Olympische Winterspelen 2006/Kunstrijden

Het kunstrijden op de Olympische Winterspelen 2006 bestaat uit het indviduele kunstschaatsen voor mannen en vrouwen, kunstschaatsen voor paren en ijsdansen voor paren.

Datum	Onderdeel
11 februari	Korte Kür Paren
13 februari	Vrije Kür Paren
14 februari	Korte Kür Mannen
16 februari	Vrije Kür Mannen
17 februari	Verplichte Dans IJsdansen
19 februari	Originele Dans IJsdansen
20 februari	Vrije Dans IJsdansen
21 februari	Korte Kür Vrouwen
23 februari	Vrije Kür Vrouwen
24 februari	Gala

Inhoud 1 Mannen 1.1 Individueel 2 Vrouwen 2.1 Individueel 3 Mix 3.1 Paarrijden 3.2 IJsdansen 4 Medaillespiegels 4.1 Landen 4.2 Atleten

[bewerk] Mannen

[bewerk] Individueel

Vooraf was Evgeni Plushenko al de grote favoriet voor de titel. Tijdens de wedstrijd liet hij er dan ook geen gras over groeien. Al na de korte kür nam hij een voorsprong van meer dan 10 punten op zijn op dat moment naaste belager, de Amerikaan Johnny Weir. Met die prestatie kon de zege hem nauwelijks nog ontgaan. De lange kür van Plushenko was imponerend. Foutloos schaatste hij naar de overwinning en kwam tot een score van 167.67 wat hem een totaal van 258.33 opleverde, een persoonlijk record.

Het verschil met de concurrentie was groot, uiteindelijk meer dan 27 punten met de zilveren medaillewinnaar. Johnny Weir die na de korte kür nog tweede stond maakte enkele foutjes tijdens zijn lange kür en zakte in het klassement naar de vijfde plaats. De strijd om het zilver en brons ging tussen een andere Amerikaan, Evan Lysacek, de Zwitser Stéphane Lambiel en de Canadees Jeffrey Buttle.

Van de drie had Lambiel de hoogste score bereikt in de korte kür, voor Buttle en Lysacek volgde al op 13 punten. Lysacek zette echter een goede lange kür neer en scoorde daarin 152.58 punten en nam zodoende op dat moment ruim de zilveren medaille in zijn bezit. Vervolgens was het de beurt aan Buttle, die een nog betere score neer wist te zetten. Zijn 154.30 was goed genoeg om Lysacek voorbij te gaan en om Lambiel onder druk te zetten.

Lambiel op zijn beurt zette de minste kür van de drie neer. De Zwitser wist de score te beperken en kwam tot een resultaat van 152.17 punten, wat hem op een eindtotaal bracht van 231.21. Die score leverde hem het zilver op, terwijl het brons was weggelegd voor Jeffrey Buttle.

Titelverdediger	Aleksej Jagoedin	Rusland

rang	sporter(s)	land	korte kür	lange kür	totaal
	Evgeni Plushenko	RUS	90.66	167.67	258.33
	Stéphane Lambiel	SUI	79.04	152.17	231.21
	Jeffrey Buttle	CAN	73.29	154.30	227.59
4	Evan Lysacek	USA	67.55	152.58	220.13
5	Johnny Weir	USA	80.00	136.63	216.63
6	Brian Joubert	FRA	77.77	135.12	212.89
7	Matthew Savoie	USA	69.15	137.52	206.67
8	Daisuke Takahashi	JPN	73.77	131.12	204.89
9	Kevin Van der Perren	BEL	65.36	132.03	197.39
10	Min Zhang	CHN	67.39	128.88	196.27
11	Ilia Klimkin	RUS	61.61	130.19	191.80
12	Shawn Sawyer	CAN	67.20	123.63	190.83
13	Emanuel Sandhu	CAN	69.75	120.49	190.24
14	Gheorghe Chiper	ROM	67.66	118.53	186.19
15	Sergei Davydov	BLR	64.65	119.94	184.59
16	Li Chengjiang	CHN	60.23	121.98	182.21
17	Ivan Dinev	BUL	63.64	116.47	180.11
18	Tomas Verner	CZE	59.71	120.36	180.07
19	Frederic Dambier	FRA	61.17	116.42	177.59
20	Anton Kovalevski	UKR	63.41	109.43	172.84
21	Stefan Lindemann	GER	60.52	112.05	172.57
22	Viktor Pfeifer	AUT	62.17	101.70	163.87
23	Kristoffer Berntsson	SWE	59.55	102.40	161.95
24	Zoltan Toth	HUN	55.07	90.40	145.47
25	Karel Zelenka	ITA	53.46	-	-
26	Trifun Zivanovic	SCG	53.40	-	-
27	Jamal Othman	SUI	52.18	-	-
28	Vakhtang Murvanidze	GEO	49.68	-	-
29	Gregor Urbas	SLO	46.48	-	-
30	Jon In Han	PRK	42.11	-	-

[bewerk] Vrouwen

[bewerk] Individueel

Titelverdedigster	Sarah Hughes	Verenigde Staten

rang	sporter(s)	land	korte kür	lange kür	totaal
	Shizuka Arakawa	JPN	66.02	125.32	191.34
	Sasha Cohen	USA	66.73	116.63	183.36
	Irina Sloetskaja	RUS	66.70	114.74	181.44
4	Fumie Suguri	JPN	61.75	113.48	175.23
5	Joannie Rochette	CAN	55.85	111.42	167.27
6	Kimmie Meissner	USA	59.40	106.31	165.71
7	Emily Hughes	USA	57.08	103.79	160.87
8	Sarah Meier	SUI	55.57	100.56	156.13
9	Carolina Kostner	ITA	53.77	99.73	153.50
10	Elene Gedevanishvili	GEO	57.90	93.56	151.46
11	Yan Liu	CHN	49.84	95.46	145.30
12	Mira Leung	CAN	50.61	94.55	145.16
13	Susanna Pöykiö	FIN	53.74	89.48	143.22
14	Elena Sokolova	RUS	46.69	95.66	142.35
15	Miki Ando	JPN	56.00	84.20	140.20
16	Kiira Korpi	FIN	44.84	92.36	137.20
17	Elena Liashenko	UKR	52.35	81.73	134.08
18	Julia Sebestyen	HUN	49.58	79.68	129.26
19	Idora Hegel	CRO	47.06	80.01	127.07
20	Galina Efremenko	UKR	41.25	84.12	125.37
21	Tugba Karademir	TUR	44.20	79.44	123.64
22	Silvia Fontana	ITA	42.47	77.90	120.37
23	Viktoria Pavuk	HUN	46.40	73.45	119.85
24	Fleur Maxwell	LUX	44.53	65.04	109.57
25	Joanne Carter	AUS	40.86	-	-
26	Roxana Luca	ROM	39.37	-	-
27	Yong Suk Kim	PRK	39.16	-	-
28	Elena Glebova	EST	38.47	-	-
29	Anastasia Gimazetdinova	UZB	38.44	-	-

[bewerk] Mix

[bewerk] Paarrijden

Titelverdedigers	Yelena Berezhnaya / Anton Sikharulidze	Rusland
	Jamie Salé / David Pelletier	Canada

Kende het paarrijden in Salt Lake City 2002 een sensationele ontknoping met het dubbele goud na de omkoping van een jurylid, zo kende dezelfde discipline in 2006 opnieuw een merkwaardig en sensationeel slot. Dat het evenement werd gedomineerd door de Russen en de Chinezen stond op voorhand al min of meer vast.

Totmianina/Marinin reden hun laatste toernooi en zetten alles op alles om hun eerste Olympische medaille te veroveren. Nadat ze in de korte kür als eerste stonden op de ranglijst reden ze ook in de lange kür vrijwel foutloos en konden alleen de Chinezen Zhang/Zhang hen nog van het goud afhouden.

Bij de eerste weggeworpen sprong zakte Dan Zhang echter weg door haar knie en leek ze haar wedstrijd niet voort te kunnen zetten. Na een onderbreking van enkele minuten vervolgde ze onder luid applaus van het publiek toch haar kür. Het springen ging niet meer van harte, maar met enkele spectaculaire lifts behaalden ze toch nog een score die goed genoeg was voor het zilver.

rang	sporter(s)	land	korte kür	lange kür	totaal
	Tatiana Totmianina / Maxim Marinin	RUS	68.64	135.84	204.48
	Dan Zhang / Hao Zhang	CHN	64.72	125.01	189.73
	Xue Shen / Hongbo Zhao	CHN	62.32	124.59	186.91
4	Qing Pang / Jian Tong	CHN	63.19	123.48	186.67
5	Maria Petrova / Alexei Tikhonov	RUS	64.27	117.42	181.69
6	Aliona Savchenko / Robin Szolkowy	GER	60.96	119.19	180.15
7	Rena Inoue / John Baldwin	USA	61.27	113.74	175.01
8	Julia Obertas / Sergei Slavnov	RUS	60.25	106.29	166.54
9	Dorota Zagórska / Mariusz Siudek	POL	56.10	109.85	165.95
10	Jessica Dubé / Bryce Davison	CAN	55.48	104.23	159.71
11	Valérie Marcoux / Craig Buntin	CAN	55.62	102.59	158.21
12	Tatiana Volosozhar / Stanislav Morozov	UKR	50.14	98.24	148.38
13	Marcy Hinzmann / Aaron Parchem	USA	49.58	97.47	147.05
14	Marylin Pla / Yannick Bonheur	FRA	44.24	88.60	132.84
15	Eva-Maria Fitze / Rico Rex	GER	43.83	76.37	120.23
16	Marina Aganina / Artem Knyazev	UZB	44.02	75.53	119.55
17	Diana Rennik / Aleksei Saks	EST	39.72	78.41	118.13
18	Julia Beloglazova / Andrei Bekh	UKR	43.85	71.77	115.62
19	Rumiana Spassova / Stanimir Todorov	BUL	37.27	73.98	111.25
20	Yong Myong Phyo / Yong Hyok Jong	PRK	33.36	-	-

[bewerk] IJsdansen

Titelverdedigers	Marina Anissina / Gwendal Peizerat	Frankrijk

De verrassing van het IJsdansen van deze spelen was de eerste plaats van Barbara Fusar Poli en Maurizio Margaglio, het Italiaanse paar na de verplichte dans. Zij maakten na vier jaar afwezigheid hun rentree. Het Italiaanse publiek reageerde enthousiast na hun dans en beloonde hen met een omstreden eerste plaats.

Zij vergooiden hun kansen echter tijdens de originele dans. In de laatste vijf seconden van hun dans ging Margaglio onderuit en liet hij Fusar Poli uit zijn handen glippen. De leiding werd overgenomen door de favorieten en wereldkampioenen Tatiana Navka en Roman Kostomarov uit Rusland. Tanith Belbin en Benjamin Agusto uit Amerika volgden op de tweede plaats, terwijl Elena Grushina en Ruslan Goncharov uit de Oekraïne op brons stonden. De originele dans werd gekenmerkt door de vele valpartijen, waardoor grote verschuivingen ontstonden.

Tijdens de vrije dans waren er minder grote verschuivingen, maar klommen enkele combinaties die eerder minder presteerden omhoog op de ranglijst. Dat was echter niet genoeg om invloed te hebben op de medailleverdelingen.

Tatiana Navka en Roman Kostomarov dansten op de muziek van Bizets Carmen en lieten met hun geografie aan de jury zien waar ze toe in staat waren. Deze performance werd met 101,37 punten beloond. De nieuwe puntentelling maakte het voor vele rijders moeilijker, echter voor de volgers leverde dit een uitdagendere strijd op.

rang	sporter(s)	land	verplicht	origineel	vrij	totaal
	Tatiana Navka / Roman Kostomarov	RUS	38.20	61.07	101.37	200.64
	Tanith Belbin / Benjamin Agosto	USA	37.36	60.53	98.17	196.06
	Elena Grushina / Ruslan Goncharov	UKR	37.39	59.29	99.17	195.85
4	Isabelle Delobel / Olivier Schoenfelder	FRA	36.44	58.34	99.50	194.28
5	Albena Denkova / Maxim Staviski	BUL	37.65	55.85	96.03	189.53
6	Barbara Fusar Poli / Maurizio Margaglio	ITA	38.78	51.73	92.95	183.46
7	Margarita Drobiazko / Povilas Vanagas	LTU	35.23	52.79	95.19	183.21
8	Galit Chait / Sergei Sakhnovski	ISR	31.07	55.65	94.44	181.16
9	Oksana Domnina / Maxim Shabalin	RUS	33.37	52.36	88.03	173.76
10	Sinead Kerr / John Kerr	GBR	31.58	50.28	85.57	167.43
11	Megan Wing / Aaron Lowe	CAN	31.42	49.17	85.81	166.40
12	Jana Khokhlova / Sergei Novitski	RUS	30.90	47.15	86.43	164.48
13	Federica Faiella / Massimo Scali	ITA	33.20	43.25	87.92	164.37
14	Melissa Gregory / Denis Petukhov	USA	30.51	47.00	81.64	159.15
15	Nozomi Watanabe / Akiyuki Kido	JPN	27.95	46.59	78.87	153.41

[bewerk] Medaillespiegels

[bewerk] Landen

rang	land	goud	zilver	brons	totaal
1	Rusland	3	0	1	4
2	Japan	1	0	0	1
3	Verenigde Staten	0	2	0	2
4	China	0	1	1	2
5	Zwitserland	0	1	0	1
6	Canada	0	0	1	1
	Oekraïne	0	0	1	1

[bewerk] Atleten

rang	atleet	land	goud	zilver	brons	totaal
1	Shizuka Arakawa	JPN	1	0	0	1
	Roman Kostomarov	RUS	1	0	0	1
	Maxim Marinin	RUS	1	0	0	1
	Tatiana Navka	RUS	1	0	0	1
	Evgeni Plushenko	RUS	1	0	0	1
	Tatiana Totmianina	RUS	1	0	0	1
7	Benjamin Agosto	USA	0	1	0	1
	Tanith Belbin	USA	0	1	0	1
	Sasha Cohen	USA	0	1	0	1
	Stéphane Lambiel	SUI	0	1	0	1
	Dan Zhang	CHN	0	1	0	1
	Hao Zhang	CHN	0	1	0	1
13	Jeffrey Buttle	CAN	0	0	1	1
	Ruslan Goncharov	UKR	0	0	1	1
	Elena Grushina	UKR	0	0	1	1
	Xue Shen	CHN	0	0	1	1
	Irina Sloetskaja	RUS	0	0	1	1
	Hongbo Zhao	CHN	0	0	1	1

Kunstrijden bij de Olympische Winterspelen
Londen 1908 | Antwerpen 1920 | Chamonix 1924 | St. Moritz 1928 | Lake Placid 1932 | Garmisch-Partenkirchen 1936 | St. Moritz 1948 | Oslo 1952 | Cortina d'Ampezzo 1956 | Squaw Valley 1960 | Innsbruck 1964 | Grenoble 1968 | Sapporo 1972 | Innsbruck 1976 | Lake Placid 1980 | Sarajevo 1984 | Calgary 1988 | Albertville 1992 | Lillehammer 1994 | Nagano 1998 | Salt Lake City 2002 | Turijn 2006