Kamermuziek

Onder kamermuziek wordt klassieke muziek verstaan voor kleine bezettingen, in Vlaanderen spreekt men van een ensemble. Muziek die je bij wijze van spreken in een (grote) huiskamer kunt spelen. Kamermuziek komt voor vanaf de Barok.

[bewerk] Klein ensemble

Meestal betreft het muziek voor twee tot negen strijkers, blazers of vocalisten, al dan niet gecombineerd met piano. Als een instrument alleen speelt, is er geen ensemble; men spreekt dan van solo-instrument.

Aantal musici	één	twee	drie	vier	vijf	zes	zeven	acht	negen
Naam	solo	duo	trio	kwartet	kwintet	sextet	septet	octet	nonet

Voorbeelden: strijkkwartetten, liederen met of zonder begeleiding, klassieke pianomuziek. Vrijwel alle klassieke componisten hebben strijkkwartetten geschreven. Die van Mozart, Haydn, Schubert en Beethoven worden het meest gespeeld. Kamermuziek wordt doorgaans beoefend in huiselijke kring. Daarvoor hadden Mozart en zijn tijdgenoten het ook bedoeld. Er komt maar een select concertpubliek op af.

[bewerk] Kamerorkest

Een kamerorkest speelt, anders dan de naam suggereert, een ander soort kamermuziek (er is een grotere "kamer" nodig, maar geen grote concertzaal). Het aantal leden van een kamerorkest kan oplopen tot wel veertig. Het kamerorkest speelt muziek die speciaal voor wat kleinere orkestbezettingen is geschreven. Dat is vaak repertoire uit de tijd dat de symfonieorkesten nog niet zo groot waren als tegenwoordig. Gespecialiseerde kamerorkesten zoals het Orkest van de Achttiende Eeuw spelen vaak op authentieke instrumenten.