Hispania Tarraconensis
Hispania Tarraconensis was een Romeinse provincie in het huidige Spanje. Tarraconensis besloeg heel het gebied dat Spanje nu is (behalve de Extremadura en Andalusië) en een deel van het huidige Portugal. Het staat ook bekend onder zijn (oudere) naam Hispania Citerior.
Inhoud |
[bewerk] Grenzen
Ten oosten van Hispania Tarraconensis lag de Middellandse Zee, wat de Romeinen passend de Mare Nostrum (Latijn: onze zee). In het zuiden had de provincie een grens met Hispania Baetica, wat grofweg overeenkomt met het huidige Andalusia. In het westen lag de Atlantische Oceaan en in het zuidwesten grensde Tarraconensis aan een andere provincie: Hispania Lusitania, wat ongeveer overeenkomt met het huidige Portugal.
[bewerk] Geschiedenis
[bewerk] Bronstijd
De Kelten bewoonden heel het Iberische schiereiland: in de bronstijd behoorden de Keltische nederzettingen (zoals Cortes de Navarra) tot de Klokbeker-culturen. In de bronstijd was Tin een zeer belangrijke grondstof. Aangezien de gebieden in het westen van het latere Tarraconensis rijke voorraden hadden, was de regio een belangrijke handelspartner. Hiervan getuigt het scheepswrak uit circa 800 v. Chr., gevonden bij Huelva, waar vele bronzen wapens in zaten, gefabriceerd in Frankrijk.
[bewerk] Kelten
Langzamerhand werden de Kelten de baas in heel Europa, zo ook in Spanje en Hispania Tarraconensis. De Keltische volkeren waren politiek niet één volk, maar voelden zich cultureel wel verbonden. Zo was de Hallstatt-cultuur tegen de 5de eeuw v. Chr. in heel Tarraconensis verspreid. De Keltische volkeren die er woonden heetten: Gallaeci, Keltiberiërs en Iberiërs, en hadden hun hoofdsteden in Brigantium en Numantia.
[bewerk] Grieken en Feniciërs
De Grieken koloniseerden veel, zo ook in Tarraconensis: tussen 800 en 480 v. Chr. stichtten zij Hemeroskopeion en Emporion. De rest van de oostkust van Tarraconensis bleef in Keltische handen. In het zuiden van Hispania werden Fenicische kolonies gesticht: de beroemdste daarvan is Gades, het huidige Cadiz.
[bewerk] Fenicië en Rome
De Feniciërs, beter gekend als de vijanden van Rome met hun hoofdstad in Carthago, kwamen in het vaarwater van de Romeinen. Na de eerste Punische Oorlog (264-241 v. Chr.) werden Sicilië, Corsica en Sardinië Romeins, de Carthagers reageerden met hun kolonies in Hispania fors uit te breiden. In 229 v. Chr. (of 228?) veroverden de Romeinen het noordelijkste deel van Tarraconensis en in 226 v. Chr. besloten beide partijen dat ze de Ebro als toekomstige grens beschouwden. De Fenicische kolonies reikten toen al tot aan die rivier en tot ver in het binnenland, tot aan Numantia.
De Tweede Punische Oorlog (219-201 v. Chr.) veranderde veel voor de regio en begon er zelfs: Hannibal viel het Romeins-gezinde stadje Saguntum aan, omdat dat in Fenicisch invloedsgebied lag. De Romeinen reageerden met een tegenaanval: heel Hispania stond op het spel. De Carthagers (o.l.v. Hannibal) vielen langs Hispania het noorden van Italië binnen en van daaruit verder naar het zuiden (waar ze de veldslagen zoals Cannae uitvochten, die de Romeinen smadelijk verloren.). De reactie van de Romeinen was een veldtocht in 210 v. Chr. tegen de kuststrook van de Fenicische kolonies in Tarraconensis en Baetica. De aanval verliep voorspoedig: onder leiding van Scipio Africanus kwam het leger vanuit Ostia in 210 in Tarraco, de hoofdstad van het Romeinse Tarraconensis, aan en trok naar het zuiden. Hannibal zat vast in Zuid-Italië en vele steden vielen zonder slag of stoot (o.a. Carthago Nova). In 208 stootte Scipio op een Carthaags leger in Baecula, dat meer landinwaarts lag, maar versloeg het. Twee jaar later, in 206, gebeurde dat opnieuw, ditmaal in Ilipa. Vandaar uit kon Scipio Gades innemen; de Fenicische kolonies in Hispania waren Romeins bezit geworden: Hispania Citerior. Deze provincie was slechts de kuststreek en de binnenlanden, waarvan sommige door de Carthagers waren onderworpen, leefden nu terug autonoom, waaronder bv. Numantia.
(voor het verdere verloop van de Punische Oorlogen tussen Rome en Carthago: zie derde Punische Oorlog)
[bewerk] Hispania Citerior
Na de militaire Romeinse overwinningen op Carthago en Macedonia in 146 v. Chr. konden de Romeinen meer tijd vrijmaken voor de verdere verovering van Hispania. In 133 v. Chr. werd Numantia, na een beleg van 20 jaar, door de Romeinen ingenomen. Dit betekende de ondergang voor de Keltiberiërs, die daarmee hun hoofdstad verloren. Het verval van de Kelten in Spanje werd pas echt duidelijk toen de La Tène-periode in de 2de eeuw v. Chr. niet doordrong tot in Hispania. Tegen 60 v. Chr. werden ook de Lusitanii onderworpen, maar de Gallaeci (met hoofdstad Brigantium) bleven zich hardnekkig verzetten.
Het kustgedeelte (reeds onderworpen) werd rijk. Vanuit de hoofdstad Tarraco werden heirbanen aangelegd en het gebied traag gekoloniseerd. In 63 v. Chr. werd Julius Caesar de consul van Hispania Citerior.
[bewerk] Hispania Tarraconensis
In 27 v. Chr. reorganiseerde keizer Augustus Hispania Citerior. Hierbij splitste hij de provincie in drie: Hispania Tarraconensis, Hispania Baetica en Hispania Lusitania. Tijdens de Cantabirsche oorlog (29-19 v. Chr. vielen ook de laatste delen van het Iberische schiereiland: de Cantabrii, inwoners van Cantabria waren de laatste Kelten die zich in 19 v. Chr. moesten overgeven. Cantabria werd bij Tarraconensis ingelijfd.
Tarraconensis werd een keizerlijke provincie (d.w.z. dat de keizer een persoon koos als gouverneur).
[bewerk] Tarraconensis na de Romeinen
Hispania Tarraconensis bleef deel van het Romeinse Rijk tot de grote invasie van de 5de eeuw. Daarna spreekt men eigenlijk niet meer van Tarraconensis, maar van Spanje.
[bewerk] Vandalen
In 409-410 trokken de Vandaalse Asdingen en Silingen, samen met de Alanen en Sueven de Pyreneeën over en bereikten Spanje. De in allerijl door de Romeinen opgeworpen steunpunten ontwijkend vestigden deze stammen zich aanvankelijk onder de inheemse bevolking in Noordwest-Spanje. Maar spoedig verspreidden zij zich van daaruit over Spanje. De Silingen drongen Baetica binnen en de Asdingen het zuiden van Galicië. De Romeinse keizer Honorius zag in de Vandalen bondgenoten tegen zijn rivaal Constantius III en sloot in 411 verdragen. Ondanks deze verdragen werden de twintiger jaren een periode van wrijving en oorlog. De Romeinen lieten daarom in 415 de Visigoten overkomen vanuit Gallië naar Spanje om de eerder aangekomen stammen te vernietigen. In twee jaar tijd werden de Silingen praktisch uitgeroeid en de Alanen zodanig verzwakt dat deze zich moesten verbinden met de Asdingen. In 418 verlieten de Visigoten Spanje en bleven de Asdingen en Sueven gespaard. De Asdingen kregen vaste voet in Andalusië. In 422 versloegen zij het Romeinse leger en veroverden Carthagena. Ze bouwden een vloot en veroverden de Balearen. In 429 gingen zij scheep naar Afrika.
[bewerk] Visigoten
In 409 begonnen deze groote volksverhuizingen en dit leidde tot een opstand van de Basken en de Cantabrii. Na het vertrek van de Vandalen verschenen de Visigoten. Het uitgeputte West-Romeinse Rijk kon niet meer reageren en het Visigotische koninkrijk in Hispania was een feit. Deze regering was (mede met de Ostrogoten) verantwoordelijk voor de echte val van het West-Romeinse Rijk in 476. De Visigotische koningen heersten over heel Spanje en Portugal en een stukje zuid-Frankrijk, behalve het Suevenkoninkrijk in het noordwesten, dat verovert werd in 585 en Baskenland, dat nooit verovert werd. Het bestuur had veel innerlijke twisten, waardoor Justinianus I in 554 het zuidelijk deel van Tarraconensis en Baetica kon veroveren. Tegen 620 waren de laatste Byzantijnse bezittingen verloren gegaan.
[bewerk] Moren
vervolledigen vervolledigen
[bewerk] Volk
Toen de Romeinen in de 2de eeuw v. Chr. interesse begonnen te tonen voor de regio, was de oorspronkelijke bevolking, zoals de Basken, (zie 2.1) al eeuwen gemengd met de Keltische (zie 2.2). Verder waren er ook Fenicische/Carthaagse bevolkingsgroepen te vinden, aangezien zij de bewoners van de meeste kolonies waren. Vanaf de 2de eeuw v. Chr. werden er ook Romeinse invloeden, aan de kust was die er al lang. In het opstandige binnenland kwam die vooral van het legioen dat de Romeinen in centraal Tarraconensis legerden (nabij Legio). Na de Romeinse overheersing kwamen daar nog eens Germaanse stammen, Noord-Afrikaanse (de Moren) en veel Joden bij.
[bewerk] Religie
vervolledigen
[bewerk] Economie
Tarraconensis was een rijk land: vanuit het binnenland kwamen vele goederen op de Romeinse markt terecht: hout, goud, ijzer, tin, lood, aardewerk, vermiljoen, koper, marmer, wijn en olijfolie.
|
|
---|---|
Achaea (Griekenland) | Alexandria et Aegyptus (Egypte) | Africa | Agri decumates | Alpes Cottiae | Alpes Maritimae | Alpes Poeninae | Arabia | Armenia Inferior | Asia | Belgica | Britannia | Cappadocia | Cilicië | Corsica | Creta | Cyprus | Cyrenaica | Dacia | Dalmatia | Epirus | Galatië | Gallia Aquitania | Gallia Lugdunensis | Gallia Narbonensis | Germania (inferior en superior) | Hispania Baetica | Hispania Lusitania | Hispania Tarraconensis | Italia | Judaea | Lycaonië | Lycië | Macedonië | Mauretania Caesariensis | Mauretania Tingitana | Moesië (inferior en superior) | Noricum | Numidië | Pannonië (inferior en superior) | Pamphylië | Pisidië | Pontus et Bithynia | Raetia | Sardinia | Sicilia | Syria | Thracië |