Landing op Sicilië
Landing op Sicilië | |||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Conflict | Tweede Wereldoorlog | ||||||||||||||
Datum | 10 juli 1943 – 17 augustus 1943 | ||||||||||||||
Plaats | Sicilië | ||||||||||||||
Resultaat | Strategische Geallieerde overwinning | ||||||||||||||
|
|||||||||||||||
Partijen | |||||||||||||||
|
|||||||||||||||
Campagne | |||||||||||||||
|
De Landing op Sicilië begon op 10 juli 1943. De invasie op het eiland droeg de codenaam Operatie Husky en vormde het begin van de Italiaanse campagne in de Tweede Wereldoorlog
Aan de landing op Sicilië namen aan geallieerde zijde troepen deel uit het Britse Gemenebest en de Verenigde Staten. Het eiland werd verdedigd door Nazi Duitsland en Italiaanse troepen.
De verdediging bestond uit twee Italiaanse korpsen, (XII Italiaanse korps en XVI Italiaanse korps) en het Duitse XIVe pantserkorps.
Inhoud |
[bewerk] Planning
Terwijl de campagne in Tunesië nog aan de gang was, werd aan geallieerde zijde reeds nagedacht over het vervolg. De Amerikanen waren voorstander van een landing in Noord-Frankrijk, de Britten voor een nieuw front in het Middellandse Zee gebied: "de zachte onderbuik van het derde rijk", zoals Churchill het uitdrukte.
Om de druk op Nazi-Duitsland vast te houden, was het noodzakelijk een nieuw front te openen. Op de Conferentie te Casablanca werd gekozen van de beschikbare doelen voor Sicilië gekozen, o.a. omdat hier luchtdekking vanuit Noord-Afrika mogelijk was. Niet alleen de alternatieven Joegoslavië, Griekenland, Kreta en Zuid-Frankrijk vervielen hiermee, ook Noord-Frankrijk zou in 1943 nog geen doorgang vinden. Als tijdstip hiervoor werd mei 1944 afgesproken, als concessie aan de Amerikanen.
De strategische doelstelling van de landing op Sicilië was een veiliger doortocht voor geallieerde scheepvaart in de Middellandse Zee. Ook was er de hoop dat Italië misschien gedwongen kon worden de oorlog te verlaten. Verder was het duidelijk, hoewel dit niet zwart op wit werd gesteld, dat een geallieerde aanwezigheid op Sicilië een bruggenhoofd voor een aanval op Italië betekende.
De Amerikanen wilden dat Sicilië het laatste geallieerde avontuur in de Middellandse Zee zou zijn, terwijl Churchill graag wilde doorstoten naar Italië. Dit ongemakkelijke compromis zou zijn invloed hebben op het laatste deel van de campagne.
Generaal Dwight Eisenhower werd aangesteld als commandant van de invasie, terwijl generaal Sir Harold Alexander het bevel over de landstrijdkrachten kreeg. Deze landstrijdkrachten bestonden uit het Britse 8ste leger onder generaal Bernard Montgomery, dat in de strijd in Noord-Afrika zijn sporen had verdiend, en het Amerikaanse 7de leger onder generaal George Patton. Beide legers telden twee korpsen.
De Verdedigers bestonden uit 365.000 man Italiaanse troepen en 40.000 Duitse troepen. Deze hadden de beschikking over ten minste 47 tanks en 200 stukken artillerie. De Italiaanse generaal Alfredo Guzzoni had het bevel over deze strijdmacht.
De geallieerden verzamelden in Tunesië en op Malta 5000 vliegtuigen om de operatie te ondersteunen. De as-mogendheden hadden in Zuid-Italië naar schatting 1800 toestellen beschikbaar.
Aan de zijde van de as-mogendheden werd serieus rekening gehouden met de mogelijkheid van een invasie. Men realiseerde zich daarbij de men niet sterk genoeg zou zijn om het eiland te verdedigen wanneer de geallieerden eenmaal een stevig bruggenhoofd hadden gevestigd. Hun enige hoop lag in het verslaan van een geallieerde landing vlak na het aan land gaan. Dit was echter makkelijker gezegd dan gedaan, omdat de Italiaanse eenheden de mobiliteit misten voor een dergelijke tegenaanval. Het as-commando was daarom gedwongen zijn reserves dicht bij de meest waarschijnlijke landingsplaatsen te legeren.
Dit was exact wat generaal Guzzoni probeerde te doen. Nadat hij zijn kusteenheden in een dunne lijn langs de gehele kust had verspreid, plaatste hij twee Italiaanse infanteriedivisies op de twee meest waarschijnlijke locaties, de westpunt en de zuid-oostpunt van het eiland. De beide Duitse divisies, de Duitse 15e pantser grenadier divisie en de Hermann Goering Divisie plaatste hij in het zuid-oosten van het eiland, de plaats die hij als het meest aannemelijk beschouwde. De Duitse opperbevelhebber in Italië, Albert Kesselring, besloot echter dat het westen niet uitgesloten kon worden als landingsgebied, en liet eenheden van de 15e pantsergrenadiers divisie in het westen van het eiland positie innemen.
Op 9 juli werd Guzzoni door luchtverkenning gewaarschuwd voor een invasievloot. Om 22.00 uur vaardigde hij een algeheel alarm uit, anderhalf uur voor de eerste luchtlanding.
[bewerk] De landingen
[bewerk] Dag 1, 10 juli
De landingen vonden plaats bij sterke wind. Dit vormde een belemmering bij de landingen, maar droeg bij aan de verrassing. De landingen vonden plaats aan de zuid- en oostkust van het eiland. De Britten landen aan de oostzijde, de Amerikanen aan de zuidzijde.
Als voorbereiding op de invasie vonden in de nacht van 9 op 10 juli vier luchtlandingen plaats. De twee Amerikaanse luchtlandingen werden uitgevoerd door de Amerikaanse 82e luchtlandingsdivisie. Het was voor hen de eerste keer dat zij operationeel werden ingezet. Door sterke wind werden de vliegtuigen uit de koers geblazen en landden de troepen sterk verspreid. Ze kwamen niet op hun verzamelpunten bijeen. De Britten gebruikten gliders in plaats van parachutes, maar brachten het er weinig beter vanaf. Slechts 12 van de 144 glidertoestellen kwamen bij de geplande doelen aan de grond. Enkele toestellen storten zelfs in zee.
In beide gevallen reageerden de luchtlandingstroepen adequaat door verspreidde Duitse en Italiaanse patrouilles aan te vallen en verwarring te veroorzaken.
De landingen uit zee stuitten ondanks het weer op weinig weerstand. De Italiaanse troepen aan de kust hadden gebrek aan uitrusting en transport. Britse eenheden wandelden dan ook zonder noemenswaardige weerstand de havenplaats Syracuse binnen.
Alleen in de Amerikaanse sector was sprake van een substantiële tegenaanval, en wel precies op de plaats die door de parachutisten had moeten worden beveiligd.
De eerste tegenaanval vond plaats door een Italiaans infanterie bataljon, de tweede door 13 Italiaanse tanks. De Italiaanse tanks slaagden er in door te dringen tot het Centrum van Gela, voor zij door Amerikaanse rangers konden worden verdreven. Bij Piano Lupo slaagden Amerikaanse para's er in een aanval door 20 Italiaanse tanks te stoppen.
De Duitsers voerden een tegenaanval uit met 90 Duitse Mark III en Mark IV tanks, twee pantserartillerie bataljons, een pantserverkenningsbataljon en een ingenieursbataljon van de Hermann Goering Divisie. Beschieting door de vloot voor de kust was nodig om deze aanval te stoppen. De gevechten in de sector woedden voort, 17 zware Duitse Tijger tanks, een pantserartilleriebataljon en twee bataljons gemotoriseerde infanterie van de Hermann Goering Divisie namen een bataljon van de Amerikaanse 45e divisie gevangen.
Aan het eind van de eerste dag beschikten de Amerikanen over een 80 km breed, 3-6 km diep bruggenhoofd. In het midden gaapte echter een gevaarlijk gat door de Italiaanse en Duitse tegenaanval.
[bewerk] Dag 2, 11 juli
De volgende dag, 11 juli, bleek voor het 7de leger de meest gevaarlijke. Reeds vroeg in de ochtend hernieuwde Guzzoni zijn aanval op het dunne Amerikaanse centrum bij Piano Lupo, Gela en de stranden in de buurt. Guzzoni zette het grootste deel van twee divisies in, de Hermann Goering divisie en de Italiaanse Livorno Divisie. Ook organiseerde hij luchtsteun en bombardementen door op het Italiaanse vasteland gestationeerde vliegtuigen. Door verkeersopstopping op de overvolle stranden konden Amerikaanse tanks niet worden ingezet. Opnieuw moest infanterie ondersteund door vuur van de vloot de Duits-Italiaanse aanval stoppen.
Op 11 juli gaf Patton gezien de hachelijke toestand zijn reserve luchtlandingregimenten opdracht om te landen en het centrum te versterken. Helaas was de communicatie gebrekkig. Niet iedereen werd over de op handen zijnde luchtlanding geïnformeerd. De vliegtuigen arriveerden kort na een Duitse luchtaanval, en verloren 37 van de 144 vliegtuigen door vuur van de eigen troepen.
Aan zijde van de as-mogendheden nam generaal Hans Hube de leiding. Toen de tegenaanval faalde, werd een verdedigende lijn rond Messina betrokken. Hierbij werd vakkundig gebruikgemaakt van het terrein, zoals de steile hellingen van de vulkaan Etna.
[bewerk] Dag 3-4, 12-13 juli
Gedurende de volgende twee dagen maakten zowel de Britten als de Amerikanen geleidelijk vorderingen.
[bewerk] De strijd om het eiland
De plannen voor de acties na de landingen waren alleen in grote lijnen uitgewerkt. Zowel het Britse als het Amerikaanse leger zouden elk naar hun eigen doelen optrekken. De grens tussen de twee legers lag vast.
Gedurende de eerste twee dagen verliep de opmars als gepland. In het westen werd Vizzini ingenomen, in het oosten Augusta.
Hierna liep de Britse opmars echter vast op Duitse weerstand in haar sector. Hube had vanuit Zuid-Frankrijk de Duitse Eerste parachutistendivisie laten komen.
Door de verovering van een aantal vliegvelden op het eiland konden de Geallieerden hun luchtoverwicht effectiever gebruiken. Zware bombardementen op de Duitse posities slaagden er echter niet in de Duitse weerstand te breken. Wel hinderden de geallieerde bombardementen de bevoorrading van de Duitse troepen, zowel bij het transport door Italië als bij het transport over de straat van Messina. Montgomery haalde hierop Alexander over de grens tussen de twee legers te verleggen zodat de plaats van de grootste weerstand omzeild kon worden, en de Britten de hoofdrol zouden kunnen spelen bij de inname van Messina.
De Amerikanen zouden de Britse linkerflank dekken terwijl de Britten het eigenlijk aanvalswerk uitvoerden. Deze opzet was niet naar de zin van Patton, die een meer actieve rol voor de Amerikanen verlangde. Waarschijnlijk durfden de Britten na de Amerikaanse performance in de eerste fasen van de Tunesische campagne de Amerikanen geen belangrijkere rol toe te vertrouwen. Alexander gebruikte als vergelijking: de Britten zijn het zwaard, de Amerikanen het schild dat het zwaard dekt. Patton was laaiend van woede over dit besluit, hij wilde de inname van Palermo door Amerikaanse troepen laten gebeuren, maar hij kreeg opdracht zich aan zijn rol te houden.
Wel kreeg hij toestemming voor "beperkte verkenningsacties" in oostelijke richting. Patton legde deze toestemming zeer ruim uit. Beginnend met beperkte verkenningsacties rapporteerde hij al snel een "reconnaissance in force" naar Agrimento. De Amerikaanse troepen ontmoetten hierbij weinig weerstand. Hij overreedde hierna Alexander om op te mogen rukken naar Palermo, maar Alexander trok even later deze toestemming in. Patton claimde later dat dit bevel "bij de verzending onduidelijk was geworden". Toen het "misverstand" was opgehelderd, stond Patton aan de poorten van Palermo. Op 22 juli werd Palermo ingenomen.
Dat Patton weinig weerstand ontmoette, was vooral te danken aan de terugtrekking een paar dagen eerder van de 15e pantser grenadier divisie.
De val van Palermo inspireerde een coup tegen Mussolini, en deze werd uit de macht gezet. Hoewel het verwijderen van Italië een van de lange termijn doelen van de actie was geweest, waren de geallieerden totaal verrast door de snelheid waarmee dit gebeurde. De coup bracht weliswaar op dit moment nog geen verwijdering van Italië als partij in de oorlog, maar bracht wel een verwijdering tussen Rome en Berlijn teweeg.
Na de inname van Palermo door Patton zaten de Britten nog steeds vast ten zuiden van Messina. Het Duitse opperbevel had hier de orde hersteld, ook onder de in paniek geraakte Italiaanse soldaten. Het terrein met name rond de Etna werkte hier sterk in het voordeel van de verdedigers. Alexander gaf opdracht tot een aanval van twee zijden. Patton raakte bezeten van het idee om Messina voor de Britten te bereiken. Hij schreef: "Dit is een paardenrace waarin het prestige van het Amerikaanse leger op het spel staat." Op 23 juli kreeg Patton opdracht om naar het oosten te keren: Op naar Messina!
Hans Hube gaf aan Duitse zijde opdracht tot een vertragende terugtocht naar Messina. Deze terugtocht werd door de Duitsers bijzonder vakkundig uitgevoerd. Bovendien kregen de Duitsers nog versterking van de 29e pantsergrenadier divisie.
Rondom Messina was het terrein bijzonder sterk in het voordeel van de verdedigers: steile heuvels zonder veel dekking. Patton begon zijn aanval op de Duitse verdedigingslinie bij Troina, maar dit was een steunpunt in de verdedigingslinie en werd taai verdedigd. Ondanks drie "laatste amfibische landingen" (Sant'Agata, Brolo, en een mislukte landing achter de eigen linies) slaagden de Duitsers er in om het grootste deel van hun strijdkrachten over de Straat van Messina te evacueren naar het Italiaanse vasteland. Eenheden van de Derde infanterie divisie drongen Messina enkele uren na het vertrek van de laatste schepen van de as-mogendheden. Patton had zijn race naar Messina gewonnen.
[bewerk] Consequenties en nasleep
De as-mogendheden verloren 29.000 man terwijl 140.000 man, voornamelijk Italianen, krijgsgevangen werden genomen. De inname van het vliegveld van Biscari had een slachtpartij tot gevolg, waarbij 73 krijgsgevangenen werden gedood, vermoedelijk op aanzet van Patton.
De V.S. telden 2237 doden en 6544 gewonden en krijgsgevangenen. De Britten telden 2721 doden en 10.122 gewonden en krijgsgevangenen.
De as-mogendheden evacueerden 100.000 man en 10.000 voertuigen volgens plan. De geallieerden ondernamen weinig pogingen om deze aftocht te hinderen, en hadden hiervoor ook geen plannen opgesteld.
De invasie had een grote invloed op het Russische front. De Duitsers staakten hun aanval bij Koersk omdat zij eenheden naar Italië wilden zenden.
Husky was de grootste amfibische operatie uit de Tweede Wereldoorlog in termen van aan land gezette manschappen. In dit opzicht overtrof het zelfs de latere Landing in Normandië.
Strategisch gezien bereikten de geallieerden alle gestelde doelen. De as-mogendheden verloren Sicilië als basis voor hun lucht en vloot activiteiten. De Middellandse Zee werd hierdoor veiliger voor geallieerde scheepvaart. Mussolini verloor de macht in Italië. De deur naar een invasie op het Italiaanse vasteland lag open.
De verhouding tussen Britten en Amerikanen was door het Amerikaanse succes verbeterd, de Amerikanen werden door de Britten meer "voor vol" aangezien.
Operationeel gezien bleek het Duitse leger de meerdere van zowel de Britse als Amerikaanse troepen. Toen de Duitsers eenmaal de leiding genomen hadden, bepaalden zij de richting en het tempo van hun aftocht.
De operatie leverde bij de evaluatie belangrijke lessen voor de Landing in Normandië.
[bewerk] Begeleidende operaties
- Operatie Barclay: Misleidingsoperaties om de Nazi's op het verkeerde been te zetten qua tijd en plaats van de landing.
- Operatie Chestnut: Luchtlanding op 12 juli 1943 door 2 SAS om communicatie te storen.
- Operatie Corkscrew: Geallieerde landing op het zwaar gefortificeerde Italiaanse eiland Pantelleria op 10 juni 1943.
- Operatie Fustian: Luchtlanding bij Primrose Bridge op 13 juli - 14 juli 1943.
- Operatie Ladbroke: Glider landing bij Syracuse op 9 juli 1943.
- Operatie Narcissus: Commando raid op een vuurtoren bij de hoofdlandingsplaats op 10 juli 1943.