Woestijn
Een woestijn is een gebied met minder dan 200 mm neerslag per jaar, waar weinig vegetatie groeit, waardoor er ook relatief weinig fauna aanwezig is. De dieren die er wel aanwezig zijn, zijn meestal vooral 's nachts actief. Woestijnen bestaan doorgaans uit grote oppervlaktes zand, vaak met zandduinen en ook rotsgrond.
Het bekendste dier dat in de woestijn leeft is wellicht de kameel. Dit dier wordt ook wel het schip van de woestijn genoemd, omdat het traditioneel veel van het vervoer door woestijnen zoals de Sahara voor zijn rekening nam.
In woestijnen bieden oases vaak de omstandigheden waar ook mensen kunnen leven. Een oase is een vruchtbare plek in de woestijn, doorgaans bij een bron of meer.
Veelal wordt gedacht, dat de grond van woestijnen onvruchtbaar is, maar dit is vaak juist niet het geval. Na een regenbui kan een groot deel van de woestijn ineens zeer sterk begroeid worden, maar de woestijngrond is niet in staat het water lang vast te houden.
Wereldwijd vindt er veel woestijnvorming en uitbreiding van woestijnen plaats, door massale ontbossing en bosbranden.
Voorbeelden van woestijnen zijn de Sahara, de Gobi-woestijn, de Kalahari, de Namib-woestijn, de Negev en de Arabische Woestijn.
De woestijn wordt in het systeem van de Duitse wetenschapper/ meteoroloog Köppen aangeven als het Bw klimaat. Systeem van Köppen.