Aflaat
Een aflaat (indulgentia in het Latijn) is de kwijtschelding voor God van tijdelijke straffen (penitentie) voor zonden die, wat de schuld betreft, reeds vergeven werden (canon 992). Het is een praktijk in de rooms-katholieke Kerk die nauw verbonden is met het sacrament van de biecht. Een gelovige kan deze kwijtschelding onder bepaalde welomschreven voorwaarden verwerven door toedoen van de Kerk.
De aflaat is gedeeltelijk of vol, naargelang hij iemand geheel of gedeeltelijk verlost van de tijdelijke straffen die voor de zonde verschuldigd zijn. Gelovigen kunnen ook aflaten bekomen voor afgestorvenen om hen te helpen bij het uitboeten van hun tijdelijke zondestraffen in het vagevuur. De paragrafen 1471 tot en met 1479 van de Catechismus van de Katholieke Kerk behandelen de leer en de praktijk van de aflaten.
Inhoud |
[bewerk] Geschiedenis
Paus Bonifatius VIII voerde in 1300 voor het eerst een jubileumaflaat in. In de 11e eeuw werden aflaten verleend aan hen die als boetedoening meegingen op de kruistochten. Men kon ook iemand betalen om in zijn plaats mee op kruistocht te gaan, de aflaat was dan voor de betalende en niet voor diegene die op kruistocht ging. Na de kruistochten waren er de pelgrimages als boetedoening.
Later vond men dat de aflaten niet alleen mochten worden voorbehouden aan diegenen die de kans kregen om op kruistocht te gaan, iedereen kon aflaten kopen om daarmee het vagevuur af te kopen. Officieel was er weinig vastgelegd over de aflaten, waardoor vrije interpretatie mogelijk was. De opbrengst van de aflaten werd onder andere gebruikt voor de bouw van kerken en kathedralen, zoals de Sint-Pietersbasiliek in Rome en de Sint-Janskathedraal in 's-Hertogenbosch, en afbetaling van schulden bijvoorbeeld gemaakt om een bepaald ambt te kopen (simonie) in de katholieke kerk.
Tijdens de contrareformatie heeft de rooms-katholieke Kerk de praktijk rond de aflaten hervormd. Sinds die tijd kunnen aflaten niet meer tegen betaling verkregen worden. Paus Paulus VI heeft in 1967 een apostolische constitutie gewijd aan de aflatenleer : Indulgentiarum doctrina en het daarbij horende Enchiridion indulgentiarum (handleiding voor de aflaten) werd in 1968 herwerkt. Inmiddels is deze handleiding in 1999 aan de vierde editie toe. Het vermeldt de normen voor de aflaten en het soort aflaten dat kan verworven worden. Bekende recente voorbeelden hiervan zijn de aflaten naar aanleiding van het Jubeljaar 2000, het Jaar van de Eucharistie (2005) en de Wereldjongerendagen van 2005 in Keulen.
[bewerk] Critici
In de Middeleeuwen ontstond een levendige aflatenhandel en grof misbruik, waartegen onder meer de kerkhervormers opkwamen. Zij stelden dat noch de organisatie van de kerk, noch haar dienaren zich tussen God en mens mogen inschuiven.
Ook bij andere gelovigen zette deze praktijk kwaad bloed; zij verwezen naar de uitspraak van Jezus Christus dat het Rijk der Hemelen voorbehouden zou blijven aan hen die in armoede en nederigheid hadden geleefd.
In de 14de eeuw kwam er onder meer protest van Konrad Stiekna, Johann Milicz en Matthias von Janow. In Engeland stelde John Wyclif dat Christus het hoofd van de kerk is en niet de paus.
In 1415 werd de Boheemse theoloog Johannes Hus door het Concilie van Konstanz tot de brandstapel veroordeeld voor zijn kritiek op de aflaten.
In 1517 publiceerde Martin Luther 95 discussiestellingen tegen de aflaat onder de titel "Debat tot opheldering over de geldigheid der aflaten".
[bewerk] Zie ook
[bewerk] Externe links
- De aflaten Paragrafen 1471 tot en met 1479 uit de Catechismus van de Katholieke Kerk
- Indulgentiarum doctrina (in het Latijn)
- Indulgentiarum doctrina (vertaling in het Engels)
- Enchiridion indulgentiarum (in het Latijn, vierde editie van juli 1999)
- Paus Johannes Paulus II over aflaten (audiëntie van 29 september 1999, in het Engels)
- Wat is een aflaat ? (Katholiek Nieuwsblad, 6 september 2002)