Vlees

Vlees is het spierweefsel van gewervelde dieren dat opgegeten kan worden. In een bredere betekenis omvat het alle dierlijke (met uitzondering van vis) en soms menselijke weefsels inclusief de organen (lever, nieren, enz.).

Afhankelijk van de cultuur worden sommige dieren niet gegeten. Typische voorbeelden zijn honden en katten (bijvoorbeeld wel in China, niet in West-Europa), varkens (door sommige religies als onrein beschouwd), mensen (wel door kannibalen, niet in vrijwel alle "beschaafde" landen), apen en andere "oerwoud-dieren" (niet in West-Europa). Mensen die, doorgaans om principiële redenen, geen vlees eten noemt men vegetariërs.

Van de landen met de meeste inwoners zijn China, de Verenigde Staten, Brazilië, Rusland en Japan de vijf die grote hoeveelheden vlees verbruiken. De VS staat aan top met meer dan 120 kg per persoon per jaar. De overige vier alsmede de meeste landen in Afrika verbruiken minder dan 5 kg per persoon per jaar.

Ook het sappige deel van een vrucht wordt vlees of vruchtvlees genoemd.

Het merendeel van het vlees dat in Nederland en België geconsumeerd wordt is uitkomstig van dieren uit de bio-industrie. Eén van de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van vlees is kweekvlees.

[bewerk] Vlees in de taal

Vlees wordt ook overdrachtelijk gebruikt voor het (menselijk of dierlijk) lichaam of delen van het lichaam:

• "De geest is gewillig, maar het vlees is zwak" (Bijbelse uitdrukking]])
• "Het gaat hem naar den vleze" (het gaat hem goed)
• "Even naar het vlees kijken" (urineren)
• "Dat is mijn vlees en bloed" (familie)
• "Hij is van vlees en bloed" (met al zijn goede en slechte eigenschappen)
• "Goed in het vlees zitten" (niet mager zijn)
• "Het is vlees noch vis" (het hoort nergens bij)
• "Willen weten wat voor vlees je in de kuip hebt" (met wat voor persoon je te doen hebt)

[bewerk] Zie ook

Andere artikelen over vlees en vleesproducten:

• vleesgerechten