Pruisen als Duits Keizer.

[bewerk] Het Duitse Keizerrijk (1871-1918)

Het Duitse Keizerrijk, gedomineerd door Pruisen, was niet, zoals men in 1848 had gewild, een liberale constitutionele monarchie, maar autoritair, anti-liberaal en sterk militaristisch van gestalte. Het Keizerrijk was een vorstenbond onder Pruisische leiding, maar waarbij de afzonderlijke staten op cultureel en bestuurlijk gebied een grote mate van soevereiniteit genoten. Met name aan het zelfbewuste Beieren waren concessies gedaan.

Rijkskanselier Bismarck trachtte allereerst in de zogenaamde Kulturkampf de katholieke invloed in het Rijk te beperken. Hierna nam hij de socialisten op de korrel, enerzijds door de Socialistenwet van 1878, anderzijds door de sociale zekerheid te vergroten en hen aldus de wind uit de zeilen te nemen: in 1883 werd een ziekteverzekering ingevoerd, in 1884 een ongevallenverzekering en in 1889 een pensioenverzekering.

Internationaal trachtte Bismarck het machtsevenwicht door een gecompliceerd stelsel van allianties te bewaren. Door verschillende bondgenootschappen lukte het hem erfvijand Frankrijk te isoleren. Na het Congres van Berlijn (1878), dat Duits-Russische spanningen tot gevolg had, sloot hij met Oostenrijk de Tweebond, die in 1882 door het toetreden van Italië tot Driebond werd. In 1887 kwam op Bismarcks aandringen het Herverzekeringsverdrag met Rusland tot stand, dat voor een periode van drie jaar wederzijdse neutraliteit in een eventuele Europese oorlog garandeerde.

Bismarcks invloed nam af na de troonsbestijging van de ambitieuze en conservatieve Wilhelm II, die in 1888 zijn vader, de "99-dagen-keizer" Frederik III was opgevolgd. In 1890 werd hij ontslagen. Wilhelm II verving Bismarcks gecompliceerde buitenlandbeleid door een "Nieuwe Koers". Diplomatieke onhandigheid vervreemdde Duitsland van de meeste grootmachten; alleen Oostenrijk-Hongarije bleef een trouw bondgenoot.

[bewerk] Eerste Wereldoorlog (1914-1918)

Na de moord op Frans Ferdinand vond Duitsland zich naast Oostenrijk-Hongarije en Italië in de Eerste Wereldoorlog tegenover de Triple Entente. Het enthousiasme voor de oorlog was aanvankelijk groot, maar de prijs van de oorlog, waarin de uiteindelijke overwinning uitbleef en de voorheen ongekende verschrikkingen en massale slachtpartijen van de loopgraven, was erg hoog. De interne problemen die in alle Europese staten bestonden, vooral de sociale spanningen die werden opgeroepen door de grote armoede onder het proletariaat, kwamen in Duitsland daardoor in alle hevigheid aan de oppervlakte. De geloofwaardigheid van het bewind brokkelde af.

In 1917 jaar kon dankzij de Russische Revolutie nog een wapenstilstand met Rusland worden bedongen, die in maart 1918 tot de Vrede van Brest-Litovsk leidde. Kort hierop werd de toestand echter uitzichtloos en volgde de totale ineenstorting.

Dit leidde in september 1918 tot de benoeming tot rijkskanselier van de liberale prins Max van Baden, die men als de geschikte persoon zag om onderhandelingen met de Geallieerden (inmiddels inclusief de Verenigde Staten) te voeren. Matrozenopstanden in Wilhelmshaven en Kiel leidden in november echter tot de Novemberrevolutie. Prins Max verklaarde Wilhelm op 9 november voor afgezet. Friedrich Ebert werd voorlopig hoofd van de regering, maar tegen diens zin riep Philipp Scheidemann nog op diezelfde dag de republiek uit die bekend zou worden als de Weimarrepubliek. Keizer Wilhelm II week op 10 november uit naar Nederland.

Friedrich Ebert
Groter
Friedrich Ebert

[bewerk] Interbellum (1919-1939) en Tweede Wereldoorlog (1939-1945)

Zie Duitsland tijdens het Interbellum voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

[bewerk] De Weimarrepubliek

Zie Weimarrepubliek voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Friedrich Ebert was een gematigde socialist en zag aanvankelijk weinig in een republiek, maar toen de republiek een feit was. Nog op de dag dat Scheidemann de republiek uit had geroepen riep Karl Liebknecht (zoon van de socialistische theoreticus Wilhelm Scheidemann) op de stoep van het Hohenzollern paleis de socialistische republiek uit. De nieuwe rijkskanselier Ebert trok zich hier weinig van aan en hij begon een regering te vormen die de geschiedenis in zou gaan als de Rat der Volksbeauftragten (Raad van Volksafgevaardigden). De Rat bestond uit drie leden van de SPD en drie leden van de USPD (Onafhankelijke Sociaal-Democratische Partij). De leiding lag bij Ebert (SPD) en Hugo Haasse (USPD). Pogingen van Ebert om Von Baden te bewegen om rijksregent te worden, werden door de laatste afgewezen omdat hij niet met de onafhankelijke sociaaldemocraten wilde regeren. De Rat der Volksbeauftragten kreeg haar krediet van de de Arbeiders en Soldatenraad van Berlijn. De extreem-linkse socialisten van de Spartakusbund (Liebknecht en Rosa Luxemburg) weigerden de Rat te erkennen. Ebert schreef als voorzitter van Rat der Volksbeauftragten verkiezingen uit voor de Arbeiders en Soldatenraad die overtuigend werden gewonnen door de SPD. Hiermee bereikte Ebert één van zijn doelstellingen: het voorkomen van een socialistische republiek.

Spartakusopstand

Toch was Ebert bevreesd dat de radicale elementen, zoals de Spartakusbund, de macht zouden grijpen en Duitsland zouden transformeren in een radenrepubliek. Hij sloot daarom een pact met de legerleiding, de OHL, om een eventuele opstand te onderdrukken. Hoewel de rechtse legerleiding zeker niet op de hand van Ebert, een sociaaldemocraat, was, prefereerden ze een burgerlijke republiek boven een radenrepubliek. Reeds op 23 november 1918 onderdrukte het leger in opdracht van Ebert een muiterij, waarna hij zich verzekerd voelde van haar steun.

In december fuseerden de linkervleugel van de USPD en de Spartakusbund tot de Communistische Partij van Duitsland (KPD). De KPD vond dat hervormingen uitbleven en op 1 januari 1919 trachtte de KPD Berlijn te controleren. Ebert riep het leger in om de opstand die ontstond, de kop in te drukken. Samen met het leger en de rechtse paramilitaire krachten, de zgn. vrijkorpsen werd de Spartakusopstand onderukt. Honderden Spartakisten werden in de weken na de opstand geëxecuteerd.

Nationale Vergadering

Op 19 januari 1919 werden er verkiezingen gehouden voor een Nationale Vergadering in de Zuid-Duitse stad Weimar. De verkiezingen werden overtuigend gewonnen door de SPD en de burgerlijke partijen, de USPD en extreem-links leden gevoelige nederlagen. De Nationale Vergadering kwam bijeen in het theater van Weimar, en niet in de Rijksdag in Berlijn, omdat het daar te onrustig was. De afgevaardigden keurden een democratische grondwet goed en op 13 februari koos men Philipp Scheidemann tot opvolger van Ebert. Ebert werd op 11 augustus 1919 gekozen tot eerste rijkspresident van Duitsland.

Verdrag van Versailles

Als rijkskanselier nam Scheidemann de moeilijke taak op zich om als hoofdonderhandelaar naar Versailles te gaan om daar deel te nemen aan de vredesbesprekingen. Scheidemann en de Duitse delegatie werden geconfronteerd met extreem strenge voorwaarden. Scheidemann en zijn mededelegatieleden weigerden hun handtekening te zetten onder de voorwaarden en op 20 juni 1919 bood het kabinet haar ontslag aan. Ebert benoemde daarop Gustav Bauer tot rijkskanselier en hij vormde een nieuw kabinet. Op 28 juni 1919 zette Hermann Müller, de Duitse minister van Buitenlandse Zaken zijn handtekening onder het vredesverdrag. Het verdrag werd door de Duitse bevolking, met name bij rechts, gezien als een vernedering. Bij de rechtse militaristen leefde de dolkstootlegende en met name het feit dat het Duitse leger moest worden ingekrompen tot een troepenmacht van 100.000 man (de zgn. Reichswehr) werd als vreselijk ervaren.

Partijen in de Weimarrepubliek

Tijdens de eerste jaren van haar bestaan was de Weimarrepubliek een volwaardige democratie. Dit kwam mede door de gevormde coalities, die (voor het merendeel) bestonden uit de SPD, de katholieke Zentrumspartei, de linksliberale DDP en de nationaal-liberale (dwz. rechtsliberale) DVP. Ofschoon de antidemocratische partijen, waaronder de nazi-partij en de DNVP (Duits-Nationale Volkspartij) reeds vanaf het begin van de jaren '20 partijen van redelijke omvang waren, werden zij geweerd uit de coalities. Eerst in 1925 trad de DNVP toe tot de regering (de SDP maakte toen geen deel uit van het kabinet, dit was één van de eisen van de DNVP).

De groei van de NSDAP (Nationaal-Socialistische Arbeiderspartij) van Adolf Hitler aan het einde van de jaren '20 en die van de extreem-linkse Kommunistische Partei Deutschlands (Communistische Partij van Duitsland) had alles te maken met de slechte economische toestand waarin Duitsland toen verkeerde. Het onvermogen van de democratische coalitie om de economische en sociale toestand van het Duitse volk te verbeteren zorgde voor een ongekende groei voor de fascistische en communistische partijen. Bij de Weimarpolitici leefde een grote angst voor het communisme. En hoewel zij vrijwel allemaal anti-nazistische waren, werkten ze liever samen met de NSDAP dan met de KPD. Uiteindelijk nam Franz von Papen (Zentrum, doch in feite partijloos) aan het begin van 1933 samen met president Paul von Hindenburg het besluit om samen te werken met Hitler. Von Papen en Von Hindenburg boden Hitler het rijkskanselierschap aan van een coalitieregering bestaande uit NSDAP'ers, partijlozen en DNVP'ers. Von Papen gaf Von Hindenburg de garantie dat hij Hitler zou controleren. Hij en Von Hindenburg waren er stellig van overtuigd dat wanneer Hitler fouten zou maken het snel gedaan zou zijn met de NSDAP en er een nieuwe regering zou kunnen worden gevormd. Eén en ander bleef echter uit en Hitler trok alle macht naar zich toe en verbood alle partijen behalve zijn eigen Nazi-partij.

Van de Kapp-putsch tot het economisch herstel

De grote armoede waarin de Weimarrepubliek sinds haar oprichting mee had te kampen deed extreem-links en extreem-rechts groeien. Beide ideologieën probeerden de macht te grijpen en de kwetsbare democratie te vervangen door een dictatuur. Op 13 maart 1919 pleegde de Pruisische ambtenaar Wolfgang Kapp samen met enkele militairen een staatsgreep. Kapp werd tot rijkskanselier van Duitsland en premier van Pruisen benoemd. Aanvankelijk probeerden Kapp en de zijnen rijkspresident Friedrich Ebert en rijkskanselier Gustav Bauer in Berlijn te arresteren, maar zij waren reeds uitgeweken. De Reichswehr, het Duitse leger deed niet mee aan de coup, maar greep ook niet in. Op 15 maart riepen de linkse partijen (SPD, USDP, KPD) een algemene staking uit en het gehele openbare leven lag plat. Op 17 maart vluchtte Kapp naar Zweden en werd de legitieme regering hersteld.

De armoede hield aan en in 1923 was 1 Amerikaanse dollar 400 Duitse rijksmark waard. Door de ontstane hyperinflatie werd het voor Duitsland onmogelijk om haar schulden af te betalen. Een Amerikaans plan bood uiteindelijk een oplossing: de Amerikanen leenden geld aan de Duitsers en de Duitsers konden hiermee hun economie opkrikken om weer geld te verkrijgen om de herstelbetalingen te voldoen. Van de herstelbetalingen losten de Fransen en Britten hun oorlogsschulden bij de Amerikanen af.

Te midden van deze roerige periode trachtte Hitler op 8 november 1923 de macht in München te grijpen en van daar de macht in Berlijn. De coup mislukte en Hitler werd gearresteerd. Hitler maakte van zijn proces één grote show. Uiteindelijk werd hij maar tot één jaar gevangenisstraf veroordeeld. Tijdens zijn straf, die hij uitzat in een comfortabele cel, schreef hij met Rudolf Hess, zijn medegevangene Mein Kampf ("Mijn Strijd").

Rijkspresident Paul von Hindenburg
Groter
Rijkspresident Paul von Hindenburg

Het economisch herstel (1924-1929)

Het economisch herstel dat in 1924 intrad gaf de burger weer moed. Tijdens de gouden jaren '20 trad Duitsland toe tot de Volkenbond. De hoogste klassen begonnen veel geld te verdienen en de decadentie nam toe. In Berlijn openden nachtclubs, danszalen en louche tenten. Dit was allemaal ter vermaak van de elite, die natuurlijk niet omkeek naar de middenklasse en arbeiders. Hoewel extreemlinks en -rechts zowat uit de Rijksdag waren verdwenen, bestreden zij de decadentie. Op die manier probeerden zij nu de aandacht te trekken. Volgens extreemrechts bevuilden Amerikaanse jazzmuziek en nachtclubs het Duitse ras. Extreemlinks wees eerder op de groeiende ongelijkheid en het verdwijnen van de democratische idealen.

Von Hindenburg president

Tijdens het economisch herstel en de toenemende welvaart overleed Friedrich Ebert, de eerste rijkspresident. Met steun van rechts werd veldmaarschalk Paul von Hindenburg, een held uit de Eerste Wereldoorlog, tot nieuwe rijkspresident gekozen. Von Hindenburg wilde als monarchist eigenlijk geen president worden, maar aanvaarde het ambt na een telegram van ex-keizer Wilhelm II.

aan te vullen

[bewerk] Nazi-Duitsland tijdens het Interbellum (1933-1939)

In 1933 kwam Adolf Hitler in Duitsland aan de macht. Hij ontpopte zich tot de totale dictator. Politieke partijen werden ontbonden, arbeiders en boeren al hun rechten ontnomen, en het onderwijs werd onder staatscontrole gesteld. Joden kregen met discriminerende maatregelen te maken die in 1938 uiteindelijk uitmondden in de Reichskristallnacht. Onder leiding van Baldur von Schirach werd de Duitse jeugd in de Hitlerjugend en de Bund Deutscher Mädel grondig geïndoctrineerd. Censuur werd ingevoerd op kranten en radiozenders, en werd tot de kunst uitgebreid. Strafkampen werden gebouwd om hier eerst politieke tegenstanders, en later joden, homoseksuelen, "a-socialen", zigeuners, en andere ongewenste bevolkingsgroepen in op te sluiten. Euthanasieprogramma's op gehandicapten waren een voorproefje van wat nog zou volgen. Veel joden en intellectuelen vluchtten het land uit, naar Engeland, Zweden of de Verenigde Staten. Hitler zette echter de Duitsers aan het werk met de bouw van Autobahnen en andere projecten. De groei van het leger en de wapenindustrie zorgde ervoor dat in 1939 Duitsland het enige Europese land was dat een arbeiderstekort had. Velen namen het gebrek aan vrijheid voor lief en keken bij jodenvervolgingen graag een andere kant uit: Hitler had Duitsland immers wel gered.

Zwaar ondervoede joodse gevangen in Buchenwald bij de bevrijding 16 april 1945
Groter
Zwaar ondervoede joodse gevangen in Buchenwald bij de bevrijding 16 april 1945

Buitenlands deed Hitler zich allereerst noodgedwongen voor als een vredesengel. De isolatie van Duitsland bleek eens te meer toen in 1934 door Oostenrijkse nazi's een mislukte poging tot Anschluss werd gedaan: heel Europa viel over Hitler heen, die geschrokken zijn handen van de zaak trok. Met herinvoering van de dienstplicht, uitbreiding van het leger en uittreden uit de Volkenbond tastte Hitler de vechtlust van de geallieerden af, waarna hij iedere keer verkondigde slechts Duitsland te verdedigen en vrede te willen. In 1936 herbezette Duitsland het Rijnland, waar de geallieerden niet op reageerden. In 1937 sloot Duitsland het Pact van Staal met Italië, en in 1938 wist men Anschluss te verwezenlijken: aansluiting van Oostenrijk met Duitsland. In september 1938 wist Hitler in de Conferentie van München Sudetenland van Tsjechoslowakije afhandig te maken en in maart 1939 vernietigde hij dit land geheel. Groot-Brittannië en Frankrijk besloten hierop de onafhankelijkheid van Polen te garanderen, maar Hitler wist hen via het niet-aanvalspact met de Sovjet-Unie te overtroeven. Op 1 september 1939 overschreden Duitse troepen na maanden van scheldpartijen en dreigementen de Poolse grens, waarmee het Interbellum eindigde en de Tweede Wereldoorlog zijn aanvang nam.

[bewerk] Tweede Wereldoorlog (1939-1945)

Met de aanval op Polen schond Duitsland het bestaande niet-aanvalsverdrag waarop het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk de oorlog verklaarden. Deze landen vielen echter niet onmiddellijk aan, deze periode wordt de Schemeroorlog genoemd. De periode eindigde toen Duitsland op 9 april 1940 Denemarken en Noorwegen binnen viel. Denemarken bood geen verzet, Noorwegen werd te hulp gekomen door een expeditiekorps dat echter bij de Noorse capitulatie op 9 juni zich terug moest trekken.

Op 10 mei viel Duitsland Frankrijk, België en Nederland aan. Nederland gaf zich al na vijf dagen over, maar ook Frankrijk bezweek snel onder de geoefende Duits legers, de Blitzkrieg. Van 26 mei tot 2 juni vond de evacuatie uit Duinkerken plaats.

Italië verklaarde op 10 juni aan Frankrijk en Groot-Brittannië de oorlog en viel de volgende dag Frankrijk in het zuidoosten aan. Parijs werd door de Duitsers op 14 juni ingenomen.

De slag om Engeland (Battle of Britain) begon toen de Duitse Luftwaffe op 10 juli 1940 met luchtaanvallen begon. Ondanks een kleinere luchtmacht wisten de Britten de slag uiteindelijk te winnen. Operatie Seelöwe werd afgeblazen.

Op de Balkan was Italië Griekenland binnengevallen, maar werd teruggedreven. Hierop viel Duitsland Joegoslavië binnen en veroverde hierna Griekenland.

Op 30 november 1939 viel de Sovjet-Unie Finland binnen. In Juni 1940 bezette de Sovjet-Unie de Baltische landen Litouwen, Letland en Estland. Het annexeerde tevens Bessarabië en Noord-Boekovina van Roemenië.

Op 22 juni 1941 voerden de Duitsers onder de codenaam Operatie Barbarossa een verrassingsaanval uit tegen hun voormalige Sovjetbondgenoten. Het Duitse leger behaalde grote overwinningen, maar kon Moskou voor de winter niet innemen. Er werd een beleg voor Leningrad geslagen.

De Duitse troepen, niet voorbereid op de winter, leden verschrikkelijk. Desondanks wisten zij een Russisch winteroffensief met weinig terreinverlies te doorstaan. In de zomer van 1942 wisten zij tegenover veel grotere sovjetlegers hun opmars te hervatten. De Slag om Stalingrad betekende militair een keerpunt.

In het Middellandse Zee gebied werd het Duitse Afrikakorps bij El Alamein tot staan gebracht en verslagen.

Na de Japanse aanval op de Amerikaanse marinebasis Pearl Harbor op 7 december 1941 werd Amerika betrokken tegen de strijd tegen de As-mogendheden waardoor het Europees conflict een oorlog op wereldschaal werd. De Amerikanen landen in Noord Afrika (Operatie Toorts) en de geallieerden wisten na het verdrijven van de as-mogendheden uit Noord-Afrika in Italië te landen.

Binnenlands was weinig verzet tegen het Nazisme, maar dit was niet geheel afwezig. De oude Pruissische militaire staf was niet alleen ongelukkig met de wijze waarop Hitler steeds meer de militaire leiding van de oorlog naar zich toe trok. Ze was ook verbolgen over de wijze waarop al bij de inval in Polen allerlei oorlogsmisdaden werden begaan. Een aanslag op Hitler door von Stauffenberg en hierop volgende staatsgreep mislukte.

De rooms-Katholieke bisschop van Münster, Clemens August Graf von Galen, stelde zich moedig op tegenover het euthanasie-programma op o.a. invaliden en zwakbegaafden. Hiernaast was er verzet onder kunstenaars tegen de nazi-dictatuur. Uitingsmogelijkheden waren echter vrijwel afwezig.

In 1944 was duidelijk dat Duitsland de oorlog militair aan het verliezen was. Aan het oostfront rukten de Sovjetlegers op tot de grens met Polen. Op 6 juni openden de geallieerden een nieuw front in Frankrijk met de Landing in Normandië. Een laatste Duitse tegenaanval in het westen, het Ardennenoffensief, mislukte.

De Duitse bevolking leed enorm onder het oorlogsgeweld. Door de dagelijkse bombardementen op de Duitse grote steden kwamen 760.000 burgers om het leven.

Het opschuiven van de Duits-Poolse grens naar het westen bij het vredesverdrag betekende voor honderdduizenden (heimatvertriebenen) verhuizing naar het westen.

De bezettingszones in 1945
Groter
De bezettingszones in 1945

[bewerk] Duitsland sinds 1945

[bewerk] Het bezette Duitsland (1945-1949)

In juli/augustus 1945 kwamen de overwinnaars van de oorlog in Potsdam samen (zie Conferentie van Potsdam), en werd de geallieerde bezetting in Duitsland met als verklaard doel de demilitarisatie, de denazificatie en de democratisering van het land, georganiseerd. Oostenrijk werd weer losgemaakt van Duitsland, de gebieden ten oosten van de rivieren Oder en Neisse werden onder Pools bestuur geplaatst. De in het Westen tijdens de oorlog geannexeerde gebieden, het Franse Elzas-Lotharingen, de Belgische Oostkantons en het Groothertogdom Luxemburg kregen hun vooroorlogse status terug.

Het overblijvende deel van Duitsland werd in vier bezettingzones opgedeeld. De hoofdstad Berlijn werd in vier sectoren verdeeld. Voor het hele land werd het bestuur waargenomen door de Geallieerde Controleraad, en Berlijn werd bestuurd door een gemeenschappelijk stadsbestuur van de vier machten, met aan het hoofd een geallieerd commando. De herinrichting van de Duitse 'Länder' en democratische partijen begon.

De bezettingsmachten gingen oorspronkelijk in hun eigen zones hun eigen weg, maar in het kader van het opkomende oost-west conflict gingen de westelijke geallieerden meer en meer samenwerken. Begin 1947 sloten de Amerikaanse en Britse zich samen tot de zogenaamde Bizone (in 1949 zou ook het door Frankrijk bezette gedeelte zich aansluiten om zo de Trizone te vormen), en werd in het westen (de sovjet-bezettingszone moest onder druk van Stalin deze grootscheeps georganiseerde wederopbouwhulp weigeren) met de uitvoering van het Marshallplan begonnen. Met de 'Wirtschaftsrat' (Economische raad) werd een van de eerste West-Duitse bestuursorganen gevormd.

In 1947 vonden nog een paar pogingen plaats om voor het na-oorlogse Duitsland een gemeenschappelijke toekomst te vinden, maar dit leidde tot niets. Daarna streefde de Westmachten ernaar in hun zones een West-Duitse staat op te richten.

Op 20 juni 1948 vond in de westelijke zones een grote munthervorming plaats: de Westmark werd ingevoerd. Deze munthervorming zou de basis leggen voor het latere Wirtschaftswunder. In de sovjet-zone werd eveneens een nieuwe munt (DDR-mark) ingevoerd. Toen op 24 juni de Westmark ook in West-Berlijn invoerden, reageerden de Sovjets met de blokkade van Berlijn, die tot mei 1949 zou duren. In die tijd werd het westelijke deel van de stad via een luchtbrug verzorgd.

Op 20 maart 1948 verlieten de Sovjets uit protest tegen de Londense zes-landen conferentie (USA, Groot-Brittannië, Frankrijk en de Benelux-landen) de geallieerde controleraad. De conferentie had tot doel de fundamenten voor een heropname van een Duitse, democratische staat in de volkerengemeenschap te leggen. Op deze conferentie werden een aantal documenten opgesteld, die op 1 juli 1948 in Frankfurt am Main aan de Ministerpresidenten van de westelijke 'Länder' en de burgemeesters van Bremen en Hamburg overhandigd werden. In deze documenten, de zogenoemde Frankfurter Dokumente, worden de ministerpresidenten en burgemeesters gevraagd een grondwet voor een Duitse staat uit te werken, en worden een aantal richtlijnen meegegeven waaraan deze grondwet moet voldoen.

Op 10 juli 1948 besloten door de ministerpresidenten in het berghotel op de Rittersturz bij Koblenz met de oprichting van de bondsrepubliek Duitsland te beginnen. In het "Altes Schloss Herrenchiemsee" kwam van 10 tot 23 augustus 1948 een "Sachverständigen-Ausschuss für Verfassungsfragen" samen, die een ontwerp-grondwet maakte, die later als discussiebasis door de Parlamentarische Rat gebruikt werd. De Parlamentarische Rat kwam op 1 september 1948 onder voorzitterschap van Konrad Adenauer in het Museum Alexander Koenig in Bonn voor het eerst samen. Alle volgende zittingen vonden in de aula van de Pädagogischen Akademie, het latere Bundeshaus, plaats. De raad werkte de grondwet verder uit.

Nadat alle Länder, met uitzondering van Beieren, de grondwet aanvaard hadden, en ze ook door de Westmachten goedgekeurd was, werd ze op 23 mei 1949 officieel verkondigd. Hiermede was de Bondsrepubliek Duitsland een feit.

[bewerk] Bondsrepubliek Duitsland

aan te vullen

[bewerk] Duitse Democratische Republiek

Zie Geschiedenis van de DDR voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Eind mei 1949 vond in de SBZ het 3e Duitse Volkscongres plaats. De leden kozen de 2e Duitse Volksrat als orgaan. Het volkscongres nam de grondwet voor een Deutsche Demokratische Republik eenstemmig aan. Op 7 oktober werd de DDR opgericht. De deling van Duitsland was een feit.

De DDR kreeg een Volkskammer. Deze koos Wilhelm Pieck tot president en Otto Grotewohl tot ministerpresident. Tot 1971 oefende de algemeen secretaris van de SED, Walter Ulbricht, de feitelijke macht in de DDR uit. De hoofdstad was Oost-Berlijn.

In februari 1950 werd het ministerie voor de staatsveiligheid, beter bekend als de "Stasi", opgericht. In juli werd de Oder-Neiße-Linie als Poolse westgrens per verdrag vastgelegd. Op 15 oktober vonden de eerste Volkskammerverkiezingen plaats. De één partij lijst kreeg volgens officiële opgaven 99,3% van de stemmen. De kiespraktijk van een één partij lijst bleef tot 1989 bestaan.

Op 1 januari 1951 begon het eerste vijfjarenplan. In het voorjaar van 1952 werd over de Stalin-Nota gedebatteerd. Eind april werd het eerste Volkseigenen Betriebe (VEB) opgericht en eind juni het eerste LPG.

In mei 1953 besloot de SED tot verhoging van de arbeidsnormen. Dit riep weerstand op. Het poliburo van de SED oefende zelfkritiek uit en kwam met een "nieuwe koers". Op 17 juni kwam het tot een volksopstand, die met behulp van Sovjettroepen werd nergeslagen.

In de periode van 1949 tot 1961 ontvluchtten ca. 3 miljoen mensen de DDR. Om een verder leegbloeden van de DDR te verhinderen, sloot de DDR op 13 augustus 1961 de grens met west-Berlijn door de Berlijnse Muur af.

Aan het begin van de 70-er jaren kwam het tot een toenadering tussen de DDR en de BRD, geïnitieerd door bondskanselier Willy Brandt. In 1973 erkende de BRD de DDR. De Sovjetunie liet in mei 1971 de eigenzinnige Walter Ulbricht afzetten, hij werd als secretaris van de SED opgevolgd door Erich Honecker.

De DDR en de BRD werden in 1973 lid van de VN. Op 1 augustus 1975 werd door beide staten ook de slotakte van Helsinki ondertekend. Het ontnemen van het staatsburgerschap aan Wolf Biermann in november 1976 leidde vooral onder kunstenaars in de DDR tot protesten.

In 1983 ontving de DDR door bemiddeling van de Beierse ministerpresident, een miljardenkrediet om haar stabiliteit te verzekeren. In september 1987 vond het eerste staatsbezoek van Erich Honecker aan de BRD plaats.

In de zomer en herfst van 1989 vluchten steeds meer DDR-burgers via Hongarije, dat op 2 mei zijn grens met Oostenrijk geopend had, naar de BRD.

De zich verslechterende economische omstandigheden en de ontluisterde hoop op meer vrijheid leidde in het kader van de vredesgebeden van de Evangelisch-Lutherse Kerk tot protestdemonstraties die vooral in Leipzig zeer snel tot grote, vreedzame demonstraties uitgroeiden.

Op 18 oktober trad Honecker af, enkele dagen later gevolgd door de gehele DDR-regering. Op 9 november werd de Berlijnse Muur geopend. De vreedzame maandagavonddemonstraties door de DDR-bevolking leidden hierna tot de ineenstorting van het SED-regime.

Op 3 oktober 1990 werd het Einigungsvertrag, dat de opname van de DDR in de Bondsrepubliek regelde, getekend.

[bewerk] Herenigd Duitsland (1990-heden)

Na de Wiedervereinigung vond in december 1990 voor de eerste keer de verkiezing van de gezamenlijke bondsdag plaats. Helmut Kohl bleef Bondskanselier en werd ook in 1994 herkozen. Het samensmelten van de beide Duitslanden, en de integratie van Duitsland in de Europese Unie, zijn hoofdthema's in het huidige Duitsland.

In het oude Oost-Duitsland is sinds de Wende enorm geïnvesteerd in verbetering van de infrastructuur, en enkele regio's hebben zich goed ontwikkeld. Desondanks is de werkloosheid hier hoog. Dit heeft tot gevolg dat veel jonge mensen naar het westen van Duitsland trekken. Het heeft rechts-extremistische tendensen versterkt. Ook de opvolger van de SED, de PDS heeft veel aanhang.

In 1991 werd tot verhuizing van de regering van Bonn naar Berlijn besloten, een verhuizing die in 1999 werd afgesloten. 1994 zag Roman Herzog als opvolger van Richard von Weizsäcker als Bondspresident. Hij werd in 1999 door Johannes Rau opgevolgd, die in 2004 door Horst Köhler werd afgelost.

Met de ondertekening van het Verdrag van Maastricht werd de Europese Gemeenschap in de Europese Unie omgezet. Deze heeft duidelijk veel verder gaande doelstellingen. Het resulteerde in o.a. de invoering van de euro en het opstellen van een grondwet, die als doel een verenigd Europa heeft.

Gedurende de laatste jaren wordt de roep om en eigen zetel van Duitsland in de VN-veiligheidsraad steeds sterker. Een roep, die buiten de Duitse grenzen vaak kritisch bekeken wordt, en gezien de minder goede betrekkingen tussen Duitsland en de Verenigde Staten door velen als niet realistisch gezien wordt. Na de hereniging heeft de Bundeswehr voor het eerst acties buiten haar eigen landsgrenzen uitgevoerd.

Bij de bondsdag verkiezingen van 1998 werd de coalitie van CDU/CSU-FDP onder Kohl door de Neder-Saksische Ministerpresident Gerhard Schröder afgelost. Oorzaak was o.a. de grote stapel hervormingen. Het was de eerste echte verkiezingsnederlaag van een Duitse bondsregering. Bij voorgaande machtswisselingen was er altijd sprake van een wisseling van coalitiepartners. .

De nieuwe regering van de SPD en Bündnis 90/Die Grünen voerde ook een aantal veranderingen door, maar deze werden zodanig afgezwakt, dat de werking zeer omstreden is. Met de veiling van de UMTS-licenties in 2000 vloeide geld in de staatskas, maar hierna steeg het begrotingstekort.

Op 1 Januari 2002 werd de euro als betaalmiddel ingevoerd. Bij de bondsdagverkiezingen in 2002 werd de coalitie voortgezet, hoewel met een kleine minderheid. De overstromingen van Elbe en Donau richten in Augustus 2002 grote schade aan. In de herfst 2004 werd het Verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa ondertekend. Mede door een verandering in de tellingsystematiek kwam in januari 2005 het aantal werklozen boven de 5 miljoen uit.

Sinds de terreuraanslagen op het World Trade Center op 11 september 2001 ziet Duitsland zich voor nieuwe uitdagingen geplaatst. Na de oorlog van de Verenigde Staten tegen Afghanistan in 2002 zijn soldaten van de Bundeswehr in Afghanistan gestationeerd. Duitsland verzette zich politiek tegen de inval van de Verenigde Staten in Irak in 2003.

[bewerk] Zie ook

[bewerk] Externe links


Wikimedia Commons Meer afbeeldingen die bij dit onderwerp horen kunt u vinden op de pagina History of Germany op Wikimedia Commons.
{{{afb_links}}} Geschiedenis van Europa {{{afb_rechts}}} {{{afb_groot}}}

Geschiedenis van: Albanië - Andorra - België - Bosnië en Herzegovina - Bulgarije - Cyprus - Denemarken - Duitsland - Estland - Finland - Frankrijk - Georgië - Griekenland - Hongarije - Ierland - IJsland - Italië - Kroatië - Letland - Liechtenstein - Litouwen - Luxemburg - Macedonië - Malta - Moldavië - Monaco - Montenegro - Nederland - Noorwegen - Oekraïne - Polen - Portugal - Roemenië - Rusland - San Marino - Servië - Slovenië - Slowakije - Spanje - Tsjechië - Turkije - Vaticaanstad - Verenigd Koninkrijk - Wit-Rusland - Zweden - Zwitserland

 
Static Wikipedia 2008 (no images)

aa - ab - af - ak - als - am - an - ang - ar - arc - as - ast - av - ay - az - ba - bar - bat_smg - bcl - be - be_x_old - bg - bh - bi - bm - bn - bo - bpy - br - bs - bug - bxr - ca - cbk_zam - cdo - ce - ceb - ch - cho - chr - chy - co - cr - crh - cs - csb - cu - cv - cy - da - de - diq - dsb - dv - dz - ee - el - eml - en - eo - es - et - eu - ext - fa - ff - fi - fiu_vro - fj - fo - fr - frp - fur - fy - ga - gan - gd - gl - glk - gn - got - gu - gv - ha - hak - haw - he - hi - hif - ho - hr - hsb - ht - hu - hy - hz - ia - id - ie - ig - ii - ik - ilo - io - is - it - iu - ja - jbo - jv - ka - kaa - kab - kg - ki - kj - kk - kl - km - kn - ko - kr - ks - ksh - ku - kv - kw - ky - la - lad - lb - lbe - lg - li - lij - lmo - ln - lo - lt - lv - map_bms - mdf - mg - mh - mi - mk - ml - mn - mo - mr - mt - mus - my - myv - mzn - na - nah - nap - nds - nds_nl - ne - new - ng - nl - nn - no - nov - nrm - nv - ny - oc - om - or - os - pa - pag - pam - pap - pdc - pi - pih - pl - pms - ps - pt - qu - quality - rm - rmy - rn - ro - roa_rup - roa_tara - ru - rw - sa - sah - sc - scn - sco - sd - se - sg - sh - si - simple - sk - sl - sm - sn - so - sr - srn - ss - st - stq - su - sv - sw - szl - ta - te - tet - tg - th - ti - tk - tl - tlh - tn - to - tpi - tr - ts - tt - tum - tw - ty - udm - ug - uk - ur - uz - ve - vec - vi - vls - vo - wa - war - wo - wuu - xal - xh - yi - yo - za - zea - zh - zh_classical - zh_min_nan - zh_yue - zu -

Static Wikipedia 2007 (no images)

aa - ab - af - ak - als - am - an - ang - ar - arc - as - ast - av - ay - az - ba - bar - bat_smg - bcl - be - be_x_old - bg - bh - bi - bm - bn - bo - bpy - br - bs - bug - bxr - ca - cbk_zam - cdo - ce - ceb - ch - cho - chr - chy - co - cr - crh - cs - csb - cu - cv - cy - da - de - diq - dsb - dv - dz - ee - el - eml - en - eo - es - et - eu - ext - fa - ff - fi - fiu_vro - fj - fo - fr - frp - fur - fy - ga - gan - gd - gl - glk - gn - got - gu - gv - ha - hak - haw - he - hi - hif - ho - hr - hsb - ht - hu - hy - hz - ia - id - ie - ig - ii - ik - ilo - io - is - it - iu - ja - jbo - jv - ka - kaa - kab - kg - ki - kj - kk - kl - km - kn - ko - kr - ks - ksh - ku - kv - kw - ky - la - lad - lb - lbe - lg - li - lij - lmo - ln - lo - lt - lv - map_bms - mdf - mg - mh - mi - mk - ml - mn - mo - mr - mt - mus - my - myv - mzn - na - nah - nap - nds - nds_nl - ne - new - ng - nl - nn - no - nov - nrm - nv - ny - oc - om - or - os - pa - pag - pam - pap - pdc - pi - pih - pl - pms - ps - pt - qu - quality - rm - rmy - rn - ro - roa_rup - roa_tara - ru - rw - sa - sah - sc - scn - sco - sd - se - sg - sh - si - simple - sk - sl - sm - sn - so - sr - srn - ss - st - stq - su - sv - sw - szl - ta - te - tet - tg - th - ti - tk - tl - tlh - tn - to - tpi - tr - ts - tt - tum - tw - ty - udm - ug - uk - ur - uz - ve - vec - vi - vls - vo - wa - war - wo - wuu - xal - xh - yi - yo - za - zea - zh - zh_classical - zh_min_nan - zh_yue - zu -

Static Wikipedia 2006 (no images)

aa - ab - af - ak - als - am - an - ang - ar - arc - as - ast - av - ay - az - ba - bar - bat_smg - bcl - be - be_x_old - bg - bh - bi - bm - bn - bo - bpy - br - bs - bug - bxr - ca - cbk_zam - cdo - ce - ceb - ch - cho - chr - chy - co - cr - crh - cs - csb - cu - cv - cy - da - de - diq - dsb - dv - dz - ee - el - eml - eo - es - et - eu - ext - fa - ff - fi - fiu_vro - fj - fo - fr - frp - fur - fy - ga - gan - gd - gl - glk - gn - got - gu - gv - ha - hak - haw - he - hi - hif - ho - hr - hsb - ht - hu - hy - hz - ia - id - ie - ig - ii - ik - ilo - io - is - it - iu - ja - jbo - jv - ka - kaa - kab - kg - ki - kj - kk - kl - km - kn - ko - kr - ks - ksh - ku - kv - kw - ky - la - lad - lb - lbe - lg - li - lij - lmo - ln - lo - lt - lv - map_bms - mdf - mg - mh - mi - mk - ml - mn - mo - mr - mt - mus - my - myv - mzn - na - nah - nap - nds - nds_nl - ne - new - ng - nl - nn - no - nov - nrm - nv - ny - oc - om - or - os - pa - pag - pam - pap - pdc - pi - pih - pl - pms - ps - pt - qu - quality - rm - rmy - rn - ro - roa_rup - roa_tara - ru - rw - sa - sah - sc - scn - sco - sd - se - sg - sh - si - simple - sk - sl - sm - sn - so - sr - srn - ss - st - stq - su - sv - sw - szl - ta - te - tet - tg - th - ti - tk - tl - tlh - tn - to - tpi - tr - ts - tt - tum - tw - ty - udm - ug - uk - ur - uz - ve - vec - vi - vls - vo - wa - war - wo - wuu - xal - xh - yi - yo - za - zea - zh - zh_classical - zh_min_nan - zh_yue - zu -

Sub-domains

CDRoms - Magnatune - Librivox - Liber Liber - Encyclopaedia Britannica - Project Gutenberg - Wikipedia 2008 - Wikipedia 2007 - Wikipedia 2006 -

Other Domains

https://www.classicistranieri.it - https://www.ebooksgratis.com - https://www.gutenbergaustralia.com - https://www.englishwikipedia.com - https://www.wikipediazim.com - https://www.wikisourcezim.com - https://www.projectgutenberg.net - https://www.projectgutenberg.es - https://www.radioascolto.com - https://www.debitoformtivo.it - https://www.wikipediaforschools.org - https://www.projectgutenbergzim.com