Jean-Paul Marat
Jean-Paul Marat (24 mei 1743 – 13 juli 1793) was een Frans revolutionair geboren in Zwitserland.
Hij was lid van de radicale vleugel van de Jacobijnen die na zijn dood verantwoordelijk was voor het Terreurbewind. Hij maakte zich sterk voor de afschaffing van de monarchie en ging te keer tegen eenieder die gematigder opvattingen had dan hij. In juli 1790 schreef hij:
- Vijf- of zeshonderd afgesneden koppen zouden je rust, vrijheid en geluk verzekerd hebben. Een valse medemenselijkheid heeft je armen tegengehouden en je slagen uitgesteld; daardoor zullen miljoenen van je broeders hun leven verliezen.
Hij sprak zijn goedkeuring uit over de afslachting van gevangen vijanden van de Revolutie van september 1792 en stelde een 'Commissie van Toezicht' in, die degenen die zich tegen de Revolutie keerden op te sporen. Marat stelde de dodenlijsten op op grond waarvan met weinig onderscheid van schuld of onschuld mensen naar het schavot gestuurd werden om onder de guillotine te sterven.
Hijzelf stierf een even gewelddadige dood, hij werd door Charlotte Corday in zijn bad vermoord. Deze moord is vereeuwigd in een beroemd schilderij van Jacques-Louis David. Mevrouw Corday was Girondijns en na de moord op Marat werden duizenden vijanden van de Jacobijnen - koningsgezinden zowel als Girondijnen terechtgesteld op beschuldiging van verraad. Corday werd zelf op 17 juli 1793 voor haar daad naar het schavot gestuurd.
Meer afbeeldingen die bij dit onderwerp horen kunt u vinden op de pagina Jean-Paul Marat op Wikimedia Commons. |