Panthéon (Parijs)
Het Panthéon van Parijs is gelegen in het 5e arrondissement, midden in het Quartier Latin. De architect Jacques-Germain Soufflot bouwde het monument oorspronkelijk als een kerk gewijd aan Sainte-Geneviève. Het is nu meer bekend als begraafplaats van beroemde Fransen.
Inhoud |
[bewerk] Geschiedenis
In 1744 beloofde koning Lodewijk XV dat als hij zou herstellen van een ziekte, op de plaats van de oude abdij van Sainte-Geneviève, een nieuwe kerk zou bouwen. De Markies van Marigny werd aangewezen om de belofte van de koning waar te maken, nadat hij hersteld was van zijn ziekte. Soufflot, een beschermeling van Marigny werd aangesteld om een ontwerp te maken, en de bouw van het Panthéon begon.
Het ontwerp bestond uit een Grieks kruis met een portiek van Corinthische zuilen. De afmetingen waren enorm, het gebouw moest 110 meter lang bij 84 meter breed worden, en 83 meter hoog. Alhoewel de funderingen al in 1758 gelegd waren, werd het pas in 1789 voltooid.
Het nieuwe regime na de Franse Revolutie zag in het imposante neoclassicistische gebouw een soort tempel ter ere van Frankrijk, en veranderde de functie van kerk naar mausoleum voor beroemde Fransen. Daarna is nog enkele keren van functie gewisseld, maar in 1885 werd het officieel een 'tempel' voor de grote Fransen.
[bewerk] Crypte
Boven de ingang van het Panthéon staat de tekst Aux grands hommes la patrie reconnaissante, oftewel 'Voor de grote mannen, het dankbare vaderland'. De 'grote mannen' kregen hun laatste rustplaats in de immense crypte van het gebouw.
De uitdrukking 'grote mannen' is overigens niet letterlijk te nemen aangezien er ook een 'grote vrouw' in het Panthéon is opgenomen, namelijk Marie Curie. Zij is tot nu toe de enige vrouw die deze eer te beurt viel op grond van haar eigen merites. De enige andere vrouw die in het Panthéon werd bijgezet was Sophie Berthelot, de echtgenote van Marcellin Berthelot. Nadat beiden op 18 maart 1907 overleden, kregen ze een gezamenlijk graf.
De crypte bevat onder andere de laatste resten van Voltaire, Rousseau, Marat, Victor Hugo, Alexandre Dumas père, Émile Zola, Marie Curie, Pierre Curie, Louis Braille, Jean Jaurès, Marie François Sadi Carnot, Marcellin Berthelot, Jean Monnet, Marie Jean Antoine Nicolas Caritat, markies de Condorcet en de architect van het gebouw Jacques-Germain Soufflot
De beslissing om iemand bij te zetten in het Panthéon is in het verleden aan verschillende instanties en machtige personen (o.a Napoleon) overgelaten. Op dit moment is het verlenen van deze (postume) eer voorbehouden aan de president van Frankrijk, Jacques Chirac.
[bewerk] Lijst van in het Panthéon opgenomen personen
De lijst hieronder bevat alle personen die ooit in het Panthéon opgenomen werden, zouden worden en diegenen die uit het Panthéon verwijderd werden
Datum van bijzetting in het Panthéon |
Naam | Bijzonderheden |
---|---|---|
1791 | Honoré Mirabeau | Verwijderd in 1794 na ontdekking van zijn correspondentie met Lodewijk XVI |
1791 | Voltaire | |
1792 | Nicolas-Joseph Beaurepaire | Verplaatsing van de overblijfselen naar het Panthéon niet uitgevoerd |
1793 | Louis Michel Le Peletier de Saint-Fargeau | Vermoorde afgevaardigde, overblijfselen uit het Panthéon verwijderd |
1793 | Augustin-Marie Picot | Verwijderd wegens beschuldiging van verraad |
1794 | Jean-Paul Marat | Verwijderd wegens beschuldiging van verraad |
1794 | Jean-Jacques Rousseau | |
1806 | Claude-Louis Petiet | |
1806 | François Denis Tronchet | |
1807 | Jean-Étienne-Marie Portalis | |
1807 | Louis-Pierre-Pantaléon Resnier | |
1807 | Louis-Joseph-Charles-Amable d'Albert | Verwijderd uit het Panthéon |
1807 | Jean-Baptiste-Pierre Bévière | |
1808 | Francois Barthélemy Beguinot | |
1808 | Pierre Jean George Cabanis | |
1808 | Gabriel-Louis Caulaincourt | |
1808 | Jean-Frédéric Perrégaux | |
1808 | Antoine-César de Choiseul | |
1808 | Jean-Pierre-Firmin Malher | Alleen een urn met zijn hart is aanwezig |
1809 | Jean Baptiste Papinde Saint-Christau | |
1809 | Joseph-Marie, comte Vien | |
1809 | Pierre Garnier, comte de Laboissière | |
1809 | Jean Pierre, comte Sers | Alleen een urn met zijn hart is aanwezig |
1809 | Jérôme-Louis-François-Joseph, comte de Durazzo | Alleen een urn met zijn hart is aanwezig |
1809 | Justin-Bonaventure, comte Morard de Galles | Alleen een urn met zijn hart is aanwezig |
1809 | Emmanuel Crétet, comte de Champnol | |
1810 | Giovanni Baptista, cardinal Caprara | |
1810 | Louis-Joseph-Vincent-Leblon, comte de Saint-Hilaire | |
1810 | Jean-Baptiste, comte Treilhard | |
1810 | Jean Lannes, duc de Montebello | |
1810 | Charles-Pierre-Claret, comte de Fleurieu de La Tourette | |
1811 | Louis Antoine de Bougainville | |
1811 | Charles, cardinal Erskine of Kellie | |
1811 | Alexandre-Antoine Hureau, baron de Sénarmont | Alleen een urn met zijn hart is aanwezig |
1811 | Ippolito Antonio, cardinal Vicenti Mareri | |
1811 | Nicolas-Marie, comte de Songis des Courbons | |
1811 | Michel, comte Ordener | |
1812 | Jean-Marie-François Lepaige, comte Dorsenne | |
1812 | Jean Guillaume De Winter, comte de Huessen | |
1813 | Hyacinthe-Hugues-Timoléon de Cossé, comte de Brissac | |
1813 | Jean-Ignace Jacqueminot, comte de Ham | |
1813 | Joseph Louis, comte Lagrange | |
1813 | Jean, comte Rousseau | |
1813 | François-Marie-Joseph-Justin, comte de Viry | |
1814 | Jean-Nicolas, comte Démeunier | |
1814 | Jean-Louis-Ebenezer, comte Reynier | |
1814 | Claude-Ambroise Régnier, duc de Massa di Carrara | |
1815 | Antoine-Jean-Marie, comte Thévenard | |
1815 | Claude-Juste-Alexandre, comte Legrand | |
1829 | Jacques-Germain Soufflot | |
1885 | Victor Hugo | |
1889 | Lazare Carnot | Bijgezet bij de viering van het honderdjarig jubileum van de Franse revolutie |
1889 | Théophile-Malo Corret de la Tour d'Auvergne | Bijgezet bij de viering van het honderdjarig jubileum van de Franse revolutie |
1889 | Jean-Baptiste Baudin | Bijgezet bij de viering van het honderdjarig jubileum van de Franse revolutie |
1889 | François Séverin Marceau-Desgraviers | Bijgezet bij de viering van het honderdjarig jubileum van de Franse revolutie, alleen zijn as is bijgezet. |
1894 | Marie François Sadi Carnot | Meteen bijgezet na de moord op hem |
1907 | Marcellin Berthelot | Sophie Berthelot is gezamenlijk met haar man begraven |
1908 | Émile Zola | |
1920 | Léon Gambetta | |
1924 | Jean Jaurès | |
1933 | Paul Painlevé | |
1948 | Paul Langevin | |
1948 | Jean Perrin | |
1949 | Félix Éboué | Eerste zwarte persoon die werd bijgezet |
1949 | Victor Schoelcher | Zijn vader Marc is ook bijgezet in het Panthéon. Victor wilde bij zijn vader begraven worden |
1952 | Louis Braille | Bijgezet op de honderdste verjaardag van zijn dood |
1964 | Jean Moulin | Zijn lichaam bevindt zich niet in het Panthéon, het is nooit gevonden |
1987 | René Cassin | Bijgezet op de honderdste verjaardag van zijn geboorte |
1988 | Jean Monnet | Bijgezet op de honderdste verjaardag van zijn geboorte |
1989 | Abbé Baptiste-Henri Grégoire | Bijgezet bij de viering van het tweehonderdjarig bestaan van de Franse revolutie. |
1989 | Gaspard Monge | Bijgezet bij de viering van het tweehonderdjarig bestaan van de Franse revolutie. |
1989 | Marie Jean Antoine Nicolas Caritat, markies de Condorcet | Bijgezet bij de viering van het tweehonderdjarig bestaan van de Franse revolutie. |
1995 | Pierre Curie | |
1995 | Marie Curie | Eerste vrouw die op grond van haar verdiensten is bijgezet |
1996 | André Malraux | |
2002 | Alexandre Dumas père |
[bewerk] Externe link
|
|
---|---|
Eiffeltoren | Arc de Triomphe | Conciergerie | Panthéon | Hôtel de Ville | Tour Montparnasse | Grande Arche | Opéra Garnier |
|