Brand (vuur)
Een brand is een ongewenste verbranding met vuur die zich ongehinderd uit kan breiden en schade en/of gevaar veroorzaakt.
Een brand kan ontstaan door een ongeluk, maar ook door opzet (brandstichting). Een brand kan alleen ontstaan als sprake is van de volgende drie factoren:
- brandbaar materiaal
- zuurstof
- een voldoende hoge ontbrandingstemperatuur
Deze drie factoren tezamen wordt de "branddriehoek" genoemd.
Als mengverhouding wordt meegenomen spreekt men van de "brandvierhoek" En als er een katalysator wordt gebruikt, is er sprake van de "brandvijfhoek" Bijvoorbeeld bij het leggen van sigarettenas op een suikerklontje, beide stoffen branden niet zonder elkaar.
De brandweer is de instantie die gespecialiseerd is in het minimaliseren van de schade bij een brand. Dit kan worden gedaan door het vuur te blussen, of door het gecontroleerd te laten branden en te voorkomen dat meer objecten vlam vatten. Een beginnende brand kan eenvoudig worden gedetecteerd met een rookmelder. De brandweer heeft tegenwoordig echter ook een preventieve functie. Ze controleert op onveilige situaties, en handhaaft de regelgeving.
[bewerk] Begrippen
- Schoorsteenbrand. Hierbij brandt het aangeslagen roet (koolstof) binnenin de schoorsteen. De warmte-ontwikkeling en de vonken kunnen er voor zorgen dat de brand zich verspreidt.
- Binnenbrand. Bij een binnenbrand blijven ramen meestal nog intact, en het vuur is meestal beperkt tot één of enkele vertrekken. Als deze situatie te lang blijft bestaan, gaat het over in een uitslaande brand.
- Uitslaande brand. Een uitslaande brand is een brand waarbij de ramen zijn gesprongen zodat er veel zuurstof aangevoerd wordt. De vlammen slaan dan via de ramen naar buiten en buigen soms enkele meters naar boven.
[bewerk] Door brand verwoest
- Paleis voor Volksvlijt in Amsterdam;
- De Rijksdag in Berlijn;
- Het Ringtheater in Wenen.
