Privacy Policy Cookie Policy Terms and Conditions Geschiedenis van Europa - Wikipedia

Geschiedenis van Europa

Wikipedia:Etalage
Dit artikel is genomineerd als Etalageartikel. Heb je een mening over dit artikel, stem dan mee.
Kaart van Europa
Groter
Kaart van Europa

Dit artikel geeft overzicht van de geschiedenis van Europa.

Inhoud

[bewerk] De herkomst van het begrip "Europa"

Europa en de stier (ca. 1869) van Gustave Moreau
Groter
Europa en de stier (ca. 1869) van Gustave Moreau

Volgens één opvatting is Europa vernoemd naar een godin bij de oude Grieken, Europa. Zij was een dochter van het Fenicische koningspaar Agenor en Telephassa. Zeus veranderde zichzelf in een witte stier, verleidde haar en droeg haar mee naar Kreta. Zij baarde hem drie zonen, koning Minos, koning Rhadamanthus en prins Sarpedon. Later betekende Europa het vasteland van Griekenland, en in 500 v. Chr. werd de betekenis uitgebreid tot het land in het noorden.

Waarschijnlijker is dat de naam Europa is afgeleid van het woord ereb, uit het Assyrisch, een Semitische taal. De betekenis van dat woord is "zonsondergang" of "westen".

Uiteindelijk zijn beide gegevens evenwel tegelijk mogelijk. De Assyrische cultuur ging immers vooraf aan de Griekse. Deze laatste ontleende er heel wat aan, evenals aan de antieke en prehistorische cultuur in het algemeen die het hele Anatolische, Mesopotamische gebied en het oude Kanaän besloeg, zoals o.m. mag blijken uit de ontwikkeling der opeenvolgende mythologieën, van oost naar west en noordwaarts.

[bewerk] Prehistorisch Europa

In het paleolithicum kwamen de Homo erectus en de Neanderthalers Europa binnen. De oudste gevonden resten van de mensen zijn gevonden in Dmanisi (Georgië) en zijn ongeveer 2.000.000 jaar oud. De Homo sapiens zou Europa pas in 35.000 v. Chr. bereiken. In Zuid-Europa brengen de Homo sapiens de grotschilderingen aan in o.a. Lascaux en Altamira en de Venus van Laussel in de Dordogne.

Bewijs van de eerste vaste huizen komt uit het 7e millennium v. Chr. in Griekenland en het Anatolische Çatal Hüyük. Na het einde van de ijstijd leven de mensen in het noorden van Europa nog lange tijd overwegend van jagen en verzamelen. Archeologisch onderzoek heeft heel wat resten van deze mesolithische culturen opgeleverd. Meer in het zuiden van Europa begint het neolithicum - gekenmerkt door de overgang op landbouw en veeteelt - al vroeg.

Europa in het neolithicum.
Groter
Europa in het neolithicum.

In het neolithicum bestaat er niet iets als één cultuur in Europa. Er zijn, in het algemeen matrilineaire, samenlevingsvormen van plaatselijke volksstammen, die soms enige samenhang vertonen, waardoor het als een "cultuur" benoemd kan worden. De volksstammen huldigen eerst de vooroudercultus, daarna het animisme, en dan de (monotheïstisch gerichte) Moedergodincultus. Het neolithicum begon in Centraal-Europa al in het 6e millennium voor Christus, terwijl het pas duizend jaar later in Noord-Europa zou aanbreken.

[bewerk] Bronstijd

In de bronstijd komen de eerste beschavingen aan het licht. De eerste geletterde beschaving in Europa die we op dit moment kennen is de Minoïsche beschaving op Kreta. De sedentaire culturen rond het Middellandse Zee gebied breidden naar alle kanten even snel uit en houden Kreta als centrum. Het is daar een intens centrum van handelsverkeer met het Oude Egypte en via het eerste Suezkanaal (dat van oost naar west liep en de Nijl verbond met de Rode zee) en zo ook met het Verre Oosten tot de bloeiende Indusbeschaving toe. De Filistijnse 'Zeevolken' betrokken bij deze uitwisseling van goederen en cultuurelementen ook Spanje met een handelshaven in Cádiz, en zelfs het zuiden van Engeland. Ook te land waren er reeds de oeroude 'Zijderoutes' die zorgden voor uitwisseling van goederen, personen en cultuur.

Rond 1800 v. Chr. begint de kolonisatie van West-Europa door de Liguriërs. Ofwel zijn dit de oerbewoners van West-Europa, voortkomend uit de mensen van o.a. de klokbekercultuur, ofwel zijn dit Indo-Europeanen uit Zuid-Rusland die lang vóór de uittocht van de andere Indo-Europeanen zijn vertrokken. Rond dezelfde tijd vallen de Achaeërs Griekenland binnen. Ze worden later bekend als de voorouders van de Myceners, Doriërs en andere Griekse stammen.

Wanneer rond 2000 v. Chr. de Indo-Europeanen zich splitsen in afzonderlijke volkeren, trekt een Westelijke groep richting Balticum (later bekend als de Letten en Litouwers). Een subgroep trekt nog Westelijker en vestigt zich in Centraal-Europa (de latere Italiërs, Germanen, Slaven en Kelten).

[bewerk] IJzertijd

De ijzertijd was in Europa niet overal op hetzelfde moment. In West-Europa begint die in 800 v. Chr., terwijl hij dan in Zuid-Europa al 400 jaar bezig is.

[bewerk] Griekenland en de Balkan

Zie Oude Griekenland voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Aan het einde van de bronstijd stortten de oude Griekse koninkrijken ineen, ongeveer samenvallend met het oprukken van Indo-Europese stammen. Hierdoor braken de Duistere eeuwen aan. Dit zou gevolgd worden door de Archaïsche periode, waarin de meest typische staatsvormen van Hellas zich ontwikkelden: de polis, de tirannie en de democratie.

In verscheidene stadstaatjes namen tirannen de macht in handen. Vaak stonden ze aan de kant van het gewone volk tegenover de aristocratie en bereidden ze een democratische regeringsvorm voor. Er groeide een rivaliteit tussen de zeemogendheid Athene, die heerste over Attika en verscheidene Egeïsche eilanden, en de landmogendheid Sparta die zijn macht uitbreidde over de gehele Pelopónnesos. De Balkan werd bevolkt door Paleo-Balkse mensen.

[bewerk] Kelten

De vermoedelijke uitbreiding van de Hallstatt-cultuur; het feloranje gedeelte is het begin, het buinere gedeelte is hoe de Hallstatt-cultuur eindigde en de La Tène-periode begon
Groter
De vermoedelijke uitbreiding van de Hallstatt-cultuur; het feloranje gedeelte is het begin, het buinere gedeelte is hoe de Hallstatt-cultuur eindigde en de La Tène-periode begon
Europa in 220 v. Chr.
Groter
Europa in 220 v. Chr.

De voorouders van de Kelten trokken van de Zwarte Zee naar Oost-Europa in ongeveer het 3e millennium v. Chr..

Zie Hallstatt-cultuur voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Rond 800 v. Chr. ontstond de Hallstatt-cultuur in West-Zwitserland. De cultuur wordt tegenwoordig graag gezien als een vroege Keltische stam. In het begin van de twintigste eeuw bracht men ze in verband met de Illyriërs. Omdat we echter geen schriftelijke bronnen hebben en niet weten hoe hun taal en denkwereld er uitzag, is het eigenlijk onmogelijk daar iets met zekerheid over te zeggen.

Zie La Tène-periode voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Rond 400 v. Chr. brak de La Tène-periode aan. De La Tène-periode was een voortzetting van de Hallstatt-cultuur. Uiteindelijk verspreiden de Kelten zich over bijna heel Europa (zie kaart). Deze periode vloeit voort uit de Hallstatt-periode, toen deze streken onder behoorlijk wat mediterrane (Griekse, en later Etruskische) invloed stonden. Een verschuiving van nederzettingen had tevens plaats bij deze overgang.

[bewerk] Germanen

Spreiding Germaanse cultuur IJzertijd, ca 500 - 60 v.Chr.
Groter
Spreiding Germaanse cultuur IJzertijd, ca 500 - 60 v.Chr.
Germaanse stammen voor de volksverhuizingstijd
Groter
Germaanse stammen voor de volksverhuizingstijd
Zie Germanen voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Op linguïstische en culturele gronden gaat men er tegenwoordig van uit dat de Germanen nauw verwant zijn aan de Kelten, Slaven, Latijnen, Grieken en andere Indo-Europese volkeren. De profilering als afzonderlijke groep heeft zich vermoedelijk aan het eind van het tweede millennium voor Christus of iets later ergens in de vlakten van Oost-Europa voltrokken. Over de vroegste geschiedenis van de Germaanse volkeren weet men weinig meer dan dat ze omstreeks de 6e eeuw v. Chr. in Scandinavië en rond de Oostzee leefden. Hier verdreven ze wellicht de eerder gearriveerde Saami, Kelten en Baltische stammen, maar waarschijnlijker is dat ze zich er gedeeltelijk mee vermengden. Dat de Germanen toen nog niet erg talrijk waren blijkt uit het gegeven dat een aanzienlijk aantal woorden in de Germaanse 'oertaal' overgenomen is van de vroegere niet-Indo-Europese bevolking van rond de Oostzee. Hun overwicht bestond eerder uit betere wapens zoals de strijdwagen dan uit grotere aantallen krijgers. Na verloop van eeuwen ontstond er in deze streken toch een zekere overbevolking en velen van hen migreerden steeds verder naar het zuiden (het huidige Duitsland), om zich van daaruit geleidelijk naar het oosten, zuiden en het westen te verspreiden. Er ontstonden op die manier vele verschillende volksstammen, die op verschillende tijdstippen en plaatsen met andere namen werden aangeduid zoals de Friezen, Toxandriërs en Kaninefaten.

Leven en cultuur van al deze volken verschilden onderling niet zo veel, zeker niet rond de tijd dat de Romeinen de rest van Europa zou veroveren. In hoofdzaak waren het boeren met nederzettingen niet groter dan kleine dorpen. De westelijke volksstammen bestonden voornamelijk uit landbouwers, de oostelijke voornamelijk uit schaapherders en veehoeders (nomaden). De Germanen waren erg gesteld op hun onafhankelijkheid en hadden geen sterke stamverbanden. De Germanen waren waarschijnlijk constant in kleine, weinig serieuze oorlogjes betrokken. Het schrift was dat van de runen. Echt veel werd er door de Germanen niet opgeschreven, en er was geen uitgebreide literatuur. Wel hadden de Germanen waarschijnlijk een rijke orale cultuur, waarin voorgedragen poëzie een belangrijke rol speelde, zoals die nog deels tot ons is gekomen in de Germaanse mythologie.

[bewerk] Klassieke oudheid

Zie Klassieke oudheid voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Hierna zou de klassieke oudheid aanbreken. De klassieke oudheid is in de westerse geschiedenis de periode tussen pakweg 600 v. Chr. en 500 n. Chr.

[bewerk] Het Hellenistische Rijk

Het eerste georganiseerde rijk in Europa was het Hellenistische Rijk. De Hellenistische beschaving nam vorm aan in de verzameling van een aantal stadstaten (de meest belangrijke waren Athene, Corinthe, Syracuse en Sparta). Er waren enorm verschillende typen overheid en culturen. De stadstaten hadden veel kolonies aan de kust van de Zwarte Zee en de Middellandse Zee. Ook Klein-Azië werd gekoloniseerd. In de 4e eeuw voor Christus maakte Philippus II van Macedonië eindelijk een eenheid van de Griekse stadstaten en wist ze te onderwerpen. Zijn zoon Alexander de Grote startte een veroveringstocht door bijna de hele bekende wereld, waardoor hij de Griekse cultuur verspreidde. Dit zou bekend worden als het Hellenisme. Na Alexanders dood (323 v. Chr) viel zijn rijk uiteen in elkaar bestrijdende diadochenrijken. Het Hellenistische Rijk zou stand houden tot het veroverd zou worden door de Romeinen.

[bewerk] Het Romeinse Rijk

Zie Romeinse Rijk voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

In het noorden van Italië heersten de Etrusken en in het zuiden de Grieken, en precies tussen die twee gebieden lag de omstreden provincie Latium, waar de Romeinen woonden. Rome werd de belangrijkste stad van dit gebied en kreeg steeds meer macht. Nadat de Romeinen eerst de omliggende steden hadden veroverd, versloegen ze de in de 4e eeuw v. Chr. de Etrusken en in de 3e eeuw v. Chr. de Grieken in het zuiden. Zo verkregen zij uiteindelijk het gehele Italiaanse schiereiland, door misbruik te maken van het gebrek aan mogelijkheid tot verenigen van de vijand, en begonnen hun vele expansie-oorlogen. Veel van de Griekse wijsheden werden overgenomen door het Romeinse Rijk.

Het Romeinse Rijk op zijn hoogtepunt, onder keizer Trajanus
Groter
Het Romeinse Rijk op zijn hoogtepunt, onder keizer Trajanus

In de 3e en 2e eeuw v. Chr. werden de Punische oorlogen tegen de stad Carthago uitgevochten. Hierbij trok de beroemde Carthaagse generaal Hannibal met zijn hele leger via Spanje over de Alpen en vocht in geheel Italië, voordat hij verjaagd kon worden. Nadat Carthago in 146 v. Chr. definitief was verslagen waren de Romeinen de grootste macht in het gebied van de Middellandse Zee. Veel oorspronkelijk Carthaagse en Griekse kolonies in Africa, Frankrijk en Spanje behoorden nu tot het Romeinse Rijk. Rond 200 v. Chr. kwam ook Griekenland zelf onder Romeinse heerschappij en daarbij de Griekse kolonies in het oosten, zoals Klein-Azië Syrië Palestina en Egypte.

Julius Caesar veroverde tussen 60 en 50 v. Chr. heel Gallië waarna keizer Claudius 100 jaar later Britannia aan het rijk toevoegde. Trajanus was de laatste grote veroveraar. Hij veroverde aan het begin van de 2e eeuw Dacië en grote delen van het Parthische rijk, al moest dat gebied al snel weer opgegeven worden. Onder Trajanus bereikte het Romeinse Rijk zijn grootste omvang. Het grondgebied liep van Noord-Engeland tot Egypte. Zijn opvolgers consolideerden de grenzen. Alle pogingen om de Germanen te verslaan en hun grondgebied te bezetten mislukten. Een lange periode van relatieve vrede brak aan. De Romeinen verspreidden het Latijn en hun cultuur over hun rijk. Germaanse stammen werden aan de grenzen toegelaten en mochten in het rijk wonen als ze zich maar aan de Romeinse regels hielden.

[bewerk] Het verval

Omdat het Romeinse rijk een zo grote omvang had, was het niet goed te verdedigen en werd het uiteindelijk opgedeeld in twee verschillende rijken: Het westelijke deel omvatte de tegenwoordige landen Italië, Frankrijk, Spanje, Portugal, Zwitserland, Oostenrijk, delen van Duitsland en Nederland, België en een deel van Hongarije en Joegoslavië. Het oosterse rijk omvatte Griekenland, Turkije, Syrië, Libanon, Israël, Egypte, en delen van Libië, Tunesië en Algerijë.

In 330 verhuisde keizer Constantijn de Grote de hoofdstad van Rome naar Byzantium dat hij Nova Roma noemde, maar al gauw als Constantinopel bekend stond. Het Oost-Romeinse Rijk hield vast aan de oude gebruiken, maar het westelijke deel nam steeds meer Germanen in dienst als soldaten en zelfs als senatoren. Aan het begin van de 4e eeuw kwam de Grote Volksverhuizing op gang. Dit leidde er toe dat Germaanse en andere barbaarse volkeren de Romeinse grens overstaken en de volken die daar al woonden verdreven of onderwierpen. Dit leidde tot grote onrust en al snel trokken de Romeinen zich uit Noordwest-Europa terug. De macht van het West-Romeinse Rijk was niet groot meer en de laatste keizer werd door een Germaan in Romeinse dienst in 476 afgezet. Dit wordt gezien als het einde van de Klassieke Oudheid.

[bewerk] Vroege middeleeuwen

Zie Vroege middeleeuwen voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

West-Europa bleek na de val van het West-Romeinse Rijk totaal te vervallen. Germaanse volkeren liepen het, samen met de Hunnen, totaal onder de voet, terwijl het Oost-Romeinse Rijk nog duizend jaar zou bestaan. Er waren vele volkeren op drift die alles plunderden wat ze tegenkwamen, waardoor de levensstandaard en het bevolkingsaantal in West-Europa behoorlijk daalden in vergelijking met de voorafgaande Romeinse periode. Veel van deze barbaren kwamen in contact met de vroegere Romeinse bevolking en cultuur en zouden bepaalde elementen, zoals het christendom, dat door Theodosius rond 380 tot staatsgodsdienst was gemaakt, overnemen. Er is weinig schriftelijke informatie overgeleverd over de toestanden in die chaotische periode.

In de 7e en de 8e eeuw brachten de Moren de Islamitische culturen naar de kusten van de Middellandse Zee, na het ten val brengen van het net ontstane West-Gotische Rijk. De komst van de Moren in Iberië zorgde ervoor dat het verschil tussen de culturen van de volkeren, maar ook de culturele rijkdom groter werd. In dezelfde eeuw werd in Bulgarije de eerste Slavische staat in Europa opgericht. In West-Europa zou Clovis I de Franken verenigen en Gallia overnemen. In Engeland zouden Saksische koninkrijken worden opgericht. Feodalisme zorgde voor een nieuwe orde in de wereld. Het enige systeem, dat de val van het West-Romeinse Rijk had overleefd, was de Rooms Katholieke Kerk, die werd overgenomen door de Germanen. De bisschop van Rome, beter bekend als de Paus werd de leider van de kerk. Karel de Grote wist de Saksen en de Longobarden aan zich te onderwerpen.

Karel verenigde een groot gedeelte van het vroegere West-Romeinse Rijk (en grote gebieden die erbuiten lagen onder zijn heerschappij.

Karel de Grote en Paus Adrianus I.
Groter
Karel de Grote en Paus Adrianus I.

In 800 werd hij gekroond tot keizer van het West-Romeinse Rijk, een titel die al sinds 476 niet meer was gebruikt. Na zijn dood zou zijn rijk eerst in drieën worden gedeeld, maar uiteindelijk zou het opgesplitst worden tussen West-Francië, dat aan de grondslag zou liggen van het Franse Koninkrijk en dat vanaf 987 Frankrijk genoemd wordt, en Oost-Francië, dat in 962 zou veranderen in het Heilige Roomse Rijk.

Militair, economisch en politiek beleefde Europa een diepe crisis in de 9e en de 10e eeuw. De Vikingen, die op zee extreem ontwikkeld met hun drakkers om wisten te gaan, vielen binnen vanuit het noorden, de Magyaren via het oosten en de Saracenen vanuit het zuiden. Allen lieten ze een spoor van verwoesting na. Het centrale gezag van de twee Frankische rijken wist geen weerstand te organiseren, waardoor de bevolking het vertrouwen in hun verre heersers verloor. Lokale machtige individuen zagen nu hun kans schoon om het machtsvacuüm op te vullen. Dikwijls waren dat kinderen van medewerkers van Karel de Grote.

De Hongaren deden hun intrede in Europa aan het eind van de negende eeuw, toen ze als nomadenvolk vanuit de Zuid-Russische steppe over de Karpaten trokken. Onder Árpád en zijn opvolgers vestigden zij zich in het Karpatenbekken. Gedurende een eeuw waren ze door hun strooptochten de schrik van Europa. In de Slag op het Lechveld werd hun een dermate grote nederlaag toegebracht, dat ze de bakens verzetten en besloten zich aan te passen aan hun christelijke buren. De kroning van de, op Rome gerichte, Stefan de Heilige als koning in het jaar 1000 werd daarvan het symbool. Hij was de eerste koning van Hongarije.

Het Kievse Rijk ontstond rond 880 door het samengaan van de gebieden der Waregers in Oost-Europa, onder leiding van Rurik. Oleg de Wijze (879-912) veroverde in 882 Kiev, dat toen de hoofdstad werd van het nieuwe rijk. In de loop van de 10e eeuw was het rijk op zijn hoogtepunt, toen vorst Svjatoslav I het rijk van de Chazaren vernietigde en vervolgens gebieden in de noordelijke Kaukasus innam en doordrong tot de Zee van Azov. Ook veroverde hij grote delen van de Balkan, met als laatste grote wapenfeit het Bulgaarse koninkrijk aan de Donau.

In Oost-Europa zou nog een rijk ontstaan in de 9e eeuw, het Groot-Moravische Rijk.

[bewerk] Kunststromingen in de vroege middeleeuwen

[bewerk] Hoge middeleeuwen

Zie Hoge middeleeuwen voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

De hoge middeleeuwen duren van 1000 tot 1200. Bij hun aanvang is de kerstening nu ook volledig tot het noorden van Europa uitgebreid. De oude Germaanse en Noordse mythologie werd nu ook in het noorden quasi volledig verlaten en als 'heidendom' beschouwd. Een IJslands geleerde vond het zelfs nodig de restanten van de mondelinge overlevering uit overgrootmoeders tijd in de Edda neer te schrijven, samen met de voorschriften die de skaldische dichtkunst tot dan regelden, die ook compleet dreigde verloren te gaan.

In de landbouw vonden er belangrijke verbeteringen plaats (vierslagstelsel), waardoor meer geproduceerd kon worden. De handel kende zijn eerste bloeiperiode sinds de val van het West-Romeinse Rijk. In Vlaanderen, het Rijnland en Noord-Italië bracht de handel een explosieve groei van de welvaart in de steden, zodat deze privileges van hun landsheren konden verwerven. De belangrijkste bouwstijl van de Middeleeuwen is de Romaanse stijl. In de 12e eeuw wordt die stilaan verdrongen door de Gotische bouwstijl. Er ontstonden de eerste scholen en universiteiten op de Renaissance-gedachte van Karel de Grote.

De paus kreeg steeds meer macht en deze deze riep op tot (meerdere) kruistochten naar het Heilige Land en vervolgde verscheidene volkeren, zoals de Katharen en de Joden. De Mariaverering nam toe. Het huwelijk kreeg een volwaardige sacramentale betekenis. Het Oosters Schisma vond plaats.

[bewerk] Kunststromingen in de hoge middeleeuwen

[bewerk] Late middeleeuwen

Europa in 1328
Groter
Europa in 1328
Zie Late middeleeuwen voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

De eerste tekenen van de Renaissance zijn te zien in de beschaving van West-Europa. De zogeheten "Renaissance van de twaalfde eeuw" ging op geestelijk gebied gepaard met een sterke opleving van de wetenschap. Na 1200 leerden ook koopmanszonen op de kloosterscholen lezen, schrijven en rekenen. Veel van deze niet-geestelijke geschoolde burgers kregen een baan in de handel of het bestuur. Halverwege de 12de eeuw ontstonden uit de kathedraalscholen van Bologna en Parijs de eerste universiteiten. Studenten konden zich daar specialiseren in geneeskunde, recht of theologie. Deze opleving van de wetenschap zorgden ervoor dat in korte tijd de hoofdwerken van Arabische en Griekse filosofen en zuiver wetenschappelijke teksten in het Latijn werden vertaald. Tegen 1200 beschikte men in het Westen slechts over een beperkt aantal van de hoofdwerken van Aristoteles in vertaling, die als de tolk van de natuurlijke orde werd beschouwd. De dominicaan Willem van Moerbeke en anderen vertaalden in de eerste helft van de dertiende eeuw de rest van Aristoteles' oeuvre.

Thomas van Aquino was de eerste theoloog die onderscheid maakte tussen het goddelijk en het menselijk recht, tussen geestelijke en wereldse macht. Hij stelde dat "het goddelijk recht dat op genade gebaseerd is, het menselijk recht dat uit de rede voortkomt niet uitsluit."

De handel was tot bloei gekomen, waardoor de cultuur weer belangrijker werd. In de eerste helft van de 13e eeuw wilden de kerkelijke leiders zichzelf meer macht toe-eigenen en het christelijke leven verbeteren. Hiertoe moest de zeggenschap van de wereldlijke leiders over de benoeming op kerkelijke posten gestopt worden. Paus Innocentius III begon vele oorlogen en slaagde er een stempel te drukken op de vorstendommen in Europa. De bedelorden die aan het begin van de 13e eeuw ontstonden, leverden een bijdrage aan de opleving van de nieuwe vroomheid in de steden. Uiteindelijk zou in 1300 de verkoop starten van de aflaten, waarmee de kerk veel geld binnenhaalde. In de 14de eeuw kwam er onder meer protest van o.a. John Wyclif, die stelde dat Christus het hoofd van de kerk is en niet de paus. Dit zou uiteindelijk de basis leggen voor Maarten Luther. De vele middelbare scholen in de steden waren van grote betekenis voor de middeleeuwse geestelijke cultuur.

De kracht van de menselijke rede werd ontdekt: Anselmus van Canterbury opende de deur voor de 'redenerende theologie'. Het grote vertrouwen in de menselijke rede leidde tot de scholastieke methode: een rustige, objectieve benadering waarbij de auteur geheel in dienst staat van het zoeken naar de waarheid. De scholastiek gebruikt gezaghebbende auteurs: in de Summa theologiae van Thomas staan 25.000 citaten uit de Bijbel, 2500 van Augustinus, en 2500 uit de werken van Aristoteles, naast vele aanhalingen uit Dionysius de Areopagiet en anderen, onder wie ook joodse schrijvers als Maimonides en islamitische auteurs als de filosofen Avicenna en Averroes.

In de 14e eeuw werd de handel op de Baltische zee steeds belangrijker, mede dankzij het terugtrekken van de Vikingen. Dit zorgde voor de oprichting van de Hanze. Polen en Litouwen werden door een koninklijk huwelijk samengevoegd tot Polen-Litouwen. De huisnijverheid groeide uit tot grootschalige industrie, in handen van kooplieden, die de grondstoffen en eindproducten in heel Europa verhandelden. De schaalvergroting had vergaande gevolgen voor de steden. In hoog tempo verrezen er kantoren voor handelscompagnieën, beursgebouwen, banken, wisselkantoren en koerierdiensten. De prijs voor deze snelle stedelijke groei was vervuiling van de stad, ongevallen, brandgevaar en epidemieën. De Lage Landen werden samengevoegd als de Bourgondische Nederlanden.

Rond 1345 vielen de Ottomanen bij de Dardanellen over naar Europa. Langzaam maar zeker rukten de Ottomanen verder in Europa op. Onder sultan Murad I veroverden zij gebieden in Macedonië, Bulgarije en Servië, waarmee ze een zeer sterke aanwezigheid in Europa kregen. Sofia werd in 1385 veroverd, Thessaloniki in 1387, later werd ook Albanië veroverd. In de 15e eeuw gingen de veroveringen door, meer gebieden in onder andere Servië werden veroverd en in 1453 viel de Byzantijnse hoofdstad Constantinopel, die de nieuwe hoofdstad van het Ottomaanse Rijk werd. Zelfs in Italië hadden zij in 1480 voor korte tijd een basis in Otranto.

In de 15e eeuw, aan het einde van de middeleeuwen, kwamen er steeds meer nieuwe staten. De nieuwe koningen centraliseerden de macht, zoals in Frankrijk, Spanje en Engeland. Aan de andere kant werd Polen-Litouwen steeds belangrijker. Doordat de macht gecentraliseerd werd zouden de landen een eigen cultuur kunnen vormen. De landen zouden bijvoorbeeld een eigen schrift ontwikkelen in plaats van het Latijn. Er kwamen steeds meer parlementen. De Lage Landen zouden worden ingevoegd bij het Heilige Roomse Rijk, alhoewel dat rijk een vrij los statenverband was, waardoor de Lage Landen praktisch onafhankelijk bleven. In de Slag bij Vaslui deelde Ştefan cel Mare een zware klap uit aan het Ottomaanse Rijk, waardoor het niet door kan dringen tot Centraal-Europa.

Er was geen eenheid in Italië meer geweest sinds de val van het Romeinse Rijk en de paus vertrok naar Avignon. De steden beschouwden zich als zelfstandig, omdat de rest van Italië heel weinig aanzien genoot. De belangrijke steden in Italië gingen zich richten op de Klassieke Oudheid, omdat meer en meer Romeinse en Griekse kennis en kunst naar boven kwam en er een grote interesse kwam voor Romeinen. Op die manier kwam het tot een herontdekken van de Romeinse en Griekse beschaving: recht, dichtkunst, architectuur, kunst en cultuur. De steden beschouwden zich als zelfstandig. Economische bloei gaf de bovenlaag van de bevolking de mogelijkheid om van het leven te genieten. De cultuur zou weer opleven, wat zich zou uiten in de gotiek, de eerste echt vernieuwende stijl sinds de val van het West-Romeinse Rijk. Dit zou het begin zijn van de Renaissance, hoewel die pas in de 16e eeuw in de rest van Europa zou doorbreken.

In de late middeleeuwen verkeerde West-Europa in een langdurige en diepe economische depressie. De pest vierde hoogtijdagen: meer dan een derde van de bevolking stierf. Mede door de pest en de economische crisis moest de Joodse bevolking het ontgelden. Deze had een groot deel van het bankverkeer in handen gekregen door kerkelijke renteverboden (die alleen voor christenen golden) en omdat Joden uit andere beroepen geweerd werden. In tijden van economische crisis en pest werd het aantrekkelijk om woede en onmacht op de Joodse schuldeisers en hun families af te reageren. De toch al geminachte, want andersgelovige, Joden werden ervan beschuldigd de waterbronnen te hebben vergiftigd met pestkiemen en vermoord, waarmee de schulden meteen uitgevlakt waren.

Doordat Spanje vanuit het noorden veroverd werd op de Moren, kwam de jodenvervolging ook op gang in Iberië, terwijl de Joden in de moslimgemeenschap van Moren veel belangrijke functies vervulden. Door de Spaanse Inquisitie moesten veel Joden naar gebieden buiten Iberië vluchten, zoals Nederland en Noord-Afrika. Pas aan het einde van de Middeleeuwen was heel Spanje weer veroverd op de Moren.

[bewerk] Kunststromingen in de late middeleeuwen

[bewerk] De vroege nieuwe tijd: 16e, 17e en 18e eeuw

Europa in 1470
Groter
Europa in 1470

[bewerk] Renaissance

Nadat Constantinopel veroverd werd door het Ottomaanse Rijk is er een artistieke injectie van Oost naar West, doordat er een cultuurverschuiving plaatsvindt. Hier kan men spreken van het prille begin van de Renaissance in Europa, behalve Italië, waar die al 150 jaar aan de gang was. Hoewel algemeen bekend als een opleving in de kunsten, is de renaissance vooral belangrijk doordat veel kennis van de oudheid opnieuw bekend werd in Europa, waaronder wiskunde.

[bewerk] Reformatie

De zestiende-eeuwse Reformatie wordt door protestanten gezien als een grote en diep ingrijpende opwekking in de kerk. Door de Rooms-Katholieke Kerk werd de Reformatie afgewezen en bestreden, hierbij gesteund door katholieke vorsten onder leiding van de jonge keizer Karel V. De aanhang van de reformatoren groeide echter snel, onder andere dankzij de verbreiding van de boekdrukkunst; ook voedde de Reformatie politieke tegenstellingen tussen Europese vorsten en edelen, met als gevolg verschillende godsdienstoorlogen en opstanden. De Reformatie bouwde voort op eerdere kritische bewegingen binnen de Kerk, die tot dan toe steeds effectief konden worden bedwongen. Op het Concilie van Trente (1545-1563) werd 126 maal een vervloeking (Anathema sit) uitgesproken over de aanhangers van de Reformatie. Met dit concilie werd een Contrareformatie ingezet, die zich onder meer richtte op verbetering van priesteropleidingen, herstel van misstanden, invloed op het onderwijs, geloofspropaganda en bestrijding van de protestantse ketterij. Vooral de Jezuïeten en de Inquisitie waren actief in het bestrijden van de reformatie.

[bewerk] Natiestaten en vroeg kapitalisme

De Hervorming had effect op de eenheid van Europa. Niet alleen werden de staten verdeeld door hun religie, maar sommige staten werden ook intern verscheurd door de religie. In de 16e eeuw kreeg Frankrijk te kampen met een reeks conflicten die nu bekend staan als de Hugenotenoorlogen. Uiteindelijk werd de oorlog gewonnen door het Huis Bourbon. Engeland had hier veel minder last van en stichtte uiteindelijk zelf de Anglicaanse Kerk in 1534. Duitsland was verdeeld in een aantal staten die voor het grootste gedeelte onder gezag stonden van het Heilige Roomse Rijk. Tot aan de Dertigjarige Oorlog was religie een belangrijker bindmiddel dan nationalisme. De enige uitzondering hierop was Polen-Litouwen, dat extreem tolerant was.

Europa in 1648
Groter
Europa in 1648

Karel V zou een hele lijst aan titels en gebieden erven, waardoor hij uiteindelijk een rijk had waar "de zon nooit onderging"; naar schatting heerste hij vanaf ca. 1540 over de helft van de bevolking van het westelijk halfrond. Na zijn dood zou zijn rijk verdeeld worden tussen zijn zonen. Filips zou Spanje met koloniën en de Nederlanden krijgen, terwijl zijn broer Ferdinand het Heilige Roomse Rijk kreeg. In 1568 begon de Tachtigjarige Oorlog tussen de Lage Landen en Spanje, omdat Filips een te centraal gezag voerde vanuit Madrid. In 1581 ontstond de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, tijdens de Tachtigjarige Oorlog.

Vanaf deze periode werd in West-Europa het feodalisme langzaam maar zeker vervangen door kapitalisme als de basisvorm van de economische organisatie. De Republiek der Nederlanden liep hierin in de 17e eeuw (de Gouden Eeuw) voorop. Hoewel het continent staatkundig geen eenheid ging vormen, begon er wel een Europese economie te ontstaan uit de verbinding van de handelsnetwerken van de Noord-Italiaanse steden en de Hanze. Iberische uitbuiting van de Nieuwe Wereld zorgde voor een Commerciële Revolutie. Deze periode zorgde voor een opbloei van de wetenschap.

Na de Vrede van Westfalen werd autocratie de nieuwe norm op het continent, terwijl in Engeland de Engelse Burgeroorlog en de Glorious Revolution zorgde voor een constitutie. De Engelse Burgeroorlog zou er voor zorgen dat de koning voortaan niet kon regeren zonder de toestemming van parlement en volk. Engeland en Schotland zouden in de Act of Union 1707 besluiten samen te gaan onder Groot-Brittanië. In Polen-Litouwen kwam juist, totaal tegengesteld aan wat op het continent gebeurde, een quasi-democratie door de Gouden Vrijheid.

Tijdens de 17e en 18e eeuw werden de Engels-Nederlandse Oorlogen gevoerd tussen het Engelse Gemenebest (en dus sinds 1707 Groot-Brittannië) en de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden om de controle over de zee- en handelsroutes. Daarnaast werd er in deze periode de Hollandse Oorlog tegen de Republiek gevoerd. De Republiek zou de oorlogen overleven, maar zou veel van de macht verliezen die het tijdens de Gouden Eeuw had opgebouwd.

Oost-Europa werd een arena van gevechten tussen Zweden, Polen-Litouwen en het Ottomaanse Rijk. Deze rijken zouden tijdens deze periode vervangen worden door verlichte absolute monarchieën als Rusland, Pruisen en Oostenrijk, mede omdat die veel gebied veroverden op hun voorgangers. In 1529, en in 1683 opnieuw, stonden de Turken voor de poorten van Wenen. Na het beleg van Wenen in 1683 werd de opmars van de Ottomanen in Europa gestuit. Het was de Poolse koning Jan III Sobieski die de Ottomanen bij Wenen versloeg. Langzaam maar zeker werden meer gebieden van Europa terugveroverd. Hoewel het Ottomaanse Rijk nog veel invloed zou uitoefenen op Europa, zouden ze nu niet meer meestrijden in Oost-Europa. Met de Poolse delingen werd Polen-Litouwen verdeeld over de drie nieuwe machthebbers, Rusland, Pruisen en Oostenrijk. Veel Joden kwamen terug naar West-Europa, aangezien het tolerante Polen-Litouwen was verslagen en de Jodenvervolging haast niet meer bestond in West-Europa.

[bewerk] Verlichting

Vanaf 1650 zou in Europa de Verlichting plaats vinden. De Verlichting is de naam die gebruikt wordt om een politieke en filosofische beweging aan te duiden die de opvattingen over politiek, filosofie, wetenschap en religie binnen de westerse wereld grondig wijzigde. Waardoor de Verlichting precies ontstond, is moeilijk aan te geven, maar duidelijk is dat zowel de Renaissance als de Reformatie er invloed op hebben gehad.

De Verlichting speelde zich vooral af in West-Europa. In Frankrijk was het vanwege de strenge censuur vooral een tegenbeweging, waardoor velen moesten vluchten. In Amsterdam bijvoorbeeld, waar veel Hugenoten naar toe waren gevlucht, waren enkele Franse drukkerijen, waarvan de producten naar Frankrijk werden gesmokkeld. Ondanks het belang van de Verlichting in Frankrijk kan overigens niet gezegd worden dat deze direct leidde tot de Franse Revolutie; de aanhangers van de Verlichting waren vooral optimisten die geloofden in geleidelijke hervorming en vooruitgang, geen revolutionairen.

In andere landen waren het vaak juist de heersers die belangstelling toonden. Frederik de Grote bijvoorbeeld was gedurende een deel van zijn leven een groot aanhanger van Voltaire. In het huidige Duitsland werd de Verlichting overigens vertegenwoordigd door onder meer Lessing. In Rusland drong de Verlichting nauwelijks door, ondanks de inspanningen van de met Voltaire bevriende tsarina Catharina de Grote. De beweging inspireerde ook de voor onafhankelijkheid strijdende Amerikanen, met name Benjamin Franklin en Thomas Jefferson.

[bewerk] Industriële revolutie in Groot-Brittanië

Door verbeterde agrarische technieken, de wetenschappelijke revoluties vanaf de 17e eeuw en een ondernemend klimaat vond er vanaf 1750 in Groot-Brittanië de industriële revolutie plaats. Niet iedereen was het eens met de invoering van sneller werkende machines. Er waren verscheidene boycotacties tegen fabrikanten en zelfs regelrechte opstanden van werkeloos geworden thuiswerkers zoals veel kleine wevers. Deze werden veelal uit de markt gedrongen door de goedkoper werkende nieuwe fabrieken. Pas in de loop van de 19e eeuw volgde de rest van Europa het spoor van Groot-Brittanië.

[bewerk] Romantiek

Vanaf het einde van de 18e eeuw kwam de romantiek op. De romantiek was een stroming in het westerse denken die zich sterk deed gelden in de kunst en het intellectuele leven van met name Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. In de romantiek werd, onder invloed van de Verlichting en de filosofie van Immanuel Kant, die subjectieve ervaring als uitgangspunt genomen. Hierdoor kwamen introspectie, intuïtie, emotie, spontaniteit en verbeelding centraal te staan. De mentaliteit van de volbloed romanticus valt samen te vatten met het nog steeds modieuze begrip jezelf ontdekken. Diverse onder invloed van de romantiek tot bloei gekomen verschijnselen zijn nog lang invloedrijk gebleven. Sommige cultuurbeschouwers menen zelfs dat we, vanwege onze grote waardering voor het individuele gevoelsleven, nog steeds in het tijdperk van de romantiek leven.

[bewerk] Franse Revolutie

De bestorming van de Bastille
Groter
De bestorming van de Bastille

In Frankrijk woedt de Franse Revolutie in het laatste decennium van de achttiende eeuw. Als beginpunt geldt juni 1789 wanneer na meer dan 175 jaar de Staten-Generaal bijeen wordt geroepen en op 14 juli de staatsgevangenis van Parijs, de Bastille, wordt bestormd. De macht van adel en geestelijkheid wordt teruggedrongen en in het derde jaar van de revolutie wordt het koningshuis afgeschaft. Frankrijk wordt een republiek waarin de burgerij de macht overneemt. Er ontstaat een veranderlijk staatsbestel met een grondwet.De revolutie eindigt wanneer Napoleon Bonaparte door middel van een staatsgreep in 1799 de macht grijpt en de Napoleontische tijd begint.

[bewerk] Eerste koloniale expansie

In deze periode werden voornamelijk handelsnederzettingen gesticht langs de Afrikaanse en Amerikaanse kusten, maar ook Siberië werd ontdekt. Aanvankelijk zetten Portugal en Spanje de toon. Toen zij elkaar gingen beconcurreren werden in het Verdrag van Tordesillas hun invloedssferen afgebakend. Spanje kon zich richten op Amerika en Portugal op Afrika en Azië. Vanaf het einde van de 16e eeuw gingen Engeland en de Republiek en in iets mindere mate Frankrijk zich bemoeien met de buiten-Europese handel en ook zij vestigden de nodige handelsposten. In beperkte mate wisten ook Denemarken, Brandenburg-Pruisen, Zweden en de Oostenrijkse Nederlanden buiten Europa handelsposten te vestigen.

Deze vroege handelsposten groeiden soms uit tot nederzettingen, maar bleven vaak ook beperkt tot enkele gebouwen in een havenstad. Vanuit de nederzettingen werd handel gedreven met lokale handelaren. Amerika was het eerste gebied waar grotere koloniën ontstonden. De Indianen waren niet opgewassen tegen de Europese wapens en ziekten waardoor niet alleen kleine stammen in het Caraïbisch gebied, maar ook de grote rijken van de Azteken en de Inca's al in de eerste helft van de zestiende eeuw ten onder gingen.

In Afrika en Azië slaagden de Europeanen er niet in om grote rijken aan zich te onderwerpen al werd het grondbezit rond de handelsposten steeds omvangrijker en wisten zij hun invloed op de lokale en regionale heersers te vergroten. In Afrika was de belangstelling voor vestigingskoloniën als gevolg van het klimaat en de ziekten gering, zodat met uitzondering van het gebied rond Kaap de Goede Hoop de Europese aanwezigheid beperkt bleef tot handelsposten en forten. In Azië wisten China en vooral Japan de Europese invloed sterk in te perken. In India en de Indonesische Archipel verwierven de Nederlandse, Engelse en Franse handelscompagnieën steeds meer grond en onderdanen, onder meer door de Portugezen uit hun bezittingen te verdrijven.

De koloniale expansie zorgde voor een opbloei van de landen met veel bezit en handel buiten Europa. Met name monopolies, zoals dat van de VOC op specerijen als nootmuskaat en kruidnagelen, bleken zeer winstgevend. De buiten-Europese wereld werd in eerste instantie vooral negatief beoordeeld. In het door de godsdienstoorlogen verscheurde Europa was religie een belangrijke maatstaf voor de waardering van mensen en culturen. Met het verminderen van de invloed van religie in de tijd van de Verlichting en de Romantiek werden andere criteria gebruikt zoals ras en mate van beschaving. Hier ligt de voedingsbodem voor latere rassentheorieën. Aan de andere kant werd de "edele wilde", de natuurmens die nog niet was aangetast door de cultuur, een rolmodel. Ook werden fictieve reisverslagen van Perzen en Chinezen over Europa gebruikt als middel om de eigen maatschappij te kritiseren.

[bewerk] Kunststromingen in de vroege nieuwe tijd

[bewerk] Napoleonistische oorlogen

Zie Napoleontische Oorlogen voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Napoleon Bonaparte was Frankrijks meest succesvolle generaal in de oorlogen tijdens de revolutie. Hij veroverde grote delen van Italië en dwong Oostenrijk tot een vredesverdrag. In 1799 kwam hij terug uit Egypte en wierp de regering omver en verving die met het Franse consulaat. Op 2 december 1804 kroonde hij zich, na een gefaalde aanslag tot keizer.

In 1805 had Napoleon gepland om Groot-Brittannië binnen te vallen, maar de oprichting van de Derde Coalitie hield hem tegen. Op 2 december versloeg hij een in aantallen superieur Oostenrijks-Russisch leger in de Slag bij Austerlitz. Dit zorgde voor de Vrede van Presburg en de terugtrekking van Oostenrijk uit de coalitie en de ondergang van het Heilige Roomse Rijk.

In 1806 werd een Vierde Coalitie opgezet. Napoleon versloeg de Pruisen in de Slag bij Jena-Auerstedt en versloeg de Russen in de Slag bij Friedland. De Vrede van Tilsit verdeelde Europa tussen Frankrijk en Rusland en creëerde het Hertogdom Warschau.

Het bondgenootschap van Rusland met Frankrijk leidde tot klachten van de Russische handel en nijverheid. Zij waren grotendeels afhankelijk van handelsbetrekkingen met Engeland, terwijl één van de voorwaarden van het bondgenootschap deelname aan de blokkade van Engeland was. Alexander I zag dat zijn economie schade opliep en herstelde de tsaar het contact met zijn oude handelspartner Engeland. Op 31 december 1810 liet Rusland weten geen bondgenoot meer te willen zijn van Frankrijk. Napoleon trok naar Rusland om zich klaar te maken voor de oorlog.

Europa in 1812
Groter
Europa in 1812
Napoleons terugtocht uit Rusland (door  Northern)
Groter
Napoleons terugtocht uit Rusland (door Northern)

Napoleon stelde een leger van 500.000 man van verschillende nationaliteiten samen aan de oostgrens van het huidige Polen. Op 24 juni stak hij de rivier de Memel over en viel hij Rusland binnen. Toen de Russen zagen hoe groot het leger van Napoleon was, trokken ze zich terug. Op hun terugweg pasten ze de tactiek van de verschroeide aarde toe, ze vernielden alles wat maar bruikbaar zou kunnen zijn voor Napoleon. In het leger van Napoleon braken allerlei besmettelijke ziekten uit. Napoleon had gedacht de Russen vlak over de grens al te verslaan en verder van het veroverde land te leven, maar moest een uitputtende tocht maken met schermutselingen en gebrek aan voorraden.

Op 15 augustus bereikte zijn leger de rivier de Dnjepr. Confrontaties met het Russische leger werden door Napoleon gewonnen, maar doordat de Russen zich steeds verder terugtrokken werd hij steeds dieper Rusland ingelokt. Op het moment dat Napoleon Moskou bereikt is hij al de helft van zijn leger kwijt. Moskou was compleet verbrand achtergelaten, waarna Napoleon besloot zich terug te trekken.

De terugtocht uit Rusland was verschrikkelijk. Soldaten moesten alles doen om in leven te blijven. Behalve door de honger overleden nu ook vele soldaten door bevriezing. Toen ze op 18 december 1812 de Russische grens bereikten waren er nog maar ongeveer 18.000 soldaten in leven. Napoleon wist dat de tocht naar Rusland een enorme blunder was, maar gaf de strenge winter hier de schuld van. De rampzalig verlopen veldtocht leidde tot een anti-Franse stemming in alle landen onder Frans gezag en tot onrust in Italië, de Nederlanden en Zwitserland. In Spanje raakten de Fransen in het defensief. Pruisen, tot dan toe een onwillige bondgenoot, verklaarde de keizer de oorlog. In mei 1813 versloegen de Fransen hun Pruisische en Russische tegenstanders te Lützen en bij de Slag bij Bautzen. Maar in augustus 1813 rukten drie tegen Napoleon verbonden legers op naar Saksen. Tussen 16 en 19 oktober vond bij Leipzig de grote Volkerenslag plaats, waarin Napoleon verpletterend werd verslagen. De keizer trok zich vervolgens terug achter de Rijn. Ondanks zijn desastreuze nederlaag hoopte hij Frankrijk nog voor een invasie te kunnen behoeden.

Met zijn resterende troepen kon hij toch nog de Geallieerden een tijdje op afstand houden. Maar als Napoleon naar Lotharingen trok om de geallieerde bevoorradingslijnen af te snijden, openden de Verbondenen onverwacht hun offensief richting de Franse hoofdstad. Deze bleek niet voldoende voorbereid op een dergelijke aanval. Op 31 maart 1814 werd Parijs veroverd. Napoleon werd op 6 april 1814 gedwongen afstand te doen van de troon, en werd verbannen naar Elba. Lodewijk XVIII nam de macht in Frankrijk over. Deze ging echter tot nieuwe zuiveringen over (Witte Terreur).

[bewerk] Congres van Wenen

Tekening door J. B. Isaben
Groter
Tekening door J. B. Isaben
Zie Congres van Wenen voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Het Congres van Wenen werd na de val van Napoleon in 1814 en 1815 gehouden door de overwinnende mogendheden Pruisen, Oostenrijk, Rusland en Engeland met als doel de staatkundige herordening van Europa.

Een staatkundige herordening van Europa was nodig, want de Franse Revolutie had die kaart hertekend. Zo was het eeuwenoude Heilige Roomse Rijk verdwenen, en had Frankrijk de confederale gebieden van de Zuidelijke Nederlanden en de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden geannexeerd, net als de Franstalige delen van Zwitserland en het gebied van Duitsland ten westen van de Rijn. Napoleon had veel staatjes en staten al samengevoegd en het veelal plaatselijke recht vereenvoudigd en nationaal gelijkgeschakeld.

De voornaamste resultaten van het Congres van Wenen, naast de bevestiging van het verlies van gebieden van Frankrijk, waren de uitbreiding van Rusland met Hertogdom Warschau en de uitbreiding van Pruisen met Westfalen en Noord-Rijnland. Duitsland zou bestaan uit 39 staten, terwijl het Heilige Roomse Rijk uit ongeveer 300 staten bestond. Deze staten werden gevormd tot een losse Duitse Bond. De Duitse bond stond onder leiding van Pruisen en Oostenrijk.

Polen werd opnieuw verdeeld door Rusland, Pruisen en Oostenrijk. Het Koninkrijk Polen werd een deel van Rusland onder de naam Congres-Polen, terwijl West-Polen onderdeel werd van Pruisen en Zuid-Polen werd onderdeel van Oostenrijk. Alleen de Republiek Kraków bleef onafhankelijk, of in ieder geval toch tot 1846.

De aanwezigen aanvaarden veel territoriale veranderingen, zodat er weer een machtsevenwicht zou ontstaan in Europa. Noorwegen werd onderdeel van Zweden in plaats van Denemarken. Oostenrijk kreeg Lombardije-Venetië van Italië, terwijl de rest van Noord-Italië naar de Habsburgse dynastie ging. In de rest van Italië werden veel staten hersteld. Het Koninkrijk der Nederlanden werd gesticht.

[bewerk] 19e eeuw

Kaart van Europa na het Congres van Wenen.
Groter
Kaart van Europa na het Congres van Wenen.

De nieuwe orde zou echter niet lang stand houden. De ideeën van de Franse Revolutie hadden overal al wortel geschoten, en leidden tot staatkundige veranderingen. De ontbinding van het Osmaanse Rijk werd erdoor bevorderd, omdat de Franse ideeën in Servië, Griekenland en Roemenië overgenomen werden. Voor Oostenrijk gold hetzelfde. Het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden viel in 1830 uiteen in België en Nederland. In Servië braken tegelijkertijd opstanden uit, wat de eerste barst vormde in de nieuwe constellatie.

In het Revolutiejaar 1848 zouden veel regeringen omver worden geworpen. In Oostenrijk en Hongarije brak de Maartrevolutie uit. In Italië probeerden de burgers een Italiaanse eenheidsstaat te stichten. Er werden tijdens deze revolutie ook nog verschillende gebieden van Oostenrijkers veroverd. In Nederland zorgde Thorbecke ervoor dat er een Constitutionele monarchie kwam. In Roemenië probeerden de revolutionairen een eigen staat te stichten.

In heel Europa kregen na het mislukken van de revoluties van 1848 de reactionaire krachten weer de overhand en werden de meeste liberale concessies weer teruggedraaid. Enkele verworvenheden (zoals het afschaffen van de lijfeigenschap in de gebieden waar dat nog niet was gebeurd en een grotere rechtszekerheid) bleven echter behouden. De pers won na het versoepelen van de censuur tijdens de revoluties aan invloed.

Er zou voortaan veel centraal bestuurd worden. In Oostenrijk begon na 1849 de periode van het neo-absolutisme en kwam er een centrale bestuur. In 1859 zouden Walachije, Moldavië en Roemenië zich onafhankelijk verklaren. Pas in 1862 kwamen ze pas formeel samen als Roemenië. Ze zouden Alexander Johan Cuza als koning aanwijzen, maar die moest snel plaats maken voor Carol I. In Italië kwam er, onder leiding van Giuseppe Garibaldi, toch omstreeks 1860 een Italiaanse eenheidsstaat. Hij zou de macht meteen overdragen aan Victor Emanuel, die hiermee de eerste Italiaanse koning zou worden. In Frankrijk zouden de Bourbons plaats maken voor het Tweede Franse Keizerrijk. De Duitse Bond hield het uit tot de Pruisisch-Oostenrijkse Oorlog van 1866. Oostenrijk zou vrede aanvragen bij de kanselier Otto von Bismarck. De onderhandelingen leidden op 23 augustus 1866 tot het Verdrag van Praag waarbij de Duitse Bond werd ontbonden en Pruisen verschillende gebieden zou annexeren. In 1867 werd door Bismarck de Noord-Duitse Bond opgericht die uit bijna alle Duitse staten bestond. De Zuid-Duitse staten zouden zich in 1871 verenigen met de Noord-Duitse, als het Duitse Keizerrijk.

Na de Russisch-Ottomaanse Oorlog in 1877 en 1878 zou de Vrede van San Stefano getekend worden. In deze vrede werd de onafhankelijkheid van Roemenië, Servië en Montenegro vastgelegd. Dobroedsja en Bessarabië werden aan Rusland gegeven en de staat Groot-Bulgarije werd opgericht tussen de Donau en de Egeïsche Zee. Er dreigde een oorlog tussen Rusland en Engeland, omdat Rusland te veel macht in Oost-Europa kregen. Bismarck loste dit op met het Congres van Berlijn. Hierin werd o.a. de Vrede van San Stefano gematigd. Rusland wordt gedwongen het grootste deel van zijn overwinningen af te staan aan de grootmachten. Bismarck bemiddelt en Groot-Bulgarije wordt verdeeld onder Turkije, Servië en Roemenië. Zuid-Bulgarije, beter bekend als Oost-Roemelië, wordt aan de Turkse sultan teruggegeven. Slechts een klein semi-onafhankelijk Noord-Bulgarije blijft over. Oostenrijk-Hongarije wordt tot ongenoegen van Servië belast met het toezicht op Bosnië-Herzegovina. Tegen de wil van Turkije neemt Groot-Brittannië Cyprus in bezit. Als compensatie voor het Russische verlies wordt haar de Kaukasus aangeboden. En omdat Frankrijk hier een probleem in ziet wordt hen Tunesië aangeboden. Thessalië wordt aan Griekenland gegeven, Dobroedsja gaat naar Roemenië, maar deze moet dan wel Bessarabië afstaan aan Rusland. De coalitie zorgde er voor dat de Europese grootmachten tegen elkaar werden uitgespeeld. De kans op een anti-Duitse coalitie was hierdoor kleiner dan ooit, waardoor Bismarck's Duitsland zich op kon maken voor de Eerste Wereldoorlog.

[bewerk] Industrialisatie op het vasteland en de arbeidersbeweging

Op het vasteland volgden na 1830 eerst België, Frankrijk en Pruisen Engeland in de Industriële revolutie. Omstreeks 1880 volgde aarzelend pas de rest van Europa; Nederland industrialiseerde bijvoorbeeld pas gedeeltelijk tegen 1890 maar bleef voornamelijk agrarisch, net als veel andere Europese landen, tot na de Eerste Wereldoorlog. Toen pas zette een grote industrialisatiegolf door.

De gevolgen van de industrialisatie waren te zien in het proces van de snelle verstedelijking van voorheen relatief kleine dorpen en stadjes waar de nieuwe fabrieken kwamen. Verarmde plattelanders stroomden er massaal heen voor werk. Er ontstond daardoor een nieuwe sociale klasse: de arbeiders, oftewel het industriële proletariaat. De groei van de arbeidersbevolking, de concentratie in de steden en verbeteringen op het gebied van onderwijs maakten in de loop van de 19e eeuw een politieke beweging mogelijk, op socialistische of anarchistische grondslag. Tegen het einde van de eeuw begon de arbeidersbeweging in sommige staten een serieuze bedreiging voor de gevestigde orde te vormen, blijkens maatregelen als de Duitse socialistenwet.

[bewerk] Tweede koloniale expansie

In de 2e helft van de 19e eeuw gingen steeds meer Europese mogendheden er toe over om hun koloniaal bezit uit te breiden naar het achterland en aldus grote, voorheen onafhankelijke gebieden, onder hun bestuur te brengen. Deze manier van kolonistie zou bekend worden als imperialisme. Amerika was rond deze tijd al gedekoloniseerd, waardoor de Europeanen nu Afrika, Oceanië en Azië gingen koloniseren.

Voor een deel werd de motivatie hier in gevonden door de toenemende industrialisering en nationalisering van de handel, waarbij het gevaar aanwezig leek dat grondstoffen- en afzetgebieden onbereikbaar of veel duurder zouden worden. Het was dan ook vooral Engeland dat hierin het initiatief nam, omdat Engeland al veel verder in de industrialisatie was. Deze veroveringen werden mede mogelijk door de snelle technische ontwikkeling die in Europa had plaatsgevonden, waardoor moderne snelvuurwapens beschikbaar kwamen, waartegen geen primitieve legermacht was opgewassen.

Naast de vraag naar grondstoffen speelde er nog iets mee. Imperiumvorming, het irrationele verlangen een groot wereldrijk te bezitten, heeft belangrijk bijgedragen aan de vorming van een Oostenrijks-Hongaars imperium op de Balkan en is zeker een motief geweest in de totstandkoming van vele koloniale imperia waarvan de kosten vaak hoger waren dan de opbrengsten.

De gevolgen voor Europa waren groot. Economisch gezien waren de nieuw verworven koloniën niet erg winstgevend voor Europa, maar ze betekenden wel een uitbreiding van de Europese economie op wereldniveau. Doordat er nieuwe grondstoffen en nieuwe markten beschikbaar kwamen heeft dit het economische leven sterk gestimuleerd. Psychologisch gezien betekende het modern imperialisme dat de superioriteitsgevoelens en het zelfvertrouwen van de Europeanen sterk werden gestimuleerd. Het imperialisme vergrootte daarnaast ook de spanningen in Europa. Het machtsevenwicht in Europa veranderde. De rusteloosheid van de Duitse politiek, veroorzaakt door het idee te zijn achtergebleven in de race om koloniën, heeft een destabiliserend effect op de internationale relaties gehad, maar toch kan het moderne imperialisme niet voor de Eerste Wereldoorlog verantwoordelijk gesteld worden.

[bewerk] Kunststromingen in de 19e eeuw

[bewerk] De 20e eeuw

[bewerk] Eerste Wereldoorlog

Europa in 1914
Groter
Europa in 1914
Zie Eerste Wereldoorlog voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Na een periode van vrede in het grootste gedeelte van de 19e eeuw, zat er een grote oorlog aan te komen, door een wankel machtsevenwicht en een 'sneeuwbaleffect' door de vele verdragen. Er werden zoveel verbonden gesloten, zodat landen niet geïsoleerd raakten. Uiteindelijk leidde dit tot een oorlog tussen twee kampen. De Eerste Wereldoorlog begon tussen, aan de ene kant de Centralen (Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en Turkije) en aan de andere kant de Entente (Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Rusland) samen met Servië. In 1915 sloot Italië zich nog aan bij de Entente en in 1917 sloten de VS zich daar ook nog bij aan. Ondanks het feit dat Rusland in 1917 werd verslagen, wat zou leidden tot de Russische Revolutie en uiteindelijk de oprichting van de Sovjet-Unie, zou de Entente in de herfst van 1918 de oorlog winnen.

[bewerk] Interbellum

Europa in 1929-1939
Groter
Europa in 1929-1939
Zie Interbellum voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

In de Vrede van Versailles (1919) straften de winnaars Duitsland hard. Duitsland moest veel geld betalen aan de winnaars. Ze perkten het leger van Duitsland enorm in, de Volkenbond werd opgericht en er werden nieuwe staten erkend, zoals Polen, Tsjecho-Slowakije, Hongarije, Oostenrijk, Joegoslavië, Finland, Estland, Letland en Litouwen. Deze landen werden opgericht in de gebieden van waar daarvoor Rusland, Duitsland en Oostenrijk-Hongarije lagen. Ze werden opgericht op basis van het zelfbeschikkingsrecht. De meeste van deze landen raakten verstrikt in oorlogen, zoals de Poolse-Sovjetoorlog. In de daaropvolgende jaren zorgden de Grote Depressie en de angst voor het communisme voor de opkomst van extreem-rechtse regeringen, meestal genoemd onder de categorie fascisme, in Italië (Benito Mussolini; 1922), Duitsland (Adolf Hitler; 1933), Spanje (Francisco Franco; 1939, na de Spaanse Burgeroorlog) en andere landen als Hongarije.

[bewerk] De Tweede Wereldoorlog

Europa in 1941-42
Groter
Europa in 1941-42
Zie Tweede Wereldoorlog voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Nadat Nazi-Duitsland met Italië een alliantie vormde door middel van het Staalpact en een non-agressiepact sloot met de Sovjet-Unie onder de naam Molotov-Ribbentroppact, startten Jozef Stalin en Adolf Hitler de Tweede Wereldoorlog. Op 17 september 1939 vielen Nazi-Duitsland en de Sovjet-Unie Polen binnen. Hitler had in de loop der jaren, terwijl dit in Versailles verboden was, een behoorlijk leger opgebouwd. Nadat Polen, delen van Scandinavië, Frankrijk en de Balkan nog voor 1941 veroverd werden, begonnen de As-mogendheden zichzelf te overschatten. Hitlers ideologische tegenstanders waren de communisten in de Sovjet-Unie, maar vanwege het Duitse falen in het Verenigd Koninkrijk en de Italiaanse nederlagen in Noord-Afrika en het gebied rondom de Middellandse Zee werden de troepen van de As-mogendheden verdeeld. De ene helft moest Europa bewaken,terwijl de andere helft Afrika moest aanvallen. Hierdoor bleven er eigenlijk niet genoeg krachten over om de Sovjet-Unie aan te vallen, maar Hitler deed toch een poging in 1941, aangezien er weinig tegenslagen waren. Ondanks het succes van het Duitse leger, werd het in december 1941 gestopt voor de poorten van Moskou. Tijdens deze periode begon Hitler de systematische genocide van 11 miljoen mensen in de Holocaust, waaronder de meerderheid van de Europese Joden.

In 1942 keerde het tij. De Duitsers werden onder andere verslagen in de Slag bij Stalingrad en de Slag bij Kursk. In de rest van de wereld barstte de oorlog nu ook los en Duitsland maakte zijn zelfoverschatting compleet door de Verenigde Staten de oorlog te verklaren.De oorlog liep nu hoog op tussen de As-mogendheden (Duitsland, Italië en Japen) en de Geallieerden (het Verenigd Koninkrijk, de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten). De Geallieerden wonnen in Noord-Afrika en vielen Italië in 1943 binnen. In 1944 werd bezet Frankrijk binnengevallen. In de lente van 1945 werd Duitsland via het oosten binnengevallen door de Sovjet-Unie. De andere Geallieerden zouden hierna binnenvallen via het westen. Hitler pleegde zelfmoord en in mei was het einde van de oorlog in Europa daar.

[bewerk] De Koude Oorlog

Europa na de splitsing
Groter
Europa na de splitsing
Harry Truman
Groter
Harry Truman
Zie Koude Oorlog voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Nadat in Europa de Tweede Wereldoorlog op 8 mei 1945 was geëindigd, werd er in de zomer van dat jaar tussen de drie landen een nieuwe conferentie gehouden, ditmaal in de Duitse stad Potsdam. President Harry S. Truman verving de inmiddels overleden Roosevelt. Churchill nam aanvankelijk wel deel, maar werd na de verkiezingsoverwinning van de Labour-partij vervangen door Clement Attlee.

Op deze conferentie werd onder andere bevestigd dat Duitsland werd opgedeeld in vier delen: een door Frankrijk bezet deel, een Brits en een Amerikaans gedeelte, dat samen de BRD zou vormen en een Russisch gedeelte dat de DDR zou vormen. Eenzelfde verdeling zou ook gelden voor de stad Berlijn, die in vier zones werd opgesplitst. Ook Oostenrijk werd verdeeld in vier bezettingszones, maar al snel weer samengevoegd in de huidige Oostenrijkse republiek.

Stalin had inmiddels in de Oost-Europese landen die tijdens de Tweede Wereldoorlog veroverd waren op Duitsland, regeringen geplaatst met een communistische signatuur. Dit was in strijd met de afspraken die gemaakt waren tijdens de Conferentie van Jalta. De Sovjets zouden zich namelijk terugtrekken uit de gebieden die zij tijdens de Tweede Wereldoorlog hadden bezet. Om tegenover het aldus ontstane Oostblok een Westblok te stellen, riep de Verenigde Staten in 1947 het Marshallplan in het leven. Dit was een hulpprogramma om de democratische landen van Europa de mogelijkheid te bieden tot economisch herstel. Dit zou Europa economisch herstellen en een blok vormen tegen het communisme.

Door deze ontwikkelingen werd Europa de facto gesplitst en verdeeld tussen de grote machtsblokken van die tijd: een westelijk deel dat door de Verenigde Staten beïnvloed werd, en een oostelijk deel onder invloed van de Sovjet-Unie. De Engelse premier Winston Churchill sprak al snel over een "IJzeren Gordijn". Dit IJzeren Gordijn liep langs de grens tussen West-Duitsland en Oost-Duitsland, en werd voortgezet tot aan de grens tussen Italië en het toenmalige Joegoslavië. In de loop van de tijd werd het voor personen steeds moeilijker om deze grens te passeren, en werden er aan beide kanten strenge en langdurige douanecontroles gehouden. In Berlijn zou de Berlijnse muur in 1961 gebouwd worden.

[bewerk] Warschaupact en verdrag van Brussel

Leonid Brezjnev
Groter
Leonid Brezjnev
Zie Warschaupact en Verdrag van Brussel voor de hoofdartikelen over dit onderwerp.

De regeringen van Frankrijk, Groot-Brittannië, België, Nederland en Luxemburg wilden een eigen defensiepolitiek voeren, hetgeen in 1948 tot het Verdrag van Brussel leidde. In dit verdrag werd overeengekomen dat de bondgenoten zouden ingrijpen als een van de deelnemende landen bedreigd werd. Het verdrag werd door de Verenigde Staten echter als te sterk gezien en bood te weinig garanties voor een blijvende Angelsaksische invloedssfeer.

Het Oostblok op zijn beurt richtte het Warschaupact op. Dit militaire verdrag was vergelijkbaar met de NAVO. Leonid Brezjnev, de Sovjetleider in de jaren zestig, zeventig en tachtig van de vorige eeuw, formuleerde als uitgangspunt dat een land dat zich vijandig gedroeg tegen het communisme, bestraft moest worden door het hele Warschaupact. Deze Brezjnev-doctrine werd realiteit in 1968, toen de Praagse Lente werd beëindigd met een inval in Tsjechoslowakije.

[bewerk] Het einde van de Koude Oorlog

Huidig restant van de muur
Groter
Huidig restant van de muur

Op 9 november 1989 viel de muur: het verzwakte Oost-Duitse bewind was niet langer in staat hem in stand te houden. De druk op het communistische regime werd groter, met als gevolg dat West- en Oost-Berlijn werden herenigd. Een jaar later werd geheel Duitsland herenigd; het vormde opnieuw één staat.

De val van de muur luidde ook het einde van de Koude Oorlog in. De Sovjet-Unie was niet langer in staat controle uit te oefenen op de landen in Oost-Europa. De opheffing van de Sovjet-Unie op 26 december 1991 wordt wel gezien als het daadwerkelijke einde. Een groot aantal communistische landen verlieten het systeem en werden democratische staten naar Westers model.

[bewerk] De Europese eenwording

Ontwikkeling van de Europese Unie
Groter
Ontwikkeling van de Europese Unie
Zie Geschiedenis van de Europese Unie voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Tijdens de beide Wereldoorlogen zochten aartsrivalen Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk op initiatief van Jean Monnet al toenadering in een economische unie. Daarnaast was er tussen België, Nederland en Luxemburg al een douaneunie ontstaan in 1948 onder de naam Benelux. Als gevolg van een toespraak van de Franse minister van Buitenlandse Zaken Robert Schuman op 9 mei 1950 kwam de Europese eenwording uiteindelijk op gang. Op 18 april 1951 werd als gevolg van de toespraak het Verdrag van Parijs getekend tussen België, Frankrijk, Italië, Luxemburg, Nederland en West-Duitsland. De EGKS die hierbij opgericht werd kwam tot stand op 23 juli 1952.

Op 25 maart 1957 werd het Verdrag van Rome ondertekend door dezelfde landen. Dit nieuwe verdrag richtte de Euratom en de EEG op, en betekende een verdere integratie op Europees niveau. De EGKS bleef naast deze organisaties bestaan. Op 1 juli 1967 werden door de inwerkingtreding van het Fusieverdrag, dat gesloten was op 8 april 1965, de drie organisaties feitelijk samengevoegd, waarna ze verder werkten onder naam Europese Gemeenschappen.

Verdere integratie kwam tot stand met de komst van de Europese akte (1986) en het Verdrag van Maastricht. Bij het laatste verdrag werden de bevoegdheden van de EEG vergroot naar een groot aantal beleidsterreinen. Door al deze extra bevoegdheden was de bepaling 'Economische' niet langer ladingdekkend en werd de naam gewijzigd in Europese Gemeenschap. De Europese Gemeenschappen (meervoud) bestond vanaf dat moment uit de Europese Gemeenschap (enkelvoud), Euratom en de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal. Het meest belangrijke aan het Verdrag van Maastricht was echter de oprichting van de Europese Unie als overkoepelende organisatie boven de Europese Gemeenschappen, die in de EU de eerste pijler vormde, en de nieuwe pijlers Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid (tweede pijler) en Justitie en Binnenlandse Zaken (derde pijler).

Tijdens het sluiten van het Verdrag van Amsterdam op 2 oktober 1997 (in werking sinds 1 mei 1999) werd besloten de West-Europese Unie en de Schengenakkoorden te integreren in de Europese Unie en werden onderdelen uit de derde pijler naar de eerste pijler verhuisd. De derde pijler werd hierdoor hernoemd naar Politiële en Justitiële Samenwerking in Strafzaken. Tevens kreeg de tweede pijler met de sluiting van dit Verdrag een Hoge Vertegenwoordiger die tegelijkertijd ook secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie (een functie die gecreëerd werd om meer continuïteit te geven tussen de voorzitterschappen die halfjaarlijks wisselden tussen de lidstaten). Sinds 1999 bekleed Javier Solana deze functie.

[bewerk] Kunststromingen in de 20e eeuw

[bewerk] Modernisme

[bewerk] De 21e eeuw

Het Verdrag van Nice, gesloten op 26 februari 2001, in werking sinds 1 februari 2003, maakte de Unie gereed voor de grote uitbreiding van mei 2004. De pretenties van dit verdrag om de Unie volledig te herstructureren werden door onderlinge strijd teniet gedaan. Besloten werd een Europese Conventie in te stellen die een Europese Grondwet moest formuleren. Het voorstel van de conventie kwam in 2003 gereed, waarna in de intergouvernementele conferentie van 29 oktober 2004 een grondwettelijk verdrag tussen de lidstaten werd gesloten.

Na de afwijzing van de grondwet in Nederland en Frankrijk is de toekomst van het grondwettelijk verdrag onzeker.

In de voorbije jaren werd de Unie gestaag uitgebreid met Denemarken, Ierland, het Verenigd Koninkrijk, Griekenland, Portugal, Spanje, Oost-Duitsland, Finland, Oostenrijk, Zweden, Cyprus, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Slovenië, Slowakije en Tsjechië. In 2007 treden Bulgarije en Roemenië toe. In de toekomst staan uitbreidingen met Kroatië (kandidaat-lid, werkdatum 2010), Turkije (kandidaat-lid), Macedonië (kandidaat-lid) en de Balkanlanden (door de EU erkend als potentiële lidstaten) op het programma.

[bewerk] Kunststromingen in de 21 eeuw

[bewerk] Literatuur

  • K. Alnaes: De Geschiedenis van Europa. (Bestaand uit 5 delen)
  • S. Lang: Europese geschiedenis voor Dummies ISBN 9043013102
  • (en) Davies, Norman: Europe: A History ISBN 0712666338
  • (en) R. R. Palmer, Joel Colton & Lloyd Kramer: A History of the Modern World, ISBN 0071121471
  • (en) Bullock, A. en Deakin, W. D.: The Oxford History of Modern Europe (1789–1945).
  • (en) James B. Collins en Karen L. Taylor: Early modern Europe. Issues and interpretations, ISBN 0631228926
  • (en) Davies, N.: Europe. A History.
  • (de) Blickle, Peter: Handbuch der Geschichte Europas.
  • (de) Elze, Reinhard/Repgen, Konrad: Studienbuch Geschichte. Eine europäische Weltgeschichte.
  • (de) Halecki, O.: Europa. Grenzen und Gliederung seiner Geschichte.
  • (de) James, Harold.: Geschichte Europas im 20. Jahrhundert. Fall und Aufstieg 1914–2001.
  • (de) Pigott, Stuart: Vorgeschichte Europas. Vom Nomadentum zur Hochkultur. ISBN 3463136880
  • (de) Salewski, Michael: Geschichte Europas. Staaten und Nationen von der Antike bis zur Gegenwart. ISBN 3406461689
  • (de) Seibt, Ferdinand: Die Begründung Europas. Ein Zwischenbericht über die letzten tausend Jahre. ISBN 3100744217
  • (de) Schieder, Theodor: Handbuch der europäischen Geschichte.
  • (de) Schmale, W.: Geschichte Europas.
  • (de) Schulz, Gerhard: Europa und der Globus. Staaten und Imperien seit dem Altertum. ISBN 3421053499
  • (de) Szücs, J.: Die drei historischen Regionen Europas.
  • (de) Reinhard, W.: Lebensformen Europas. Eine historische Kulturanthropologie.
  • (de) Forster, Peter: Drei Viertel unserer Gene stammen von den Urbasken.
  • (it) Cattaneo, Carlo: La città considerata come principio ideale delle istorie italiane

[bewerk] Bronnen

[bewerk] Externe links

Meer afbeeldingen die bij dit onderwerp horen kunt u vinden in de categorie Geschiedenis van Europa van Wikimedia Commons.


{{{afb_links}}} Geschiedenis van de continenten {{{afb_rechts}}} {{{afb_groot}}}

Geschiedenis van: Europa - Afrika - Azië - Oceanië - Antarctica - Zuid-Amerika - Noord-Amerika

{{{afb_links}}} Geschiedenis van Europa {{{afb_rechts}}} {{{afb_groot}}}

Geschiedenis van: Albanië - Andorra - België - Bosnië en Herzegovina - Bulgarije - Cyprus - Denemarken - Duitsland - Estland - Finland - Frankrijk - Georgië - Griekenland - Hongarije - Ierland - IJsland - Italië - Kroatië - Letland - Liechtenstein - Litouwen - Luxemburg - Macedonië - Malta - Moldavië - Monaco - Montenegro - Nederland - Noorwegen - Oekraïne - Polen - Portugal - Roemenië - Rusland - San Marino - Servië - Slovenië - Slowakije - Spanje - Tsjechië - Turkije - Vaticaanstad - Verenigd Koninkrijk - Wit-Rusland - Zweden - Zwitserland

 
THIS WEB:

aa - ab - af - ak - als - am - an - ang - ar - arc - as - ast - av - ay - az - ba - bar - bat_smg - be - bg - bh - bi - bm - bn - bo - bpy - br - bs - bug - bxr - ca - cbk_zam - cdo - ce - ceb - ch - cho - chr - chy - closed_zh_tw - co - cr - cs - csb - cu - cv - cy - da - de - diq - dv - dz - ee - el - eml - en - eo - es - et - eu - fa - ff - fi - fiu_vro - fj - fo - fr - frp - fur - fy - ga - gd - gl - glk - gn - got - gu - gv - ha - haw - he - hi - ho - hr - hsb - ht - hu - hy - hz - ia - id - ie - ig - ii - ik - ilo - io - is - it - iu - ja - jbo - jv - ka - kg - ki - kj - kk - kl - km - kn - ko - kr - ks - ksh - ku - kv - kw - ky - la - lad - lb - lbe - lg - li - lij - lmo - ln - lo - lt - lv - map_bms - mg - mh - mi - mk - ml - mn - mo - mr - ms - mt - mus - my - mzn - na - nah - nap - nds - nds_nl - ne - new - ng - nl - nn - no - nov - nrm - nv - ny - oc - om - or - os - pa - pag - pam - pap - pdc - pi - pih - pl - pms - ps - pt - qu - rm - rmy - rn - ro - roa_rup - roa_tara - ru - ru_sib - rw - sa - sc - scn - sco - sd - se - searchcom - sg - sh - si - simple - sk - sl - sm - sn - so - sq - sr - ss - st - su - sv - sw - ta - te - test - tet - tg - th - ti - tk - tl - tlh - tn - to - tokipona - tpi - tr - ts - tt - tum - tw - ty - udm - ug - uk - ur - uz - ve - vec - vi - vls - vo - wa - war - wo - wuu - xal - xh - yi - yo - za - zea - zh - zh_classical - zh_min_nan - zh_yue - zu

Static Wikipedia 2008 (no images)

aa - ab - af - ak - als - am - an - ang - ar - arc - as - ast - av - ay - az - ba - bar - bat_smg - bcl - be - be_x_old - bg - bh - bi - bm - bn - bo - bpy - br - bs - bug - bxr - ca - cbk_zam - cdo - ce - ceb - ch - cho - chr - chy - co - cr - crh - cs - csb - cu - cv - cy - da - de - diq - dsb - dv - dz - ee - el - eml - en - eo - es - et - eu - ext - fa - ff - fi - fiu_vro - fj - fo - fr - frp - fur - fy - ga - gan - gd - gl - glk - gn - got - gu - gv - ha - hak - haw - he - hi - hif - ho - hr - hsb - ht - hu - hy - hz - ia - id - ie - ig - ii - ik - ilo - io - is - it - iu - ja - jbo - jv - ka - kaa - kab - kg - ki - kj - kk - kl - km - kn - ko - kr - ks - ksh - ku - kv - kw - ky - la - lad - lb - lbe - lg - li - lij - lmo - ln - lo - lt - lv - map_bms - mdf - mg - mh - mi - mk - ml - mn - mo - mr - mt - mus - my - myv - mzn - na - nah - nap - nds - nds_nl - ne - new - ng - nl - nn - no - nov - nrm - nv - ny - oc - om - or - os - pa - pag - pam - pap - pdc - pi - pih - pl - pms - ps - pt - qu - quality - rm - rmy - rn - ro - roa_rup - roa_tara - ru - rw - sa - sah - sc - scn - sco - sd - se - sg - sh - si - simple - sk - sl - sm - sn - so - sr - srn - ss - st - stq - su - sv - sw - szl - ta - te - tet - tg - th - ti - tk - tl - tlh - tn - to - tpi - tr - ts - tt - tum - tw - ty - udm - ug - uk - ur - uz - ve - vec - vi - vls - vo - wa - war - wo - wuu - xal - xh - yi - yo - za - zea - zh - zh_classical - zh_min_nan - zh_yue - zu -

Static Wikipedia 2007:

aa - ab - af - ak - als - am - an - ang - ar - arc - as - ast - av - ay - az - ba - bar - bat_smg - be - bg - bh - bi - bm - bn - bo - bpy - br - bs - bug - bxr - ca - cbk_zam - cdo - ce - ceb - ch - cho - chr - chy - closed_zh_tw - co - cr - cs - csb - cu - cv - cy - da - de - diq - dv - dz - ee - el - eml - en - eo - es - et - eu - fa - ff - fi - fiu_vro - fj - fo - fr - frp - fur - fy - ga - gd - gl - glk - gn - got - gu - gv - ha - haw - he - hi - ho - hr - hsb - ht - hu - hy - hz - ia - id - ie - ig - ii - ik - ilo - io - is - it - iu - ja - jbo - jv - ka - kg - ki - kj - kk - kl - km - kn - ko - kr - ks - ksh - ku - kv - kw - ky - la - lad - lb - lbe - lg - li - lij - lmo - ln - lo - lt - lv - map_bms - mg - mh - mi - mk - ml - mn - mo - mr - ms - mt - mus - my - mzn - na - nah - nap - nds - nds_nl - ne - new - ng - nl - nn - no - nov - nrm - nv - ny - oc - om - or - os - pa - pag - pam - pap - pdc - pi - pih - pl - pms - ps - pt - qu - rm - rmy - rn - ro - roa_rup - roa_tara - ru - ru_sib - rw - sa - sc - scn - sco - sd - se - searchcom - sg - sh - si - simple - sk - sl - sm - sn - so - sq - sr - ss - st - su - sv - sw - ta - te - test - tet - tg - th - ti - tk - tl - tlh - tn - to - tokipona - tpi - tr - ts - tt - tum - tw - ty - udm - ug - uk - ur - uz - ve - vec - vi - vls - vo - wa - war - wo - wuu - xal - xh - yi - yo - za - zea - zh - zh_classical - zh_min_nan - zh_yue - zu

Static Wikipedia 2006:

aa - ab - af - ak - als - am - an - ang - ar - arc - as - ast - av - ay - az - ba - bar - bat_smg - be - bg - bh - bi - bm - bn - bo - bpy - br - bs - bug - bxr - ca - cbk_zam - cdo - ce - ceb - ch - cho - chr - chy - closed_zh_tw - co - cr - cs - csb - cu - cv - cy - da - de - diq - dv - dz - ee - el - eml - en - eo - es - et - eu - fa - ff - fi - fiu_vro - fj - fo - fr - frp - fur - fy - ga - gd - gl - glk - gn - got - gu - gv - ha - haw - he - hi - ho - hr - hsb - ht - hu - hy - hz - ia - id - ie - ig - ii - ik - ilo - io - is - it - iu - ja - jbo - jv - ka - kg - ki - kj - kk - kl - km - kn - ko - kr - ks - ksh - ku - kv - kw - ky - la - lad - lb - lbe - lg - li - lij - lmo - ln - lo - lt - lv - map_bms - mg - mh - mi - mk - ml - mn - mo - mr - ms - mt - mus - my - mzn - na - nah - nap - nds - nds_nl - ne - new - ng - nl - nn - no - nov - nrm - nv - ny - oc - om - or - os - pa - pag - pam - pap - pdc - pi - pih - pl - pms - ps - pt - qu - rm - rmy - rn - ro - roa_rup - roa_tara - ru - ru_sib - rw - sa - sc - scn - sco - sd - se - searchcom - sg - sh - si - simple - sk - sl - sm - sn - so - sq - sr - ss - st - su - sv - sw - ta - te - test - tet - tg - th - ti - tk - tl - tlh - tn - to - tokipona - tpi - tr - ts - tt - tum - tw - ty - udm - ug - uk - ur - uz - ve - vec - vi - vls - vo - wa - war - wo - wuu - xal - xh - yi - yo - za - zea - zh - zh_classical - zh_min_nan - zh_yue - zu