Reichsdeputationshauptschluss

Reichsdeputationshauptschluss
Groter
Reichsdeputationshauptschluss

De Reichsdeputationshauptschluss was het laatste belangrijke besluit van de Rijksdag van het Heilige Roomse Rijk. Het werd genomen op de laatste zitting op 25 februari 1803 te Regensburg, in maart geratificeerd en in april onder voorbehoud door keizer Frans II aangenomen.

In de RDH werd het aantal soevereine staten in het Duitse Rijk teruggebracht van 1800 tot circa 60. De wereldlijke vorsten die bij de Vrede van Lunéville hun gebieden aan de linkerrijnoever hadden verloren aan Frankrijk werden schadeloosgesteld met gebied op de rechteroever. Dit geschiedde door secularisering van de kerkelijke gebieden (behalve Mainz) en mediatisering van de Vrije Rijkssteden (behalve Augsburg, Lübeck, Neurenberg, Frankfurt, Bremen en Hamburg) en de bezittingen van de rijksridders. De Duitse Orde en de Maltezer Orde bleven van secularisering gevrijwaard. De vorsten van Salzburg, Württemberg, Baden en Hessen-Kassel verkregen de keurvorstelijke waardigheid van de opgeheven keurvorstendommen Keulen, Trier en de Palts.

De Reichsdeputationshauptschluss had een zeer grote invloed op het Rijk. Daar de nieuwe keurvorstendommen Württemberg, Baden en Hessen-Kassel protestants waren kwam er een einde aan het traditionele katholieke overwicht in het college van keurvorsten. De keizer raakte met de geestelijke vorsten en de rijkssteden zijn belangrijkste steunpilaren kwijt. Na het ontstaan van de Rijnbond in 1806 legde keizer Frans II zijn kroon neer en werd het Rijk ontbonden.

[bewerk] Externe links

 
in andere talen