Pannonië
Pannonië (Latijn: Pannonia, soms Panonia) is de naam van het gebied dat door de Donau langs de noord en oostkant begrensd wordt. Het omvat grote delen van wat nu Hongarije is (de laagvlaktes van de Donau). In de Oudheid lag aan de westgrens van Pannonië de regio Noricum en in het zuiden lag Dalmatia. De Romeinse provincie Pannonia had in het uiterste zuiden ook nog een kleine grens met opper-Moesia. Vandaag komt het gebied grotendeels overeen met Hongarije.
Inhoud |
[bewerk] Geschiedenis
De geschiedenis van het gebied kenmerkt zich door voortdurende invallen van verschillende volkeren.
[bewerk] Pre-Romeins
De oorspronkelijke bewoners waren de Pannonii (soms door de Grieken als Paeonii vermeld). Deze rondtrekkende stammen lieten echter geen blijvende indruk na.
Vanaf de 4de eeuw v. Chr. vielen Keltische stammen Pannonia binnen. De Kelten verdreven de oorspronkelijke bevolking en vestigden zich ten westen van de Donau, op grondgebied van Pannonia dus. Zij hadden enigszins een vast stamverband en het staat bijna vast dat ze contacten onderhielden met de Romeinen.
[bewerk] Rome valt het gebied binnen
Weinig was gekend over de inwoners van Pannonia toen keizer Augustus het gebied binnenviel. Augustus stuurde zijn adoptiezoon en troonopvolger, Tiberius, als generaal om de grens van het Romeinse Rijk tot de Donau te verleggen. Plots reageerde de inwoners en bundelden hun krachten tegen de Romeinse inval; in 35 v. Chr. sloten zelfs de inwoners van Pannonia een bongenootschap met de inwoners van Dalmatia. Toch waren de primitieve Kelten niet opgewassen tegen de Romeinse macht en Tiberius' veldtocht verliep spoedig: Siscia (het huidige Sisak) werd ingenomen en bezet. En toch duurde het tot 9 v. Chr. voordat de laatste regio's van Pannonia zich neerlegden aan Rome's gezag. De lange duur bewijst dat de Romeinen tegen een veel sterkere vijand stonden dan aanvankelijk verwacht.
[bewerk] Illyricum en de opstand
Pannonia en Dalmatia vormde samen een nieuwe provincie voor het rijk: Illyricum, afgeleid van de oude naam voor de inwoners van de streek, de Illyriërs.
In het jaar 7 revolteerden de inwoners van de provincie, samen met de oorspronkelijke Illyriërs die er nog woonden. Tiberius, met steun van Germanicus, konden met alle moeite van de wereld de opstand onderdrukken (een veldtocht die 2 volle jaren duurde!) en Augustus besefte ten volle dat er vele legioenen nodig waren om de grens te verdedigen tegen de nabije, zeer gevaarlijke, barbaarse stammen (zoals de Quadi en de Marcomanni) en om de bevolking onder controle te houden. Op een bepaald moment waren er zelfs 7 legioenen aanwezig in het gebied Illyricum; dit vond Augustus dan ook weer gevaarlijk aangezien een gouverneur dan direct controle had over 28.000 man elitetroepen. Het antwoord uit Rome was de splitsing van Illyricum in de nieuwe Romeinse provincie Dalmatia en Pannonia.
[bewerk] Pannonia opnieuw gesplitst
Pannonia bleek een waardevolle provincie te zijn: het lag midden op de belangrijke handelsroute die langs de Donau liep en zo de Zwarte Zee met Gallië verbond. In het eerste decennium van de 1ste eeuw n. Chr. was Trajanus op bezoek. Tussen het jaar 102 en 107 (tussen de eerste een de tweede Dacische Oorlogen) splitste Trajanus de provincie opnieuw in twee: Pannonia superior (het westelijk gedeelte) en Pannonia inferior (het oostelijk gedeelte). Volgens Ptolemeus werd de deling heel strikt gedaan: er werd een lijn tussen Arrabona (het huidige Győr) en Servitium (Gradiška) getrokken. Later verplaatste men die lijn verder naar het oosten, waarmee Pannonia superior groter werd. De Romeinen bleven het gebied echter als geheel zien en noemden het soms dan ook Pannonias of Pannoniae (in het Latijn is de uitgang -ae het meervoud van de uitgang -a).
Pannonia superior had een legaat die door de Senaat werd gekozen en had drie legioenen ter beschikking om de grenzen te verdedigen. Pannonia inferior had eerst een door de keizer aangeduidde legaat en had één legioen ter beschikking. Later, onder Marcus Aurelius kreeg Pannonia inferior een door de Senaat verkozen legaat. De grens (de Donau) werd beschermd door de belangrijke kolonies, gesticht door Hadrianus: Aelia Mursia (het huidige Osijek) en Aelia Aquincum (Buda). Beide steden zijn beter bekend als Aquincum en Carnuntum en waren tevens de hoofdsteden van beide provincies.
[bewerk] Verdere opdeling
Diocletianus verdeelde beide provincies elk nog eens in tweeën: het originele Pannonia werd dus verdeeld in vier delen:
- Pannonia Prima in het noordwesten, met als hoofdstad Savaria/Sabaria (Szombathely),
- Pannonia Valeria in het noordoosten, met als hoofdstad Sopiane (Pécs),
- Pannonia Savia in het zuidwesten, met als hoofdstad Siscia (Sisak),
- Pannonia Secunda in het zuidoosten, met als hoofdstad Sirmium (Sremska Mitrovica).
De nieuwe splitsing was echter niet de enige verandering die Diocletianus in peto had voor Pannonia: hij nam delen van het huidige Slovenië weg van Pannonia en voegde ze bij Noricum.
[bewerk] Na de Romeinen
Pannonia kwam bij de splitsing van het Romeinse Rijk in een Westelijk en Oostelijk deel bij het Westen terecht.
Vanaf de 4de eeuw kreeg de regio te maken met invallen van Germaanse volken. In 340 kregen de Vandaalse Asdingen toestemming om zich binnen het Romeinse Rijk te vestigen. Zij kregen als fouderati van de Romeinen land toegewezen in Pannonië en verbleven daar totdat zij omstreeks 400 in opstand kwamen. De Romeinse Generaal Stilicho voerde uitgebreid campagne tegen de Vandalen en verdreef hen uit Pannonië.
Bij de invallen door Hunnen in het begin van de 5de eeuw werd het gebied door keizer Theodosius II afgestaan. Na de dood van hun leider, Attila in 453, namen de Ostrogothen (onder leiding van Theodorik) het gebied over, samen met de Gepiden en de Longobarden.
Maar daarbij eindigde de reeks van invallen niet: de Avaren, een van oorsprong Mongoolse stam, viel vanaf 568 het gebied binnenen stichtten het Avaren-kanaat. Buiten een inval van Karel de Grote bleef het rustig tot 895, het jaar waarin de Hongaren, een ruitersvolk uit het oosten van Transsylvanië, het land binnenvielen. Zij vestigden zich (onder leiding van Árpád) omstreeks 900 in de laagvlakte, waar ze voortaan zouden blijven wonen. Sinsdien heet Pannonië daarom dan ook Hongarije.
[bewerk] Structuur, bevolking, nijverheid
De oorspronkelijke leefgemeenschappen bestonden uit pagi (kantonnen), die bestonden uit vici (dorpen). De grote steden zijn allemaal Romeins van oorsprong. Deze waren (samen met de hierboven vermelde steden):
- Scarbantia (Sopron)
- Arrabona (Győr)
- Gorsium-Herculia (Székesfehérvár)
- Mursa (Osijek)
- Cibalae (Vinkovci)
- Marsonia (Slavonski Brod)
- Taurunum (Zemun)
Het gebied was betrekkelijk productief, vooral nadat Probus en Galerius de grote bossen hadden laten omkappen. Daarvoor was hout het belangrijkste exportproduct van Pannonië. De belangrijkste landbouwproducten waren haver en mout, waarvan de inwoners een soort bier brouwden, dat Sabaea genoemd werd. Wijn en olijven werden hier niet of weinig verbouwd. Pannonia was ook zeer gekend om zijn jachthonden. Hoewel niets vermeld wordt over de minerale rijkdom, is het waarschijnlijk dat er in Pannonia enkele rijke ijzer- en zilvermijnen aanwezig waren. De belangrijkste rivieren die Pannonia doorkruisten waren de Dravus, de Savus en de Arrabo, buiten de Danuvius (soms als Danuvius geschreven). De drie eerstgenoemden monden hierin uit.
|
|
---|---|
Achaea (Griekenland) | Alexandria et Aegyptus (Egypte) | Africa | Agri decumates | Alpes Cottiae | Alpes Maritimae | Alpes Poeninae | Arabia | Armenia Inferior | Asia | Belgica | Britannia | Cappadocia | Cilicië | Corsica | Creta | Cyprus | Cyrenaica | Dacia | Dalmatia | Epirus | Galatië | Gallia Aquitania | Gallia Lugdunensis | Gallia Narbonensis | Germania (inferior en superior) | Hispania Baetica | Hispania Lusitania | Hispania Tarraconensis | Italia | Judaea | Lycaonië | Lycië | Macedonië | Mauretania Caesariensis | Mauretania Tingitana | Moesië (inferior en superior) | Noricum | Numidië | Pannonië (inferior en superior) | Pamphylië | Pisidië | Pontus et Bithynia | Raetia | Sardinia | Sicilia | Syria | Thracië |