Istrië (schiereiland)
Istrië (Istra, uitspraak: /'istra/ in het Kroatisch en het Sloveens; Istria, uitspraak: /'istrija/ in het Italiaans, Istrien, uitspraak: /'istrijen/ in het Duits) is het grootste schiereiland in de Adriatische Zee. Het schiereiland ligt in het Noorden van de Adriatische Zee tussen de Golf van Triëst en de Kvarner.
Het grootste gedeelte van deze landsstreek ligt in de westerse Kroatische Provincie Istrië (Kroatisch: Istarska županija, Italiaans: Regione istriana). Een klein gedeelte van Istrië behoort tot de Provincie Primorje-Gorski Kota (Kroatisch: Primorsko-goranska županija). Enkele belangrijke plaatsen op Kroatisch Istrië zijn (Italiaanse benaming ook gegeven) Pula (Kroatië) (Pola), Poreč (Parenzo), Rovinj (Rovigno), Pazin (Pisino), Labin (Albona), Motovun (Montona), Buzet (Pinguente) en Buje (Buie). Er zijn ook enkele kleinere plaatsen zoals Višnjan (Visignano), Roč (Rozzo) en Hum (Colmo).
De korte kuststrook van Slovenië heet ook Istrië. Hier liggen de kustplaatsen en havensteden Izola (Isola), Piran (Pirano), Portorož (Portorose), Ankaran (Ancarano) en Koper (Capodistria), waarvan Koper de enige commerciële haven is.
Ook een hoekje Italië behoort tot het gebied Istrië, waaronder het stadje Muggia (Sloveens: Milje).
Istrië trekt ieder jaar veel toeristen, belangstelling voor het 'Terra Magica' is niet recent. Beroemde personen als Dante, Jules Verne, James Joyce and Robert Koch waren ook al door dit gebied geïnspireerd.
Inhoud |
[bewerk] Geografie
Istrië heeft een kustlijn van 445 kilometer, samen met eilanden 539,9 kilometer. Aan de andere kant van de Adriatische Zee ligt Venetië en boven Istrië ligt de Golf van Kvarner. De regio ligt niet ver van de Julische Alpen af. Het westelijkste punt is Savudrija, het zuidelijkste punt is Premantura (Latijn: Promontorio).
De grond bestaat uit kalksteenplateau, met weinig water dankzij de karst topografie. Het noordoostelijke deel van Istrië is een verlenging van de Dinarische Alpen. De hoogste bergtop is de Vojak op de berg Učka (Italiaans: Monte Maggiore, 1401 meter boven zeeniveau). Een andere bergketen is de Ćićarija.
Istrië wordt ook wel verdeeld in het bijla Istrië, de witte bergtoppen; siva Istrië het grijze vruchtbare binnenland en crvena Istrië, het bloedrode gebied (terra rossa of crljenica) vlakbij de kustlijn.
[bewerk] Geologie
Istrië heeft meerdere populaire geologische bezienswaardigheden, waaronder de Grotten van Beredine vlakbij Poreč en een ondergrondse rivier in Pazin. Het Limski Kanaal is buiten Scandinavië de enige plek in Europa die gekenmerkt wordt als een fjord. Het is echter geen fjord, aangezien het kanaal niet door een gletsjer gevormd is. De steengroeve vlakbij Rovinj (Italiaans: Rovigno) is specifiek bedoeld voor studie in de geologie. De langste rivier in Istrië, de Mirna (Mirna=Zij de kalme in het Kroatisch en Sloveens) de rivier is slechts 32 kilometer lang en mondt uit in Novigrad. Andere rivieren zijn de Dragonja, Pazinčica en de Raša.
De valleien en graslanden in het binnenland worden voornamelijk voor de landbouwproductie gebruikt, zoals granen en groenten. De rode aarde dichterbij de kust wordt gebruikt voor het verbouwen van druiven, olijven, vijgen en voor de wijnoogst. De Istrische landbouw concentreert zich op het verbouwen van ecologisch voedsel zoals olijven en kwaliteitswijnen. De kustlijn heeft een rijke mediterrane vegetatie, met pijnbomen, de groene macchi, (vooral eiken en aardbeiboom). Een derde van het gebied is bedekt met bossen (voornamelijk eiken- en pijnbomen).
Bekende nationale parken zoals Brijuni en natuurpark Učka zijn wettelijk beschermde regio’s. Andere bezienswaardigheden zijn het Lim Kanaal, de bossen bij Motovun, de bossen Zlatni Rt Šijana vlakbij Pula, het beschermende natuurgebied Kamenjak in het Zuiden van Istrië en het Palud reservaat (voor ornithologie) vlakbij Rovinj. Er zijn op het Brijuni archipel ongeveer 680 plantensoorten, het archipel heeft ook een afwisselende vegetatie en olijvengaarden.
[bewerk] Klimaat
Istrië is in het noorden beschermd door de Alpen en het hoger gelegen binnenland. Het heeft een Mediterraan Klimaat, met gunstige temperaturen tussen een gemiddelde 5°C in januari en een gemiddelde 24°C in augustus. Istrië heeft droge en warme zomers met meet dan 10 uur zonneschijn per dag. Meer dan 240 dagen per jaar is de temperatuur hoger dan 10°C. Extreme hitte (boven de 30°C) duurt nooit langer dan drie weken. Ondanks de lagere temperatuur in Istrië vergeleken bij Dalmatië zorgt de Adriatische Zee voor veel verwarming, met temperaturen tot 26°C in augustus, en op z’n koudst 9°C à 11°C in maart. Bevriezingen komen zelfs in de kleine ondiepe baaien weinig voor.
Tijdens de winter brengt de bora (of bura) koud en helder weer vanuit het noorden. Vanuit het zuiden komt in de zomer brengt de Jugo (jug=zuid) regen. De Mistral (Italiaans: Maestral) blaast een zomerbries vanuit het binnenland naar de zee toe.
Het zoutgehalte van de Zee staat op 0.37%.
[bewerk] Geschiedenis
Istrië erft zijn naam van een Illyrische stam de Histri, Strabo verwees naar hen als de bewoners van deze landstreek. De Romeinen kenden ze als een woeste Illyrische stam van piraten, voor wie de rotsige kust een natuurlijke bescherming bood. Na twee Romeinse invallen gaven de Histri pas toe, in 117 v. Chr.
Men speculeert nog over het verband tussen Histri en Istrië met de Latijnse naam Hister en de rivier de Donau. Deze zou (volgens volksverhalen uit de oudheid) in tweeën splitsen, waarvan de ene tak uit zou komen in de Golf van Triëst (en het andere gedeelte in de Zwarte Zee). Dit is echter een legende.
Na de val van het West-Romeinse Rijk plunderden de Goten en de Langobarden de regio. En in 789 werd de regio geannexeerd door de koning van de Franken, Pepijn de Korte. De graven uit, Karinthië, Meran (Italiaans: Merano, Latijn: Castrum Maiense), Beieren en het patriarch van Aquileia werden de bestuurders van Istrië, daarna werd het ingelijfd door het Republiek Venetië. In 1797 werden de Habsburgers heersers van Istrië, met een korte onderbreking van Napoleonistische overheersing tussen 1805 en 1813.
[bewerk] De 20e eeuw
De regio heeft veel vreemde heersers gekend, Istrië is dan ook een etnisch gemixte regio. Tijdens de Oostenrijkse overheersing in de 19e eeuw behoorden de Italianen, Kroaten, Slovenen en enkele Vlachen/Istro-Roemenen tot de verschillende bevolkingsgroepen. In 1910 was de regio etnisch en taalkundig gezien bijna geheel gemixt. Tijdens de laatste periode van de Habsburgse dynastie was Istrië een geliefd binnenlands toeristenoord.
Na de Eerste Wereldoorlog werd Istrië door Italianen bezet. De bezetting werd pas achteraf "legaal" door het verdrag van Rapallo. De opkomst van het fascisme introduceerde in Istrië het italianiseren van de Kroatische en Sloveense bevolking van Istrië. In deze periode werden Kroatische en Sloveense landeigenaren systematisch onteigend, het spreken van de eigen taal verboden (tot en met het wegbeitelen van niet-Italiaanse familienamen op grafzerken) en niet-Italiaanse intellectuelen zoals onderwijzers en priesters gedeporteerd of vermoord. Hiertoe werden onder meer het concentratiekamp Gonars en interneringskampen zoals dat van Medea ingericht. Alleen al uit de bezette Sloveense gebieden zijn tussen 1918 en 1941 ruim 100.000 mensen verdreven, grotendeels naar Joegoslavië. Kroatische bronnen spreken over het koloniseren van Istrië -tijdens het regime van Benito Mussolini- door meer dan 50.000 Italianen (uit Calabrië en Sicilië). Dit beleid werd "etnische bonificatie" genoemd. De Nazi-bezetting tijdens de Tweede Wereldoorlog zorgde voor een verdere verslechtering tussen de banden van de ooit tolerant naast elkaar levende bevolkingsgroepen.
Na de Tweede Wereldoorlog werd het overgrote deel van Istrië toegewezen aan Joegoslavië. Na 1945 lieten ook mensen het leven door wraak- en zuiveringsacties van het nieuwe na-oorlogse bewind. Slachtoffers waren veelal Italianen, die van collaboratie tijdens de Italiaanse bezetting werden beschuldigd, maar ook Kroaten en Slovenen. Na-oorlogse propaganda, met name van Italiaanse neofascisten, heeft voortdurend over 15.000-20.000 vermoorde slachtoffers gesproken [2]. Inmiddels heeft de gemengde Italiaans-Sloveense onderzoekscommissie het aantal omgekomen slachtoffers op enkele honderden geschat. De uitvoering van deze acties werd soms in samenwerking met de PCI uitgevoerd. Tussen 1945 en 1956 is het gekomen tot een exodus van (voornamelijk) Italiaanse burgers. Uit Slovenië trokken ongeveer 30.000 Italianen naar Italië, uit Kroatisch Istrië en Dalmatië tenminste 170.000, maar waarschijnlijk niet meer dan 200.000. Deze exodus leidde tot een ontvolking van Istrië die voor het binnenland van de streek nog steeds voortduurt. De grotere steden hadden overigens snel nieuwe bewoners aangetrokken, ook Serviërs en Montenegrijnen.
Pula (Italiaans: Pola, een stad in het Zuiden van het Istrische schiereiland) was dit tussen december 1946 en september 1947 sterk te merken toen 28.000 van de 32.000 inwoners zijn of haar stad verliet. De meeste van hen verlieten Pula op 10 februari 1947, na de Vrede van Parijs, waarin stond dat Pula onder Joegoslavisch gezag zou komen. Wereldwijd schonk de media aandacht aan het vermeende martelaarsschap van de Italianen die Pula verlieten, niet alleen namen ze hun eigendommen mee, ook was er in hun ogen geen plaats meer in Pula voor hun doden.
Enkele bekende Istrianen zijn de autocoureur Mario Andretti, de zanger Sergio Endrigo en de bokser Nino Benvenuti. Ook al is de meerderheid van de Istriërs vandaag de dag Kroatisch, er bestaat een sterke regionale identiteit (in editie tweeënvijftig van De Grote Bosatlas wordt het gebied van Istrië gekleurd als een gebied met (sterke) afscheidingsbewegingen [3]).
Het Kroatische woord voor Istriërs is “Istrani” of “Istrijani” (wat de benaming in čakavski is, een dialect op het Kroatisch). Vandaag de dag is er nog steeds een Italiaanse minderheid, en hoewel dit een kleine groep is, is Istrië toch tweetalig[4].
Sinds het meerpartijenstelsel in 1990 heeft de regionale partij het Istrisch Democratische Assemblee (Kroatisch: Istarski Demokratski Sabor; Italiaans Dieta Democratica Istriana) een absolute meerderheid van de stemmen gekregen en heeft 4 zetels in het Kroatische Parlement. De Partij streeft naar meer autonomie voor Istrië, en staat daardoor vaak haaks tegen het centrale gezag uit Zagreb.
[bewerk] Cultuur
[bewerk] Etniciteit
Net zoals andere gebieden in Midden-Europa is Istrië etnisch gezien niet in enkele woorden samen te vatten. Om de etniciteit van deze groep samen te vatten worden nationaliteiten zoals “Italiaans, “Kroatisch” en “Sloveens” gebruikt. Deze nationaliteiten hebben echter slechts ieder hun invloed op Istrië gehad, wat zich op alle vlakken vaak uniek heeft ontwikkeld, uniek ten opzichte van de genoemde nationaliteiten.
Vanuit Istrië gezien kan bijvoorbeeld “Italiaan” gezien worden als een benaming van het nageslacht van de immigranten die tijdens het regime van Mussolini (als “kolonisten”) naar Istrië trokken. Maar het kan ook een andere betekenis hebben. Het kan ook verwijzen naar de autochtone bevolking die Venetiaans spreekt en ten tijde van de Republiek Venetië naar Istrië is gekomen. Of een benaming voor de Slavisch-Istrische bevolking die sterk beïnvloed is door de Italiaanse cultuur toen zij van het platteland naar de meer bevolkte gebieden verhuisden, of de welvarende groepen die hun boerderij gedag zij en tot de bourgeoisie ging behoren.
Slovenië ziet de Istriërs met het Kajkavisch (sp?) dialect als Slovenen. Zo ook ziet Kroatië de Istriërs met een Cavakiaans (Kroatisch: Čakavski) dialect als Kroatisch. Vele Istriërs zien zichzelf als Istriërs, en voelen weinig voor het centrale gezag. De steun aan partijen zoals het Istrisch Democratische Assemblee laat dit goed blijken. Anderen zien zichzelf weer als slechts een onderdeel van het land waartoe zij behoren.
[bewerk] Taal
Istrië kent twee eigen Romaanse talen: Het Istriotisch, een Italo-Westelijke taal, en het Istro-Roemeens, een Oostelijke taal. De talen hebben respectievelijk 1 000 en 555 à 1 500 sprekers.
In 1910 was de regio ook taalkundig gezien bijna geheel gemengd. Uit een Oostenrijkse telling bleek toen dat van de 404 309 inwoners van Istrië, 168 116 (41,6%) Servokroatisch sprak, 147 416 (36,5%) Italiaans, 55 365 Sloveens, 13 279 (3,3%) Duits, 882 (0,2%) (Istro-)Roemeens, 2 116 (0,5%) sprak een andere taal en nog eens 17 135 (4,2%) waren niet bij de census ingenomen omdat zij geen burgers waren. Hierbij moet worden aangetekend, dat de telling van 1910 bijzonder omstreden is geweest vanwege bewuste procedurele onzorgvuldigheid op aanstichten van Italiaanse irredentisten. In grote delen is de telling zelfs overgedaan (1911).
[bewerk] Economie
[bewerk] Toerisme
Massaal toerisme in Istrië gaat terug naar de tijd van de Romeinen, toen de Romeinse keizer Vespasianus een amfitheater in Pula bouwde, voor volksvermaak. Ten tijde van de Oostenrijks-Hongaarse overheersing in (1866) begon de Oostenrijkse en Hongaarse monarchie en aristocratie Istrië te bewonderen en te bezoeken, Poreč werd een gewilde reisbestemming. Met veel inspanning is er na de Tweede Wereldoorlog gewerkt aan de infrastructuur en de belangen van toerisme in de regio. Een combinatie van natuurlijke schoonheid, rijke geschiedenis en cultureel erfgoed zorgde voor gezonde en concurrerende diensten langs de westkust in steden als Poreč, Pula, Rovinj, Umag, Novigrad, en Vrsar. Istrië is vandaag de dag een belangrijk toeristenoord, met toeristen uit zowel west als centraal Europe. Niet minder dan 27% van de toeristen die naar Kroatië gingen, bracht hun tijd door in (het Kroatische deel van) Istrië, en 35% van de totale tijd die toeristen in totaal doorbrachten in Kroatië, brachten zij door in deze regio.
[bewerk] Externe links
- (hr)(it)(en)(de) Officiële Toetistenraad Istrië
- (hr)(it)(en) Istrianet internetpagina
Bron(nen): |
|
{{{afb_links}}} | Istrië | {{{afb_groot}}} | |
---|---|---|---|
Plaatsen in Istrië: |