Geschiedenis van de geschiedschrijving
Wetenschapsgeschiedenis |
Achtergrond |
---|
Theorie/sociologie |
Geschiedschrijving |
Pseudowetenschap |
Per tijdvak |
Vroege culturen |
De Klassiek Oudheid |
De Middeleeuwen |
De Renaissance |
Wetenschappelijke revolutie |
Per onderwerp |
Exacte wetenschappen |
Aardrijkskunde |
Astronomie |
Biologie |
Natuurkunde |
Scheikunde |
Wiskunde |
Sociale wetenschappen |
Economie |
Geschiedenis |
Politicologie |
Psychologie |
Sociologie |
Taalkunde |
Technologie |
Computer |
Landbouwkunde |
Materiaalkunde |
Geneeskunde |
Scheepvaart |
Navigatie pagina's |
Tijdlijnen |
Portaal |
Categoriën |
Geschiedenis van de geschiedschrijving in Nederland en België van 1500 tot heden heeft een continue ontwikkeling doorgemaakt. De omgang met het verleden heeft steeds weer nieuwe vormen aangenomen: de kroniek, erudiete verhandeling, pamflet, nationale epos, historische monografie, tijdschriftartikel, essay, enzovoorts. Daarmee beantwoordt de geschiedschrijving aan de noden van de tijd en vindt zij aansluiting bij cultuurstromingen als humanisme, verlichting, romantiek, positivisme, modernisme en postmodernisme.
Historiografie is geschiedschrijving. Het wordt door historici opgevat als de geschiedenis van de geschiedschrijving.
De interpretatie van geschiedschrijving geschiedt op verschillende niveaus:
- De verleden werkelijkheid die als zodanig onachterhaalbaar is;
- De geschiedschrijver maakt gebruik van een overlevering die a priori selectief is;
- De geschiedschrijver selecteert vanuit zijn eigen normatieve perspectief, de traditie, de gebruikte stijlfiguren en retorische wendingen);
- De historiograaf als geschiedschrijver van de geschiedschrijving analyseert en interpreteert vanuit zijn persoonlijk perspectief;
- Perceptie van de lezer die afhankelijk is van zijn eigen achtergrond.
Uit deze opzomming kan worden geconcludeerd dat het verleden slechts op indirecte wijze gekend kan worden.
Jan Romein zag de geschiedschrijving als 'spiegel van de cultuur'. G.W. Kernkamp schreef dat geschiedschrijving 'het navelmerk van den tijd, die haar baarde' draagt.
In de Middeleeuwen sluiten geschiedschrijving en periodisering aan bij het theocentrisch wereldbeeld. Het ingrijpen van God in de wereld en lotsbestemming spelen een centrale rol in het middeleeuwse denken.
In de 14e en 15e eeuw beginnen belangrijke veranderingen in geschiedschrijving, eerst in Italië middels de Renaissance, en door de groeiende secularisatie van het wereldbeeld en het ontstaan van de elementaire bronnenkritiek.
In de loop der eeuwen ontwikkelden zich verschillende genres in de geschiedschrijving. Deze genres zijn tot bepaalde perioden te herleiden, maar werden ook vaak naast elkaar beoefend. Sommige historici, zoals Pieter Geyl en Johan Huizinga, maakten gebruik van diverse genres.
Het ging daarbij steeds om de betrouwbaarheid, als voorwaarde voor het vinden van historische waarheid. Hieruit vloeiden het gezag en de legitimatie van de geschiedschrijving voort. Een vertekend beeld kon soms lang gehandhaafd blijven en invloed hebben, wanneer deze geschiedschrijver het gezag naar zich toegetrokken had of toegeschreven kreeg.
Het proces van waarheidsvinding speelt zich echter af in de tijd, tegen de achtergrond van steeds veranderende omstandigheden (Zie ook hermeneutiek). Geschiedschrijving is een product van de tijd en wordt als zodanig ook in geschiedkundige zin beschreven.
Bij verandering van genre is in Nederland en België steeds sprake geweest van buitenlandse invloed. Niet alle genres uit het buitenland hebben echter in Nederland en België een stempel gedrukt op de geschiedschrijving. Bijvoorbeeld de universele geschiedschrijving speelde in de Zuidelijke Nederlanden geen rol van betekenis, terwijl het romantische geschiedverhaal in België meer betekenis had dan in Nederland.
Bron(nen): |
|