Slag om Monte Cassino
Slag om Monte Cassino | |||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Conflict | Tweede Wereldoorlog | ||||||||||||||
Datum | 4 januari 1944 – 4 juni 1944 | ||||||||||||||
Plaats | Monte Cassino, Italië | ||||||||||||||
Resultaat | Geallieerde overwinning | ||||||||||||||
|
|||||||||||||||
Partijen | |||||||||||||||
|
|||||||||||||||
Campagne | |||||||||||||||
|
De strategische positie van Monte Cassino heeft het tot de locatie van verschillende veldslagen en belegeringen vanaf de klassieke oudheid gemaakt. Naar het zuiden toe kijkt het klooster uit over de rivier Rapido.
In de Tweede Wereldoorlog was de Slag om Monte Cassino (Ook wel eens de Slag om Rome genoemd) een slag, of liever serie gevechten, toen de geallieerden tijdens de Italiaanse campagne probeerden door de Gustav linie te breken. De intentie was de ingesloten geallieerde troepen van de Landing bij Anzio te bereiken en door te breken naar Rome. Oorspronkelijk was de landing bij Anzio bedoeld om de Gustav linie te omzeilen, en een kostbare aanval op de Gustav linie te vermijden, maar Duitse troepen sloten de geallieerde invasiemacht in.
Eind 1943 rukten de geallieerden op, maar bij de Gustav linie kwam hun opmars tot staan. Hoewel het klooster een sleutelpositie inneemt, verbiedt de Duitse veldmaarschalk Albert Kesselring de Duitse troepen het klooster te bezetten vanwege de historische waarde van het gebouw. De commandant van de elite Duitse Eerste Duitse luchtlandingsdivisie, Julius Schlegel, laat de kostbare bibliotheek met meer dan 1200 unieke historische documenten en boeken, in Rome in veiligheid brengen.
[bewerk] Verloop van de slag
De eerste slag begon op 4 januari 1944. Van 17 tot 25 januari probeerden Amerikaanse eenheden tevergeefs de berg en de stad in te nemen. Met zware verliezen trekken de Amerikanen zich terug.
De Nieuw-Zeelandse generaal Bernard Freyberg eist en krijgt een bombardement van het klooster, hoewel alle Duitse troepen zich in de bergwand op minstens 300 meter van het historische gebouw bevinden. Op 15 februari werd het klooster van Monte Cassino door een geallieerd bombardement verwoest. In twee aanvalsgolven gooien de 12de en 15e luchtvloot 435 ton aan bommen op het gebouw. In de kelders van het gebouw hebben de monniken en 800 burgers toevlucht gezocht, 250 van hen vinden de dood. Hierna geeft Kesselring op 17 februari zijn troepen toestemming de ruïnes van het gebouw ter verdediging in te nemen.
Hierna volgde van 15 tot 18 februari een nieuwe aanval, die evenals de eerste vastliep.
De ruïnes werden op 15 maart opnieuw gebombardeerd. Van 15 tot 25 maart volgde een derde aanval. Ook deze aanval liep vast op de taaie Duitse verdediging van het klooster en de stad. De geallieerde strijdmacht bestond uit Amerikaanse, Britse, Indiase, Canadese, Australische en Nieuw-Zeelandse eenheden. Zij verloren tijdens deze gevechten ongeveer 54.000 man.
De zogenoemde vierde slag om Monte Cassino werd uitgevochten door het Tweede Poolse legerkorps onder generaal Władysław Anders. Bij de eerste aanval (11 - 12 mei) leed het korps zware verliezen, maar stelde wel het Britse Achtste leger onder generaal Sir Oliver Leese in staat om door de Duitse linies in de vallei van de rivier Liri beneden het klooster te breken.
De tweede aanval (17 mei - 19 mei), uitgevoerd ten koste van zeer zware verliezen onder de Poolse troepen, werd door de Polen uitgevoerd met hulp van Franse hulptroepen, gerekruteerd onder de Algerijnse en Marokkaanse bergbewoners, verdreef de Duitsers (de genoemde eerste luchtlandingsdivisie) uit de heuvels rondom het klooster en omsingelde deze bijna. Op 18 mei slaagde een verkenningseenheid van de Poolse ulanen erin om de ruïnes van het klooster te bezetten.
De verovering van Monte Cassino maakte de opmars van Britse en Amerikaanse troepen naar Rome mogelijk. Rome viel op 4 juni 1944.
Bij de gevechten zijn 105.000 geallieerde en 80.000 Duitse troepen betrokken geweest. 20.000 Duitse en 54.000 geallieerde troepen verloren het leven.
[bewerk] Monte Cassino en het Poolse nationale bewustzijn
In de definitieve aanval op de Duitse stellingen werd de hoofdrol gespeeld door het Tweede Poolse korps van generaal Władysław Anders. Van deze Poolse soldaten sneuvelden er ongeveer 4.000.
In het Poolse nationale bewustzijn wordt grote betekenis toegekend aan deze slag, want dit was voor de Poolse troepen in het Westen één van de grootste overwinningen op de Duitsers tijdens de Tweede Wereldoorlog. Terwijl het Poolse leger in het Westen, de Poolse regering in Londense ballingschap en het Armia Krajowa in de periode van de Volksrepubliek Polen onderwerpen waren die taboe waren verklaard, mocht men wel (pas vanaf de jaren zestig) - als een soort uitlaatklep - de Poolse bijdrage in de slag bij Monte Cassino verheerlijken.
Bijna alle Polen kennen het lied "Rode klaprozen op de Monte Cassino", dat het volgende refrein heeft:
Rode klaprozen op de Monte Cassino
In plaats van dauw dronken jullie Pools bloed.
Langs die klaprozen ging de soldaat, en daar sneuvelde hij
Maar sterker dan de dood was zijn toorn.
De jaren en eeuwen gaan voorbij,
Maar de sporen van die langvervlogen dagen blijven
En de klaprozen op de Monte Cassino zullen nog roder zijn
Want zij groeien uit Pools bloed.