Lijst van staatshoofden van Pruisen
[bewerk] Hertogdom Pruisen
De Grootmeester van de Duitse Orde, Albrecht van Brandenburg-Ansbach, bekeerde zich in 1525 tot het protestantisme en seculariseerde Pruisen tot erfehlijk hertogdom, een Pools leen.
- 1525 - 1568: Albrecht
- 1568 - 1618: Albrecht Frederik
- 1568 - 1571: Joachim Hector (mede-erver)
- 1578 - 1603: George Frederik (regent)
- 1603 - 1608: Joachim Frederik (regent)
- 1608 - 1618: Johan Sigismund (regent)
- 1618 - 1619: Johan Sigismund
- 1619 - 1640: George Willem
- 1640 - 1688: Frederik Willem
- 1688 - 1701: Frederik
[bewerk] Koninkrijk Pruisen
In 1618 werd het hertogdom Pruisen verenigd met de Mark Brandenburg. In 1701 werd het gehele gebied verheven tot Koninkrijk Pruisen. De koningen behoorden tot het huis Hohenzollern.
Koning in Pruisen
- 1701 - 1713: Frederik I der krumme Fritz
- 1713 - 1740: Frederik Willem I de Soldatenkoning
- 1740 - 1772: Frederik II de Grote (der alte Fritz)
Frederik II veranderde in 1772 zijn titel van koning in naar konig van Pruisen, van wege de Eerste Poolse Deling. Ook opmerkelijk om te vermelden is dat koning Wilhelm I zich vanaf 1871 keizer van Duitsland mocht noemen.
Koning van Pruisen
- 1772 - 1786: Frederik II de Grote (der alte Fritz)
- 1786 - 1797: Frederik Willem II
- 1797 - 1840: Frederik Willem III
- 1840 - 1861: Frederik Willem IV
- 1861 - 1888: Wilhelm I
- 1888 - 1888: Frederik III unser Fritz
- 1888 - 1918: Wilhelm II
[bewerk] Vrijstaat Pruisen
Met het einde van de monarchie in Duitsland, kwam vanzelfsprekend ook een einde aan de regering van de Pruisische koningen. Zij werden in de nieuwe Vrijstaat Pruisen als staatshoofd opgevolgd door presidenten van de regering.
- 1918 - 1918: Friedrich Ebert
- 1918 - 1919: Paul Hirsch
President van het ministerie van staat
- 1919 - 1920: Paul Hirsch
- 1920 - 1920: Wolfgang Kapp
- 1920 - 1921: Otto Braun
- 1921 - 1921: Adam Stegerwald
- 1921 - 1925: Otto Braun
- 1925 - 1925: Wilhelm Marx
- 1925 - 1933: Otto Braun
- 1932 - 1932: Heinrich Hirtsiefer
Vanaf 6 juni 1932 regeerde minister-president Otto Braun als 'rebel' tegen de Rijkscommissaris. Daarom werd hij tot 20 juli waargenomen door Heinrich Hirtsiefer, alvorens de eerste Rijkscommissaris, Franz von Papen, kon plaats nemen.
Rijkscommissaris
- 1932 - 1932: Franz von Papen
- 1932 - 1933: Kurt von Schleicher
- 1933 - 1933: Franz von Papen
- 1933 - 1945: Hermann Göring
Behalve de regerende Rijkscommissaris, vond der Führer het natuurlijk ook nodig, dat hij ook een titel in Pruisen, het land van de grote leiders van voorheen, kreeg. Daarom regeerde er naast de Rijkscommissaris ook nog een Rijksstadhouder.
Rijksstadhouder
- 1933 - 1945: Adolf Hitler
Na de dood van Hitler in april 1945 was er geen centrale Pruisische regering meer tot dat het land Pruisen op 25 februari 1947 door de Geallieerden werd ontbonden.