Kubisme
Kubisme is een avant-garde kunstrichting en schilderstijl van de moderne kunst. Het is een van de vier grote schilderstijlen (naast het dadaïsme, het expressionisme en de abstracte kunst), die de Europese schilderkunst van de 20e eeuw een nieuw elan gaven. Veel kubisten waren er tussen 1870 en 1895.
Inhoud |
[bewerk] Oorsprong
Paul Cézannes uitspraak dat de dingen in de natuur volgens geometrische vormen zijn opgebouwd, zijn ultieme Sainte Victoires op zijn tentoonstelling in 1907 met zijn werken van de laatste tien jaar en Pablo Picasso's spraakmakende Les Demoiselles d'Avignon waren zovele oorzaken, uitgangspunten, aanleidingen en oorsprong tot en van het kubisme in de schilderkunst.
Het kubisme zou volgens de dichter Max Jacob dan weer uitgevonden zijn op een avondje bij Matisse, waar deze aan Picasso een negerbeeldje toonde dat hij in zijn bezit had. Het moge juist zijn dat de invloed van Afrikaanse sculpturen op het kubisme zeer groot was, het is eveneens zo dat het daar uiteindelijk niet over gaat.
Het belangrijkste - en vernieuwendste - aspect van het kubisme is dat het in eerste instantie om een nieuwe manier van kijken gaat. De oude vragen: 'Hoe leg ik mijn waarnemingen vast?' en 'Hoe geef ik een driedimensionale ruimte weer op een tweedimensionaal vlak?' die ooit tot de ontdekking van het meetkundig perspectief leidden, worden nu gevolgd door nieuwe, nog prangender vragen: 'Kan ik volstaan met weer te geven wat ik door één oog zie?' en 'Kan ik mijn waarneming vertrouwen?'
Het zou echter wel eerst op de expositie van Les Indépendants zijn, te Parijs op 25 mei 1910, dat de Franse criticus L. Vauxelles, in het blad Gil Blas, de werken van Georges Braque bestempelde als bizarreries cubiques.
[bewerk] Kenmerken
Kenmerken van het kubisme zijn: afgevlakt volume, verwarrend perspectief, collage, meerdere standpunten, stilleven, analytisch, synthetisch.
In het kubisme wordt gebruikgemaakt van verschuivende standpunten. Een tafel kan vanuit verschillende hoeken worden bekeken. Van bovenaf als men staat, vanaf de zijkant als men zit, of van onderaf als men iets van de vloer wilt oppakken. Kubisten proberen dit in een schilderij verwerken.
In het kubisme wordt geen onderscheid gemaakt tussen driedimensionale vormen die naar de kijker toe buigen en vormen die van de kijker af moeten buigen. Kubisten maken vormen vlak en vermenigvuldigen ze dan waardoor platte vlakken met veel patronen in zachte kleuren worden geschilderd gezien vanuit verschillende hoeken.
[bewerk] Bekende kunstschilders van het kubisme
De bekendste kunstschilders van het kubisme waren onder andere:
De meest vooraanstaande Franse kubisten o.a.:
- Robert Delaunay en Sonia Delaunay
- Roger de la Fresnaye
- Albert Gleizes
- Juan Gris
- Fernand Léger
- André Lhôte
- Louis Marcoussis
- Jean Metzinger
[bewerk] Zie ook
[bewerk] Waarneming
Hoe belangrijk het expressionisme ook is geweest voor de verdere ontwikkeling van de kunst van de 20ste eeuw, zonder de nieuwe manier van kijken van het kubisme zouden we niet spreken over futurisme, dadaïsme, surrealisme, constructivisme, bepaalde vormen van abstracte kunst en kinetische kunst en evenmin van conceptuele kunst.
Het kubisme bevruchtte de basisstroming van de 20ste eeuw, het expressionisme, en bracht zo mengvormen voort als het Vlaams expressionisme en de kunst van Picasso.
Het kubisme heeft voorgoed komaf gemaakt met de oude manier van kijken. Kunst kan vanaf dat ogenblik geen venster meer zijn op de werkelijkheid, maar moet een diagram worden, een directe registratie van wat in ons hoofd omgaat, wanneer wij naar de dingen kijken. Vandaar de bizarre gedachtensprongen, de fragmentering, de collages, de schijnbaar onjuiste kleuren.
[bewerk] Kubistische schilderijen
Voorbeelden van kubistische schilderijen zijn:
- Fruitschaal, viool en fles, 1914 van Pablo Picasso
- Klarinet en fles rum op een schoorsteenmantel, 1911 van Georges Braque
- Stilleven, 1914 van Pablo Picasso
- Fles rum en krant, 1914 van Juan Gris
- Het zonnescherm, 1914 van Juan Gris
- Fles en vissen, 1910-1912 van Georges Braques
- Glas op tafel, 1909-1910 van Georges Braques
- Mandora, 1909-1910 van Georges Braques
[bewerk] Onderverdeling Kubisme
De kubistische beweging wordt in 3 periodes opgedeeld:
- Geometrisch kubisme
- Analytisch kubisme
- Synthetisch kubisme
[bewerk] Geometrisch kubisme (1907-1909)
Het geometrische kubisme liep van 1907 tot 1909 met de sterke invloed van Cézanne op de landschappen van Braque en de negersculpturale techniek van Picasso.
Braque en Picasso lieten voor eens en voor goed het lineaire perspectief achterwege vanuit het besef dat het hier uiteindelijk ook maar om een manier van kijken ging, die onmogelijk de volheid van de visuele ervaring kon weergeven (laat staan de rest). Een enkeling of dwaas kijkt zoals de klassiekers schilderen, met onbeweeglijk hoofd met één oog gesloten naar de dingen die ons omringen.
In de eerste fase zoekt de kubistisch kunstenaar naar de basisstructuren achter de dingen en zijn er nog herkenbare, tamelijk samenhangende vormen (zoals Huizen in L'estaque en Grand Nu van Braque, Fruits et Verre en Briquetterie à Tortosa van Picasso). De objecten vertonen een vergaande stilering : de schilderijen lijken in eerste instantie opgebouwd uit meetkundige vormen.
Intussen had de bekende schrijver-dichter-essayist Guillaume Apollinaire de twee protagonisten samengebracht in het Bateau Lavoir van de Rue Ravignan, 13 in Parijs.
[bewerk] Analytisch kubisme (1910-1912)
Het analytische kubisme wordt geteld van 1910 tot 1912. Het woord kubisme stamt af van het Latijnse woord: ‘kubus’, dit betekent: ‘dobbelsteen’. De dobbelsteen wordt vaak gebruikt bij het maken van de schilderijen.
De kunstenaars deden net als of de natuur alleen maar bestond uit kubussen, kegels en bollen. Alles werd dus met deze vormen getekend. Je kon de bollen, kegels en kubussen goed herkennen.
Het meest kenmerkende bij de kubisten is, dat alles wordt vereenvoudigd. Veel simpeler wordt gemaakt.
Kleur was niet zo belangrijk. Geen felle kleuren alleen maar grijsachtige tinten en bruine tinten. Kleur werd in een later stadia wel belangrijk.
Er wordt een hoofdvorm getekend. Je zou denken dat die het belangrijkst is, maar ook de restvorm werd belangrijk (het wit dat op een tekening overblijft is de restvorm).
Onderwerpen die belangrijk waren zijn: landschappen, mensen en stillevens.
In deze periode spat het beeld dat Picasso en Braque ons van de werkelijkheid bieden uiteen in kleine fragmentjes, die zo ingenieus aan elkaar worden gezet dat het geheel nog nauwelijks leesbaar is. De vaste vormen van de objecten worden gebroken, ontleed in alle facetten en niet beperkt tot de toevallig zichtbare alleen, om ze naast en vaak over elkaar uit te beelden.
Zo komt men tot de Compositions simultanées, waarbij verscheidene gezichtspunten weergegeven worden, zonder nog te denken aan enig centraal perspectief. De obsessie met vorm en structuur bracht de schilders er bovendien toe de kleur bijna volledig van ondergeschikt belang te vinden, wat de leesbaarheid in het gedrang brengt.
Tijdens het analytisch kubisme balanceren Picasso en Braque op de rand van het abstracte; ze deinzen er wel voor terug, ervan overtuigd als ze zijn dat alleen de werkelijkheid die zich aan onze zintuigen vertoont de basis kan zijn voor kunst(voorbeelden hiervan zijn 'Ambroise Vollard' van Picasso en 'Stilleven met kruik en viool' van Braque)
[bewerk] Synthetisch kubisme (1913-...)
Na 1913, in het synthetische kubisme, zoekt men de gebroken realiteit te herstellen, niet in zijn oorspronkelijke vorm maar door de karakteristieke omtreklijn en door de materie zo reëel mogelijk weer te geven. Hierbij zijn het trompe-l'oeil en de bekende collages het gevonden hulpmiddel.
Deze synthetische fase, die zich vlak voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog ontwikkelt, kan even goed de associatieve fase genoemd worden. Violen en gitaren worden herleid tot hun kleur en de textuur van het materiaal waaruit ze gemaakt zijn. Tegelijk wordt gezocht naar elementen om iets te zeggen over de muziek zelf of de sfeer van de kamer (wolken, blauw, een krul hier en daar ...). In de collages met stukken van kranten, stoelbekledingen en touw wordt er niet alleen iets verteld of getoond maar komen stukjes van de werkelijkheid letterlijk in het kunstwerk terecht. Schilderijen uit de synthetische fase van het kubisme kenmerken zich door : Kleur wordt weer toegelaten, schilderijen zien eruit alsof ze met behulp van knippen en plakken van allerlei materiaal tot stand zijn gekomen, patroon- ornamenten in de verschillende kleurvlakken, de voorstelling wordt weer meer herkenbaar en er komt weer ruimteuitbeelding in het beeldvlak . vb. 'stilleven op tafel' van Braque.
[bewerk] Overgangen
Het kubisme liep tot 1920 en het leidde zowel naar het dadaïsme als naar de abstracte kunst. Er zijn tevens overgangen naar het purisme, het orphisme en het constructivisme.
Ook in de beeldhouwkunst is het kubisme een waardevolle beweging. Alexander Archipenko, Raymond Duchamp-Villon, Jacques Lipchitz, Ossip Zadkine en natuurlijk Pablo Picasso zijn er de belangrijkste meesters van.
In Praag ontwikkelde zich tussen 1910 en 1925 een kubistische architectuur (o.a. Josef Gočár). In Wenen staat de kubistische Wotruba-kerk van Fritz Wotruba.
In de literatuur vinden we het kubisme vooral terug bij de Vlaamse dichter Paul Van Ostaijen. Van Ostaijen evolueert in zijn poëtisch oeuvre van expressionisme (tonen van alle emotie) over kubisme (de wereld zelf laten spreken) naar de grote onthechting die hij vindt in de abstracte kunst.
[bewerk] Zie ook
[bewerk] Externe links
Meer afbeeldingen die bij dit onderwerp horen kunt u vinden in de categorie Cubist paintings van Wikimedia Commons. |
Schilderstijlen |
---|
Classicisme · Realisme · Impressionisme · Postimpressionisme · Neo-impressionisme · Symbolisme · Jugendstil · Expressionisme · Fauvisme · Abstracte kunst · Kubisme · Dadaïsme · Surrealisme · Art Deco |