Leo Tolstoj
Lev (Leo) Nikolajevitsj Tolstoj (Лев Николаевич Толстой) (9 september 1828 – 20 november 1910) was een Russisch schrijver die veel invloed heeft gehad op de Russische literatuur en politiek. Hij maakte als graaf deel uit van de Russische adel.
Inhoud |
[bewerk] Werk
- 1852 - Kindertijd
- 1854 - Jeugdjaren
- 1857 - Jongelingschap
- 1855-56 - Sebastopol verhalen
- 1863 - De kozakken
- 1865-69 - Oorlog en Vrede
- 1875-77 - Anna Karenina
- 1881-1883 - Mijn kleine evangelie
- 1882 - Bekentenis/Mijn Biecht
- 1888 - De macht van het duister
- 1889 - De Kreutzer Sonate
- 1894 - Het koninkrijk Gods is in U
- 1898 - Wat is kunst
- 1899 - Wederopstanding
[bewerk] Leven
Lev Nikolajevitsj Tolstoj werd geboren op het landgoed Jasnaja Poljana, in de buurt van Toela. Hij kwam uit een familie van hoge adel. Zijn vader graaf Nikolaj Iljitsj Tolstoj was een deelnemer aan de Vaderlandse oorlog van 1812. Zijn moeder Maria Nikolajevna was vorstin. Zijn ouders overleden echter al vroeg en hij werd door familieleden opgevoed. Zijn vroege leven op Jasnaja Poljana heeft een grote invloed uitgeoefend op de toekomstige schrijver. Daar maakte hij kennis met het leven van de arme boeren van Rusland. Ook had hij al vroeg kennis genomen van de gedichten, sprookjes en legenden van Poesjkin.
Toen hij in 1844 zestien jaar oud was ging hij naar de universiteit van Kazan, waar hij oosterse talen studeerde om zich voor te bereiden op een diplomatieke carrière. In 1851 nadat hij grote schulden tijdens het gokken had gemaakt, vergezelde hij zijn oudere broer naar de Kaukasus en ging bij het leger. Hij deed mee in de Krim-oorlog waar hij zijn Sevastopol-verhalen schreef.
Na de oorlog ging Tolstoj naar Sint-Petersburg, waar hij zich aan de literatuur wijdde. Hij maakte reizen naar Europa. In 1862 trouwde Tolstoj met Sofja Andrejevna Bers en ging weer op Jasnaja Poljana wonen. Hier vestigde hij een school voor de boerenkinderen. In deze jaren schreef hij ook zijn beroemde roman Oorlog en Vrede en daarna Anna Karenina.
Daarna kwam er een verandering in het werk van Tolstoj. Hij hield zich bezig met het geloof en schreef religieus-filosofische tractaten en raakte in conflict met de kerk omdat hij vond dat de eenvoudige boeren de dragers van het ware geloof waren. Hij deed afstand van zijn rijkdom en bediendes en ging zich wijden aan een eenvoudig leven. Hij ploegde het land, hakte hout en haalde zelf water. Maar hij bleef op Jasnaja Poljana wonen.
In 1910 overleed Tolstoj aan een longontsteking. Hij ligt begraven in een eenvoudig graf op Jasnaja Poljana.
[bewerk] Christen
Tegen het einde van de jaren '70 van de negentiende eeuw maakte Tolstoj een religieuze crisis door. Leo Tolstoj kwam weer terug tot het christelijke geloof van zijn jeugd. Reeds in 1855 schreef Tolstoj: "Ik heb een geweldig idee gekregen waar ik mijn leven aan zou willen wijden: het stichten van een nieuwe christelijk godsdienst, maar dan zonder de dogma's en de wonderen." In 1880 schreef hij zijn eerste christelijk geschrift "de Bekentenis" (of: "de Biecht"), die in 1882 verscheen. Sindsdien verschenen er vele werken van moraal-ethisch en christelijke aard. Tolstojs visie week echter af van die van de meeste Russische christenen in die tijd (Russisch Orthodoxe Kerk). Schaarde de kerk zich achter de Tsaar, diens hof en de ministers, Tolstoj koos voor het volk, voor de zwakkeren en de verdrukten. Tolstoj liet een lange baard staan en liep voortaan in een lange mantel rond over zijn landgoed. Zijn bedienden werden ontslagen, omdat Tolstoj het vernederend vond dat zij voor een klein loon zoveel zwaar werk moesten verrichten. Zijn ontkenning van de autoriteiten (Kerk en Staat) leidde in 1901 tot zijn excommunicatie. Zijn landgoed Jasnaja Poljana werd een verzamelplaats van anarchisten, christen-anarchisten en christen-socialisten. Ook de Russische schrijver Maksim Gorki vertoefde met regelmaat bij Tolstoj.
Na de eeuwwisseling correspondeerde een jonge Indiër, die sterk beïnvloed was door Tolstojs gedachtegoed, met Tolstoj. Zijn naam was Mahatma Gandhi. Uiteindelijk speelden Tolstoj's ideeën bij Gandhi een grote rol, met name op het gebied van geweldloosheid.
Hoewel men Tolstoj als een anarchist kan zien (hij ontkende dit overigens), was hij strikt genomen geen revolutionair in de zin dat hij de boeren opriep om de regering gewelddadig omver te werpen. Tolstoj, geheel in de lijn van Jezus' Bergrede, riep op tot lijdzaam verzet. (Door zijn theorie van lijdzaam verzet geraakte hij in conflict met de bolsjewiek Lenin, die juist uitging van een gewelddadige revolutie.) Lijdzaam verzet kan men desondanks, vooral in die tijd, als revolutionair zien. Tolstoj keerde zich eveneens tegen het materialisme en atheïsme van de meeste revolutionairen. Volgens Tolstoj wilden de revolutionairen teveel bereiken. Soms was berusting in bepaalde zaken ook mogelijk/gewenst. (Op dit punt week hij sterk af van de marxisten, die dit weer zien als een typisch "opium voor/van het volk" opvatting.)
Het christendom van Tolstoj kan men, behoudens enige punten, orthodox (dwz. niet in strijd met de "rechte leer") noemen, desondanks werd hij toen dwars gezeten door de Kerk.
Hij overleed in 1910 toen hij op "de vlucht" was voor zijn vrouw, die hem overigens niet altijd even goed begreep (wat zeer zeker voorstelbaar is.) "Het huwelijk gaat eenvoudig niet samen met schrijven", was een van zijn laatste uitspraken.
[bewerk] Esperantist
Tolstoj was ook een esperantist. In 1894 zei hij hierover:
"Ik vond Volapük zeer moeilijk, maar Esperanto heb ik als zeer eenvoudig ervaren. Het is zo eenvoudig dat ik, toen ik zes jaar geleden een grammatica, een woordenboek en een aantal artikelen in de taal ontvangen had, al na twee uur de taal wellicht niet kon schrijven, maar toch vloeiend lezen kon. (..) De offers die een Europeaan zou doen door tijd aan de bestudering van deze taal te besteden zijn zo klein en de resultaten ervan zo groot, dat men niet weigeren kan het te proberen."