Messier 24
| Sagittarius Sterrennevel | |
 |
|
|
|
|
| Type | Deel van de Melkweg |
| Messieraanduiding | M24 |
| NGC | geen |
| Rechte klimming: declinatie (Epoche 2000) |
18u16,9m -18° 29' |
| Magnitude | 4,6 |
| Afstand (lj) | 10.000 |
| Afmeting | 90 boogminuten |
M24 (Messier 24, ook wel de Sagittarius Sterrennevel) is een gebied in de Melkweg in het sterrenbeeld Boogschutter dat relatief vrij is van stofwolken en daardoor goed opvalt.
Het werd voor het eerst beschreven door Charles Messier in 1764. De Franse kometenjager nam de nevel op in zijn catalogus als nummer 24 en beschreef het als een "nevel met veel sterren van verscheidene magnituden". Hij gaf de diameter van de nevel als anderhalve graad, hetgeen goed overeenkomt met de werkelijkheid. Sommige bronnen geven, incorrect, de zwakke open sterrenhoop NGC 6603 op als het object dat Messier bedoelde.
M24 is gelegen op een afstand van tussen de 10.000 en de 16.000 lichtjaar en bevat naast enkele sterrenhopen ook enkele donkere stofwolken of nevels. Het geheel maakt deel uit van één van de spiraalarmen van ons melkwegstelsel, de zg. Sagittarius Arm. De nevel is met het blote oog te zien indien het hoog genoeg boven de horizon staat, iets dat in de Benelux nooit het geval is. Een verrekijker of kleine telescoop laat veel sterren en enkele van de objecten die in het gebied van M24 liggen zien.
