Posen (provincie)
Vlag | Wapen |
---|---|
![]() |
![]() |
Kaart | |
Hoofdstad | Posen |
Bestaan | 1815-1922 |
Oppervlakte | 28.970,4 km² |
Inwoners | 1.583.843 (1871) 1.751.642 (1890) 2.099.831 (1910) |
Ontstaan uit | Zuid-Pruisen |
Opgegaan in | Grensmark Posen-West-Pruisen, Polen |
Kenteken | I Y |
Regierungsbezirke | |
Posen (Pools: Poznań), van 1815 tot 1849 Groothertogdom Posen, was een provincie van Pruisen die bestond van 1815 tot 1922.
Inhoud |
[bewerk] Geschiedenis
De provincie behoorde oorspronkelijk tot het koninkrijk Polen en kwam ongeveer overeen met Groot-Polen, de bakermat van de Poolse natie. Het gebied kwam bij de Eerste (1793) en Tweede (1795) Poolse Deling aan Pruisen en maakte aanvankelijk deel uit van de provincie Zuid-Pruisen. Het in dit gebied overheersende feodale stelsel werd nog voor 1807 in het kader van de boerenbevrijding door de hervormingen van baron vom Stein afgeschaft.
Zuid-Pruisen kwam bij de Vrede van Tilsit (1807) aan het Hertogdom Warschau. Deze staat werd in 1815 opgeheven en aan Rusland (Congres-Polen) en Pruisen (Groothertogdom Posen) toegekend, terwijl Kraków als Republiek Krakau zelfstandig werd.
Posen werd nu als groothertogdom een autonoom gebied onder de Pruisische kroon, buiten de Duitse Bond, waarin de Poolse meerderheid het recht op "vrije ontwikkeling van de Poolse natie, cultuur en taal" bezat. In het jaar van de stichting van het groothertogdom werd prins Antoni Radziwiłł tot stadhouder benoemd. Het aanvankelijk gematigde beleid jegens de Polen werd na de Novemberopstand in Warschau (1830) onder eerste president Eduard Heinrich von Flottwell in toenemende mate anti-Pools, met name wat betrof de onderwijs- en kerkpolitiek.
Gedurende de Duitse Maartrevolutie van 1848 bleef ook Posen, waar het Pools nationaal besef relatief sterk ontwikkeld was, niet van opstand bespaard. Emigranten trachtten de provincie bovendien als uitvalbasis voor acties in het Russische Congres-Polen te gebruiken. De opstand werd twee maanden later gedempt. Ook het liberale Frankfurter Parlement, dat aanvankelijk positief tegenover de Poolse zaak stond, kwam aan de Posense beweging nauwelijks tegemoet. Het enige resultaat was een (theoretische) deling van Posen waarbij slechts het westelijke deel bij de Duitse Bond werd gevoegd, een situatie die tot 1851 voortduurde.
De provincie werd in 1871 met de rest van Pruisen deel van het Duitse Keizerrijk en de hoofdstad Posen keizerlijk residentiestad. In de hieropvolgende periode werd een versterkt germaniseringsbeleid zichtbaar. Pruisen trachtte het Pools uit bestuur en onderwijs te bannen. In 1876 verbood men het Pools als bestuurstaal. Ook kocht de overheid in het kader van de kolonisatiewet van 1886 land van Polen om dit aan Duitsers te verkopen.
Na de Eerste Wereldoorlog stond Duitsland Posen conform het Verdrag van Versailles grotendeels af aan Polen (woiwodschap Poznań). Het resterende gebied ten westen van de Weichsel vormde sinds 1922 met het Duits gebleven deel van West-Pruisen de provincie Grensmark Posen-West-Pruisen.
Het Poolse deel van de voormalige provincie behoorde van 1939 tot 1945 wederom tot Duitsland, aanvankelijk als rijksgouw Posen, sinds 1940 als rijksgouw Danzig-West-Pruisen Sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog is het gebied weer Pools. Het huidige woiwodschap Groot-Polen komt ongeveer met de oude provincie overeen.
[bewerk] Bevolking
Posen was overwegend Pools, waarbij de Polen in overgrote meerderheid katholiek, maar de Duitsers protestants waren. In de grote steden leefde een joodse minderheid.
Het aantal Duitsers steeg door het Pruisische germaniseringsbeleid tegen het einde van de 19e eeuw tot circa 44%, maar nam daarna door economische emigratie naar het westen, de zogenaamde Ostflucht, af tot circa 38% in 1910. Ook de hogere geboortecijfers onder de Poolse bevolking droegen hieraan bij.
De provincie was het toneel van conflicten tussen katholieken en protestanten, die tijdens de Kulturkampf hun hoogtepunt hadden toen Poolse en Duitse katholieken elkaar in de oppositie tegen de protestantse overheid vonden.
[bewerk] Bestuurlijke indeling (voor 1920)
[bewerk] Regierungsbezirk Posen
Duitse naam | Poolse naam | Polen | Duitsers ¹ | |||
Stadsdistrict (Stadtkreis) | ||||||
Posen | Poznań | 55% | 45% | |||
Districten (Landkreise) | ||||||
Adelnau | Odolanów | 90% | 10% | |||
Birnbaum | Międzychód | 51% | 49% | |||
Bomst ² | Babimost | 49% | 51% | |||
Fraustadt ² | Wschowa | 27% | 73% | |||
Gostyn | Gostyn | 87% | 13% | |||
Grätz | Grodzisk | 82% | 18% | |||
Jarotschin | Jarocin | 83% | 17% | |||
Kempen | Kępno | 84% | 16% | |||
Koschmin | Koźmin | 83% | 17% | |||
Kosten | Kościan | 89% | 11% | |||
Krotoschin | Krotoszyn | 70% | 30% | |||
Lissa | Leszno | 36% | 64% | |||
Meseritz ² | Międzyrzecz | 20% | 80% | |||
Neutomischel | Nowy Tomyśl | 51% | 49% | |||
Obornik | Oborniki | 61% | 39% | |||
Ostrowo | Ostrów | 80% | 20% | |||
Pleschen | Pleszew | 85% | 15% | |||
Posen-Ost | Poznań, Wsch. | 72% | 28% | |||
Posen-West | Poznań, Zach. | 87% | 13% | |||
Rawitsch | Rawicz | 55% | 45% | |||
Samter | Szamotuły | 73% | 27% | |||
Schildberg | Ostrzeszów | 90% | 10% | |||
Schmiegel | Śmigiel | 82% | 18% | |||
Schrimm | Śrem | 82% | 18% | |||
Schroda | Środa | 88% | 12% | |||
Schwerin a. d. Warthe ² | Skwierzyna | 5% | 95% | |||
Wreschen | Września | 84% | 16% | |||
![]() |
Polen in de geschiedenis | ![]() |
|
||
|
[bewerk] Regierungsbezirk Bromberg
Duitse naam | Poolse naam | Polen | Duitsers ¹ | |||
Stadsdistrict (Stadtkreis) | ||||||
Bromberg | Bydgoszcz | 16% | 84% | |||
Districten (Landkreise) | ||||||
Bromberg | Bydgoszcz | 38% | 62% | |||
Czarnikau ² | Czarnków | 27% | 73% | |||
Filehne ² | Wieleń | 28% | 72% | |||
Gnesen | Gniezno | 67% | 33% | |||
Inowrazlaw | Inowrocław | 64% | 36% | |||
Kolmar in Posen ² | Chodzież | 18% | 82% | |||
Mogilno | Mogilno | 76% | 24% | |||
Schubin | Szubin | 56% | 44% | |||
Strelno | Strzelno | 82% | 18% | |||
Wirsitz | Wyrzysk | 47% | 53% | |||
Witkowo | Witkowo | 83% | 17% | |||
Wongrowitz | Wągrowiec | 77% | 23% | |||
Znin | Żnin | 77% | 23% |
¹ inclusief tweetalige bevolking
² sinds 1922 deel van de Grensmark Posen-West-Pruisen
[bewerk] Eerste presidenten (Oberpräsidenten)
- 1815-1824: Joseph Zerboni di Sposetti
- 1825-1830: Johann von Baumann
- 1830-1840: Eduard Heinrich von Flottwell
- 1840-1842: Adolf Heinrich von Arnim-Boitzenburg
- 1843-1850: Carl Moritz von Beurmann
- 1850-1851: Gustav von Bonin
- 1851-1860: Eugen von Puttkamer
- 1860-1862: Gustav von Bonin
- 1862-1869: Carl Wilhelm von Horn
- 1869-1873: Otto von Königsmarck
- 1873-1886: William Barstow von Guenther
- 1886-1890: Robert von Zedlitz-Trützschler
- 1890-1899: Hugo von Wilamowitz-Moellendorff
- 1899-1903: Karl Julius Rudolf von Bitter
- 1903-1911: Wilhelm von Waldow-Reitzenstein
- 1911-1914: Philipp Schwartzkopf
- 1914-1918: Hans von Eisenhart-Rothe
{{{afb_links}}} | Provincies van Pruisen 1815-1947 | ![]() |
{{{afb_groot}}} |
---|---|---|---|
1815: Brandenburg - Groothertogdom Beneden-Rijn - Gulik-Kleef-Berg - Oost-Pruisen - Pommeren - Posen - Saksen - Silezië - Westfalen - West-Pruisen - 1822: Rijnprovincie - 1829: Pruisen - 1850: Hohenzollernsche Lande - 1867: Hannover - Hessen-Nassau - Sleeswijk-Holstein - 1878: Oost-Pruisen - West-Pruisen - 1919: Neder-Silezië - Opper-Silezië - 1920: Berlijn - 1922: Grensmark Posen-West-Pruisen - 1944: Halle-Merseburg - Keur-Hessen - Magdeburg - Nassau - 1945: Saksen-Anhalt |