Russisch-Japanse Oorlog
De Russisch-Japanse oorlog tussen het Russische Rijk en het Keizerlijke Japan om de heerschappij over Korea en Mantsjoerije begon op 8 februari 1904 toen de Japanse marine bij verrassing de Russische marinehaven Port Arthur aanviel, en eindigde met het tekenen van het voor de Russen vernederende verdrag van Portsmouth op 5 september 1905.
De oorlog kreeg een rampzalig verloop voor de Russen. Na ettelijke verloren veldslagen moesten op 2 januari 1905 de Russische troepen zich terugtrekken uit Port Arthur. Na de beslissende zeeslag van Tsushima en de muiterij op het Russisch slagschip de Potemkin op 2 juli 1905 was de wil om door te vechten aan Russische zijde gebroken.
Dit conflict was waarschijnlijk de eerste moderne oorlog. Een aanloop naar de verschrikkingen en grootschalige conflicten die zo tekenend zijn voor de beide Wereldoorlogen. Het was tevens de eerste oorlog waarbij een Aziatische Staat een moderne Europese grootmacht versloeg en vormde zo het beginpunt voor verschillende decennia van Japans imperialisme en expansie.
[bewerk] De situatie voor de oorlog
[bewerk] Imperialisme
Europa en de Verenigde Staten voerden al een lange tijd een imperialistische wereldpolitiek. De meeste Europese mogendheden voerden een koloniale politiek met als doel hun economische en politieke invloedssfeer in de wereld uit te breiden. Al deze koloniën waren in mindere of meerdere mate met het 'moederland' verbonden. In Rusland daarentegen werden steeds meer gebieden aan het eigen grondgebied toegevoegd. Siberië, het Russische Verre Oosten en Centraal Azië zijn daar voorbeelden van. Het Russische grondgebied breidde aldus steeds meer uit in de richting van de Grote Oceaan en de Indische Oceaan.
[bewerk] Expansie
De Russisch-Japanse oorlog was een conflict tussen de twee dominante mogendheden van Noordoost-Azië. Rusland voerde al lange tijd een politiek van expansie in de richting van de Grote Oceaan. Zij was steeds op zoek naar een ijsvrije haven. Haar marinebasis te Vladivostok gelegen aan de Japanse Zee, was gesloten wegens het ijs gedurende een periode van 3 maanden per jaar. Door haar ligging kon Japan invloed uitoefenen op de Russische vlootbewegingen. De zwakte van het Chinese Rijk maakte expansie in de regio mogelijk. Rusland breidde aldus haar invloed uit over de Chinese provincie Mantsjoerije en de Chinese vazalstaat Korea.
[bewerk] Transsiberische spoorlijn
Rusland keek met een zekere minachting naar Japan. Rusland verwachtte weinig tegenstand van het machteloze China en het brave Japan. De Russen hoopten hun macht tot in Korea te kunnen uitbreiden. Zo kondigde Rusland in 1891 de constructie aan van de Transsiberische spoorlijn als een bevestiging van haar wil om het Verre Oosten te domineren. De spoorlijn eindigde in Vladivostok en was een dure onderneming. Japan voelde zich terecht bedreigd en was vastbesloten zich niet te laten intimideren. In 1896 beslisten de Russen om een deel van de spoorlijn te bouwen door de Chinese provincie Mantsjoerije, wat voor een kortere spoorwegverbinding naar Vladivostok zorgde. Aldus zorgde de spoorlijn voor een goedkopere en meer directe route naar de Grote Oceaan. Bovendien gaf dit Rusland de mogelijkheid om indien nodig tussen te komen in Mantsjoerije met de bescherming van de spoorlijn als excuus.
Tijdens de volgende 7 jaren bouwde Rusland spoorlijnen en een nieuw hoofdkwartier (Harbin) in Mantsjoerije. Hoewel Mantsjoerije officieel nog steeds een Chinese provincie was, werd het gebied economisch en militair bestuurt door Rusland. Port Arthur was voor Rusland zeer belangrijk omdat zij hierdoor over een ijsvrije haven beschikte. Tijdens de Boxeropstand van 1900 in China stationeerde Rusland in Mantsjoerije een troepenmacht van 100.000 man. Zowel Rusland als Japan deden aan intensieve spionage in de regio. Japan wist Rusland diplomatiek te isoleren door met Groot-Brittannië een non-interventie verdrag te sluiten in 1902.
[bewerk] Eerste Chinees-Japanse Oorlog
In 1894 hadden China en Japan al de Eerste Chinees-Japanse Oorlog uitgevochten op Koreaans grondgebied. De inzet van het conflict was eigenlijk de controle over het Koreaanse grondgebeid. Japan won deze oorlog. Korea werd een onafhankelijke staat en diverse gebieden waaronder Formosa en Port Arthur moesten afgestaan worden aan Japan.
Rusland was niet tevreden met de toenemende macht en invloed van Japan in de regio. Rusland wilde zelf de controle over Port Arthur om aldus over een ijsvrije haven te beschikken. Rusland wist de andere Westerse mogendheden te mobiliseren tegen wat zij zag als Japanse expansie.
[bewerk] Wapenwedloop
De Russische, Duitse en Franse vloten in het Verre Oosten werden versterkt en Rusland mobiliseerde haar leger in de Amoer-regio. De Japanse vloot was op dat ogenblik in volle expansie, maar beschikte over geen enkel slagschip. Elk van de drie vloten alleen had de Japanse marine kunnen verslaan. Het Japanse leger telde nog maar 67.000 man en de reserves stelden niet veel voor. De Japanse Keizer was dan ook verplicht om op 10 mei 1895 het Verdrag van Shimonoseki op te zeggen.
Voor het verlies van het Liaotungschiereiland en Port Arthur moest China aan Japan een schadeloosstelling betalen. De Japanse publieke opinie was razend. Het ontvangen geld werd grotendeels geïnvesteerd in een bestelling van slagschepen bij de Britse scheepswerven. Ondanks deze ontgoochelingen groeide het Japanse zelfvertrouwen en vastberadenheid. Zij had getoond in staat te zijn een vijandelijk leger te verslaan. Zij had de vruchten van haar overwinningen in Korea en Mantsjoerije geproefd. Tijdens hun aanwezigheid in de regio hadden de Japanners de economische mogelijkheden van de regio gezien.
[bewerk] Modernisering
Japan was in de tweede helft van de 19e eeuw verrezen uit een periode van 200 jaar isolement. De modernisering van de Japanse industrie en strijdkrachten werd met grote overtuiging en efficiëntie gevoerd en dit in dienst van een agressieve en ambitieuze ideologie. De duidelijke onmacht van China om een andere rol te spelen dan die van gemanipuleerd slachtoffer van de ambities van de vreemde mogendheden was voor Japan een uitnodiging om haar deel op te eisen en zich te profileren als de belangrijkste macht in Azië. Japan was een land in volle expansie. Haar bevolking groeide van 34.000.000 in 1875 tot 46.305.000 in 1903. Maar dat was nog steeds minder dan één derde van de Russische bevolking.
De Japanse buitenlandse handel nam over dezelfde periode toe van 50.000.000 Yen tot meer dan 600.000.000 Yen. Maar ook hierin was Japan relatief arm in vergelijking met Rusland. De Japanse industriële revolutie was in volle gang en de toenemende verstedelijking van de bevolking was daar een duidelijk teken van. Japan werd in toenemende mate afhankelijk van de import van voedsel voor haar groeiende bevolking. Terwijl de productie van goederen fors toenam en in 1903 goed was voor 85% van de Japanse export, bleef de Japanse landbouw achter. De Japanse afzetmarkt was in de eerste plaats Oost-Azië. Indien deze markten werden gesloten was dit een ramp voor Japan. En van de Oost-Aziatische markten waren die van Korea en Mantsjoerije de allerbelangrijkste. Een conflict met de Russische ambities in de regio was dan ook onvermijdelijk. Maar alleen Japan leek dit te beseffen en begon zich daar dan ook minutieus op voor te bereiden.
[bewerk] Port Arthur
In december 1897 verscheen een Russische vloot voor Port Arthur. Na drie maanden werd een conventie met China gesloten waarin Port Arthur, Talienwan en de onmiddellijke omgeving aan Rusland werden geleasd. Deze conventie kon in onderling overleg worden verlengd. Rusland was duidelijk overtuigd dat dit ook zou gebeuren, want zij begonnen Port Arthur onmiddellijk te versterken. Een jaar later legde Rusland een spoorwegverbinding aan van Harbin langs Mukden tot in Port Arthur. Het was trouwens in deze periode dat ook Groot-Brittannië en Frankrijk diverse territoriale concessies van China konden afdwingen. Het ongenoegen in China groeide en dit leidde tot de Boxeropstand die door de Westerse mogendheden werd neergeslagen. Tegen 1902 was de orde in Peking hersteld.
[bewerk] Bondgenootschap Groot-Brittannië-Japan
Zowel Groot-Brittannië als Japan maakten zich zorgen om de groeiende macht van Rusland in de regio. Op 30 januari 1902 sloten zij een bondgenootschap. Hierin werd overeengekomen dat indien één van beide landen in een oorlog werd meegesleept ter verdediging van haar regionale belangen, de andere natie niet alleen neutraal zou blijven maar er alles aan zou doen om te vermijden dat het conflict zou uitbreiden. Indien andere landen aan de oorlog zouden gaan deelnemen – men dacht aan Frankrijk en Duitsland – dan zou dit land haar bondgenoot ter hulp komen. In feite vergemakkelijkte dit verdrag van 1902 de verwerving van Korea door Japan en versterkte het haar verlangen om het gevecht aan te gaan tegen de Russen in Mantsjoerije.
[bewerk] Toenemende spanning
Rusland hield ondertussen nog steeds grote delen van Mantsjoerije bezet. Ondanks alle uitgeoefende druk van de Chinese overheid, hierin gesteund door Groot-Brittannië, Japan en de Verenigde Staten, weigerde Rusland zich terug te trekken van Chinees grondgebied. Japan was nu vastberaden om het probleem met meer 'directe' middelen aan te pakken.
Ook in Korea was de Russische invloed toegenomen. De Koreaanse koning en regering stonden duidelijk onder Russische invloed. Overeenkomsten met Japan werden niet nageleefd.
Op 30 juli 1903 werd de Russische admiraal Aleksejev benoemd tot onderkoning van het Verre Oosten met diplomatieke volmacht voor de regio Russisch-Oost-Azië en de buurlanden en kreeg hij het opperbevel over leger en marine.
Japan was ervan overtuigd dat de permanente bezetting van Mantsjoerije een gevaar voor haar eigen veiligheid en belangen was. Haar belangen in Korea waren eveneens in gevaar. Rusland en Japan begonnen onderhandelingen terwijl de Russen echter voortdurend hun posities in de regio bleven versterken. Op 13 januari 1904 deed Japan een politiek voorstel waarbij Mantsjoerije in de Russische invloedssfeer en Korea in de Japanse invloedssfeer kwam te liggen. De Japanse militairen waren tegen deze toegevingen. Japan eiste een snel antwoord op haar voorstel. Op 4 februari hadden zij nog steeds geen antwoord ontvangen en op 6 februari werd aan de Russische minister van Buitenlandse Zaken, graaf Lamsdorf, medegedeeld dat hij kon vertrekken uit Japan. Het Japanse geduld was op. Zowel de Russische ambassadeur als de Russische minister van Oorlog hadden gewaarschuwd dat Japan zou vechten indien het geen andere uitweg zag. De tsaar wilde geen oorlog maar werd steeds opnieuw verteld door zijn naaste adviseurs dat Japan in geen geval oorlog zou voeren.
[bewerk] De betrokken Strijdkrachten: Een evaluatie
[bewerk] De Russische Strijdkrachten
Rusland werd internationaal gezien als een gevaarlijke en machtige Europese grootmacht. Landen zoals Engeland zagen in Rusland een gevaar, terwijl anderen zoals het Duitse Rijk eerder een bondgenoot zagen in het Russische Imperium. Het grote, uitgebreide Rijk en zijn massaleger spraken tot de verbeelding.
De soldaten en zeemannen in Rusland waren ongeletterd en zaten vast in een enge manier van denken. Het Russische leger was zeer hiërarchisch opgebouwd en er was geen ruimte voor persoonlijk initiatief. De Russische soldaat was gehoorzaam, maar nam weinig of geen initiatief. Zowel de bevelhebbers als de soldaten waren van mening dat de Japanners met gemak verslagen zouden worden. Het gebrek aan kennis en vaardigheden van de lagere rangen was schrijnend. Opmerkelijk is dat de Russische zeelieden bij Port Arthur van bij het begin van het conflict overtuigd waren van de nederlaag. Alleen de aanwezigheid van admiraal Makarov gaf hen moed.
[bewerk] Moreel
Zelfmoord kwam opvallend veel voor op de lange zeereizen en heel wat officieren deelden de pessimistische visie van hun ondergeschikten. De levensomstandigheden van zowel soldaten als zeelieden waren erbarmelijk. De voedselbevoorrading van het leger liet flink te wensen over en plundering was meestal de enige oplossing om de tekorten aan voedsel en aan allerlei materialen op te lossen. De schepen van de Russische vloot werden tijdens het conflict volgestouwd met steenkool om hun actieradius te vergroten, maar daardoor werd het leven op de schepen nog ondraaglijker. Er waren regelmatig disciplinaire problemen, zelfs gevallen van muiterij, op de Russische schepen.
De dienstplicht was niet populair in Rusland. De slechte levensomstandigheden en behandeling van de Russische dienstplichtigen hadden een negatieve invloed op de gevechtskracht van de Russische eenheden. De samenwerking en verstandhouding tussen Europese Russen en eenheden Siberische Russen was slecht. De Europese Russen waren vol wantrouwen en minachting voor de Siberische Russen, terwijl de Siberische Russen de Europese Russen beschuldigden van het onderschatten van het ‘Japanse gevaar’.
[bewerk] Sterkte
Het Russische leger had in 1904 een sterkte van méér dan 1.000.000 man. Na mobilisatie kon dit aantal verhoogd worden tot 3.500.000 man. Dit enorme leger bestond uit uitstekende eenheden zoals de gardesoldaten, grenadiers en kozakken, maar ook uit reservisten en andere eenheden van duidelijk minder goede kwaliteit. Voor het voeren van de oorlog met Japan werd er spijtig genoeg voor Rusland beslist om bijna volledig gebruik te maken van soldaten gelegerd in het Oostelijke Militaire District, dat over een groot aantal eenheden van minder goede kwaliteit beschikte. In deze periode van politieke onrust was de regering niet bereid om haar meest betrouwbare eenheden zo ver naar het oosten te sturen, op een te grote afstand van de Russische machtscentra.
Bij het uitbreken van de oorlog in het oosten bedroeg de Russische sterkte in de regio 3115 officieren en 147.479 manschappen, grensbewakingseenheden en Siberische militietroepen inbegrepen. Dit aantal zou natuurlijk toenemen na het uitbreken van de oorlog.
Rusland had op het ogenblik van de Russisch-Japanse Oorlog, een bevolking van 130 miljoen. Deze bestond voor tweederde uit Slavische volkeren. Er waren echter ook moslims uit Centraal-Azië en de Kaukasus. Deze moslims werden geweerd uit het leger omdat men vreesde dat zij teveel beïnvloed konden worden door de Ottomaanse Sultan. De enige 3 oorlogen die Rusland had meegemaakt sinds 1812 waren de Russisch-Turkse Oorlog van 1828-1829, de Krimoorlog van 1854-1856 en de Russisch-Turkse Oorlog van 1877-1878. Rusland had de eerste en derde gewonnen en de tweede verloren.
De andere conflicten hadden deel uitgemaakt van hun koloniale politiek en plaatsten het Russische leger tegenover zwakkere en inferieure vijanden. Het conscriptiesysteem was corrupt en makkelijk omzeilbaar waardoor voornamelijk de armste bevolkingsgroepen werden opgeroepen. Het Russische legerleiding was arrogant en zag Japan als een zwakke tegenstander. De legerleiding bestond uit hogere officieren die de neiging hadden te veel te teren op academische boekenkennis of die door politieke invloed aan hun hoge positie in het leger waren geraakt.
Het merendeel van de hogere posten in de legerhiërarchie waren ingenomen door leden van de aristocratie en de politieke elite van Rusland, waardoor onderlinge rivaliteiten en politieke agenda’s belangrijker waren dan het opbouwen van een efficiënt leger. De Russische vloot was veel groter dan de Japanse. Er waren eenheden in de Oostzee, de Zwarte Zee en in de Grote Oceaan. In 1903 had Rusland in de Stille Oceaan een vloot van 25 destroyers, 7 kruisers, 7 slagschepen en 27 kleinere schepen (Pacifische Vloot). De samenstelling van de vloot was zeer divers en de schepen waren niet uniform van type. De Russische schepen waren minder bepantserd dan die van de Japanse vloot, omdat de Russische schepen een grotere actieradius nodig hadden, waardoor grote opslagplaatsen voor steenkool noodzakelijk waren. Alcoholisme was wijdverspreid in de Russische Marine en het merendeel van de troepen waren ongeletterd en hadden weinig of geen ervaring op zee voor ze in dienst gingen.
De vloot gelegerd in de Oostzee (Baltische Vloot) kon amper oefenen, omdat de Finse Golf de helft van het jaar bevroren was. Omwille van bureaucratische redenen diende de vloot gestationeerd in de Zwarte Zee (Zwarte-Zeevloot) de helft van het jaar aan wal te blijven. De schepen waren weinig op zee en zelden werden schietoefeningen gehouden.
[bewerk] De Japanse Strijdkrachten
[bewerk] Moreel
Het moreel van het Japanse leger en de Japanse vloot was hoog en stond onder de invloed van een opkomend nationalisme. Conscriptie werd anders dan bij het Russische leger gezien als een zegen. De Japanse soldaten werden goed gevoed, gekleed, getraind en hadden veel vrije tijd. De levensomstandigheden in het leger waren meestal beter dan men thuis als kleine boer of visser kende. Het was opvallend hoe belangrijk men goede voeding en genoeg slaap vond, waardoor de Japanse militairen heel gezond en fris waren in vergelijking met hun tegenstanders. De zelfdiscipline was ook groot want de Japanse soldaat leefde teruggetrokken en slenterde zelden rond door de steden.
Voor de Japanse soldaten en zeelieden was het een eer om het vaderland te dienen. Voor het vaderland sterven was als het ware een privilege. De Japanse soldaat was een dappere, ontembare vechter. Onderwijs was één van de prioriteiten geweest bij de modernisering van Japan. Het algemene opleidingsniveau van de Japanse soldaat was hoger dan dat van de Russische soldaat. Het Japanse officierenkorps was professioneler dan het Russische. De Japanse officier rekende niet uitsluitend op sociale connecties om te kunnen bevorderen. De Japanse officier was vastbesloten om ook door studie, inzet en zelfdiscipline promotie te maken in het leger.
[bewerk] Sterkte
Het Japanse leger telde bij het uitbreken van de oorlog zo'n 400.000 man, waarvan een groot aantal ervaren soldaten die hadden gevochten in de Chinees-Japanse oorlog van 1894-1895.
Het veldleger was georganiseerd in 12 divisies en de Keizerlijke Gardedivisie. Elke divisie telde 2 infanteriebrigades, 1 cavalerieregiment, 1 artillerieregiment, 1 geniebaltajon en 1 telegrafiecompagnie. Er waren in totaal 17 artillerieregimenten met tussen de 612 en 680 stukken veldgeschut.
De eerstelijnssterkte bedroeg 88.000 man infanterie, 8500 man cavalerie, 14.000 man in de veldartillerie-eenheden, 11.000 man in de artillerie-eenheden van de garnizoenen, 5000 geniesoldaten, en 10.000 man in de transporteenheden. Na het oproepen van de reserves steeg de totale sterkte van het leger naar 186.800 man infanterie, 11.500 man cavalerie, 15.500 man in de veldartillerie-eenheden met 800 kanonnen, en 13.000 man in de artillerie-eenheden van de garnizoenen met 20 kanonnen, 9000 geniesoldaten en 12.000 man in de transporteenheden. Het territoriale leger verhoogde dit aantal nog met 123.500 man in diverse onderdelen en 300 extra stukken veldgeschut.
Japan had op het ogenblik van de Russisch-Japanse Oorlog een bevolking van 46,5 miljoen. Het nieuwe Japanse beroepsleger had gevochten in de Japanse Burgeroorlog van 1877, tegen China in 1894-1895 en tijdens de Boxeropstand van 1900. Het Japanse leger had echter nog steeds geen machtige Westerse mogendheid bevochten. In eerdere conflicten waren de tegenstanders van het nieuwe Japanse Leger inferieur geweest en nauwelijks een uitdaging. Opvallend was hoe goed het Japanse leger zijn campagne tegen Rusland voorbereidde. Onder leiding van kolonel Aoki werd een compleet spionagenetwerk uitgebouwd. Deze agenten zouden Japan informatie leveren tijdens de oorlog maar ook tegenstanders van Rusland steunen. De regio van toekomstige conflicten werd nauwkeurig in kaart gebracht door de Japanse Inlichtingendienst. De Japanse vloot bestond uit 6 slagschepen, 10 kruisers, 40 fregatten en 40 kleinere schepen. Ze waren allemaal in goede staat en bijna allemaal van uniforme Britse makelij. De Japanse schepen waren snel en goed gepantserd. De leden van de Japanse Marine waren bijna allemaal geletterd en de meeste zeelieden hadden al de vereiste ervaring. Er werden regelmatig oefeningen op zee gehouden waardoor de Japanse Marine goed getraind en efficiënt was.
[bewerk] De militaire innovaties
De meeste militaire technologieën toegepast tijdens de gevechten te land waren niet nieuw. Het was echter de schaal waarop er gevochten werd die opviel. Deze oorlog was de eerste waarin deze nieuwe militaire technologieën op grote schaal werden gebruikt.
[bewerk] Machinegeweer
Het machinegeweer werd tijdens de Russisch-Japanse Oorlog door beide zijden gebruikt. Een dozijn Gatling Guns werd gebruikt in de Amerikaanse Burgeroorlog en de volgende 30 jaar werden diverse machinegeweren gebruikt in de koloniale oorlogen. Maar de nieuwe generatie machinegeweren worden pas in de Russisch-Japanse Oorlog door beide zijden in grote hoeveelheden gebruikt.
De Russen verhoogden hun machinegeweren in aantal van 12 in 1898 tot 40 in 1901. De hoeveelheden stegen maar bleven nog steeds beperkt onder andere omdat de 7.62mm Maxim wapens geïmporteerd werden uit Engeland. De Maxims werden in batterijen van 6 tot 8 gebruikt, geplaatst op karren met pantsers om de gebruikers te beschermen. Deze karren vormden echter makkelijke doelwitten voor de Japanse artillerie.
Buiten de Maxims kocht Rusland ook 200 Deense Madsen, lichte machinegeweren, aan voor de cavalerie. Voor zover men weet zijn deze niet gebruikt in het conflict. De Russisch-Japanse oorlog bewees het nut van machinegeweren en veroorzaakte een grootschalige verspreiding in 1914.
De Japanners hadden in het begin van het conflict slechts een beperkt aantal machinegeweren maar dit aantal nam snel toe. Tijdens hun deelname aan het onderdrukken van de Boxeropstand van 1900 had Japan een licentie verkregen om de Franse Hotchkiss M1897 te produceren. Elke Japanse divisie moest 24 machinegeweren ontvangen. Toen bleek dat deze wapens zeer effectief waren, werden vele officieren voorstander van een grootschalige verspreiding. De prestaties van de Hotchkiss machinegeweren waren superieur aan die van de Maxim. De grootste tactische innovatie was het Japanse gebruik van het machinegeweer in de aanval. Het machinegeweer steunde de aanvallende infanterie en volgde deze door op te rukken naar nieuwe veroverde posities.
[bewerk] Voorbode Eerste Wereldoorlog
Op het vlak van de communicatie werd de telefoon meer en meer gebruikt. De radio echter werd pas gebruikt tegen het einde van het conflict, toen de Russen twee radiobedrijven opstartten en twaalf radiosets gebruikten.
Het gebruik van allerlei defensieve wapens en uitrusting zoals mijnenvelden, loopgraven, bunkers, en prikkeldraad bij Port Arthur waren een voorsmaakje van wat men zou te zien krijgen in de Eerste Wereldoorlog. Voor het bestormen van verdedigingswerken gebruikten de Japanse troepen houten mortieren, primitieve handgranaten en mijnenwerpers. De Japanners voerden graag nachtelijke aanvallen uit. Daarom gebruikten de Russen zoeklichten en lichtgevende kleine raketten die ze in de lucht schoten om de omgeving van hun stellingen te kunnen zien. Prikkeldraad was reeds eerder in conflicten gebruikt, maar nu werd het soms voor het eerst onder stroom gezet. De Japanners gaven dan ook speciale geïsoleerde draadknippers aan hun soldaten. Bij de gevechten rond Port Arthur waren al duidelijk de aanvals- en verdedigingstechnieken van de loopgravenoorlog in de Eerste Wereldoorlog zichtbaar.
Opvallend was het gebruik van observatieballonnen. Zowel de Russen als de Japanners gebruikten ze om informatie te verwerven over vijandelijke posities en de verkenning van de omgeving. De Russen hadden gespecialiseerde eenheden die de bemanningen leverden van hun ballonnen, terwijl het bij de Japanners meestal artillerie-eenheden waren die personeel leverden.
[bewerk] Chinese hulptroepen
Zowel het Russische als het Japanse leger maakte gebruik van Chinese hulptroepen. Deze troepen werden gerekruteerd uit de bevolking van Mantsjoerije. Aan Japanse zijde richtte kolonel Aoki speciale eenheden op, hoofdzakelijk bestaande uit ‘bevriende’ Chinese bandieten. Achter de vijandelijke linies maakten zij het de Russen zo moeilijk mogelijk door het uitvoeren van guerrilla-aanvallen. Chinese bandieten plaagden trouwens beide zijden, maar omwille van de impopulariteit van het Russische leger waren zij meestal het doelwit. De Russen zetten dan weer Chinese hulptroepen in achter de linies als de bewakers van de installaties, de spoorlijn, etc.
[bewerk] De Eerste Fase: Het Japanse Offensief en de Russische reactie
[bewerk] Het begin van de oorlog: de aanval op Port Arthur
Japan beëindigde zijn diplomatieke betrekkingen met Rusland op 5 februari 1904. Vice-Admiraal Togo vertrok voor Port Arthur. Tegelijkertijd vertrok Vice-Admiraal Uryu met 3000 troepen van de 12e divisie om te landen bij de Koreaanse haven Inchon. De aanwezigheid van buitenlandse schepen zorgde ervoor dat de Japanse vloot de Russische schepen bij Port Arthur niet kon aanvallen. Omwille van politieke redenen wilden de Russen niet als eerste het vuur openen.
Net voor middernacht op de 8e februari begon de Japanse aanval. Verschillende Russische schepen werden vernietigd. De Russische reactie was traag en de Japanse schepen konden zich gemakkelijk terugtrekken.
[bewerk] De Japanse suprematie op zee en de landing van het Japanse leger
De dag na de eerste aanval op Port Arthur bombardeerde Togo’s vloot de stad, de kustbatterijen en de Russische schepen. De Russen schoten terug, maar slechts enkele Japanse schepen ondervonden schade.
Ondertussen was er slechts minieme internationale verontwaardiging over de Japanse aanval. Hoewel de oorlog verklaard was na de aanval op Port Arthur, bleef de internationale reactie erg positief. De Russische vloot zelf had amper actie ondernomen op de Novik na. Het moreel van de Russische Marine verbeterde toen vice-admiraal Stepan Ospovitsj Makarov het bevel kreeg van de vloot. Makarov was een held die gevochten had in de oorlog tegen Turkije in 1877 en was een gerespecteerde militair. Makarov reorganiseerde de Russische vloot en toonde blijk van veel meer initiatief en inzicht dan zijn voorganger Vice-Admiraal Stark.
Op 12 april werd Makarov echter met zijn vloot weggelokt, recht in een mijnenveld dat was aangelegd door de Japanners. Het vlaggenschip, de Petropavlovsk, zonk en zo kwam Makarov voortijdig aan zijn einde. Makarov had bevelen gegeven om te ontmijnen, maar deze werden blijkbaar naast zich neergelegd. De Russische scheepsbemanningen waren nu gedemoraliseerd door het verliezen van hun bevelhebber en Makarov’s opvolger Vitgeft kreeg bevel van de onderkoning Aleksejev om een defensieve houding aan te nemen. Risico’s moesten worden vermeden.
Togo kwam nu voor een probleem te staan. Port Arthur werd goed verdedigd en zou zolang de Russische vloot in de verdediging bleef, slechts via land kunnen worden ingenomen. Een groep van 12 handelsschepen, volgestouwd met stenen, beton en explosieven werden voortijdig vernietigd door zowel een storm als de Russische vloot. Niettemin meldt Togo dat de haveningang gesloten was en dat de landing kon beginnen.
Op 5 mei begon het Japanse Tweede Leger te landen in Korea, op zo'n 96 kilometer van Port Arthur. Het Russische Leger belemmerde de landing niet en de weloverwogen gok van Togo wierp zijn vruchten af. De Russische vloot durfde niet tussenbeide te komen. De spoorlijn werd afgesloten en enkel roekeloze schepen konden nog met enige regelmaat door de blokkades breken om Port Arthur voorraden te brengen.
De Japanners waren van plan om op te rukken naar de Yalu-rivier, deze over te steken en dan de Russische strijdkrachten aan te vallen, terwijl het Japanse Tweede Leger landde om Port Arthur volledig af te snijden.
De Russische Opperbevelhebber was Aleksej Nikolajevitsj Koeropatkin. Koeropatkin had in 1903 het Japanse Leger tijdens een bezoek geobserveerd en was vastbesloten de Japanners niet te onderschatten. Hij besloot grote confrontaties uit te weg te gaan en te wachten op de versterkingen die hem beloofd waren. Zijn officierenkader onderschatte echter voortdurend de Japanse tegenstander, verregaande verschijnselen van incompetentie en de rivaliteit binnen het opperbevel zelf was eveneens een grote handicap.
[bewerk] De Slag bij de Yalu-rivier
De Japanse troepen bereidden zich in alle geheim voor op de veldslag bij de rivier de Yalu. Gebruikmakend van de nacht en de natuurlijke dekking die het reliëf bood, bleven ze grotendeels ongezien in hun handelingen. De Russen echter verborgen noch hun troepen, noch hun artillerie, noch hun posities. In de nacht van 29 op 30 april begon generaal Kuroki aan zijn laatste voorbereidingen. Dankzij zijn Krupp-houwitzers en gesteund door de artillerie kon hij in een beschieting, die een half uur duurde, het Russische geschut buiten werking stellen. Er werd gevochten tot de volgende dag en toen trokken de Russen zich terug.
De internationale opinie was verbaasd over deze overwinning. Het kwam de reputatie van het Japanse militaire apparaat ten goede dat nu als evenwaardig werd gezien als dat van de westerse mogendheden. Het bewijs dat de Japanse troepen konden winnen van de Russen vergemakkelijkte het aangaan van leningen in Europa. Dankzij deze leningen konden de Japanse oorlogsinspanningen makkelijker worden volgehouden.
Ondertussen was het Japanse Tweede Leger geland en Port Arthur werd hierdoor helemaal afgesneden. De Japanse vloot werd halverwege mei een zware slag toegebracht toen 2 slagschepen verloren gingen. Hierdoor verloor Togo een derde van zijn hoofdstrijdmacht.
[bewerk] De Slag bij Nanshan
De Russische verdediging tegenover het Japanse Tweede Leger was zwak. De Russen boden hardnekkig weerstand, maar uiteindelijk beviel de Russische bevelhebber Fok de terugtocht. Slechte communicatie maar ook incompetentie hadden de Russen de strijd doen verliezen. De Japanse overwinning bij Nanshan leidde ertoe dat Port Arthur afgesneden was van de spoorlijn. De bevoorrading van Port Arthur werd nu zwaar bemoeilijkt.
[bewerk] Generaal Nogi
Het Japanse Derde Leger werd opgericht bestaande uit de 9e en 11e divisies. Het bevel van deze troepenmacht werd gegeven aan Generaal Maresuke Nogi. Nogi had in 1894 met slechts 1 regiment Port Arthur ingenomen. De logica was dat wanneer Port Arthur viel, de Russische Vloot automatisch ook zou verloren gaan. Nogi en zijn officieren dachten dat Port Arthur net zo gemakkelijk zou vallen als 10 jaar eerder. Dit bleek een grote misrekening te zijn.
In Port Arthur was de situatie verward. Luitenant-Generaal Smirnov kreeg bevel de Gouverneur, Luitenant-Generaal Stessel, te vervangen, maar deze laatste interpreteerde deze orders anders. Volgens Stessel werd Smirnov zijn ondergeschikte. Kessel annuleerde vele bevelen van Smirnov, weigerde hem voorraden ter beschikking te stellen en ruziede regelmatig met Smirnov over welke aanpak vereist was. Dit kwam de Japanners al snel ter ore en kon Nogi en Togo alleen maar helpen bij het bereiken van hun doelstellingen. Een verdeelde Russische verdediging was immers een inefficiënte verdediging.
[bewerk] De reactie van Rusland
Koeropatkin besloot om niet op te rukken om Port Arthur te ontzetten. Het tweede vlooteskader met als kern zeven slagschepen vertrok naar Port Arthur om de blokkade door Togo’s vloot te doorbreken. Togo was zich hiervan bewust en liet op 30 mei mijnen leggen om de vloot te Port Arthur en Vladivostok te weren. Vitgeft waagde een poging om de blokkade van Port Arthur te doorbreken, maar al snel trok de Russische vloot zich terug in de veiligheid van de haven. De vloot van Vladivostok was echter succesvoller en bereikte zelfs de baai van Tokyo. Na het vernietigen van verschillende Japanse transportschepen die onder andere treinen, zware artillerie en andere vitale goederen vervoerden, keerden ze naar Vladivostok terug.
Het Eerste Siberische Korps van Generaal Shtakelberg rukte op om Port Arthur te ontzetten. Tokyo werd echter door Kolonel Akashi van deze actie geïnformeerd. Bij Te-Li Ssu Fanggou kwam het tot een treffen tussen de troepen van Sjtakelberg en Generaal Oku. De Russen leden een zware nederlaag en de poging om Port Arthur te bevrijden werd gestopt. Tegen eind juni had Japan 4 kleine legers op het Aziatische vasteland.
In de Vallei van de Shi Ho rivier vond een treffen plaats tussen de Russische troepen en de aanvallende Japanse strijdmacht. De Japanse troepen overwonnen de Russische verdedigers en dwongen hen tot de aftocht. De gerespecteerde en capabele Russische bevelhebber Keller kwam om in dit treffen.
Ondertussen had het Japanse Derde Leger nieuwe artilleriestukken gekregen en de Russen teruggedreven naar hun laatste verdedigingslinie. Haast de hele stad en de haven waren nu binnen het bereik van de Japanse artillerie. De Tsaar beval Vitgeft om te trachten door te breken met de vloot en naar Vladivostok te varen. Vitgeft gehoorzaamde en kwam tegenover Togo te staan, die deze uitval had verwacht.
[bewerk] De Slag in de Gele Zee en de Belegering van Port Arthur
Admiraal Togo’s prioriteit lag bij het intact houden van zijn vloot. Hij kon geen ongeoorloofde verliezen lijden. Na een eerste uitwisseling van salvo’s trok Togo een groot deel van zijn vloot terug en liet zijn lichtere schepen ’s nachts met torpedo’s en mijnen de vijand schade berokkenen. Gedurende de volgende dag kwam het echter weer tot een treffen waarbij beide kanten schade leden. Een uur voor de dageraad werd de brug van het Russische vlaggenschip geraakt en Vitgeft kwam om. De Russen trokken zich terug. Teruggedrongen in de haven, hadden de Russen een slagschip, 2 kruisers en 3 fregatten verloren in de strijd en tijdens de terugtocht.
De verliezen waren nog beperkt gebleven maar de Russische nederlaag bleef niet zonder gevolgen. Viren kreeg het bevel over de vloot en weigerde nog uitvallen te doen. De zware kanonnen van zijn schepen werden overgebracht naar de forten van Port Arthur. De defensieve houding van de Russen was nu overduidelijk.
In Port Arthur zelf was de situatie nog steeds zeer chaotisch. Stessel negeerde de bevelen van Kuropatkin en weigerde zijn positie af te staan aan Smirnov. De bevoorrading werd zwaar bemoeilijkt door de blokkade.
In Port Arthur waren 45.000 soldaten en heel wat achtergebleven burgers. De verdedigingswerken bestonden uit kustforten, oude Chinese forten op de landzijde, en onvolledige Russische versterkingen en artillerieposities. Troepen hadden tussen februari en augustus extra versterkingen aangelegd en de bestaande verbeterd. Kanonnen van de schepen werden gebruikt voor de versterking van de verdedigingswerken.
Bij Port Arthur bleken de inlichtingen die de Japanse legerleiding had beperkt vergeleken met informatie over Mantsjoerije. De verdedigingswerken werden mogelijk overschat. Na een gefaalde poging om het fort met geweld te nemen, besloot Nogi te kiezen voor een lange belegering.
[bewerk] De Slag bij Liaoyang
Bij Liaoyang was Koeropatkin zo slecht geïnformeerd, dat hij dacht dat hij numeriek sterk in de minderheid was, terwijl hij juist de overhand had. De Japanse inlichtingendienst, geholpen door Chinezen, was echter op de hoogte van de Russische mankracht en opstelling. Koeropatkin koos voor de verdediging terwijl Iwao Oyama, de Japanse bevelhebber, besloot aan te vallen voordat er nog meer Russen arriveerden.
Op 26 augustus, de eerste dag van de strijd viel de Hung-Sha Pas en hierdoor trok Kuropatkin zijn gehele buitenste verdedigingslinie terug. Tegen 29 augustus waren de Russen bij hun tweede verdedigingslinie. Een tekort aan goede kaarten van het gebied speelde de Russen parten aangezien ze weinig kennis hadden van de streek.
Uiteindelijk werd de situatie voor beide legers kritiek. De Japanners riskeerden afgesneden te worden en Koeropatkin, wiens Eerste Siberische Korps uitgeput was, weigerde zijn reserves te gebruiken. De Russische bevelhebber dacht nog steeds dat zijn tegenstanders in de meerderheid waren. Uiteindelijk trokken de Russen zich terug. Hoewel hij minder verliezen had geleden dan de Japanners, werd Koeropatkin teruggedreven door een numeriek inferieure tegenstander.
Op 24 september richtte de Tsaar het Tweede Mantsjoerische Leger op onder het bevel van generaal Grippenberg. Deze troepen waren meer dan welkom. Helaas voor Koeropatkin was Grippenberg opnieuw een lieveling van het hof en niet een ervaren of talentvolle bevelhebber.
[bewerk] De Slag bij de Sha Ho rivier
Port Arthur stond op het punt veroverd te worden door de Japanners en Koeropatkin wist dat actie ondernomen moest worden. Hij had versterkingen gekregen, maar zodra Port Arthur viel, besefte Koeropatkin dat Generaal Nogi zich met zijn troepen bij de Russische tegenstander zou voegen.
Slecht geïnformeerd, met een laag moreel en een slechte bevoorrading wilde Koeropatkin niet te ver oprukken. Bij de Sha Ho rivier, op ongeveer 32 kilometer van Mukden, vond de veldslag plaats. Het plan en het inzicht van Koeropatkin waren uitstekend. Helaas zouden traagheid van uitvoering en onfortuinlijke omstandigheden de veldslag in het nadeel van de Russen doen uitdraaien.
Beide zijden verloren veel troepen, hoewel de Russische verliezen hoger lagen dan de Japanse. Het Russische leger kon echter veel makkelijker zijn verliezen vervangen. De veldslag eindigde de facto in een gelijkspel waarbij geen van beide zijden veel bereikte. Koeropatkin claimde, net als bij de vorige veldslag, de overwinning hoewel dit ten onrechte was. Koeropatkin kreeg pas nu het volledige opperbevel van alle strijdkrachten en Aleksejev werd ontheven uit zijn functie.
[bewerk] De Tweede Fase: De vernedering van Rusland
[bewerk] De winterconflicten en de val van Port Arthur
De slag bij de Sha-Ho rivier had de Japanners gevaarlijk dicht bij een nederlaag gebracht. De verzwakking van hun troepenmacht en een tekort aan munitie dwong hen tot passiviteit. Net zoals het Russische Leger zocht het Japanse leger ook haar winterkwartieren op. Zowel de Japanners als de Russen teerden op de plaatselijke bevolking om te voorzien in hun levensonderhoud. De gebruikte methode was echter zeer verschillend.
Beide zijden waren niet bepaald geliefd maar de Chinezen prefereerden veruit de Japanners boven de Russische bezetter. Rusland had zich zeer impopulair gemaakt door het vernietigen van dorpen voor het verkrijgen van voorraden en grondstoffen. De Chinese dorpen die overeind bleven, werden regelmatig door de Russen gedwongen voedsel, drank, brandstof en seks te leveren. Ziekte, dronkenschap en wangedrag zorgden voor problemen en conflicten met de lokale bevolking.
De Japanners eisten woningen op waarin troepen werden gelegerd, maar anders dan de Russen vernietigden ze geen woningen. Omdat de hygiëne belangrijk werd geacht, maakten de Japanners badhuizen en verbeterden ze de aflopen, de sanitaire voorzieningen en de wegen. Dit kwam de plaatselijke bevolking alleen maar ten goede.
Ook kreeg de plaatselijke bevolking toegang tot een ziekenhuis, vrij van enige kosten. Het feit dat de Japanse troepen goed gevoed waren voorkwam plundering en bovendien was de discipline van de Japanse eenheden veel beter. Daarom waren de Chinezen eerder geneigd aan de Japanse bezetter informatie te leveren.
Ondertussen verschoof de aandacht terug naar Port Arthur waar 11-inch Krupp Houwitzers arriveerden om de Japanse artillerie daar te versterken. Kodama, de chef staf van Maarschalk Oyama was de architect achter de hele campagne. Deze Kodama werd naar Port Arthur gestuurd waar Nogi al diens advies ter harte nam.
Na de inname van de strategisch belangrijke 203 meter heuvel, viel het ene fort na het andere. Uiteindelijk ging Stessel akkoord met de overgave van Port Arthur. De voorwaarden van Nogi waren genereus. De burgers mochten vertrekken, de gewonden werden naar hospitalen gebracht en de officieren mochten ofwel krijgsgevangene worden ofwel, op voorwaarde van geen verdere deelname aan de oorlog, terugkeren naar huis. De Russische officieren die kozen voor terugkeer naar huis, duwden burgers, vooral vrouwen en kinderen, opzij om de beste plaatsen te hebben op de trein voor de terugreis. Dit incident schokte zowel de journalisten als de Japanners.
Tijdens de winter kreeg Koeropatkin nieuwe voorraden en kreeg hij het bevel over 3 legers. Deze drie legers stonden onder het bevel van Linevitsj, Grippenberg en Kaoelbars. De val van Port Arthur was een nederlaag maar tegelijkertijd een opluchting die Koeropatkin toestond om op adem te komen. Niet langer diende hij te pogen Port Arthur ter hulp te komen. Koeropatkin besloot om zijn kozakken te gebruiken. Deze cavalerie stond hoog aangeschreven maar werd vooralsnog weinig gebruikt. De schade die deze cavalerie aanrichtte bleef echter beperkt tot het vernielen van wat bruggen, voorraden en treinen. Ondanks de inzet van 7500 kozakken draaide het op een grote teleurstelling uit. Slechte landkaarten zorgden ook hier weer voor problemen.
[bewerk] De Slag bij San-de-Pu
Koeropatkin besloot op 19 Januari dat het Tweede Leger moest oprukken. Het plan was de vijand te bevechten en te verslaan voordat het Japanse Derde Leger aankwam. De manoeuvre eindigde in een fiasco. Het dorp San-De-Pu werd niet bezet en Sjtakelberg werd op grond van incompetentie uit zijn functie ontheven.
Niettemin wist Kuropatkin een voordelige positie in te nemen voor de laatste grote veldslag op land, namelijk de Slag bij Mukden.
[bewerk] De Slag bij Mukden
Oyama en Kodama waren in de minderheid net als bij Liaoyang. Ze besloten zelf het initiatief te nemen en tot de aanval over te gaan. Terwijl een aanval door het Yalu Leger werd geopend op de Russische oostelijke flank als afleiding, werd de ware aanval door het Japanse Derde Leger uitgevoerd op de westelijke flank. Koeropatkin werd misleid door de afleidingsaanval en versterkte zijn oostelijke flank.
Met alle reserves weggestuurd naar de oostelijke flank werd het moeilijk om de hoofdaanval te weerstaan. Uiteindelijk kon Koeropatkin zijn legers enkel nog redden door zich terug te trekken. Mukden werd opgegeven en de Russische terugtocht verliep chaotisch. Omdat de Japanse troepen uitgeput waren, kon Oyama de achtervolging niet inzetten en bleven de Russen van een complete vernedering gespaard. Opnieuw hadden de Japanse troepen gewonnen en opnieuw was de overwinning niet compleet.
Wat betreft het aantal deelnemende troepen was de slag bij Moekden destijds de grootste veldslag aller tijden: beide partijen hadden ruim 300.000 man ingezet. De Russen verloren ongeveer 25.000 doden, 25.000 gewonden en nog eens 40.000 gevangen. De totale Japanse verliezen bedroegen ruim 40.000 man.
Als gevolg van de Slag bij Mukden werd Koeropatkin uit zijn functie ontheven maar mocht hij toch nog het bevel blijven voeren van één leger. Hij en Generaal Linevitsj ruilden gewoon van functie.
[bewerk] De Slag bij Tsushima
Het 2e Russische vlooteskader arriveerde in de nabijheid van Japan tegen einde mei, zeven en een halve maand na hun vertrek. Togo had alle tijd gehad om zijn schepen te herstellen. Zijn kruisers patrouilleerden volop en Port Arthur was ondertussen gevallen. Door de val van Port Arthur moest Rozjesvenski zijn eskader naar Vladivostok brengen.
Er waren 3 routes om Vladivostok te bereiken en Togo gokte dat zijn tegenstanders de kortste weg zouden nemen. Togo’s gok bleek de juiste te zijn en de twee vloten kwamen tegenover elkaar te staan.
De Russische vloot had de overhand op het vlak van vuurkracht maar de Japanse vloot was veel sneller. Om zijn schepen nog sneller te maken liet Togo een deel van zijn steenkoolvoorraden overboord gooien. De Russische schepen, die lange reizen moesten maken, waren lichter gepantserd en hadden zeer veel steenkool aan boord wat de schepen vertraagde. Rozjestvenski’s schepen werden nog meer vertraagd, omdat ze in de buurt bleven van 4 transportschepen.
De Russische vloot besloot volkomen defensief te zijn en had geen echt plan van operatie, terwijl Togo wel bevelen gaf aangaande het verloop van de strijd en de aanvalsmethode. De precisie van de Japanse vloot bleek veruit superieur aan de Russische en al snel zonken verschillende Russische schepen.
De Russische bevelhebber Rozjestvenski geraakte zwaargewond tijdens het conflict, wat een zware handicap bleek te zijn tijdens het verdere verloop van de zeeslag. Op het einde van de strijd gaven de Russische overlevenden zich over. Togo bezocht enkele weken later Rozjestvenski en werd vergezeld door luitenant Isoroku Yamamoto.
Het is deze Yamamoto die 36 jaar later het plan ontwikkelde voor de aanval op Pearl Harbor en het bevel voerde over deze verrassingsaanval. Hij voorzag tevens het ongelukkige einde voor Japan indien de strijd zou worden aangegaan met de Verenigde Staten.
[bewerk] Revolutie in Rusland en uitputting in Japan
Rusland was heel het jaar rusteloos geweest. De overgave van Port Arthur had een funeste invloed op de publieke opinie. Op 22 januari was er een opstand in Sint-Petersburg (Bloederige Zondag) waarbij de Russische politie en troepen op de opstandelingen schoten. De gouverneur van Moskou werd 3 weken later vermoord door een bom.
De nederlaag bij Mukden en het fiasco bij Tsushima verhoogde het risico op revolutie. Op verschillende plaatsen waren er manifestaties. De Japanse kolonel Akashi steunde opstandelingen in het geheim door duizenden wapens in Finland, de Kaukasus en de Baltische provincies binnen te smokkelen, waar nationalisten en revolutionairen acties ondernamen.
De Tsaar kwam onder grote druk te staan en hoewel zijn vrouw, Koeropatkin en Linevitsj de oorlog wilden voortzetten besloot hij hun adviezen naast zich neer te leggen. De Duitse Keizer, die pro-Rusland was geweest tijdens het conflict, wilde het risico van een revolutie in Rusland vermijden en adviseerde de tsaar om naar vrede te streven. De vraag was immers of Japan sneller zonder liquiditeiten kwam te zitten dan de tsaar zonder de steun van het volk. Rusland weigerde vernederd te worden en koos voor vredesonderhandelingen.
[bewerk] De uitputting van Japan
Japan besefte al kort na het uitbreken van de oorlog dat het conflict een zware druk uitoefende op de Japanse maatschappij. De kosten liepen hoog op, maar dankzij de voordelige leningen die Japan bij zijn Westerse ‘bondgenoten’ kon aangaan bleef de lange campagne mogelijk.
Niettemin slinkten de oorlogsfinanciën en ook de reserves aan mankracht raakten uitgeput. Uiteindelijk dong Japan na Tsuhima naar vrede terwijl het de overhand had. De campagne kon niet veel langer voortgezet worden. President Roosevelt werd erbij gehaald om de onderhandelingen te begeleiden. Nog snel bezette Japan het Russische eiland Sachalin, waardoor het zijn onderhandelingspositie nog meer kon consolideren.
[bewerk] De onderhandelingen
Kodama had al snel ingezien dat het na de overwinning bij Mukden alleen nog maar bergaf kon gaan. De Russische overmacht kon keer op keer worden verslagen, maar hoe verder men oprukken zou, hoe meer problemen er zouden ontstaan. Rusland zelf verplaatste troepen van het westen naar het oosten. Het werd Kodama duidelijk dat men het Russische leger niet definitief kon verslaan.
De Franse en Duitse steun aan Rusland was financieel veel beter en het leek er dus op dat ook economisch Rusland veel resistenter zou zijn wanneer het op een langdurig conflict aankwam. 53 percent van het jaarlijkse Japanse inkomen ging naar de oorlogsinspanningen en de druk was onhoudbaar geworden. Er was een algemene consensus dat Japan vrede moest nastreven om haar belangen te consolideren. Tijdens de onderhandelingen was invloed en controle over Korea en Mantsjoerije fundamenteel, maar ook de vraag naar schadevergoedingen was van belang zodat de lege schatkist gevuld kon worden.
[bewerk] Aanvang
Bij aanvang van het conflict was President Theodore Roosevelt pro Japan geweest maar doordat Japan zichzelf bewees als een ware grootmacht, die mogelijk Azië kon annexeren, vreesde Roosevelt ervoor dat de opmars van de Verenigde Staten bedreigd werd door die van Japan. Hij liet dus blijken dat Japan zou krijgen waar het recht op had maar niets meer of het zou tegenover een verenigd Westen te staan.
[bewerk] Rusland
De Russische vredesdelegatie werd geleid door de voormalige minister van financiën Sergej Witte. Witte was ondanks zijn keurig uitzicht een arrogant en impopulair persoon. Niettemin was hij een begaafde onderhandelaar. Witte bespeelde de Amerikaanse publieke opinie en liet Rusland sterker overkomen dan het was. De Tsaar was bereid tot concessies maar zou geen financiële toegevingen doen. Herstelbetalingen waren helemaal uit den boze. Rusland was wel bereid om Japan de vrije hand te laten in Korea.
[bewerk] Japan
Baron Komura had dan weer het bevel over de Japanse delegatie. Komura was een universitair van Harvard, een ervaren diplomaat en een fervente aanhanger van de oorlog. De Japanse eisen waren natuurlijk veel groter dan die van Rusland. Japan wilde absolute zeggenschap in Korea, Rusland moest Mantsjoerije te verlaten, de oorlogsbuit diende erkend te worden, Sachalin moest afgestaan worden, langs de Russische kust moesten visserijrechten verkregen worden en Rusland diende Japan zware betalingen te doen.
[bewerk] Overeenkomst
De eisen van beide kanten moesten geheim blijven, maar de Amerikaanse pers kwam de Japanse eisen te weten. De tsaar wou Japan ertoe brengen om herstelbetalingen te blijven eisen zodat Rusland de oorlog kon voortzetten en Japan in financiële problemen zou komen. Amerika waarschuwde Japan voor dit gevaar en uiteindelijk gaf Japan toe. Op 5 september werd het vredesverdrag getekend. Rusland ging akkoord met de Japanse eisen betreffende Korea. Japan verwierf rechten op het Liaotung schiereiland met onder meer Dalny en Port Arthur, het zuidelijk deel van de spoorweg in Mantsjoerije (Chinese Oostelijke Spoorlijn) en het zuiden van Sachalin. De rechten van de Russen in de afgestane gebieden werden overgedragen aan Japan. Het was ongezien dat een verslagen land een dergelijk grote invloed op de onderhandelingen kon hebben.
Ondanks het feit dat de onderhandelingen voor Rusland erg rustig verliepen bleef de binnenlandse onrust toenemen. Maar ook Japan kende een tijd van onrust door het verliezen van de herstelbetalingen en de bevolking die leed onder de verhoogde belastingen. De Verenigde Staten waren door hun rol in de onderhandelingen in diskrediet geraakt bij vele Japanners.
[bewerk] De impact van de Russisch-Japanse Oorlog (1904-1905)
Door de oorlog raakte Rusland zwaar geïsoleerd. Enkel Duitsland en in een veel mindere mate Frankrijk, steunden Rusland. De Verenigde Staten, Groot-Brittannië en hun territoria steunden actief Japan. De internationale wereld had haast over de hele lijn de verrassingsaanval op Port Arthur verheerlijkt in plaats van ze te veroordelen.
De onmiddellijke impact van de oorlog was lichter voor Rusland dan op Japan, maar was op lange termijn veel meer voelbaar. Rusland voerde een lokale oorlog die op grote afstand van de belangrijkste Russische centra werd gevoerd. De druk op het leger, de voorraden en het multiculturele conflict in het Russische Rijk werden slechts licht verhoogd door de oorlog.
Japan daarentegen vocht dicht bij het thuisland en onderging een grotere druk op haar bevolking en economie, omdat een groter deel van de bevolking militair werd ingezet en hogere belastingen nodig waren om de militaire inspanningen te betalen. De Japanse homogene bevolking was zelden misnoegd over zijn lot.
De Russische maatschappij had heel wat onrust gekend vóór de oorlog en figuren zoals Lenin en bepaalde bevolkingsgroepen wensten maar al te graag de val van de Tsaar en zijn regime. Japan kende geen verdeeldheid. Zelfs de politieke tegenstanders van de oorlog zoals Hirobumi Ito, schaarden zich achter het conflict toen dit uitbrak. Japan stond verenigd in tijden van nood, Rusland was verdeeld zowel voor, tijdens als na het conflict. Zowel Rusland als Japan zag zichzelf als de ‘gekozen’ natie die, gedreven door een ideologie van nationalisme en imperialisme hun invloedssfeer wilden uitbreiden.
Rusland zag zichzelf als het jonge oosterse land dat de rest van het Oosten onder zich wou verenigen. Tot haar verbazing kreeg Rusland de rol van Westerse mogendheid toebedeeld (zowel cultureel als geografisch) tegenover een Oosters land dat de overwinning behaalde.
Pas in 1917 met de communistische staatsgreep stak een grote imperialistische toekomstvisie opnieuw de kop op. Het Japanse streven kwam dan weer voort uit de nationalistische drang om te bewijzen dat Japan een moderne natie was. Militarisme was tot 1945 verweven met de staat en zowel de verjaardag van de slag bij Mukden als die van de slag bij Tsushima werden gevierd als militaire feestdagen.
Generaal Nogi en Admiraal Togo kregen na verloop van tijd tempels. Theater en film verheerlijkten de heldenmoed en de overwinning over grote aantallen vijanden. Deze werden niet verbonden met discipline, inzicht of zwakke vijanden, maar integendeel met het abstracte idee van de mystieke en onoverwinnelijke Japanse ‘geest’. Dit idee werd versterkt door de overwinningen bij de Gele Zee en Tsushima. Het vormde een motivatie voor de veroveringsdrang van Japan.
De Russisch-Japanse Oorlog werd met uitzondering van het Russische eiland Sachalin, steeds op territoria uitgevochten die tot geen van beide partijen behoorde. De slachtoffers waren klein in verhouding tot de volledige bevolking van elke kant. De Russen verloren 31.630 soldaten en Japan 49.000. In feite waren de gevolgen van het aantal gevallen soldaten beperkt voor de maatschappij. De onrust in Rusland bestond al lang voor het conflict uitbrak en de nederlagen bij onder andere Mukden en Tsushima zorgden alleen voor een toename van de negatieve opinie van de bevolking op het beleid.
In Japan was de regering populair en kreeg het de steun van het volk, maar de hoge belastingen, die de oorlog financierden, zorgden wel voor wrok en verbittering. Rusland, die zware concessies moest doen, ontsnapte wel aan financiële terugbetalingen. Japan had op deze terugbetalingen gehoopt en als gevolg van het uitblijven ervan waren er kortstondig rellen. Het was vooral de lokale bevolking die het meeste leed onder de oorlog.
[bewerk] Rusland
De vredesonderhandelingen bezorgden Japan een diepgaande invloed in Mantsjoerije (zie Mantsjoekwo) en Korea, maar voorzag dat Rusland geen financiële aderlating onderging. De Tsaar maakte in reactie tegen de opkomende onrust, verdeeldheid en misnoegdheid, Witte tot graaf als beloning voor het goed afhandelen van de vredesonderhandelingen en beval hem constitutionele hervormingen te starten. Deze hervormingen leidden tot de oprichting van de Doema, een machteloos parlement. De zwakte van de Doema werd duidelijk tijdens de Eerste Wereldoorlog en de revoluties van 1917. Ook de hervormingen van het leger schoten tekort en slaagden er niet in het militaire apparaat van zijn zwaktes te ontdoen.
[bewerk] Japan
Japan echter breidde zijn macht uit en had dankzij zijn overwinningen zowel op het land als ter zee, zichzelf verheffen tot de positie van grootmacht. De eerste overwinning van een Aziatische natie tegenover een Europese grootmacht gaf een idealistische dynamiek aan de visies en bewegingen van anti-imperialisten zoals Gandhi in India of groepen in Indo-China, Perzië en Birma. Toch bleek al snel dat Japan zelf een imperialistische weg wilde inslaan.
In Japan ging alle eer naar het leger, wat een weergave was van de politieke macht van het opperbevel. Nochtans was het de vloot geweest die de grote overwinningen had behaald in de Russisch-Japanse Oorlog. Verschillende generaals kregen promotie maar Admiraal Togo werd pas Admiraal van de Vloot bij zijn dood in 1934. Het leger speelde al snel een dominante rol in het politieke leven en leverde drie Eerste Ministers: de generaals Tojo en Hirota, beide opgehangen voor oorlogsmisdaden in 1946 en admiraal Suzuki. Luitenant Isoroku Yamamoto, een marineofficier die diende onder Togo, voerde in de 2e Wereldoorlog het bevel over de Japanse vloot. Ook in Rusland kreeg het leger nog veel krediet en Kuropatkin schopte het zelfs tot gouverneur.
In 1907 en 1910 zorgden de Russisch-Japanse afspraken voor een soort verdeling van macht en invloed. Japan erkende de Russische invloed in Mongolië en Noord-Mantsjoerije. Tegelijkertijd erkende Rusland de invloed van Japan in Korea en Zuid-Mantsjoerije. Een factor die vele Europeanen pro-Japan hield, was de humane behandeling van gevangenen en van vijandelijke gewonden. Sommige Russen vonden dat de levensomstandigheden tijdens hun gevangenschap net zo goed of zelfs beter waren dan de manier waarop de Russische officieren hun troepen behandelden. Maar ook de Russen waren opvallend humaan in hun behandeling van Japanse gevangenen en gewonden. Het contrast met het gruwelijke en oneervolle gedrag van zowel Japan als Rusland tegenover gevangenen en gewonden in de Tweede Wereldoorlog valt erg op.
[bewerk] Wraak
Communistisch Rusland was echter heel wat sterker dan het uitgeholde tsaristische Rusland van de Russisch-Japanse Oorlog. Het Rode Leger bewees Japan dat de gemakkelijke overwinningen niet langer mogelijk waren. Veertig jaar na de vernedering in de Russisch-Japanse Oorlog nam Rusland wraak. Na de nederlagen van Japan tijdens de Sovjet-Japanse Grensoorlog in 1938 en 1939 had Japan geen nieuwe pogingen ondernomen om het gebied ten noorden van Mantsjoekwo aan te vallen. In 1945, vlag voor de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki, brak het Russische leger in een haastige invasie, Operatie Augustusstorm genoemd, met gemak door Noord-China en Mantsjoerije. De 925.000 soldaten van het Japanse Kwantung leger had nog maar weinig veteranen en kon nauwelijks weerstand bieden. Op 15 augustus 1945 erkende de Keizer van Japan dat zijn land mogelijk de oorlog zou verliezen en bood de capitulatie aan. Bij het einde van de vijandelijkheden hadden de Russen Dalny en Port Arthur terug in handen.
[bewerk] Moderne oorlogvoering
Het grootste belang in de Russisch-Japanse Oorlog lag in de veranderingen op het gebied van het militaire denken. De technologie had drastische veranderingen doorgemaakt. Telegraaf en radio zorgden voor onmiddellijke communicatie. Bepantserde schepen, zoeklichten, elektrische geschutskoepels, primitieve torpedo’s en volledig door stoom aangedreven schepen waren radicale vernieuwingen voor de zeemacht. Onderzeeërs bestonden wel maar geen van beide zijden lijkt in de Russisch-Japanse oorlog gebruik te hebben gemaakt van dit wapen. Nieuwe geweren en betere artillerie doken op in de landlegers. Maar vooral het primitieve machinegeweer bleek een revolutie te zijn. Omdat de tank nog niet bestond en er in grote mate snelvuur werd bereikt met de infanteriewapens werd het belang van versterkingen, loopgraven en andere verdedigingswerken groter.
De Russisch-Japanse Oorlog toonde dat mobiliteit de regel was. Belegeringen en zware verdedigingswerken zoals bij Port Arthur vormden de uitzondering. In de Eerste Wereldoorlog bleek het tegenovergestelde wanneer men de nadruk legde op verdediging, defensieve posities opbouwen en zeer weinig mobiliteit. De Tweede Wereldoorlog onderlijnde wel de lessen van de Russisch-Japanse Oorlog men stapte af van de defensieve strategieën en de statische situatie zoals die zich veelal voordeed in de Eerste Wereldoorlog.
Tsushima werd geïnterpreteerd als een overwinning verwezenlijkt door het massale treffen van oorlogsschepen. In werkelijkheid werd de oorlog op zee in de twee wereldoorlogen gewonnen door vele kleine schepen of zoals in de Tweede Wereldoorlog, door kleine groepen grote schepen. De wereld idealiseerde de Japanse capaciteiten en natuurlijk waren ook de Japanners geschokt door hun successen. Een fanatiek geloof in de spirituele kracht van de Japanse militair, voortkomend uit hun verbluffende overwinningen in de Russisch-Japanse Oorlog, leidde tot hun gok om in 1941 Pearl Harbor aan te vallen en zo de strijd met de Verenigde Staten van Amerika aan te gaan.
[bewerk] Een chronologisch overzicht van het conflict
[bewerk] 1904
- 8 en 9 februari: Japanse marineaanval op Port Arthur. Japanse nachtelijke verrassingsaanval. Verschillende malen zal Japan proberen de haveningang te blokkeren: eind februari, in maart en in april.
- 10 februari: Japan verklaart officieel de oorlog aan Rusland.
- 12 februari: De eerste Japanse troepen landen in Korea. Het Japanse 1e leger van generaal Tametoko Kuroki is aan land gegaan tegen 28 maart. Zij marcheren naar het noorden om een eerste veldslag uit te vechten met de Russische troepen van generaal Kuropatkin die een verdedigingslinie bezetten achter de Yalu rivier.
- 13 april : Dood van Marakov wanneer het vlaggenschip van de Russische vloot bij Port Arthur zinkt. Gevolg: demoralisatie van de Russische vloot.
- 25 april – 2 mei: slag aan de Yalu. De Japanse overwinning helpt bij het verwerven van internationale financiële steun en verhindert dat de Russen versterkingen sturen naar het Liaotung schiereiland vanuit Korea.
- 5 mei: Het Japanse 2e leger van generaal Oku begint te landen op het Liaotung schiereiland.
- 25-26 mei: slag van Nansham. De Russen bieden heftig weerstand, maar de munitievooraad geraakt uitgeput. Een haastige terugtocht wordt bevolen door generaal Fok.
- Begin juni: Het Japanse 3e leger van generaal Maresuki Nogi rukt op naar de haven van Dalny met de bedoeling Port Arthur te isoleren.
- 14-15 juni: Slag van Te-Li-Su. De Russen proberen het Japanse 2e leger te verslaan tussen Liaoyang en Port Arthur. Generaal Oku valt met de 3e, 4e en 5e divisie noordwaarts aan en verslaat het 1e Siberische korps van generaal Shtakelberg. De Russen verliezen omvatten 477 doden, 2240 gewonden en 754 gevangenen plus 16 kanonnen. De Japanners telden 217 doden en 946 gewonden.
- Einde juni: Het Japanse 1e en 4e Leger marcheren richting Liaoyang. Generaal Kuropatkin evacueert de strategische Motien Pas.
- 3 en 17 juli: Russische pogingen om de Motien Pas te heroveren mislukken.
- 22 juli: De Japanse opperbevelhebber, Oyama en zijn bekwame chef staf Kodama arriveren bij het 2e leger.
- 26 juli: De Japanse aanval op Port Arthur door het 3e leger van generaal Nogi begint.
- 31 juli: Generaal Keller rukt op tegen het Japanse Eerste Leger aan de zuidoostelijke toegangen tot Liaoyang.. De voorbereidingen worden verstoord door een aanval van de Japanse 12e divisie van Generaal Inouye, die een tweemaal sterkere Russische strijdmacht terugdrijft.
- 10 augustus: Slag van de Gele Zee. Het Russische eskader van admiraal Vitgeft verlaat Port Arthur en levert slag tegen de Japanse vloot van admiraal Togo. Na de dood van admiraal Vitgeft op zijn zwaar gehavende vlaggenschip beveelt zijn secondant de terugtocht. Het Russische eskader blijft geblokkeerd in Port Arthur. Vele scheepskanonnen worden verwijderd om de landverdediging te versterken.
- 9 tot 24 augustus: De eerste frontale aanvallen van de Japanse generaal Nogi tegen de verdediging van Port Arthur zijn te overmoedig en hebben weinig succes. Nogi beveelt de belegering van Port Arthur.
- 26 augustus – 3 september: Slag van Liaoyang. Het 1e, 2e en 4e leger van generaal Oyama vallen het Russische leger van generaal Kuropatkin aan, bestaande uit het 1e, 3e, 4e en 5e Siberische, en het 10e en 17e korps. Beide legers vechten tot ze de uitputting nabij zijn. Er is geen duidelijke overwinnaar. De Russen roepen zichzelf tot overwinnaar uit omdat hun verliezen lager zijn. Maar Kuropatkin moet naar het noorden terugtrekken. De onbekwaamheid van de Russische bevelvoering, controle en communicatie zijn duidelijk zichtbaar.
- 7 tot 17 oktober: slag van Sha Ho. Kuropatkin probeert een offensief naar het zuiden uit te voeren. Oyama start een tegenoffensief. Opnieuw verklaren de Russen dat zij de veldslag wonnen. Beide legers zoeken in Mantsjoerije hun winterkwartieren op.
- 25 tot 31 oktober: de Japanners proberen 6 dagen lang Port Arthur te veroveren. Deze pogingen falen.
- 27 november tot 6 december: Het Japanse 3e leger bij Port Arthur wordt versterkt. De strategische heuvel 203 en de Vysokaya heuvel die de haven domineren worden door de Japanners veroverd. Russische slagschepen in de haven worden weldra tot zinken gebracht of uitgeschakeld door de Japanse artillerie.
- 18 tot 31 december: Nog 4 steunpunten worden door de Japanners veroverd en generaal Stessel vraag naar de voorwaarden voor de overgave van het garnizoen van Port Arthur.
[bewerk] 1905
- 2 januari: Het garnizoen van Port Arthur geeft zich over. Door de val van Port Arthur is het Japanse 3e leger van generaal Nogi nu beschikbaar voor inzet in het noorden. Zij kunnen nu het 1e, 2e en 4e Japanse leger gaan versterken. De troepen van Oyama staan daar nu tegenover de troepen van generaal Kuropatkin, bestaande uit het 1e leger van generaal Linevich, het 2e leger van generaal Grippenberg, het 3e leger van generaal Kaulbars en het Kozakken korps van generaal Mischchenko.
- Januari: beide legers sturen cavalerie uit om elkaars bevoorradings- en communicatielijnen aan te vallen.
- 25 tot 29 januari: Slag van San-de-Pu. Grippenberg faalt bij het uitvoeren van een gedurfde troepenbeweging met rampzalige gevolgen. Generaal Grippenberg geeft zijn legercommando af en bekritiseert in het openbaar de chef van de generale staf, generaal Kuropatkin.
- Januari tot februari: De Russische revolutie van 1905. Er breken ernstige onlusten uit in de Russische steden. Honderden betogers worden door politie- en legereenheden gedood. De gouverneur van Moskou wordt vermoord. Japanse netwerken leveren wapens aan dissidenten in Finland, de Baltische Staten en de Kaukasus.
- 19 februari tot 10 maart: Slag van Mukden. Deze slag wordt geleverd door de meest talrijke legers in de geschiedenis tot op die datum. Voor de lentecampagne beschikt de Russische generaal Kuropatkin over het 1e, 2e en 3e Mantsjoerijse leger (van de generaals Linevich, Kaulbars en Bilderling). In totaal hebben de Russen een leger van 275.000 man infanterie, 16.000 man cavalerie, 1439 stukken veldgeschut en 56 machinegeweren. De Japanse bevelhebber Oyama beschikt over het Yalu leger (generaal Kawamua), het 1e (generaal Kuroki), het 2e (generaal Ozu), het 3e (generaal Nogi) en het 4e leger (generaal Nozu). In totaal bedroeg de Japanse troepensterkte 200.000 man infanterie, 7350 man cavalerie, 924 kanonnen (inclusief zware 11inch houwitzers aangevoerd uit Port Arthur), en 174 machinegeweren.
Uiteindelijk trekken de Russische eenheden noodgedwongen zo'n 200 mijl terug en verliezen daarbij een groot deel van hun transport en voorraden. Alleen de uitputting van het achtervolgende Japanse leger verhindert dat deze terugtocht een compleet debacle wordt.
- 20 maart: een vertrouwelijk voorstel van de Verenigde Staten om als tussenpersoon op te treden.
- 27 tot 28 mei: Slag bij Tsushima. De beslissende zeeslag van de oorlog vindt plaats in de zee-engte tussen Korea en Japan. In een confrontatie tussen de snellere maar lichter bewapende vloot van admiraal Togo en de Russische vlooteskaders van admiraal Rozhdestvenski wordt de Russische vloot verpletterend verslagen. De 2 nederlagen van Mukden en Tsushima vernietigen de Russische wil om door te vechten, hoewel de Russische legers nog steeds de sterkste zijn. Maar ook in Japan begint de proportioneel grotere kost van de oorlog in levens en in geld zwaar te wegen.
- 10 en 12 juni: Japan en Rusland aanvaarden publiekelijk het Amerikaanse voorstel om te bemiddelen.
- 14 tot 25 juni: Er heerst onrust op de Oostzeevloot. De bemanning van de Russische slagkruiser Potemkin gaat muiten. Duizenden sympathiserende betogers worden gedood door de Russische troepen gelegerd in Odessa. De kruiser Potemkin zoekt asiel in een Roemeense haven.
- 7 juli tot 8 augustus: Japan neemt bezit van het eiland Sachalin.
- 9 augustus: De vredesonderhandelingen beginnen te Portsmouth in New Hampshire, onder toezicht van de Amerikaanse president Theodore Roosevelt.
- 5 september: Het verdrag van Portsmouth wordt ondertekend. Japan wint Zuid-Sachalin en het Liaotung-schiereiland, en invloedsrechten in Korea. De publieke opinie reageert negatief op dit verdrag in zowel Rusland als Japan. Maar de vernedering van het regime in Rusland is veel schadelijker dan de gevolgen voor de Japanse regering.
[bewerk] Slotsom
Twee vragen duiken het meest prominent op wanneer men de Russisch-Japanse Oorlog bestudeert.
[bewerk] Eerste vraag
De eerste vraag is: waarom versloegen de Japanners de Russen keer op keer, zowel op het land als ter zee?
Twee belangrijke elementen speelden hierin mee. Ten eerste vocht Rusland in een nadelige positie. De enorme afstand tussen de legers en het thuisland, wat de bevoorrading bemoeilijkte, maakte een heel verschil. Qua kwaliteit en numerieke overwicht van de uitrusting en bewapening komt men toch in verhouding op een soort evenwicht uit.
Ten tweede was er de menselijke factor die een verschil maakte. De Japanse officier had een onmiskenbare band met de Keizer. De meeste lage officieren waren afkomstig uit de lagere klassen en waren opgevoed in de traditie van de Samurai en de Bushido school. De Russische officier had niet zo’n empathie of band met zijn ondergeschikten omdat zij meestal uit de hoogste klassen kwam en niet gedreven werd door een sterke ideologie zoals dat bij vele Japanse officieren het geval was. Maar ook de vriendjespolitiek bij de promotie van de Russische officieren en hun gevorderde leeftijd zorgde voor een afgesloten blok waarbij intriges, rivaliteit, verstarring en verouderde ideeën weelderig tierden.
De Japanse officieren werden echter veelal bevorderd omwille van hun capaciteiten. De jonge officieren brachten innovatie en nieuwe ideeën in de rangen van het leger. De Russische officieren waren verstard in hun visie op de wereld en de technologie. De vaste, feodale hiërarchie in het Russische leger liet veel te weinig ruimte toe voor het nemen van initiatief en anders dan de Japanners vervielen de Russische troepen in een apathische houding. Orders werden opgevolgd, dapper en met volharding maar zonder enig initiatief. Hetzelfde gold voor de lagere officieren die regelmatig kansen onbenut lieten. Het Russische Opperbevel was dan weer arrogant, ambitieus en werkte in een sfeer van onderlinge rivaliteit. Verder verliep de samenwerking tussen het Russisch leger en de Russische vloot erg slecht.
Aan Japanse zijde was de situatie anders. Autoriteit, trouw aan de keizer en de militaire traditie van de Samurai waren inherent aanwezig in het Japanse leger. Maar niettemin waren de Japanse officieren ook in staat om binnen de hiërarchie en de opgelegde bevelen kansen te benutten wanneer deze zich voordeden.
Het moreel was ijzersterk bij de Japanse strijdkrachten dankzij de filosofie van de Bushido en de militaire traditie van Japan. Dit ijzersterke moreel en de ingebakken discipline vormden één van de belangrijkste factoren die het verschil maakten tussen de beide legers.
[bewerk] Tweede vraag
De tweede vraag luidt: waarom heeft men geen lessen getrokken uit de Russisch-Japanse Oorlog en deze toegepast bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog?
Het is te eenvoudig om te stellen dat de toeschouwers van het conflict veronderstelden dat door de te grote incompetentie van de Russen en de fanatieke houding van de Japanners niets te leren viel uit het conflict. Het waren eerder de grote meningsverschillen in de interpretatie van het conflict.
De rapporten die men uitbracht over de gebeurtenissen in de Russisch-Japanse Oorlog waren verre van uniform. Opmerkelijk was hoe het Britse Opperbevel het gebruik van de artillerie onderwaardeerde, ondanks het belang ervan bijvoorbeeld bij de inname van de belangrijke 203 meter heuvel bij Port Arthur.
Omwille van nostalgie en eigenbelang bleef de cavalerie overgewaardeerd. Het duurde nog jaren voordat afgestapt werd van het idee dat grote aantallen cavalerie nodig waren. Zelfs bij de aanvang van de Tweede Wereldoorlog waren er velen die nog steeds geloofden dat de cavalerie van nut kon zijn.
Het belang en de kracht van onder andere het machinegeweer in de handen van de verdediger is onopgemerkt gebleven. Deze vergissing heeft in de Eerste Wereldoorlog verschrikkelijke gevolgen gehad.
Vele gemaakte fouten en innovaties in de Russisch-Japanse Oorlog werden genegeerd, ondergewaardeerd of simpelweg niet opgemerkt, waardoor vele lessen opnieuw geleerd moesten worden in de Eerste Wereldoorlog.
Na de Russisch-Japanse Oorlog was er een Russische terugkeer naar de individuele studie van de Krijgskunde. Helaas was de kwaliteit van de officieren een handicap bij de uitvoering van hun bevindingen.
Oud en nieuw botsten na de Russisch-Japanse Oorlog en een aanpassing aan een nieuwe militaire realiteit die snel naderde diende te gebeuren. Aan Russische zijde was Kuropatkin één van de weinigen die levend uit de Russische Revolutie kwam, maar als leerkracht en klerk verder door het leven ging.
Nogi was dan weer een overblijfsel van het Oude Japan. Verteerd door verdriet omwille van zijn dode zonen, de tienduizenden gestorven Japanners en de loyaliteit aan de oude levenswijze vroeg hij de Keizer toestemming om rituele zelfmoord te mogen plegen. De Keizer gaf hem toestemming om dit te doen wanneer hijzelf overleed. Bij het overlijden van de Keizer pleegde Nogi met zijn vrouw Seppuku zelfmoord. Nogi is de minst progressieve Japanse generaal geweest en zijn dood leek een oproep om terug te keren naar de oude levenswijze. In zijn dood werd hij een symbool voor het nieuwe, machtige Japan dat een nieuwe weg insloeg. Met de dood van de Keizer kwam er een einde aan de Meiji periode en stond Japan op het wereldtoneel als een grootmacht die zich de volgende decennia zeer duidelijk zou laten gelden niet alleen in Azië maar ook op het ganse wereldtoneel.
Bron(nen): |
De informatie op deze pagina, of een eerdere versie daarvan, is geheel of gedeeltelijk afkomstig van de Faculteit Letteren aan de KULeuven.
|