Hausse
Een hausse is het overspannen hoogtepunt in een conjunctuur. Het tegenovergestelde heet een baisse. Beide termen slaan op de vraagzijde van de conjunctuur.
[bewerk] Geschiedenis
Een historisch voorbeeld van een hausse is de windhandel in tulpenbollen in de Gouden Eeuw aan de Amsterdamse Beurs geweest waarbij de bol van de zwarte tulp miljoenen guldens waard was: de Tulpenmanie.
Een ander, sinisterder, voorbeeld deed zich voor eind juli, begin augustus 1914 op de beurs van de Duitse hoofdstad Berlijn. Toen Duitsland officieel de oorlog verklaarde aan Servië, Rusland, België en Frankrijk brak er een oorlogeuforie uit. Men verwachtte dat vòòr Kerstmis de vijanden van het Duitse Rijk in 'ein frischer fröhlicher Krieg' verslagen waren en het in 1910 opgestelde wereld-verdelende plan (men zou de wereld opdelen in Duitse en Britse invloedssferen) eindelijk uitgevoerd zou kunnen worden. Alle aandelen, met name die van de oorlogsindustrie en de toeleveringsbedrijven van strategische goederen, stegen torenhoog als gevolg van deze oorlogsspeculatie.
Een zeer bekende hausse deed zich voor op de beurs, de New York Stock Exchange (NYSE) van Wall Street in New York in de Verenigde Staten in de eerste maanden van 1929. Deze hausse gebeurde grotendeels met geleend geld met als onderpand de al ingeboekte speculatiewinst op de aandelenkoersen. De beurs klapte ineen nadat problemen in de landbouw boeren in de financiële problemen bracht: zij konden hun pacht niet meer betalen waarna een kettingreactie van niet afgeloste leningen banken deed wankelen waardoor de aandelen van die banken waardeloos werden waardoor mensen hun leningen niet meer af konden betalen enzovoort enzovoort. Daarop volgde de beurskrach op 24 oktober 1929 die een jarenlange baisse veroorzaakte die pas in 1933 doorbroken werd door de New Deal-politiek van president Franklin Delano Roosevelt.
Een recente hausse deed zich voor in 2000 op onder andere de Nederlandse beurs, het Damrak, tijdens de Internetzeepbel. ICT-bedrijven deden het voorkomen alsof Internet een nieuwe economie met zich mee zou brengen waarin het niet meer zou gaan om de vergelijking omzet-afzet maar enkel om de 'input' van ideeën. Met behulp van Internet zou er een virtuele economie ontstaan: handel via Internet, waardoor problemen rond voorraadbeheer en tijdige aflevering (het 'just in time'-principe) omzeild zouden worden. Een nieuwe Internet-aansluiting bij een particulier zou 5000 Euro waard zijn. Toen echter bij de introductie van World Online bleek dat aan die verwachtingen niet voldaan kon worden en World Online die informatie doelbewust achter gehouden had, begonnen de koersen van de technologiefondsen aan een vrije val. Later werd deze val nog dieper door de financiële schandalen bij Worldcom, Enron, Ahold etc.