Wilhelm Canaris
Wilhelm Franz Canaris (1 januari 1887 - Flossenbürg 9 april 1945) was een Duits admiraal en tijdens het nationaal-socialistische regime leider van de Abwehr (contraspionage) van het Duitse opperbevel (Oberkommando der Wehrmacht).
[bewerk] Jonge jaren
Hij werd geboren in Aplerbeck bij Dortmund in Westfalen. Canaris groeide op in Duisburg, waar hij het Steinbart-Gymnasium bezocht. Hij trad in 1905 in dienst bij de marine en diende in de Eerste Wereldoorlog als officier tijdens de Slag bij de Falkland-eilanden op 8 december 1914 aan boord van de SMS Dresden. Na de slag werd hij geïnterneerd in Chili. Na zijn ontsnapping in augustus 1915 werd hij overgeplaatst naar de inlichtingendienst, met Spanje als werkgebied.
Na een mislukte Britse moordaanslag, keerde hij terug in actieve dienst en eindigde de oorlog als commandant van een U-boot met achttien gezonken schepen op zijn naam.
In 1919 was Wilhelm Canaris lid van de krijgsraad waar de voor de moord op Rosa Luxemburg en Karl Liebknecht beschuldigde vrijkorpsleden zich moesten verantwoorden. Deze krijgsraad sprak een groot aantal van de beschuldigden vrij. Reeds een jaar later nam hij deel aan de Lüttwitz-Kapp-Putsch en werd hierom aangehouden en gearresteerd, maar na korte tijd weer vrijgelaten. Hij werkte na het Verdrag van Versailles weer bij de marine, en vanaf 1931 bij de inlichtingendienst van de Abwehr.
[bewerk] Tweede Wereldoorlog
Bij het begin van het Derde Rijk hing hij het Nationaal-socialisme aan en bracht het onder dit regime tot chef van de Duitse Abwehr. Zijn eerste grote klus was een interventiepoging tijdens de Spaanse burgeroorlog. Canaris zelf spreekt vloeiend Spaans en ontwikkelt een goede band met Franco, die hij later privé afraadt doortocht te verlenen aan Duitse troepen om Gibraltar te veroveren.
Pas bij het begin van de oorlog reizen er bij hem twijfels over het Hitler-regime, die met de tijd groeien. Hij is ooggetuige van de moord door SS-troepen op meer dan 200 joden in Bedzin in Polen.
Hij behoudt in zijn positie van chef van de Abwehr naar buiten toe het gezicht van een loyale inlichtingendienst. Hij had hierbij een groot talent om zijn tegenstanders om de tuin te leiden. Nazi-teksten kon hij zo overtuigend voordragen, dat ook zijn grootste tegenstanders vaak overtuigd werden van zijn echtheid en trouw.
Maar onderwijl geeft hij zijn nauwste medewerkers, Hans Oster en Hans von Dohnanyi, bescherming en gelegenheid voor het samenzweren tegen Hitler. Op deze wijze was hij direct betrokken bij het lekken van de aanvalsdata van de aanvallen op de lage landen en bij de couppogingen van leden van de generale staf in 1938 en 1939. In maart 1943 vloog hij naar Smolensk om samenzweerders van de staf van legergroep midden te ontmoeten.
Tijdens de zomer van 1943 ontmoet Canaris heimelijk Generaal Stuart Menzies, chef van de Britse inlichtingendienst, in Spanje. Canaris presenteert Menzies een vredesplan: overgave van de Duitse troepen en staakt-het-vuren in het westen, eliminatie of uitlevering van Hitler, en voortzetting van de oorlog aan het oostfront. Het vredevoorstel vindt gehoor bij de Amerikaanse en Britse geheime diensten, maar wordt door President Roosevelt verworpen.
Midden februari 1944 wordt Canaris van zijn functie als Abwehrchef ontheven en drie dagen na de aanslag op Hitler op 20 juli 1944 door zijn rivaal bij de SD-buitenland, SS-Brigadeleider Walter Schellenberg, aangehouden. Pas begin april 1945 ontdekt een generaal in een brandkast op het legerhoofdkwartier van de Abwehr in Zossen Canaris langgezochte privédagboeken, die op 15 april door Ernst Kaltenbrunner, de chef van de Sicherheitspolizei en van de SD aan Hitler persoonlijk getoond worden. Hitler geeft direct opdracht tot de "onmiddellijke vernietiging van de samenzweerders". In een "SS-Standgerichtverfahren" in concentratiekamp Flossenbürg werd Canaris ter dood veroordeeld en op 9 april 1945 samen met Dietrich Bonhoeffer en Hans Oster geëxecuteerd. Wilhelm Canaris werd opgehangen.
Zijn laatste boodschap, via een geïmproviseerde code aan een medegevangene, de voormalige chef van de Deense inlichtingendienst, begint met de woorden "Ben lelijk mishandeld, neus gebroken." Zijn laatste woorden: "Ik sterf met een schoon geweten voor mijn vaderland. Ik deed alleen mijn plicht tegenover mijn land toen ik de misdadige dwaasheden van Hitler probeerde te stoppen."
[bewerk] Literatuur
- Heinz Höhne, Canaris. Patriot im Zwielicht, München (C. Bertelsmann) 1976 (ISBN 3570016080)