Felix Mendelssohn-Bartholdy
Jakob Ludwig Felix Mendelssohn Bartholdy (Hamburg, 3 februari 1809 – Leipzig, 4 november 1847) was een Duits componist.
Inhoud |
[bewerk] Levensloop
Felix Mendelssohn werd geboren in Hamburg in een rijke protestants-joodse familie. Mendelssohn was gedoopt maar werd desondanks door velen als joods gezien. Zijn vader Abraham Mendelssohn was bankier en zijn grootvader was de joodse filosoof Moses Mendelssohn. In 1812 verhuisde de familie naar Berlijn. Op zesjarige leeftijd kreeg hij pianoles van zijn moeder en op zevenjarige leeftijd van Marie Bigot in Parijs. In 1817, na in Berlijn te zijn teruggekeerd, kreeg hij les in compositie van Carl Friedrich Zelter, wiens vriend Goethe hij in 1821 in Weimar bezocht.
Daarvoor, in 1818 op negenjarige leeftijd, trad hij op in een openbaar kamerconcert en voordat hij dertien was had hij al verschillende composities op zijn naam, waaronder het pianokwartet opus 1. Zijn vader was rijk genoeg om hem een privé-orkest te laten dirigeren. Hij componeerde zijn eerste symfonie op vijftienjarige leeftijd.
In 1827 schreef hij zich in aan de universiteit van Berlijn, om daar de geschiedenis- en filosofiecolleges van Hegel te volgen. Hij kreeg pianoles van Ignaz Moscheles tijdens een bezoek. In 1825 voltooide hij de korte opera Die Hochzeit des Camacho, die op kosten van de familie in 1827 werd uitgevoerd. Op zijn zeventiende componeerde hij de ouverture voor de Midzomernachtsdroom van Shakespeare (de rest van de toneelmuziek werd in 1842 voltooid).
In 1842 werd Mendelssohn als een der eersten opgenomen in de exclusieve Orde "Pour le Mérite".
Hij maakte vele reizen, onder andere naar Parijs en Italië. In Rome trok hij op met Hector Berlioz, die daar wverbleef als winnaar van de Prix de Rome.
In 1835 werd Mendelssohn de eerste muziekdirecteur, die tevens Kapellmeister van het Gewandhausorchester in Leipzig was. Voor die tijd waren deze twee functies gescheiden.
Tijdens een bezoek aan Frankfurt ontmoette hij Cécile Jeanrenaud, een nakomeling van een Franse Hugenotenfamilie, met wie hij op 28 maart 1837 in het huwelijk trad. Ze hadden samen 5 kinderen. In september van hetzelfde jaar dirigeerde hij zijn oratorium Paulus op het Birmingham Festival.
Mendelssohns twee oratoria Paulus en Elias waren beïnvloed door de muziek van Johann Sebastian Bach, die in vergetelheid was geraakt en die Mendelssohn weer onder de aandacht van het publiek heeft gebracht. In 1839 gaf Mendelssohn met groot succes een uitvoering van de Matthäus Passion, de eerste uitvoering van dit werk sinds het overlijden van Bach.
Hij vertrok in 1841 naar Berlijn, waar hij benoemd was tot directeur van de muziekafdeling van de kunstacademie. Hier componeerde hij toneelmuziek voor stukken in het Grieks, Engels en Frans.
Eind 1842 keerde hij naar Leipzig terug en richtte daar het conservatorium op. Hij gaf les in piano en compositie. Hij had echter een slechte gezondheid en zijn bezoek aan het Birmingham Festival op 26 augustus 1846 was zijn op één na laatste bezoek aan Engeland. Na zijn laatste bezoek aan dat land in de lente van 1847 was hij erg gedeprimeerd door het overlijden van zijn zuster Fanny Hensel.
Hij ging naar Zwitserland, maar was te ziek om te werken en keerde weer terug naar Leipzig in september 1847 waar hij, op 4 november, nog voor zijn veertigste jaar, zwaar overwerkt en geheel uitgeput, na een reeks hartaanvallen is overleden.
De Nationaal Socialisten verboden Mendelssohn's werk dat zij als " Joods", en daarom afkeurenswaardig, beschouwden.
[bewerk] Enkele bekende werken
- Lieder ohne Worte
- De Italiaanse symfonie
- Het vioolconcert in e
- De oratoria Elia en Paulus
- Ouverture De Hebriden
- Een midzomernachtsdroom
[bewerk] Composities
[bewerk] Theaterstukken
- Die Hochzeit des Camacho (op. 10), komische opera (1825)
- A Midsummer Night's Dream (op. 61), toneelmuziek (1842)
- Die Heimkehr aus der Fremde (op. 89), operette (1829)
- Lorelei, onvoltooide opera
[bewerk] Orkestwerken
- 13 symfonieën voor strijkorkest
- Symfonie 1 in c klein, op. 11(1824)
- Symfonie 2 (Lobgesang) in Bes groot, op. 52 (1840)
- Symfonie 3 (Schotse)in a klein, op. 56 (1830-1842),
- Symfonie 4 (Italiaanse) in A groot, op. 90 (1830-1831, 1833)
- Symfonie 5 (Reformatie) in D groot, op.1 07 1830-1832)
- Ruy Blass, ouverture, op. 95 (1839)
- Midsummer Night's Dream, ouverture, op. 21 (1826)
- De Hebriden (Fingal's Grot), ouverture, op. 26 (1830-1832)
- Meerestille und glückliche Fahrt, ouverture, op. 27 (1832)
- Die schöne Melusine, ouverture, op. 32 (1833)
[bewerk] Concerto's
- Concerto voor piano nr 1 in g klein, op. 25 (1832)
- Concerto voor piano nr 2 in d klein, op. 40 (1837)
- Concerto voor piano en strijkorkest in a klein, op. posth. (1822)
- Concerto voor twee piano's in E groot, op. posth. (1823)
- Concerto voor twee piano's in As groot (1824)
- Capriccio Brillant in b klein voor piano en orkest, op. 22 (1832)
- Rondo Brillant in Es groot voor piano en orkest, op. 29 (1834)
- Serenade en Allegro giocoso in b klein voor piano en orkest, op. 43 (1838)
- Concerto voor viool in e klein, op. 64 (1844)
- Concerto voor viool en strijkorkest in d klein, op. posth. (1822)
[bewerk] Werken voor harmonieorkest
- Ouvertüre für Harmoniemusik, op. 24 (1824)
[bewerk] Koorwerken
- De Eerste Walpurgisnacht, op. 60 (1831 - 1842)
- Paulus, oratorium, op. 36 (1834-1836)
- Elias, oratorium, op. 70 (1846-1847)
- Lobgesang (uit de tweede symfonie) op. 52 (1840)
- Lauda Sion, op. 73 (1846)
- Hear my prayer (1844)
- 9 toonzettingen van psalmen
[bewerk] Kamermuziek
- Strijkkwartetten
- nr 1 in Es groot, op. 12 (1829)
- nr 2 in a klein, op. 13 (1827)
- nr 3 in D groot, op. 44/1 (1837 - 1838)
- nr 4 in e klein, op. 44/2 (1837 - 1838)
- nr 5 in Es groot, op. 44/3 (1837 - 1838)
- nr 6 in f klein, op. 80 (1847)
- in Es groot, 1823
- Vier stukken voor strijkkwartet, op. 81
- Andante in E groot (1847)
- Scherzo in a klein (1847)
- Capriccio in e klein (1843)
- Fuga in Es groot (1827)
- Pianotrios
- nr 1 in d klein, op. 49 (1839)
- nr 2 in c klein, op. 66 (1845)
- Pianokwartetten
- nr 1 in c klein, op. 1 (1822)
- nr 2 in f klein, op. 2 (1823)
- nr 3 in b klein, op. 3 (1824 - 1825)
- Strijkkwintetten
- nr 1 in A groot, op. 18 (1831)
- nr 2 in Es groot, op. 87 (1845)
- Sextet in D groot, op. 110 (1824)
- Octet in Es groot, op. 20 (1825)
- Concertstuk nr 1 in f klein voor klarinet, bassethoorn en piano, op. 113 (1833)
- Concertstuk nr 2 in d klein voor klarinet, bassethoorn en piano, op. 114 (1833)
- Sonates
- Sonate voor altviool en piano in c klein (1824)
- Sonate voor klarinet en piano in Es groot (1824)
- Sonate voor viool en piano in f klein, op. 4 (1825)
- Sonate voor cello en piano in Bes groot, op. 45 (1838)
- Sonate voor cello en piano in D groot, op. 58 (1843)
- Variations concertantes voor cello en piano, op. 17 (1829)
[bewerk] Piano solo
- Capriccio in fis klein, op. 5 (1825)
- Sonate in E groot, op. 6 (1826)
- Sonate in g klein, op. 105 (1821)
- Sonate in Bes groot, op. 106 (1827)
- 7 karakteristieke stukken, op. 7 (1827)
- Rondo capriccioso, op. 14
- Lieder ohne Worte, boek I, op. 19 (1829)
- Lieder ohne Worte, boek II, op. 30 (1835)
- Lieder ohne Worte, boek III, op. 38 (1837)
- Lieder ohne Worte, boek IV, op. 53 (1841)
- Lieder ohne Worte, boek V, op. 62 (1843)
- Lieder ohne Worte, boek VI, op. 67 (1845)
- Lieder ohne Worte, boek VII, op. 85 (1842)
- Lieder ohne Worte, boek VIII, op. 102 (1842 - 1845)
- Variaties, op. 82 (1841)
- Variaties, op. 83 (1841)
- Allegro brillant voor 2 piano's, op. 92 (1841)
- 3 preludes en studies, op. 104 (1836 - 1838)
- Capriccio in E groot, op. 118 (1837)
[bewerk] Zang en piano
- 12 liederen, op. 8 (1830)
- 12 liederen, op. 9 (1829)
- 6 liederen, op. 19a (1830)
- 6 liederen, op. 34 (1834 - 1837)
- 6 liederen, op. 47 (1839)
- 6 liederen, op. 57 (1839 - 1842)
- 6 liederen, op. 71 (1845 - 1847)
- 3 liederen, op. 84 (1831 - 1839)
- 6 liederen, op. 86 (1826 - 1847)
- 6 liederen, op. 99 (1841 - 1845)
- 2 liederen, op. 112 (1835)
[bewerk] Meerdere stemmen
- 6 liederen voor SATB, op. 41 (1834)
- 6 liederen voor SATB, op. 48 (1839)
- 6 liederen voor TB, op. 50 (1837 - 1840)
- 6 liederen voor SATB, op. 59 (1837 - 1843)
- 6 tweestemmige liederen, op. 63 (1836 - 1844)
- 4 liederen voor TB, op. 76 (1840 - 1847)
- 3 tweestemmige liederen, op. 77 (1836 - 1847)
- 6 liederen voor SATB, op. 88 (1839 - 1847)
- 4 liederen voor TB, op. 100 (1839 - 1844)
- 4 liederen voor TB, op. 120 (1837 - 1847)
[bewerk] Orgel
- 3 preludes en fugas, op. 37 (1833 - 1837)
- 6 sonates, op. 65 (1839 - 1844)
- Andante en variaties in D groot (1844)
Muziek, en wellicht ook afbeeldingen, die bij dit onderwerp horen kunt u vinden in het artikel Felix Mendelssohn van Wikimedia Commons. |