Rijnbond (1806)
De Rijnbond (Frans: Confederation du Rhin; Duits: Rheinbund) was een bond tussen Duitse staten die op 12 juli 1806 onder druk van Napoleon werd gevormd nadat deze in de Slag bij Austerlitz keizer Frans II en tsaar Alexander I had verslagen. Deze bond betekende de ontbinding van het Heilige Roomse Rijk.
Met het ondertekenen van de Rijnbondakte verlieten aanvankelijk 16 Zuid- en West-Duitse staten formeel het Heilige Roomse Rijk en vormden de Rijnbond met Napoleon als beschermheer. Enige dagen later legde Frans II, die al in 1804 de titel keizer van Oostenrijk had aangenomen, op ultimatum van Napoleon het keizerschap van het Duitse Rijk neer. Later sloten zich nog 23 Duitse staten bij de bond aan, zodat alleen Oostenrijk, Pruisen, Brunswijk, Fulda, Hessen-Kassel, Deens Holstein en Zweeds Pommeren zich afzijdig hielden.
De Rijnbond was in wezen militair van aard en vormde een staatkundig middel waarin de afhankelijkheid van de Duitse staten van Napoleon werd geregeld. Ter compensatie werden de deelnemers wel in rang verhoogd: Baden, Hessen-Darmstadt, Kleef en Berg werden verheven tot het Groothertogdom Berg; Württemberg en Beieren tot koninkrijk; enkele vorstendommen tot hertogdom. Ook ontvingen ze deels stukken grondgebied door het opdelen van voormalige rijksstenden.
Het was aanvankelijk ook de bedoeling dat de Rijnbond een gemeenschappelijke grondwet zou krijgen. Dit lukte echter niet door het streven naar onbeperkte soevereiniteit van (vooral de grotere) staten. De Bondsdag kwam nooit bijeen.
De Rijnbond was in 1808 op zijn grootst en omvatte toen vier koninkrijken, vijf groothertogdommen, dertien hertogdommen, zeventien vorstendommen en de hanzesteden Hamburg, Lübeck en Bremen. In 1810 werden grote delen van Noordwest-Duitsland echter door Napoleon ingelijfd en na zijn nederlaag in de Slag bij Leipzig in 1813 viel de bond uiteen.
Hoewel ook als middel tot onderdrukking te zien bracht de Rijnbond de Duitse landen grote moderniseringen op het gebied van recht, regering en economie.
Duitsland in de geschiedenis | ||
|
||
|
[bewerk] Leden
Lid van de Rijnbond waren de staten van:
- de koning van Beieren
- de koning van Württemberg
- de keurvorst van Mainz
- de keurvorst van Baden
- de groothertog van Berg
- de hertog van Arenberg
- de vorst van Nassau-Usingen
- de vorst van Nassau-Weilburg
- de vorst van Hohenzollern-Hechingen
- de vorst van Hohenzollern-Sigmaringen
- de vorst van Salm-Salm
- de vorst van Salm-Kyrburg
- de vorst van Isenburg-Birstein
- de vorst van Liechtenstein
- de landgraaf van Hessen-Darmstadt
- de graaf von der Leyen
Later traden toe:
- Groothertogdom Würzburg (verdrag van 25 september 1806)
- Koninkrijk Saksen (verdrag van 11 december 1806)
- Hertogdom Saksen-Weimar-Eisenach (verdrag van 15 december 1806)
- Hertogdom Saksen-Gotha (verdrag van 15 december 1806)
- Hertogdom Saksen-Meiningen (verdrag van 15 december 1806)
- Hertogdom Saksen-Hildburghausen (verdrag van 15 december 1806)
- Hertogdom Saksen-Coburg-Saalfeld (verdrag van 15 december 1806)
- Hertogdom Anhalt-Dessau (verdrag van 18 april 1807)
- Hertogdom Anhalt-Bernburg (verdrag van 18 april 1807)
- Hertogdom Anhalt-Köthen (verdrag van 18 april 1807)
- Vorstendom Lippe (verdrag van 18 april 1807)
- Vorstendom Schaumburg-Lippe (verdrag van 18 april 1807)
- Vorstendom Reuss-Greiz (verdrag van 18 april 1807)
- Vorstendom Reuss-Schleiz (verdrag van 18 april 1807)
- Vorstendom Reuss-Lobenstein (verdrag van 18 april 1807)
- Vorstendom Reuss-Ebersdorf (verdrag van 18 april 1807)
- Vorstendom Schwarzburg-Rudolstadt (verdrag van 18 april 1807)
- Vorstendom Schwarzburg-Sondershausen (verdrag van 18 april 1807)
- Vorstendom Waldeck (verdrag van 18 april 1807)
- Koninkrijk Westfalen (Constitutie van 15 november/7 december 1807)
- Hertogdom Mecklenburg-Strelitz (verdrag van 10 februari 1808)
- Hertogdom Mecklenburg-Schwerin (verdrag van 22 maart 1808)
- Hertogdom Oldenburg (verdrag van 14 oktober 1808)