Tuin van Eden
De tuin van Eden, Hof van Eden (Hebreeuws: gan eden) of het (aardse) paradijs was volgens de Bijbel de perfecte en prachtige plaats waar de eerste mensen, Adam en Eva verkeerden.
Volgens het Bijbelboek Genesis, het tweede hoofdstuk, lag de hof in Eden, in het oosten. In de hof ontsprong een rivier die zich in vieren splitste, in de Pison, de Gichon, de Tigris en de Eufraat. Van de eerste drie wordt het stroomgebied aangegeven: de Pison stroomde om het land Chawila heen ("daar waar het goud is"), de Gichon stroomde om Ethiopië heen en de loop van de Tigris lag ten oosten van Assur.
God stond de mens toe te eten van de vruchten van alle bomen, behalve van de boom van de kennis van goed en kwaad. De overtreding van dit verbod leidde tot de zondeval.
Er stond echter nog een belangrijke boom: de boom waarvan de vruchten het eeuwige leven konden verschaffen. Merk op dat het niet door God verboden was om van de laatste boom te eten.