Troje
De stad Troje (Grieks: Troía (Myceens to-ro-ja (?), Τροία, of Τροίη, Υρωΐα) / Ílion Ἴλιον; Latijn: Troia / Ilium; Turks: Truva; Hettitisch: Taruisa / Wilusha) was lange tijd alleen bekend uit verhalen in de mythologie, zoals de oude Griekse heldendichten Ilias en Odyssee van Homerus en het Latijnse heldendicht Aeneïs van Vergilius.
Inhoud |
[bewerk] Locatie
Troje (het huidige Hissarlik) lag bijzonder strategisch in het noord-westen van het huidige Turkije aan de Dardanellen. De Dardanellen verbinden de Egeïsche Zee met de Zee van Marmara. Wel is er altijd een zekere mate van twijfel geweest of het opgegraven Troje wel groot genoeg was voor het Troje van de Griekse schrijvers. Waar Homerus Troje en Ilium als één stad beschouwt zijn er andere schrijvers die dat niet doen. Zou Homerus ongelijk hebben, dan ligt er, het zij op een andere plaats aan de Dardanellen, het zij verder weg, nog een tweede, mogelijk groter Ilium/Troje.
[bewerk] Archeologie
Alhoewel Heinrich Schliemann meestal gezien wordt als de vinder van Troje, waren er enkele 'archeologen' voor hem geweest. Allereerst was er Charles McLaren die in 1822 al de suggestie wekte dat hij in Hissarlik de mogelijke locatie van Troje had gevonden. De geleerden in die tijd hechtten niet veel waarde aan zijn observaties, omdat zij ervan overtuigd waren dat de klassieke werken over Troje fictie waren.
Heinrich Schliemann, naar eigen zeggen op basis van de Ilias, maar waarschijnlijk beïnvloed door Frank Calvert, begon in 1870 de opgravingen in de heuvel Hisarlık, en vond daar het oude Troje. In die tijd stond de archeologie echter nog in de kinderschoenen; de uiterst zorgvuldige opgravingstechnieken, waardoor deze wetenschap vandaag gekenmerkt wordt, bestonden destijds nog niet. Schliemann ging dan ook onbekommerd en vrij grof te werk. Hij slaagde er echter wel degelijk in Troje te vinden, met goudschat en al. Schliemann dacht dat deze goudschat, bestaande uit gouden sieraden, de "schat van Priamus" was. Tegenwoordig staat echter wel vast dat deze vondst veel ouder was dan het Troje van de Trojaanse Oorlog. Schliemann slaagde erin de gevonden schat uit Turkije te smokkelen; na heel wat complicaties schonk hij hem aan zijn geboortestad Berlijn. Op het einde van WO II werd de goudschat - samen met andere kunstvoorwerpen - door het Russische leger meegenomen uit het gebombardeerde Berlijn. Hij bleef decennialang spoorloos. In de jaren negentig van de 20ste eeuw werd bekend dat de "Priamus schat" al die tijd opgeslagen was in een geheime ruimte van het Pushkinmuseum te Moskou. In dit museum wordt hij thans tentoongesteld.
Latere opgravingen zijn geleid door Carl Blegen in de jaren '30, en Manfred Korfmann sinds 1977.
[bewerk] Opgravingen in Troje
Jaar | Leider | Overige belangrijke deelnemers (incompleet) |
---|---|---|
1863, 1865 | Frank Calvert | (kleinschalig) |
1870 | Heinrich Schliemann | (proefopgraving) |
1871-1873 | Heinrich Schliemann | Frank Calvert |
1878-1879 | Heinich Schliemann | Rudolf Virchow |
1882 | Heinrich Schliemann | Wilhelm Dörpfeld |
1890 | Heinrich Schliemann | Wilhelm Dörpfeld |
1893-1894 | Wilhelm Dörpfeld | |
1932-1938 | Carl Blegen | |
1988-thans | Manfred Korfmann | Brian Rose |
[bewerk] De Trojaanse Oorlog
Hoewel het onomstotelijk kwam vast te staan dat de stad Troje echt bestaan had, riep de opgraving ook grote vragen op. Er werd namelijk niet één stad gevonden maar een heel stel steden boven op elkaar. Troje wordt verdeeld in 10 lagen, die elk zelf in nog weer meer bouwperiodes worden verdeeld. De oudste is van het 3e millennium v. Chr., de jongste uit de Byzantijnse tijd. De stad was dus meerdere malen verwoest en vervolgens op de puinhopen van de vorige weer opgebouwd.
Vandaag de dag vermoeden de meeste wetenschappers dat Troje VIIa het Troje van de Ilias voorstelt. De sporen van de verwoesting van Troje VIIa zijn consistent met wat men bij een inname na belegering zou verwachten, en de tijd (ca. 1180 v. Chr.) komt overeen met de traditionele datum van de Trojaanse Oorlog. Wel is een probleem dat volgens de traditie Mycene de leidende rol had in de Trojaanse Oorlog, maar deze stad werd enige tijd vóór Troje VIIa verwoest. Wat tijd betreft zou Troje VI daarom meer geschikt zijn om het Troje van de Trojaanse oorlog te zijn. Het is echter niet zeker dat Troje VI in een oorlog vernietigd is; Carl Blegen vermoedde dat dit door een aardbeving was veroorzaakt.
Een niet onwaarschijnlijke theorie is dat deze oorlog een onderdeel was van de brandkatastrofe die het hele oostelijke bekken van de Middellandse Zee overspoelde in de eerste decennia van de 12e eeuw v. Chr.
[bewerk] Geschiedenis
De geschiedenis van Troje wordt uitvoeriger behandeld in de artikelen Troje I-III, Troje IV-V, Troje VI-VII en Ilion. Als we de verschillende lagen waarin resten van de stad liggen de revue laten passeren, zien we:
[bewerk] Troje I-III
- Troje I - ca. 2920-2480/20. Eerste nederzetting, uit de vroege bronstijd.
- Troje II - ca. 2600-2480/20. Een welvarend paleis- of tempelcomplex, dat het hoogste deel van de stad innam.
- Troje III - ca. 2480/20-2300. Het paleis- of tempelcomplex wordt niet weer opgebouwd, en in plaats daarvan ontstaan meer woonhuizen.
[bewerk] Troje IV-V
- Troje IV - ca. 2200-1900. Minder welvarende tijd.
- Troje V - ca. 1900-1750. Wederopbloei van Troje.
[bewerk] Troje VI-VII
- Troje VI - ca. 1700-1250/30. Een grote en machtige stad, met een imposante burcht op de top van de heuvel.
- Troje VIIa - ca. 1250/30-1180. Waarschijnlijk het Troje van de Trojaanse Oorlog.
- Troje VIIb - ca. 1180-na 1000. Troje blijft een handelscentrum, maar niet zo welvarend als ten tijde van Troje V.
[bewerk] Troje VIII-X
- Troje VIII - ca. 700-85 v. Chr. Griekse stad, aanvankelijk minder belangrijk, maar kwam in de Hellenistische tijd tot grote bloei.
- Troje IX - 85 v. Chr.-ca. 500 n. Chr. Een Romeinse stad, als eerbewijs aan Aeneas, van wie de Romeinen zouden afstammen. Welvarend door bezoeken en giften van keizers en rijke Romeinen.
- Troje X - 12e-13e eeuw. Bescheiden nederzetting in de Byzantijnse tijd.
Vanaf de 14e eeuw was Troje verlaten totdat het door Calvert en Schliemann werd teruggevonden.
[bewerk] Schrift
In 1995 werd voor het eerst een geschreven bron uit het Troje van de bronstijd (Troje I-VII) gevonden, een zegel van een schrijver uit Troje VIIb (einde 12e eeuw v. Chr.) Het is geschreven in het Luwisch, een Indo-Europese, sterk aan het Hettitisch verwante taal, bekend uit zuidwest- en west-Anatolië. Ook andere aspecten van Troje laten een sterke Anatolische/Hettitische invloed zien, meer dan een (hoewel zeker ook aanwezige) Myceense.
[bewerk] Troje in de kunst
Allereerst was er natuurlijk Homerus die zijn Ilias en Odyssee schreef over de Trojaanse oorlog. De componist Hector Berlioz baseerde zijn opera Les Troyens op de inname van Troje.
[bewerk] Historische kritiek
Niet alle historici zijn het eens met de plaatsing van Troje in Turkije. Andere plaatsen waar Troje door sommige historici geplaatst wordt zijn Engeland en Finland.