Boekovina
De Boekovina (Roemeens: Bucovina, de naam betekent "Beukenland") is een historische regio in Roemenië en Oekraïne. De oppervlakte is 10.442 km². Het gebied ligt deels in en deels ten oosten van de Karpaten en het wordt van noordwest naar zuidoost doorsneden door de rivieren Proet en Siret. Langs de noordgrens stroomt de Dnjestr. De grootste plaatsen zijn Tsjernivtsi (het voormalige Cernǎuţi) in Oekraïne, Suceava en Botoşani in Roemenië.
De beroemdste trekpleister van de Boekovina zijn, afgezien van het bosrijke berglandschap, vijf aan de buitenkant met fresco's beschilderde kloosters. Deze zijn alle te vinden in de Roemeense Boekovina: in Voronet, Moldovita, Humor, Arbore en Sucevita. Deze 15de- en 16de-eeuwse kloosters zijn opgenomen in de Werelderfgoedlijst van de UNESCO.
[bewerk] Geschiedenis
De Boekovina staat pas sinds het einde van de 18e eeuw onder die naam bekend. Tot dan toe vormde het gebied het noordelijk deel van het vorstendom Moldavië. Dit Moldavië was een vazalstaat van het Ottomaanse Rijk, toen de Boekovina in 1775 door het Habsburgse Oostenrijk werd veroverd. Aanvankelijk stond het onder militair bestuur, maar in 1786 werd het bij Galicië (een andere Oostenrijkse verovering) gevoegd. Er volgde een periode van immigratie van verschillende kanten: Roethenen, verschillende groepen Duitsers, joden en kleinere aantallen Hongaren, Polen, Armenen, Slowaken, Grieken, Turken en Roma voegden zich bij de Roemenen die er al woonden. In 1849 kreeg de Boekovina een eigen status als Oostenrijks Kroonland. Toen in 1867 de Oostenrijks-Hongaarse Dubbelmonarchie ontstond, bleef de Boekovina Oostenrijks: het werd het oostelijkste gewest van het keizerrijk, en het enige waar Roemenen woonden (de andere Roemenen in Oostenrijk-Hongarije kwamen onder Hongaars bestuur).
Terwijl het centrale gezag te maken had met de nationale ambities van zowel de Roemenen als de Roethenen (die elkaar getalsmatig ongeveer in evenwicht hielden), beleefde de Boekovina een culturele bloeiperiode. In 1875, de 100ste verjaardag van de Oostenrijkse bezetting, kreeg de hoofdstad Czernowitz een universiteit. De Duitsers en de joden speelden een grote rol in het culturele leven. Geen gebied in Oostenrijk telde een zo groot percentage joden onder zijn inwoners. De dichter Paul Celan was een van hen.
Aan het eind van de Eerste Wereldoorlog viel Oostenrijk-Hongarije uiteen: het Verdrag van St.Germain van 10 september 1919 wees de Boekovina in zijn geheel toe aan Roemenië.
Tussen de beide wereldoorlogen zou de Boekovina Roemeens blijven. Aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog bepaalden nazi-Duitsland en de Sovjet-Unie in de geheime protocollen van het Molotov-Ribbentroppact dat het noorden door de sovjets mocht worden ingelijfd. Op 26 juni 1940 dwong de Sovjet-Unie Roemenië de noordelijke Boekovina (en tevens Bessarabië en het Hertsa-gebied) af te staan. Na de oorlog, in 1947 (Vrede van Parijs) werd de splitsing van de Boekovina bevestigd. Czernowitz (Roemeens: Cernauti) werd bij de Oekraïense SSR gevoegd, de twee volgende steden, Suceava en Radauti, bleven Roemeens.
Inmiddels was de bevolkingssamenstelling aan beide kanten van de nieuwe grens grondig gewijzigd: de joodse inwoners waren grotendeels gedeporteerd en vermoord. Van de etnische lappendeken die de Boekovina anderhalve eeuw was geweest, was weinig meer over. De zuidelijke Boekovina is sindsdien Roemeenser geworden en de noordelijke Oekraïenser.
Sinds het uiteenvallen van de Sovjet-Unie maakt de noordelijke Boekovina deel uit van de republiek Oekraïne.
{{{afb_links}}} | Regio's van Roemenië | ![]() |
{{{afb_groot}}} |
---|---|---|---|
|
Literatuur: |
|