Klassieke filosofie
Dit artikel zou samengevoegd moeten worden met Antieke filosofie, of er dient een duidelijker afbakening tussen beide artikelen te worden gemaakt (Overleg).
De klassieke filosofie duidt meestal de filosofie aan van de klassieke Griekse en enkele Romeinse filosofen. Het tijdperk begint in de zevende eeuw v. Chr. en loopt door tot de derde eeuw n. Chr. en het kan worden verdeeld in drie periodes: de presocratische of wordingsperiode (zevende eeuw - vijfde eeuw v. Chr), de bloeitijd (vijfde - derde eeuw v. Chr.) en de nabloei (derde eeuw voor - vierde eeuw na Christus)
Inhoud |
[bewerk] De presocratische periode
De geschiedenis van de westerse filosofie begint met de Grieken, en in het bijzonder met een groep filosofen die doorgaans de pre-Socraten worden genoemd. Hierbij mag het bestaan van andere pre-filosofische stromingen en denkscholen in Aziatische, Egyptische, en Babylonische culturen zeker niet vergeten worden. Er bestonden zeer waarschijnlijk grote denkers en schrijvers in elk van deze culturen, en enkele vroegere Griekse filosofen zouden zeker contact hebben gehad met in ieder geval de ideeën uit het Egyptische en Babylonische gedachtegoed. De Griekse denkers voegden echter een element toe, waardoor hun ideeën verschilden van de anderen voor hen. Voor het eerst in de geschiedenis ontdekten we in hun geschriften namelijk iets meer dan dogmatische beweringen over ontstaan en de opbouw van de wereld – er zijn beredeneerde argumenten gevonden van verschillende wereldbeelden.
Nader bekeken, zijn bijna alle verschillende wereldbeelden die opgezet zijn door vroege Griekse filosofen aantoonbaar onjuist, maar dit verlaagt hun waarde niet. Enkele belangrijke vraagstukken waarmee zij zich bezighielden waren:
- Wat is leven?
- Vanwaar komt alles?
- Waarvan is alles echt gemaakt?
- Hoe verklaren we de meerderheid der dingen zoals die voorkomen in de natuur?
- Waarom kunnen we ze beschrijven met een enkelvoudige wiskunde?
En de methode die de Griekse filosofen hanteerden in het opstellen en aan de dag brengen van hun antwoorden werd even belangrijk als de vragen die zij zich stelden. De pre-Socratische filosofen verwierpen traditionele mythologische verklaringen voor de fenomenen die ze om hen heen zagen en kwamen met meer rationele verklaringen. Ze gingen dus af op observatie en volgden de rede om de aard van de wereld om hen heen te verlichten, en ze gebruikten rationele argumenten om hun visies naar anderen toe te overtuigen. En hoewel filosofen uitvoerig hebben gedebatteerd over de relatieve waarde die rede en observatie zouden hebben, hebben ze zich na 2500 jaar fundamenteel verenigd in het gebruik van de methode die het eerst gebruikt werd door de pre-Socraten.
Er doen zich vaak problemen voor bij het preciseren van de ideeën van de pre-Socraten, en in het bepalen van de daadwerkelijke redenering die zij hebben gebruikt in het steunen van hun karakteristieke meningen. Dit probleem doet zich niet voor omdat de mannen zelf, of hun ideeën gebrekkig zijn, maar simpelweg vanwege de scheidingslijn met ons in de geschiedenis. Hoewel het merendeel van deze mannen betekenisvolle teksten maakten, hebben we geen complete versies van een van deze teksten overgeleverd gekregen. We hebben slechts tekstfragmenten, samen met citaten van latere filosofen en historici.
De wordingsperiode kan worden onderverdeeld in verschillende groeperingen:
[bewerk] De Ionische natuurfilosofen
- Thales (circa 624 - 545 v. Chr.)
- Anaximandros (circa 610 - 546 v. Chr.)
- Anaximenes (zesde eeuw v. Chr.)
- Herakleitos (circa 540 v. Chr.)
[bewerk] De Pythagoreeërs
- Pythagoras (circa 582 - 496 v. Chr.)
- Alcmaeon (circa 500 v. Chr.)
- Philolaus (circa 450 v. Chr.)
[bewerk] De Eleaten
- Xenophanes (circa 570 - 475 v. Chr.)
- Parmenides (circa 540 v. Chr.)
- Zeno (circa 490 - 430 v. Chr)
- Melissus (circa 440 v. Chr.)
[bewerk] De natuurfilosofen van de vijfde eeuw
- Anaxagoras (circa 500 - 428 v. Chr.)
- Empedocles (circa 492 - 432 v. Chr.)
- Democritus (circa 460 - 375 v. Chr.)
- Leucippus (circa 450 v. Chr.)
[bewerk] De bloeitijd van de klassieke filosofie
De westerse filosofie, met name in de Renaissance en de Verlichting, is sterk beïnvloed door de klassieke filosofen Socrates, Plato en Aristoteles. De periode waarin zij leefden geldt als de bloeitijd van de Griekse en klassieke filosofie.
De bloeitijd van de klassieke filosofie is onder te verdelen in twee groeperingen:
[bewerk] De sofisten
- Protagoras (circa 490 - 420 v. Chr.)
- Hippias (circa 450 v. Chr.)
- Gorgias (circa 480 - 399 v. Chr.)
[bewerk] De meesters
- Socrates (470 - 399 v. Chr.)
- Plato (428 - 347 v. Chr.)
- Aristoteles (384 - 322 v. Chr.)
[bewerk] De nabloei van de klassieke filosofie
De nabloei van de Griekse filosofie, soms in zijn geheel aangeduid met de Hellenistische periode genoemd, is onder te verdelen in verschillenden stromingen/groeperingen:
[bewerk] De hellenistische filosofie
- Diogenes (404 - 323 v. Chr.): cynisme
- Pyrrho (circa 360 v. Chr. - 270 v. Chr.): scepticisme
- Epicurus (341 - 270 v.C.): epicurisme
- Zeno van Citium (333 - 262 v. Chr.): stoïcisme
[bewerk] De Romeinse filosofen
- Cicero (106 - 43 v. Chr.): eclecticisme
- Lucretius (98 - 55 v. Chr.)
- Seneca (3 v. Chr. - 65 n. Chr.)
[bewerk] Het neoplatonisme
- Plotinus (204 - 270 n. Chr.)