Langobarden
De Langobarden (ook Lombarden of Longobarden) waren een West-Germaans volk dat rond de oevers van de Elbe woonde. Ze waren door de Romeinen gekend sinds 98 toen Tacitus hen vermeldde in zijn Germania.
[bewerk] Migratie naar het zuiden
De volksverhuizing van de Langobarden vond in etappes plaats. Vanaf 200 verplaatsten de Langobarden zich langzaam van de benedenloop van de Elbe, stroomopwaarts naar de huidige Duitse deelstaat Saksen Anhalt. Omstreeks 350 hadden de laatste Langobarden het gebied aan de bendenloop van de Elbe verlaten. In de periode tussen 350 - 493 verhuisden de Langobarden verder, naar de huidige Duitse deelstaat Saksen en Bohmia. Zij werden niet onderworpen door de Hunnen en behielden hun onafhankelijkheid. In deze periode werden de Langobaren gekerstend tot het Arianisme en we kennen een aantal namen van hoofdelingen uit die periode (Lethu, Hildehoc, Godehoc and Claffo).
In 493 verschenen de Langobarden in het gebied waar voorheen de Rugiërs hadden gewoond, de Romeinse provincie Noricum, tegenwoordig Oostenrijk. De Langobarden waren nu een groot volk, vermoedelijk hadden verschillende Germaanse stammen zich tijdens de migratieperiode bij de Langobarden aangesloten (vreedzaam dan wel gedwongen). In Noricum raakten de Langobarden herhaaldelijk slaags met de Herulen, die een koninkrijk hadden gesticht aan de Theiss en Mureş
Tijdens de migratieperiode van de Langobarden was de stammenstructuur geleidelijk aan veranderd. De Langobarden werden niet langer geleid door een aantal hoofdelingen, maar werden nu geregeerd door één koning. De eerste koning die we kennen was Tato. Tato vernietigde het koninkrijk van de Herulen in 510. Het merendeel van de overwonnen Herulen voegde zich bij de Langobarden. De opvolger van Tato, Wacho versloeg de Sueven aan de Donau. Door deze veroveringen kregen de Langobarden het westelijke deel van de voormalige Romeinse Provincie Pannonië in bezit. De Romeinen zochten toenadering tot de Langobarden en omstreeks 540 werden de Langobarden fouderati van de Romeinen. Als bondgenoten vochten de Langobarden mee in de oorlogen van de Romeinen. Zo werden zij ingezet in de oorlog tegen de Ostrogoten en vochten zij mee in het oosten tegen de Perzen. In de tussentijd kregen de Langobarden in Pannonië te maken met invallen door de Avaren. De Romeinen waren niet geintresseerd in deze oorlog en gaven de Langobarden geen steun. Alboin, de opvolger van Audoin sloot een niet aanvalsverdrag met de Avaren en smeedde een groot Longobardisch leger samen, bestaande uit veteranen die tegen de Goten en Perzen hadden gevochten. In 567 vielen Langobarden en Avaren de Gepiden aan vernietigden hun koninkrijk. De laatste Gepiden koning Kunimund werd gedood en Alboin dwong de dochter van de vermoorde koning, Rosamunde, tot een huwelijk.
[bewerk] Italië
Onder druk van de Avaren verlieten in 568 de Longobarden en Gepidsen de Balkan, trokken de Alpen over en vielen Italië binnen. Hoewel ze er niet in slaagden om de ommuurde steden in te nemen, veroverden ze een groot deel van Noord- en Midden-Italië. De stad Pavia op de Po-vlakte werd de hoofdstad van het koninkrijk. Dit betekende het einde van de politieke eenheid van Italië tot in de negentiende eeuw. De macht van de Oost-Romeinse keizer werd daardoor ingeperkt tot het exarchaat Ravenna en enkele kuststeden in Zuid-Italië. Het duurde 10 jaar voordat ze een nieuwe koning konden kiezen na de dood van Alboin en zijn opvolger Cleph.
Pas na het jaar 600 bekeerden ze zich tot het Rooms-Katholicisme; daarvóór waren ze voornamelijk heidenen of ariaanse Christenen.
In 755 werd hun koning Aistulf, die de paus bedreigde, verslagen door het leger van Pepijn de Korte onder leiding van Chrodegang.
Hun laatste echte koning was Desiderius, die regeerde tot 774, waarna Karel de Grote hun rijk niet alleen veroverde, maar ook de titel "Koning der Langobarden" overnam. Dit was de eerste keer dat een Germaans leider de titel van Koning van een ander Germaans volk overnam. De Langobarden werden geleidelijk opgenomen in de omringende Italo-Romeinse bevolking van Noord- en Midden-Italië. In de Dom van Monza bevindt zich een Langobardische schat waarin ook de IJzeren Kroon der Langobarden een plaats vond.
[bewerk] Verwante onderwerpen
- Koningen van de Langobarden
- De regio Lombardije in Italië
Germaanse volken |
Alemannen | Ambronen | Ampsivaren | Angelen | Angrivariërs | Bataven (Batavieren) | Bavarii | Boii (of Bojers)| Bructeren | Bourgondiërs | Chamaven | Chasuarii | Chauken | Cherusken | Chatten | Dulgubnii | Eburonen | Fosi | Franken | Frisii | Gepiden | Goten | Harii | Helisiërs | Herulen | Hermunduren | Juten | Kaninefaten | Kimbren | Langobarden | Lemovii | Lombarden | Lugiërs | Manimiërs | Marcomannen | Marobudui | Mattiakken | Naharvalen | Nemeten | Nerviërs | Ostrogoten | Quaden | Saksen | Semnonen (soms Semonen) | Sitones | Skiren |Sueben | Suionen | Sugambren | Tencteren | Teutonen | Toxandriërs | Trevi | Triboken | Tubanten | Tudri | Ubiërs | Usipeten | Vandalen | Vangionen | Warnen (of Varni) | Visigoten
|