Profeet
Het Nederlandse woord profeet is afgeleid van het Griekse woord prophètès en wordt gebruikt als vertaling voor het Arabische نبي (nabi) en het Hebreeuwse נְבִיא (nevi), zoals deze genoemd worden in respectievelijk de Koran en de Hebreeuwse Bijbel. Ook in het Nieuwe Testament wordt gesproken over profeten. In verschillende godsdiensten, zoals in het christendom, de islam en het jodendom komen profeten voor. Bij deze drie godsdiensten is er zelfs dikwijls sprake van een overlapping, zoals bij de profeten Mozes en Abraham.
Het Griekse woord prophètès betekent zoiets als "openlijk spreken", maar ook "voorspellen". Het gaat dan om mannen en vrouwen (profeten en profetessen) die in spreken en handelen een boodschap verkondigen waarvan de inhoud niet afkomstig is van henzelf, maar van een god of godin die zichzelf aan hen openbaar maakt. Dat kan een boodschap over verleden en heden, maar ook een boodschap met voorspellend karakter voor de toekomst zijn. Het woord wordt in de Griekse oudheid overigens ook gebruikt voor dichters en priesters, waarvan men geloofde dat ook zij op enigerlei wijze kennis konden verkrijgen door middel van wat wij inspiratie zouden noemen.
[bewerk] Profeten in het christendom, de islam en het jodendom
Het woord is in de van oorsprong (Angel-)Saksische en Germaanse talen terechtgekomen via vertaling van de Bijbel in de volkstaal. Er was voor dit woord geen alternatief, dus nam men klank en woordbeeld uit het Grieks over. In de Septuaginta, de Griekse vertaling van de Hebreeuwse Tenach, wordt het woord profeet gebruikt voor het Hebreeuwse navie (noen-bet-jod-alef), dat zoiets als "wij zullen brengen" betekent. Ook in het Nieuwe Testament wordt het Griekse woord profeet gebruikt, waarbij men de praktijk van de nevi'iem (meervoud van navie) in gedachten heeft.
De nevi'iem krijgen in de Tenach een opdracht van God die zij vaak als zwaar, doch onafwendbaar opvatten. Deze opdracht bestaat soms uit spreken, soms uit het voltrekken van bepaalde metaforische handelingen. Hiermee wordt een bepaalde boodschap overgebracht van God naar hun volk, waarvan de inhoud soms troostend, dikwijls echter waarschuwend is ("keer u om van de dwaalwegen en wandel in de weg van uw God!").
In het Nieuwe Testament worden enkele profeten uit de Tenach genoemd, maar bijvoorbeeld Johannes de Doper is een profeet die alleen in het Nieuwe Testament en in de Koran genoemd wordt.
Volgens de islam is na alle joodse en christelijke profeten Mohammed de laatste profeet van God. Hij wordt dan ook het zegel der profeten genoemd. Toch zijn er ook moslims die na Mohammed nog profeten erkennen, zoals de Ahmadiyya. Jezus van Nazareth wordt ook gezien als een profeet. Ook zijn er enkele Arabische profeten, die alleen binnen de islam bekend zijn, zoals Hud. Het geloof in de profeten wordt doorgaans gezien als een van de Zuilen van geloof binnen de islam.
Van de nieuwere profetische religies is de kerk van Jezus Christus van de heiligen der laatste dagen wellicht het bekendste, waar de volgelingen tot op de dag van vandaag door hun leider nieuwe boodschappen van God worden doorgegeven. In pinkstergemeenten en andere evangelische richtingen van het christendom spelen profeten ook nog steeds een rol, alhoewel hun functie vaak niet met het leiderschap samenvalt.
[bewerk] Valse profeten
Voor profeten die niet de macht hebben, kan de verleiding groot zijn de boodschap aan te passen aan de wensen van de leider(s). Hiermee wordt dan het leiderschap ondersteund, maar dat gaat ten koste van de bijsturende functie die profeten idealiter hebben. Voor zulke opportunistische 'profeten' is in het Hebreeuws zelfs een apart woord: nevie-sjeker (= leugenprofeet).