Uitspraak van de r
Veel sprekers van het Nederlands ergeren zich aan de uitspraak van de r door medesprekers. Deze klank lijkt meer dan enige andere verbonden met oordelen over talen en met verschillen tussen dialecten onderling. Inderdaad wordt de r op zo veel verschillende manieren uitgesproken en bovendien zo vaak op meerdere manieren binnen één verder coherent dialectgebied, dat een kaart met isoglossen geen uitkomst zou bieden en juist deze letter vaak het verschil tussen twee nauw verwante dialecten uitmaakt.
Inhoud |
[bewerk] Types r naar fonologie
Veel mensen onderscheiden de verschillende r'en als "de Rotterdamse r", "de Gooise r", de "Limburgse r" etc. In wezen zijn er twee hoofdtypen r: de palatale r ([r]) en de velare r ([R]). De palatale r wordt voor in de mond gevormd, door de tong tegen het gehemelte te drukken. Een rollende r is een plosieve palatale r: de lucht duwt de tong naar onderen. In het grootste deel van Nederland overheerst de palatale r. Altijd is deze hier onder bepaalde omstandigheden rollend. Als de r niet rolt is het een zuivere liquida: een vloeiende medeklinker die grenst aan een klinker, zoals l, m en n. Het duidelijkste voorbeeld is de Engelse r.
De velare r wordt in de keel gevormd en is steeds een fricatief: een wrijfklank, zoals in het Frans. Deze klank komt in de buurt van de Nederlandse g en deelt haar omschrijving: een stemhebbende velare fricatief. Deze klank is algemeen in het Limburgs en verder in een aantal stadsdialecten. De bijnaam ervan luidt de brouw-r, met zo'n r spreken heet dan brouwen.
Verder heeft elk van deze twee hoofdtypes meerdere varianten, grofweg in te delen in constant en veranderlijk. Constant wil zeggen dat de r onder alle omstandigheden hetzelfde klinkt. Een veranderlijke r heeft twee gedaanten: één als er een klinker op volgt een een als een geen klinker op volgt. Als een r niet te verbinden is aan een klinker kan het uitspreken ervan problemen opleveren. Daarom bestaat bij veel sprekers de neiging om de r dan minder prominent te laten klinken. Een palatale r wordt dan niet gerold, maar verandert in een meer vloeiende klank, die aan een w of j kan doen denken. Ook bij dialecten met een velare r komt iets dergelijks voor.
[bewerk] Distributie van de types
De vier hoofdtypes kan men op de volgende plaatsen in Nederland en Vlaanderen vinden (de lijst is onvolledig):
Rollende r in alle gevallen:
Fries, Zeeuws, West-Vlaams, Oost-Vlaams (behalve Gent), de meeste Brabantse dialecten, Hollandse dialecten vanaf het Amsterdams naar het noorden en het Dordts, de meeste Nedersaksische dialecten, enkele dialecten aan de Limburgse Maaskant. Tevens in de meeste allochtone accenten.
Rollende r in anlaut, vloeiende r in auslaut:
Goois (auslaut kleurt soms naar j), Vriezenveens (inlaut en soms auslaut naar j), Leids (iets dergelijks als Goois, ook anlaut-r neigt naar vloeiende uitspraak), verder het grootste deel van Zuid-Holland behalve Rotterdam, Katwijk en Den Haag (rollende r in alle gevallen.)
Velare r in alle gevallen:
Limburgs (op enkele dialecten na), geaffecteerde spraak, Zwols en Kampers, Deventers, Gents, Brussels.
Velare r in anlaut, halfvocaal in auslaut:
Rotterdams (maar bij lang niet alle sprekers) (tweede r kan op Gooise r lijken), Haags (eind-r klinkt bij benadering als een [A], zoals in het Duits).
[bewerk] Sociologische aspecten en herkomst
De Nederlandse standaardtaal laat enige vrijheid omtrent het uitspreken van de r. Het ideaal is niet vast en is door de jaren heen ook veranderd. Tot aan de Tweede Wereldoorlog was het in brede kring gebruikelijk de r velaar uit te spreken, al was dat voor sommigen een teken van kapsones en propageerden vele anderen de rollende r. Na de Tweede Wereldoorlog is de zogenaamde Gooise r opgekomen, die onder meer door de massamedia werd verspreid. Het feit dat velen, vooral jongeren, de r niet meer laten rollen voor een medeklinker is echter niet alleen aan Gooiers die bij de omroep werken toe te schrijven: in het zeer dicht bevolkte Zuid-Holland komt een dergelijke klank algemeen en waarschijnlijk al vrij lang voor. Ook heeft een spreker van het Nederlands met een vloeiende r nog niet noodzakelijk de Gooise volledig overgenomen. Als dat wel het geval is, wordt de sprekers vaak door mensen van buiten zijn sociale groep als "bekakt" aangemerkt, zoals dat voorheen met de velare r gebeurde.
De populariteit van de velare r onder de bovenlaag van de bevolking is toe te schrijven aan het Frans. Daar kwam de klank in de Renaissance langzaam de taal binnen, vermoedelijk het eerst in het dialect van de Île de France. Door het prestige van dit dialect, een soort Standaardfrans, sloeg de klank snel over naar andere dialecten. In o.a. Nederland was het bon ton om Frans te spreken en indien dat niet mogelijk was sprak de bovenlaag van de bevolking vaak met een Frans accent. In de steden namen de lagere bevolkingsklassen dat vaak over. Zo kwamen veel stadsdialecten, zoals hierboven beschreven staat, aan hun brouw-r. Daarmee kwam de uitspraak recht tegenover die van de plattelandsdialecten te staan: het Rotterdams tegenover bijvoorbeeld het Vlaardings, het Haags tegenover het Schevenings, het Zwols tegenover het Vollenhoves enzovoort. Veel sprekers van de plattelandsdialecten zien de velare r als een "spraakgebrek".