Skiren
De Skiren waren een Oost-Germaanse stam, die oorspronkelijk leefde in het noorden van het tegenwoordige Polen. Met de Bastarnen trokken grote delen van de Skiren naar het zuiden. Omstreeks 230 v. Chr. verschenen beide volken bij de Zwarte Zee. De Skiren leefden later ten oosten van de Bastarnen.
[bewerk] De Grote volksverhuizing
In de 4e eeuw hadden de Skiren een woongebied in de Karpaten. Zij werden door de Hunnen in 376 verslagen. Een deel van de Skiren werd aan de Hunnen onderworpen, andere delen sloegen op de vlucht en trokken met de Ostrogoten en Visigoten naar het westen.
Na het uiteenvallen van het Hunnen Rijk werden de achter gebleven Skiren opgenomen in het Romeinse Rijk en kregen in Pannonië als fouderati een vestigingsgebied toegewezen. Spoedig ontstonden er conflicten met de Ostrogoten, waarmee zij in oorlog raakten. De Skiren vormden samen met de Herulen en Gepiden een verbond en vochten in 469 tegen de Ostrogoten in de slag aan de Bolia. Na 469 is er in Pannonië geen vestigingsgebied van de Skiren meer aanwijsbaar. De Skiren trokken met de Herulen naar Italië en traden daar als huurlingen in Romeinse dienst. In het Romeinse leger dat in 476 de laatste Romeinse keizer afzette en de Germaan Odoaker tot koning van Italië uitriep, bevonden zich grote groepen Skiren. De Skiren gingen op in de Goten en andere Germaanse volken.
[bewerk] Overig
De Skiren in het noorden bestonden nog als heidense volksstam in 13e eeuw.