Geallieerde bezettingszones in Duitsland
Duitsland in de geschiedenis | ||
|
||
|
Na de nederlagen in de Eerste en Tweede Wereldoorlog waren er in Duitsland geallieerde bezettingszones.
Inhoud |
[bewerk] Eerste Wereldoorlog
Na de Eerste Wereldoorlog stichtten de overwinnaars in de Rijnprovincie op de linker Rijnoever en in een strook van 50 km op de rechteroever een Belgische, Britse en Franse bezettingszone. Aan deze bezetting kwam in 1926, 1929 en 1930 een einde. Op bevel van Adolf Hitler rukten Duitse troepen in 1936 in strijd met het Pact van Locarno het gedemilitariseerde Rijnland binnen.
[bewerk] Tweede Wereldoorlog
[bewerk] Geschiedenis
De Geallieerden hadden reeds op de Conferentie van Jalta in februari 1945 besloten tot opdeling van Duitsland in bezettingszones en van de hoofdstad Berlijn in sectoren. De reden van dit besluit was onder meer de angst dat één van de partijen anders het ontstane machtsvacuüm zou opvullen.
Na de Duitse nederlaag in juli 1945 kwam het tot de oprichting van de Amerikaanse, Britse en Sovjet-Russische bezettingszone. Kort daarop werd uit delen van de Amerikaanse en Britse zones de Franse bezettingszone in het leven geroepen. De Sovjet-Unie annexeerde, zonder haar bondgenoten daarin te kennen, het deel van Duitsland ten oosten van de Oder-Neissegrens en stond dit grotendeels af aan Polen als schadeloosstelling voor het in 1939 op dit land veroverde gebied.
Op de Conferentie van Potsdam besloten de Geallieerden over het bestuur van Duitsland, dat in handen van de Geallieerde Controleraad kwam. Slechts op lokaal niveau bleef het bestuur in Duitse handen. Hoofdpunten van de bezettingspolitiek waren:
- denazificatie: het zuiveren van bestuur en onderwijs van nazi's; in de processen van Neurenberg werden nazi-kopstukken berecht
- demilitarisering: het afschaffen van het Duitse leger, ontwapening van de bevolking
- democratisering: het instellen van een stabiele democratie
- decentralisering: in tegenstelling tot het centralistische Nazi-Duitsland diende Duitsland wederom federaal bestuurd te worden
Het was de bedoeling Duitsland als economische eenheid te besturen. Desondanks waren de vier mogendheden het op veel punten niet met elkaar eens. Met name het begrip democratisering werd door de Sovjet-Unie bepaald anders opgevat dan door de drie westerse machten. Als vorm van herstelbetaling plunderden de Russen en Fransen hun zone leeg, terwijl de Amerikanen op economisch herstel aanstuurden. Met het begin van de Koude Oorlog werd het herstellen van een Duitse eenheidsstaat steeds onwaarschijnlijker.
Op 2 december 1946 voegden de Britten en de Amerikanen hun zones samen tot de Bizone, die door de toetreding van de Franse zone op 8 april 1949 tot Trizone werd. In de Bizone voerde men in 1948 een geldhervorming door die de oude rijksmark verving door de nieuwe D-mark. Dit leidde snel tot een economische opleving. Toen twee dagen later in de Russische zone de Ostmark werd ingevoerd, was de economische scheiding van Duitsland een feit. Op de invoer van de D-mark in West-Berlijn reageerde Jozef Stalin met de blokkade van Berlijn. De luchtbruggen naar deze stad leidden in 1949 tot opheffing van de blokkade.
De Geallieerden werkten sinds 1948 in de Bizone/Trizone aan een democratische grondwet voor het westen van Duitsland. Met de ondertekening hiervan op 23 mei 1949 was de oprichting van de Bondsrepubliek Duitsland een feit. In het oosten werd vervolgens op 7 oktober 1949 onder toezicht van de Russen de Duitse Democratische Republiek opgericht.
[bewerk] Deelstaten
In het kader van de decentralisering werd Duitsland in zowel oost als west in deelstaten opgedeeld. Deze deelstaten kwamen slechts ten dele overeen met historische politieke eenheden. Pruisen, dat men als centrum van Duits militarisme en veroveringsdrang zag, werd opgeheven en geplitst in kleinere eenheden. Dit bewerkstelligde tevens een evenwichter verdeling van Duitsland in bestuursgebieden want (het nu voormalige) Pruisen besloeg meer dan de helft van het voormalige Duitse Rijk.
De Amerikanen handhaafden Beieren en Bremen en stichtten de deelstaten Württemberg-Baden en Hessen. De Britten handhaafden Hamburg en stichtten Sleeswijk-Holstein, Nedersaksen en Noord-Rijnland-Westfalen. De Fransen handhaafden Baden en stichten Rijnland-Palts en Württemberg-Hohenzollern. Uit de Sovjetzone ontstonden de deelstaten Brandenburg, Mecklenburg, Saksen, Saksen-Anhalt en Thüringen.
Baden, Württemberg-Baden en Württemberg-Hohenzollern fuseerden in 1952 tot Baden-Württemberg. In datzelfde jaar werden de deelstaten in Oost-Duitsland opgeheven en vervangen door 15 districten (Bezirke). Het Saarland kreeg in 1957 de status van deelstaat.