Regenboog
Een regenboog ontstaat wanneer de (laagstaande) zon tegen een waternevel aanschijnt. Het verschijnsel doet zich voor als een spectrum van de basiskleuren die in elkaar overlopen. Het ziet eruit als een grote boog aan de hemel met het middelpunt recht tegenover de zon en het heeft een straal van ongeveer 42 graden. De kleuren zijn van buiten naar binnen rood, oranje, geel, groen, blauw, indigo en violet (ezelsbruggetje: ROGGBIV, of Rijden Over Geel Groene Bruggen Is Verboden).
De regenboog is rond doordat er ten opzichte van een willekeurige waarnemer een denkbeeldige cirkel is waarvan in elk punt de lijn van het invallende zonlicht en de gezichtslijn van de waarnemer zich in een hoek van 42 graden snijdt (en de refractiekegel van iedere ronde waterdruppel dus mede een lichtstraal in zijn richting zendt). De boog kan ook in een fontein of in het water uit een tuinslang zichtbaar zijn. De regenboog is altijd tegenover de zon te zien. In feite staat de waarnemer met de zon en het middelpunt van de regenboog op één lijn. De plaats van de regenboog is daarmee voor iedere waarnemer verschillend.
Afhankelijk van de omstandigheden kan de intensiteit van de kleuren van de regenboog per regenboog nogal verschillen, evenals de breedte van de kleurbanden. De kleurintensiteit en de breedte van de boog zijn afhankelijk van de grootte van de regendruppels. Hoe groter de druppels, des te smaller de regenboog, maar ook des te sterker de kleuren in het algemeen.
De grootste regenbogen zijn 's ochtends vroeg of aan het einde van de middag te zien, wanneer de zon laag staat. Hoe lager de zon aan de hemel, hoe meer van de regenboog te zien is. Bij laagstaande zon is de regenboog een halve cirkel. Vanuit een vliegtuig of hoog gebouw kan zelfs een volledige cirkel te zien zijn. Overdag, wanneer de zon hoger aan de hemel staat, is hooguit een deel van de boog te zien. Hoe hoger de zon, des te lager staat de regenboog, en des te kleiner is de cirkelboog die boven de horizon uitsteekt. Vaak zijn slechts stukken van de boog te zien, omdat zich niet overal waar de regenboog zich zou kunnen voordoen druppels bevinden.
Af en toe herhalen de kleuren van de regenboog zich aan de binnenkant; de boog lijkt dan in meerdere smalle bogen opgesplitst. Soms is door dubbele terugkaatsing van zonlicht in druppels buiten de gewone regenboog nog een tweede zwakkere bijregenboog te zien. De kleuren staan in omgekeerde volgorde van de hoofdboog. De bijboog staat een eindje buiten de gewone boog. Tussen de beide bogen is de hemel donker, de "band van Alexander" genoemd naar de Griekse filosoof Alexander van Aphrodisias (rond 200 n. Chr) die dit verschijnsel als eerste beschreef.
Bij een glad wateroppervlak kan soms een extra boog ontstaan, de spiegelboog. Deze ontstaat doordat het spiegelbeeld van de zon voor een extra regenboog aan de hemel zorgt. Ook bij volle maan is soms een regenboog te zien. Deze boog lijkt kleurloos, maar dat komt omdat het menselijk oog bij nacht vrijwel kleurenblind is. Op een kleurendia van de maanboog zijn de kleuren wel te zien.
[bewerk] Trivia
- Volgens een legende staat er aan het einde van de regenboog een pot met goud. Aangezien een regenboog geen einde heeft, is deze schat alleen in fictieve verhalen gevonden, door bijvoorbeeld Alfred Jodocus Kwak en Suske en Wiske, De regenboogprinses (184).
- In de Noordse mythologie is Bifröst de Asgard en Midgard verbindende regenboogbrug in drie kleuren, gemaakt door de goden. De rode kleur is vuur dat de bergreuzen uit de hemel houdt.
- In de Bijbel (Genesis 9) is de regenboog een teken van God aan de mensheid. Na de zondvloed beloofde God nooit meer zo'n vloed te sturen om de wereld te vernietigen. Met de regenboog bevestigt God deze belofte keer op keer. In de sacrale kunst worden de sacramenten dan ook vaak met een regenboog afgebeeld.
Meer afbeeldingen die bij dit onderwerp horen kunt u vinden op de pagina Regenboog op Wikimedia Commons. |
Bron(nen): |
|