Norbertus
Norbert of Norbertus van Xanten was een Rooms-Katholiek bisschop. Hij werd omstreeks 1080 geboren in het Genneperhuis nabij Gennep in Nederland. Hij was een zoon van Heribert, heer van Gennep. In 1115, het jaar van zijn 'bekering' te Xanten (toen hij op weg was naar Vreden), werd hij door de aartsbisschop van Keulen tot priester gewijd.
Op aandringen van Paus Calixtus II, vestigde hij zich met zijn volgelingen in het Franse Prémontré, 10 km ten westen van Laon. Daar legde hij de grondslag van de orde der premonstratenzers, ook norbertijnen of witheren genaamd. Hij besloot de kloosterregel van Augustinus als uitgangspunt voor hun religieus bestaan te nemen.
In 1124 werd hij naar Antwerpen gezonden om het tanchelisme te bestrijden. Hij verving het seculiere kapittel van de Sint-Michielsabdij aldaar door een regulier kapittel.
In 1126 werd hij tot aartsbisschop van Maagdenburg aangesteld. Hij stierf er op 6 juni 1134. Zijn lichaam werd bijgezet in de norbertijnenkerk van Maagdenburg.
Hij werd in 1582 door Paus Gregorius XIII heilig verklaard (feestdag 6 juni). Naar aanleiding van de Dertigjarige Oorlog brachten de norbertijnen zijn relieken in 1627 over naar de Strahovabdij in Praag, omdat ze bang waren dat de protestanten de relieken zouden vernietigen.
In de beeldende kunst wordt hij voorgesteld als bisschop (met mijter), in het gewaad van de premonstratenzers (wit habijt) of triomferend over de ketter Tanchelm. De attributen miskelk en monstrans dateren uit de tijd van de Contrareformatie.
Norbert wordt samen met Bernard van Clairvaux ook als tijdgenoot en tegenstander van Petrus Abaelardus genoemd.