Lijst van vorsten in het Duitse Keizerrijk

Dit is een lijst van koningen, groothertogen, hertogen en vorsten die regeerden over de bondslanden van het Duitse Keizerrijk (1871-1918). Boven hen stond de koning van Pruisen als Duits Keizer.

Ter volledigheid is op deze lijst bij elke eerste vorst het jaar van troonsbestijging gemeld. Al deze vorsten maakten echter pas sinds 1871 deel uit van het Duitse Rijk.

Zie ook: Lijst van vorsten in de Duitse Bond.

Inhoud 1 Koningen 1.1 Pruisen (Hohenzollern) 1.2 Beieren (Wittelsbach, linie Palts-Birkenfeld) 1.3 Saksen (Wettin) 1.4 Württemberg 2 Groothertogen 2.1 Baden (Zähringen) 2.2 Hessen-Darmstadt 2.3 Mecklenburg (linie Mecklenburg-Schwerin) 2.4 Mecklenburg (linie Mecklenburg-Strelitz) 2.5 Oldenburg (Holstein-Gottorp) 2.6 Saksen-Weimar-Eisenach (Wettin) 3 Hertogen 3.1 Anhalt (Ascaniërs) 3.2 Brunswijk (Welfen) 3.3 Saksen-Altenburg (Wettin) 3.4 Saksen-Coburg en Gotha (Wettin) 3.5 Saksen-Meiningen (Wettin) 4 Vorsten 4.1 Lippe (Lippe) 4.2 Reuss oudere linie (Reuss) 4.3 Reuss jongere linie (Reuss) 4.4 Schaumburg-Lippe (Lippe) 4.5 Schwarzburg-Rudolstadt 4.6 Schwarzburg-Sondershausen 4.7 Waldeck-Pyrmont

[bewerk] Koningen

[bewerk] Pruisen (Hohenzollern)

• 1860-1888: Wilhelm I
• 1888: Frederik III
• 1888-1918: Wilhelm II

[bewerk] Beieren (Wittelsbach, linie Palts-Birkenfeld)

• 1864-1886: Lodewijk II
• 1886-1913: Otto
  • 1886-1912: Luitpold (regent namens Otto)
  • 1912-1913: Lodewijk (III) (regent namens Otto; sinds 1913 koning)
• 1913-1918: Lodewijk III

[bewerk] Saksen (Wettin)

• 1854-1873: Johan
• 1873-1902: Albert
• 1902-1904: George
• 1904-1918: Frederik August III

[bewerk] Württemberg

• 1864-1891: Karel I
• 1891-1918: Willem II

[bewerk] Groothertogen

[bewerk] Baden (Zähringen)

• 1856-1907: Frederik I
• 1907-1918: Frederik II

[bewerk] Hessen-Darmstadt

• 1848-1877: Lodewijk III
• 1877-1892: Lodewijk IV
• 1892-1918: Ernst Lodewijk

[bewerk] Mecklenburg (linie Mecklenburg-Schwerin)

• 1842-1883: Frederik Frans II
• 1883-1897: Frederik Frans III
• 1897-1918: Frederik Frans IV

[bewerk] Mecklenburg (linie Mecklenburg-Strelitz)

• 1860-1904: Frederik Willem
• 1904-1914: Adolf Frederik V
• 1914-1918: Adolf Frederik VI
  • 1918: Frederik Frans IV van Mecklenburg-Schwerin (plaatsvervanger)

[bewerk] Oldenburg (Holstein-Gottorp)

• 1853-1900: Peter II
• 1900-1918: Frederik August

[bewerk] Saksen-Weimar-Eisenach (Wettin)

• 1853-1901: Karel Alexander
• 1901-1918: Willem Ernst

[bewerk] Hertogen

[bewerk] Anhalt (Ascaniërs)

• 1863-1871: Leopold IV
• 1871-1904: Frederik I
• 1904-1918: Frederik II
• 1918: Eduard
• 1918: Joachim Ernst
  • 1918: Aribert (regent namens Joachim Ernst)

[bewerk] Brunswijk (Welfen)

• 1831-1884: Willem (linie Wolfenbüttel)
  • 1884-1906: Albert van Pruisen (regent)
  • 1907-1913: Johan Albrecht van Mecklenburg (regent)
• 1913-1918: Ernst August (linie Hannover)

[bewerk] Saksen-Altenburg (Wettin)

• 1853-1908: Ernst I
• 1908-1918: Ernst II

[bewerk] Saksen-Coburg en Gotha (Wettin)

• 1844-1893: Ernst II
• 1893-1900: Alfred
• 1900-1918: Karel Eduard

[bewerk] Saksen-Meiningen (Wettin)

• 1866-1914: George II
• 1914-1918: Bernhard III

[bewerk] Vorsten

[bewerk] Lippe (Lippe)

• 1851-1875: Leopold III
• 1875-1895: Woldemar
• 1895-1905: Alexander
• 1905-1918: Leopold IV (linie Lippe-Biesterfeld)

[bewerk] Reuss oudere linie (Reuss)

• 1859-1902: Hendrik XXII
• 1902-1918: Hendrik XXIV
  • 1902-1908: Hendrik XIV van Reuss j.l. (regent namens Hendrik XXIV)
  • 1908-1918: Hendrik XXVII van Reuss j.l. (regent namens Hendrik XXIV)

[bewerk] Reuss jongere linie (Reuss)

• 1867-1913: Hendrik XIV
• 1913-1918: Hendrik XXVII

[bewerk] Schaumburg-Lippe (Lippe)

• 1860-1893: Adolf (I) George
• 1893-1911: George
• 1911-1918: Adolf (II)

[bewerk] Schwarzburg-Rudolstadt

• 1869-1890: George Albert
• 1890-1918: Gunther Victor (in personele unie met Schwarzburg-Sondershausen)

[bewerk] Schwarzburg-Sondershausen

• 1835-1880: Gunther Frederik Karel II
• 1880-1909: Karel Gunther
• 1909-1918: Gunther Victor (in personele unie met Schwarzburg-Rudolstadt)

[bewerk] Waldeck-Pyrmont

• 1845-1893: George Victor
• 1893-1918: Frederik

{{{afb_links}}}	Bondslanden van het Duitse Rijk (1871-1945)		{{{afb_groot}}}
Duitse Keizerrijk: Anhalt# - Baden - Beieren - Bremen# - Brunswijk# - Elzas-Lotharingen1 - Hamburg# - Hessen-Darmstadt# - Lauenburg2 # - Lippe# - Lübeck3 # - Mecklenburg-Schwerin4 # - Mecklenburg-Strelitz4 # - Oldenburg# - Pruisen# - Reuss jongere linie5 # - Reuss oudere linie5 # - Saksen - Saksen-Altenburg6 # - Saksen-Coburg en Gotha7 # - Saksen-Meiningen6 # - Saksen-Weimar-Eisenach6 # - Schaumburg-Lippe# - Schwarzburg-Rudolstadt6 # - Schwarzburg-Sondershausen6 # - Waldeck8 # - Württemberg Weimarrepubliek*: Coburg6 - Gotha6 - Reuss6 - Thüringen6 Nazi-Duitsland*: Mecklenburg4 - Saarland9 [#] Van 1866 tot 1871 lid van de. Noord-Duitse Bond. [*] Slechts nieuw ontstane deelstaten zijn aangegeven. [1] In 1918 geannexeerd door Frankrijk. [2] Personele unie met Pruisen, in 1876 daarin opgegaan. [3] In 1937 bij Pruisen gevoegd. [4] In 1934 verenigd tot Mecklenburg. [5] In 1919 verenigd tot Reuss. [6] In 1920 verenigd tot Thüringen. [7] In 1918 gesplitst in Coburg en Gotha. [8] In 1921/1929 opgegaan in Pruisen. [9] Sinds 1920 onder bestuur van de Volkenbond, in 1935 terug aan Duitsland als aparte deelstaat.