Karel Theodoor van Beieren
1724-1799 | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Keurvorst van de Palts | ||||||
|
||||||
Keurvorst van Beieren | ||||||
|
||||||
Hertog van Kleef en Berg | ||||||
|
||||||
Hertog van Gulik | ||||||
|
||||||
|
Karel Filips Theodoor (Brussel, 11 december 1724 - Slot Nymphenburg, 16 februari 1799) was paltsgraaf van Sulzbach (1733), keurvorst van de Palts (1742), hertog van Palts-Neuburg, Gulik en Berg (1742), markies van Bergen op Zoom (1742), heer van Wijnendale (1742) en keurvorst van Beieren (1777).
[bewerk] Levensloop
Op 9-jarige leeftijd (1733) volgde hij zijn vader Johan Christiaan op als paltsgraaf van Sülzbach, een klein vorstendom in Beieren. Zijn opvoeding kreeg hij echter aan het hof van zijn oom Karel III Filips van Palts-Neuburg in Mannheim.
Toen hij 18 jaar oud was (in 1742), overleed zijn oom en erfde hij van hem het keurvorstendom van de Palts, de hertogdommen Palts-Neuburg, Gulik en Berg, het markiezaat Bergen op Zoom en de heerlijkheid Wijnendale.
In 1742 huwde hij met zijn nicht Elisabeth Maria Aloysia Auguste van Sülzbach (1721-1794). Ze kregen samen in 1762 een kind, Frans Lodewijk Jozef, dat echter maar een dag leefde.
Karel Theodoor resideerde aanvankelijk in Mannheim, hoofdstad van de Palts. Tussen 1756 en 1770 liet hij in Benrath (bij Düsseldorf) een nieuwe zomerresidentie in rococostijl bouwen. Wanneer hij in 1777 ook keurvorst van Beieren werd, verplaatste hij zijn hoofdverblijfplaats naar München. In de zomer resideerde hij in het paleis van Schwetzingen, dat door zijn oom Karel Filips was gebouwd.
In 1767 stichtte hij de Orde van de Leeuw van de Palts. Een jaar tevoren, in 1766, had zijn echtgenote al een eigen ridderorde gesticht, de Elisabeth-Orde, waarvan zijzelf de grootmeesterin was. In 1778 werd hij als ridder opgenomen in de Orde van het Gulden Vlies.
Als verlicht vorst had Karel Theodoor veel belangstelling voor wetenschappen, kunsten en economie. In West-Vlaanderen financierde hij de aanleg van steenwegen. De eerste was klaar in 1752 en verbond de steden Brugge, Torhout, Roeselare en Menen met elkaar. Langs de steenwegen werden tolbarrières opgericht die genoemd waren naar belangrijke steden in het bezit van Karel Theodoor.
Net als zijn beide ooms Johan Willem van Palts-Neuburg en Karel Filips was Karel Theodoor een groot muziekliefhebber, die ook zelf een instrument (fluit) bespeelde. De muziekkapel van de keurvorst in zijn residentiestad Mannheim was het beroemdste en ook het grootste (60 muzikanten) hoforkest van zijn tijd in Europa. De hofkapel van Mannheim trok daarom veel componisten aan, onder wie Wolfgang Amadeus Mozart. In de winter van 1780 schreef Mozart in opdracht van de keurvorst een opera, Idomeneo. De uitvoeringen vonden plaats in het Residenztheater in München.
Karel Theodoor stierf in 1799 zonder wettelijke kinderen na te laten (hij had wel verschillende buitenechtelijke kinderen). Zijn opvolger was Maximiliaan Jozef uit de tak Palts-Birkenfeld.