Sekse
Veel van de organismen die op aarde leven zijn onder te verdelen in twee of meer vormen die seksen of geslachten genoemd worden. Onderling combineren de seksen hun genetisch materiaal om zichzelf voort te planten. Dit wordt geslachtelijke voortplanting of seksuele reproductie genoemd. (Ook ongeslachtelijke voortplanting of aseksuele reproductie komt voor.)
Gewoonlijk zijn er voor een soort twee seksen: mannelijk en vrouwelijk. De vrouwelijke sekse is gedefinieerd als de sekse met de grootse geslachtscellen. Schimmels en sommige andere organismen bestaan in meer dan twee seksen, maar zij planten zich nog steeds in paren voort (in elke combinatie van twee seksen). Sommige andere soorten als grond-aaltjes/wormpjes kunnen zich zowel via seksuele als via aseksuele reproductie voortplanten. Sommige soorten zijn hermafrodiet, dat wil zeggen dat ze beide seksen in één lichaam hebben. En bij de mens is Interseksualiteit lang zo zeldzaam niet als wordt gedacht. Sommige diersoorten (bv. sommige hagedissen en wandelende takken) planten zich uitsluitend aseksueel voort, en vele eencelligen planten zich aseksueel voort door celdeling; en er zijn soorten die zowel seksuele als aseksuele voortplanting kennen (bladluizen).
In zoogdieren, vogels en veel andere soorten, wordt de sekse bepaald door de geslachtschromosomen, die X en Y worden genoemd. De mannelijke sekse heeft bij zoogdieren een combinatie van X en Y (XY), en de vrouwelijke sekse normaal twee X-chromosomen (XX). Omdat alle individuen normaal ten minste een X-chromosoom hebben, is het Y-chromosoom in veel gevallen veel kleiner, en in sommige soorten zelfs afwezig. Dit laat grote variatie in de verschijning toe. In andere organismen wordt de sekse bepaald door andere factoren, bijvoorbeeld de omgevingstemperatuur van de eieren (alligators) of de leeftijd.
Hoewel de mensheid doorgaans in twee geslachten wordt ingedeeld, is de natuur gevarieerder dan dat. Soms is er maar 1 X-chromosoom aanwezig; dergelijke mensen zien eruit als vrouw (Turner syndroom). Soms zijn er naast een Y-chromosoom meer dan 1 X-chromosoom aanwezig: XXY of XXXY (Klinefelter-syndroom). Er zijn individuen met XY die de gevoeligheid voor testosteron missen en uiterlijk op vrouwen lijken (testiculair feminisatiesyndroom). Ook XYY en XYYY komt voor. Dit zijn individuen die er als mannen uitzien, soms zelfs nog wat langer van gestalte. Mensen met deze laatste genetische structuur zouden vaak een iets subnormale intelligentie hebben en lopen meer kans om in de gevangenis te komen - hun voorkomen ligt in gevangenispopulaties duidelijk hoger dan in de algemene bevolking.
Het bepalen van het geslacht van een (jong) dier aan de hand van de geslachtsorganen heet seksen.
De huidige wetenschap beschouwt het genetische geslacht als het "eigenlijke" geslacht. Bij zichtbaar interseksuele baby's en voor sportwedstrijden wordt hier dan ook op getest. Doorgaans baseren dokters zich echter bij mensen - net als bij dieren - op de secundaire geslachtskenmerken (de uitwendige genitaliën). In het dagelijks leven schrijven wij elkaar meestal aan een bepaald geslacht toe op basis van tertiaire of hormonale geslachtseigenschappen (haargroei, borsten, gestalte...) of zelfs culturele geslachtskenmerken (kledij, kapsel, make-up...).
Hoe verfijnder de technieken om iemands geslacht vast te stellen, hoe moeilijker het wordt. Op alle biologische niveaus (genetisch, genitaal, hormonaal) komen immers veel variaties voor. Omdat de meeste mensen niet op al die niveaus onderzocht zijn, weten zij zelf meestal het fijne niet van hun biologische geslacht.
Daarnaast is geslacht ook een psychologisch gegeven: het gevoel mannelijk, vrouwelijk, een mengeling of geen van beide te zijn. Bij sommige mensen komt de gender niet overeen met hun biologische geslacht. Zij noemen zich soms transgender, transseksueel of androgyn.
Geslacht is ook een sociaal-cultureel fenomeen. Culturen hebben specifieke normen over de eigenschappen en gedragingen waaraan de (meestal twee, soms meer) geslachten zouden (moeten) beantwoorden. Deze sociale geslachtsnormen kunnen sterk variëren volgens de cultuur. Dit inzicht heeft geleid tot het onderscheid tussen sekse (biologisch) en gender (psychologisch, sociaal, cultureel). Vanaf de jaren 1970 wordt dit onderscheid door feministes sterk benadrukt. Sommige queer theorieën zijn inmiddels tegen dit onderscheid. Zij pleiten voor het algemeen gebruik van 'gender' en de afschaffing van 'sekse', omdat zelfs het biologische geslacht een culturele interpretatie is.
Tenslotte is er ook het wettelijke geslacht. Dit wordt opgetekend in de geboorteakte en staat in de meeste burokratische landen vast voor het leven. De sekseregistratie werd ingevoerd door Napoleon om de legerdienst te organiseren en om huwelijks- en erfeniswetten vast te leggen. Nu in sommige landen de legerdienst afgeschaft is en huwelijk en adoptie opengesteld worden voor gelijkgeslachtige koppels, heeft sekse steeds minder legale gevolgen. Om discriminatie op basis van geslacht volledig uit het wetboek te bannen en om de hindernissen voor transgenders te verminderen, pleiten sommigen bij gevolg voor de afschaffing van sekseregistratie. Net als ras zou geslacht dan ook niet meer op identiteitspapieren voorkomen.