CLASSICISTRANIERI HOME PAGE - YOUTUBE CHANNEL
SITEMAP
Audiobooks by Valerio Di Stefano: Single Download - Complete Download [TAR] [WIM] [ZIP] [RAR] - Alphabetical Download  [TAR] [WIM] [ZIP] [RAR] - Download Instructions

Make a donation: IBAN: IT36M0708677020000000008016 - BIC/SWIFT:  ICRAITRRU60 - VALERIO DI STEFANO or
Privacy Policy Cookie Policy Terms and Conditions
Guillaume Groen van Prinsterer - Wikipedia

Guillaume Groen van Prinsterer

Guillaume Groen van Prinsterer
Groter
Guillaume Groen van Prinsterer

Guillaume (Willem) Groen van Prinsterer (Voorburg, 21 augustus 1801 - Den Haag, 19 mei 1876) was een antirevolutionair Nederlands politicus en historicus.

Groen van Prinsterer was kabinetssecretaris (1829-1836), lid van de Kamer van Grondwetsherziening (1840) en lid van de Tweede Kamer (1849-1857, 1862-1866).

Inhoud

[bewerk] Groen als grondlegger van de protestants-christelijke politiek

Christelijk politiek denken gaat terug tot Augustinus’ De Civitate Dei en misschien nog verder, maar Guillaume Groen van Prinsterer wordt door vriend en vijand gezien als de grondlegger van de protestants-christelijke politiek in Nederland. Groen streed tegen Ongeloof en Revolutie in de staat en in de kerk en kwam op voor het christelijk onderwijs. Hij legde de fundamenten voor de Anti-Revolutionaire Partij, die na zijn overlijden zou worden opgericht.

De literatuur over Groen van Prinsterer is vrijwel alleen door geestverwanten geschreven. Over Groen is nog steeds geen moderne wetenschappelijke biografie verschenen. Groens tegenspeler Thorbecke kreeg in 2004 zijn wetenschappelijke biografie, die gebaseerd is op veel nieuw bronmateriaal. De biografie van G.J. Schutte uit 1976 en die van Roel Kuiper in 2001 hebben het grote publiek als criterium en voegen aan de wetenschap weinig toe.

[bewerk] Groen als publicist

Groen groeide op in een verlicht-conservatief Waals-hervormd gezin. Hij studeerde in Leiden samen met Johan Rudolf Thorbecke, die later zijn grote politieke tegenstander zou worden. Na zijn studie trad hij in 1827 in het huwelijk met Betsy van der Hoop. Hun huwelijk bleef kinderloos. Groen ging werken voor het Kabinet van de Koning en verhuisde daarom met zijn vrouw naar Brussel. Daar kwamen zij dankzij hun predikant J.H. Merle d’Aubigné onder de invloed van de geestelijke opwekkingsbeweging het Réveil. Een bekende vertegenwoordiger van het Réveil was de theatraal tegendraadse dichter en reactionair Willem Bilderdijk. Een andere bekende Réveilman was de tot het christendom bekeerde jood Isaäc da Costa. Hij schreef in 1823 het reactionaire pamflet Bezwaren tegen den geest der eeuw. Groen zou de reactionaire Réveilbeweging later in antirevolutionaire richting leiden.

In oktober 1829, toen Groen inmiddels naar Den Haag was teruggekeerd, bracht hij anoniem het blad Nederlandsche Gedachten uit. Hierin verzette Groen zich tegen de ‘revolutiegeest’ die in 1830 tijdens de Belgische opstand in alle hevigheid uitbarstte. 1829 kunnen we daarom beschouwen als het geboortejaar van de antirevolutionaire ‘richting’. De naam Nederlandsche Gedachten slaat ook op het nationalistische karakter van het blad. Groen wilde het volk van Nederland opwekken tot een nationaal besef. Hij identificeerde de Nederlandse identiteit sterk met het protestantisme en de rol van Oranje in de geschiedenis. Aan de mythe God, Nederland en Oranje heeft Groen een belangrijke bijdrage geleverd.

In 1837 steunde Groen de afgescheidenen, die zich in 1834 hadden losgemaakt van de Nederlandse Hervormde Kerk. Net als de afgescheidenen had Groen kritiek op het Algemeen Reglement van 1816, dat de koning veel invloed gaf in de kerk, en op de opkomende vrijzinnigheid. Groen wilde echter niet met de kerk breken. In tegenstelling tot de afgescheidenen behoorde Groen tot de elite van de Nederlandse samenleving. Groen hield zich liever bezig met vraagstukken als het karakter van de Nederlandse natie dan met de gereformeerde confessie. Wel zag hij de afgescheidenen als bondgenoten. Groen wilde de Gereformeerde Gezindte in de Hervormde Kerk en daarbuiten verenigen in zijn strijd tegen de vrijzinnigheid in de kerk, in de staat en in de maatschappij. De Anti-Revolutionaire richting was in de ogen van Groen dus ook een kerkelijke richting: Le parti anti-révolutionnaire et confessionnel dans l'eglise Réformée des Pays-Bas.

In 1846 verscheen Groens Handboek der geschiedenis van het vaderland. Het Handboek was mede gebaseerd op archiefonderzoek van Groen. Hij was in 1836 als archivaris aangesteld van het koninklijk huisarchief, en ontsloot in die hoedanigheid de correspondentie van de prinsen van Oranje. Volgens historicus G.J. Schutte waren dit Handboek en vooral Ongeloof en Revolutie, dat in 1847 verscheen, niet alleen historische studies maar ook politieke manifesten. Het Handboek moest Groens calvinistisch-orangistische nationalisme ondersteunen. Ongeloof en Revolutie was vooral een aanval op het liberalisme.

Ongeloof en Revolutie is Groens hoofdwerk. Het was een bundeling van een serie voorlezingen die Groen in de winter van 1845-1846 hield voor een select groepje geestverwanten. Volgens Groen-biograaf Roel Kuiper is Ongeloof en Revolutie ‘Geen muziek om van het blad te zingen’. Groen schrijft namelijk niet gemakkelijk. Hij verwees vaak naar buitenlandse schrijvers als Edmund Burke, François Guizot, F.J. Stahl en Jules Michelet, plaatste Franse en Latijnse spreuken in zijn tekst, bezigde soms telegramstijl en bediende zich herhaaldelijk van de samentrekking en de onvolkomen zin. “De Christen kent een beginsel, dat vastheid aan de wetenschap geeft; dat opgevolgd, genoegzaam zou zijn om de wankelende staatsgebouwen op onwrikbaar fundament te herstellen.” De rode draad in Ongeloof en Revolutie is Groens verzet tegen ‘revolutionaire’ staat die gebaseerd zou zijn op verkeerde begrippen als volkssoevereiniteit. Volgens hem is alleen God soeverein en is al het gezag van Hem afkomstig. Een staat die geen rekening houdt met God, de Schrift en de historie kan volgens hem alleen maar leiden tot tirannie. Groens visie daarentegen kan leiden tot theocratie en absolutisme. Groen zou zich echter na 1848 en vooral na 1857 in democratische richting ontwikkelen.

[bewerk] Groen als parlementariër

In 1849, een jaar na de grondwetswijziging, kwam Groen in de Kamer. Groen had kritiek op de grondwet van Thorbecke omdat deze niet christelijk zou zijn. Het betrof echter vooral de ‘revolutionaire geest’ van deze grondwet. Praktisch had Groen veel minder bezwaar. Wanneer we alleen afgaan op zijn denkbeelden zouden we Groen voor een hele of halve absolutist kunnen verslijten, vooral voor 1848. Tot dat jaar hing Groen C.L. von Hallers privaatrechtelijke opvatting over het overheidsgezag aan, waarin het gezag werd opgevat als onvervreemdbaar bezit van de gezagsdrager. Kort na 1848 werd Groen hiervan verlost toen hij kennis nam met de ideeën van F.J. Stahl. Stahl verkondigde een publiekrechtelijke opvatting over het gezag. Daarin berustte het gezag van de staat op Gods gebod van rust en orde, ten dienste van de publieke gerechtigheid. Groen ontwikkelde zich tevens tot een gedegen parlementariër. Wel stelde hij de Thorbeckeaanse visie op de spelregels van de politiek discussie. Groens juridische benadering verschilde van de aanpak van zijn vriend Da Costa, die politiek vooral zag als getuigen.

Volgens de historicus Henk te Velde werkten Groen en Thorbecke op deze manier onbedoeld samen aan het ontstaan van een parlementaire cultuur in Nederland. Thorbecke omdat hij de grondwet schreef en de spelregels bedacht waaraan parlementariërs zich zouden moeten houden, zoals de onafhankelijkheid van de gekozene en de rationaliteit van de discussie; Groen omdat hij deze spelregels bekritiseerde, zich daarom opwierp als de vertegenwoordiger van de orthodoxe protestanten en zei dat geloofsaangelegenheden ook in de politiek thuis hoorden. Volgens Roel Kuiper heeft Groen op deze manier bijgedragen aan de cultuur van debat en oppositie. Groen eiste het recht van oppositie op. Die had in het Engelse parlement een erkende plek, maar in het Nederlandse parlement nog niet. Thorbecke en de zijnen keken te veel naar het Franse en Belgische voorbeeld, waar de regering het parlement domineerde.

Ondanks de ideologische verschillen waren Groen en Thorbecke in meerdere opzichten aan elkaar verwant. De orthodoxe Groen en de lutheraan Thorbecke waren relatieve buitenstaanders. Als outsiders zagen ze het belang in van een goede volksvertegenwoordiging, openbaarheid van het politieke leven en een werkelijk constitutionele monarchie. F.A. van Hall was volgens Henk te Velde wat dit betreft de werkelijke tegenstander van Thorbecke. De conservatief-liberale Van Hall wilde namelijk niet al te moeilijk doen over parlementaire regels, en regelde de zaken liever in de achterkamertjes. Groen was misschien niet altijd even praktisch, plaatste zich met zijn principiële betogen dikwijls buiten de discussie en deed voorstellen die bijna altijd met grote meerderheid werden weggestemd. Thorbecke vond het desondanks plezierig om met hem te debatteren, terwijl hij Van Hall’s manier van politiek bedrijven verfoeide.

Groen heeft zich als parlementariër ingezet voor protestants-christelijk onderwijs. Groen veranderde dikwijls van standpunt. Eerst wilde hij een protestants-christelijke openbare school; vervolgens ging hij pleiten voor gesplitste openbare scholen (voor protestanten, katholieken en joden); en toen dit tenslotte ook niet haalbaar bleek werd hij een voorstander van financieel gelijkberechtigd bijzonder onderwijs. De omslag in het denken van Groen vond plaats in 1857. In dit jaar werd de onderwijswet van Van Brugghen aangenomen waarin gesteld werd dat het onderwijs algemeen-christelijk moest zijn. Een christendom boven geloofsverdeeldheid was volgens Groen veel te onbepaald. Hij was nu van mening dat onderwijs op protestants-christelijke grondslag op bijzondere scholen moest worden gegeven, maar ook dat openbaar onderwijs neutraal moest worden (liever dan algemeen-christelijk) en zich moest onthouden van geestelijke beïnvloeding van de bevolking. Volgens de historicus R.S. Zwart was het voor Groen dus alles of niets.

[bewerk] Groen als theocraat

De onderwijswet van Van Brugghen betekende voor Groen ook het einde van zijn streven naar de christelijke staat. De scheiding tussen kerk en staat werd hierna door Groen aanvaard, maar niet van harte. Een neutrale overheid was slechts een noodoplossing. In het gedachtegoed van Abraham Kuyper zou de neutrale staat een prominentere rol spelen. Abraham Kuyper was ondubbelzinnig als het ging om godsdienstvrijheid voor alle gezindten. Volgens Groen echter was Nederland altijd een protestants-christelijke natie (verwoordt in het drievoudig snoer God, Nederland en Oranje) geweest. Daarom had de Hervormde kerk zijns inziens recht op een prominente positie in de Nederlandse samenleving. Toch was Groen geen voorstander van een kerkstaat, een staat die door de kerk wordt overheerst. Hij sprak zich uit voor de theocratie maar tegen geloofsvervolging:

“Wij wenschen geene theocratie, in zoo ver hierdoor priestergezag of onderwerping van den Staat aan de Kerk aangeduid wordt. Wij stellen ons geen droombeeld voor eener maatschappelijke vereeniging, die uit enkel opregte Christenen zou bestaan en waar de Staat zich eigenlijk oplossen zou in de Kerk. Maar wel gelooven wij aan de mogelijkheid […] dat opnieuw het verband tusschen Godsdienst, gezag en vrijheid erkend, en Gods oppergezag ten grondslage van Staatsregeling en wetgeving worde gesteld. In zoo ver gelooven wij aan de mogelijkheid, aan de wezenlijkheid, aan de noodzakelijkheid eener theocratie.”

Groen vond gewetensvrijheid belangrijk en was daarom van mening dat religieuze minderheden als katholieken en joden ook een plaats in de publieke samenleving mochten innemen. Daar hadden deze groepen historisch gezien recht op. Groen streefde volgens de RD-journalist en historicus Van der Zwaag echter niet naar ongelimiteerde vrijheid van godsdienst en geweten. In Nederland mocht geen gelijkheid opgedrongen worden die de bijbel op één lijn stelde met de koran. De grondwet had dit volgens Groen niet gewild.

[bewerk] Groen als martelaar

Groen had in de Kamer antirevolutionaire bondgenoten, maar zij waren net als Groen niet gebonden aan een programma. Dit zou pas bij Abraham Kuyper aanvangen. De grenzen tussen liberaal, conservatief en antirevolutionair waren na 1848 nogal vloeiend. Groen bijvoorbeeld bemachtigde in de jaren vijftig via de conservatieve kiesvereniging ‘Koning en Vaderland’ van Gerardus Johannes Mulder zijn Kamerzetel. De conservatieve humanist Mulder had echter een gans andere levensovertuiging dan de diepgelovige Groen. Mulder – die in 1853 de antipapistische Aprilbeweging mede organiseerde - moest bovendien niets hebben van het parlement. Toch liep Groen in april 1866 nog met het plan rond om met de conservatieven een anti-moderne partij te gaan vormen. Groen zegde echter later dat jaar het vertrouwen in het conservatieve kabinet Van Zuylen Van Nijevelt-Heemskerk op, toen die zich tegen het bijzonder onderwijs keerde. In 1869 weigerde Groen daarom ook om mee te gaan in de conservatieve Algemeene Kiesvereeniging – volgens Bart Jan Spruyt feitelijk de eerste politieke partij van Nederland - die door J. Heemskerk Azn. in 1868 was opgericht. De weigering van Groen om met Heemskerk mee te gaan en de weigering van de conservatieven om zich duidelijker uit te spreken over het christelijk onderwijs hebben het politiek conservatisme de doodsteek toegebracht.

Door zijn breuk met de conservatieven geraakte Groen steeds meer in het isolement. De kritiek die Groen leverde op de machtspolitiek van het Duitsland van Bismarck versterkte zijn isolement, omdat zijn antirevolutionaire vrienden het ‘revolutionaire’ Frankrijk als de grote vijand zagen. Groens devies was echter “In het isolement ligt onze kracht”. Dat sloeg op de beginselvastheid van de door hem voorgestane politiek, maar het zou ook kunnen slaan op zijn politieke martelaarschap. Groen voelde zich een onbegrepen profeet, een roepende in de woestijn. Aan het einde van zijn leven vertrouwde hij veel antirevolutionaire kamerleden niet meer, die zijns inziens te halfslachtig en te meegaand waren. Tijdens de aanloop van de verkiezingen van 1871 schrapte hij van een lijstje allen die hem onvoldoende van dienst waren, zonder overigens hen hiervan van te voren op de hoogte te stellen. Groens actie was dan ook een vervelende verrassing. Er bleven voor Groen nog drie antirevolutionairen over: Kuyper, M.D. van Otterloo en L.W.C. Keuchenius. Zij waren volgens Groen nog wel trouw aan de beginselen. Kuyper nam begin jaren zeventig het stokje van Groen over als leider van de antirevolutionairen. Groen overleed in 1876. Drie jaar na zijn dood zou de Anti-Revolutionaire Partij worden opgericht, grote successen boeken en in 1901 zelfs de minister-president leveren. En in 1918 werd door het liberale Kabinet-Cort van der Linden eindelijk de onderwijskwestie opgelost. Groen heeft het niet mogen meemaken.

[bewerk] Groens geestelijke erfenis

De invloed van Groen op het protestants-christelijke denken is enorm geweest. Er zijn weinig politici die zo lang na hun dood nog navolging kregen. De VVD heeft haar wetenschappelijk bureau niet naar Thorbecke, maar naar de veel minder bekende Telders vernoemd. En Pim Fortuyn mocht zich misschien graag spiegelen aan de democratische patriottenvoorman Joan Derk van der Capellen tot den Pol, maar D66 - de democratische partij bij uitstek - heeft dit nooit gedaan. Groen kan echter zeer tevreden zijn. Hij werd tot na de Tweede Wereldoorlog doot de ARP vereerd, hoewel minder dan Abraham Kuyper. Het wetenschappelijk bureau van het GPV was de Groen van Prinsterer Stichting, en het WI van de ChristenUnie heet nog steeds zo. En toen in 1967 het Gereformeerd Gezinsblad werd omgedoopt tot het Nederlands Dagblad verwees men naar de Nederlandsche gedachten van Groen.

Groen werd in de twintigste eeuw pas populair. Zijn hoofdwerk Ongeloof en Revolutie sloeg aanvankelijk helemaal niet aan. Buiten orthodoxe kringen werd het boek overigens nauwelijks gelezen. Omdat Ongeloof en Revolutie zo ontoegankelijk was, was het boek bovendien vooral voor de elite. In de jaren dertig beriep de NSB zich echter ook op Groen. Dit was voor de antirevolutionairen een reden om eens goed te kijken wat Groen huns inziens werkelijk zei. De ‘generaal zonder leger’ was tijdens de Tweede Wereldoorlog bijzonder populair bij de antirevolutionairen. In 1945 verscheen het boekje Wat heeft Groen van Prinsterer ons vandaag te zeggen? van VU-historicus Smitskamp. In zijn interviews met bekende Nederlanders stelde de historicus George Puchinger vaak deze vraag. Volgens P. Jongeling was Groen anno 1967 actueler dan in zijn eigen tijd, omdat in 1967 de antithese duidelijker zichtbaar zou zijn. CHU-politica freule jonkvrouw Wttenwaal van Stoetwegen gaf echter als antwoord: “Niets”.

Toen Groens betekenis door de wat meer vooruitstrevende protestanten werd gerelativeerd, kwamen de meer behoudende protestanten hiertegen fel in verzet. Het lijkt er sterk op dat een aanval op Groen werd gezien als een aanval op de gereformeerde wereld in zijn geheel. In 1949 en 1951 verschenen er vanuit de VU enkele kritische studies over Groens visie op de geschiedenis. Groen werd onder meer determinisme verweten omdat hij de belonende dan wel straffende hand van God direct in verband zou brengen met het wel en wee van Nederland. Groen werd daarop vurig verdedigd door de vrijgemaakte kerkhistoricus Jacob Kamphuis. Gezegd moet worden dat Kamphuis de kritiek (tot op zekere hoogte) heeft gepareerd door Groens visie op Gods straffende en belonende hand als een verbondscausaliteit voor te stellen, d.w.z. niet deterministisch.

Groens reputatie als groot historicus blijft echter twijfelachtig, vooral vanwege zijn te grote partijdigheid. Alle moderne twijfel ten spijt blijft Groen onder zijn geestverwanten populair. De in 1987 opgerichte Vereniging van Christen-Historici (VCH) telt nogal wat Groen-epigonen onder haar gelederen. Sommigen onder hen lijken er zelfs een sport van te maken om hun Groen te verdedigen tegen aanvallen van de buitenwereld. De vrijgemaakte en reformatorische jeugd moet weten wie Groen is. Daarom schreef schreef historicus Arie Slob, tegenwoordig Tweede Kamerlid namens de ChristenUnie, namens de VCH een boekje over Groen van Prinsterer voor het middelbaar onderwijs.

Het is maar de vraag of de door Groen gemaakte tegenstelling tussen volkssoevereiniteit en Gods soevereiniteit wel klopt. In zijn dissertatie zegt rechtsfilosoof Jan Willem Sap dat het onderscheid tussen Gods soevereiniteit en volkssoevereiniteit vals is. Dit is ook de mening van historicus Joost Rosendaal die beweert dat de Nederlandse Revolutie christelijk is geïnspireerd.

Zij die zich op Groen beroepen, doen dit dikwijls met als doel zich tegen de moderne tijdgeest af te zetten: met Groen in de hand werd door filosoof J.P.A. Mekkes de ‘progressieve’ ARP, die in 1952 tot een regering met de PvdA toetrad, aangevallen; in 1976 wilde het GPV niet met de ARP en de CHU Groen herdenken, omdat die laatste twee partijen van het pad van Groen waren afgeweken; in de jaren tachtig werd met beroep op Groen de Algemene Wet Gelijke Behandeling bekritiseerd; en in een NRC-artikel uit 2000 fulmineerde RPF’er André Rouvoet in de geest van Groen tegen het postmodernisme, dat onder andere het homohuwelijk mogelijk zou hebben gemaakt.

Groenianen hebben de neiging om in dichotomieën te denken, met als risico de wereld zo in een simplistische tweedeling te wringen en als een Don Quichotte windmolens te bevechten. De Groeniaanse visie heeft een versimpeling tot gevolg. De historicus Joris van Eijnatten schrijft hierover:

“Groen took no trouble to indicate precisely by which means Enlightenment leads to Unbelief, and Unbelief to Revolution. In his view, each category entails to the other; wrong principles are not coincidental with change, but intrinsic to it. His conception of ‘principles’ or beginselen as total explanations – explanations which, like the anti-intellectualist subtleties of blood and soil nationalism, require no causal explanation – helped endow the cosmos with a stable sense and meaning.”

Groen heeft op deze manier min of meer aan de basis gestaan van het zogenaamde beginsel- of worteldenken, het bekritiseren van niet-christelijke denksystemen en ideologieën door alleen te kijken naar de grondslagen. Zo schreef de latere GPV-leider P. Jongeling in de hoedanigheid van hoofdredacteur van het Gereformeerd Gezinsblad het boekje Beproeft de geesten, waarin hij alles toetste aan Schrift en Belijdenis. De Apartheid in Zuid-Afrika kon de proef doorstaan, de Wereldraad van kerken niet.

Uit Jongelings houding ten aanzien van de Apartheid blijkt dat Groens worteldenken ook een sterk nationalistische kant heeft. De antirevolutionairen waren onvoorwaardelijk voor de handhaving van het overheidsgezag en de nationale zelfstandigheid en verbonden God, Nederland en Oranje vanzelfsprekend met elkaar.

Niet alleen het de titel van het blad Radix van het Gereformeerd Wetenschappelijk Genootschap verwijst naar het worteldenken, maar ook de Wijsbegeerte der Wetsidee is hier sterk door bepaald. De filosoof Herman Dooyeweerd heeft in navolging van Kant in de jaren twintig een transcedentale kritiek van het kennen ontworpen. Al het kennen is volgens hem religieus bepaald. Wetenschap kan daarom niet neutraal zijn. Christelijke wetenschap moet vanuit eigen principes redeneren en staat in dit opzicht tamelijk geïsoleerd van de ‘neutrale’ wetenschap. Deze gedachten vinden we ook bij Abraham Kuyper terug, op wiens denken Dooyeweerd sterk heeft voortgebouwd. De Stichting voor Reformatorische Wijsbegeerte heeft primair tot doel filosofie met als basis dit gedachtegoed, te verspreiden.

[bewerk] Links

[bewerk] Literatuur

  • Kuiper, R., Tot een voorbeeld zult gij blijven. Mr. G. Groen van Prinsterer (1801-1876) (Amsterdam 2001).
  • Bruijn, J. de, en G. Harinck, Groen van Prinsterer in Europese context (Hilversum 2004).
 
Static Wikipedia 2008 (no images)

aa - ab - af - ak - als - am - an - ang - ar - arc - as - ast - av - ay - az - ba - bar - bat_smg - bcl - be - be_x_old - bg - bh - bi - bm - bn - bo - bpy - br - bs - bug - bxr - ca - cbk_zam - cdo - ce - ceb - ch - cho - chr - chy - co - cr - crh - cs - csb - cu - cv - cy - da - de - diq - dsb - dv - dz - ee - el - eml - en - eo - es - et - eu - ext - fa - ff - fi - fiu_vro - fj - fo - fr - frp - fur - fy - ga - gan - gd - gl - glk - gn - got - gu - gv - ha - hak - haw - he - hi - hif - ho - hr - hsb - ht - hu - hy - hz - ia - id - ie - ig - ii - ik - ilo - io - is - it - iu - ja - jbo - jv - ka - kaa - kab - kg - ki - kj - kk - kl - km - kn - ko - kr - ks - ksh - ku - kv - kw - ky - la - lad - lb - lbe - lg - li - lij - lmo - ln - lo - lt - lv - map_bms - mdf - mg - mh - mi - mk - ml - mn - mo - mr - mt - mus - my - myv - mzn - na - nah - nap - nds - nds_nl - ne - new - ng - nl - nn - no - nov - nrm - nv - ny - oc - om - or - os - pa - pag - pam - pap - pdc - pi - pih - pl - pms - ps - pt - qu - quality - rm - rmy - rn - ro - roa_rup - roa_tara - ru - rw - sa - sah - sc - scn - sco - sd - se - sg - sh - si - simple - sk - sl - sm - sn - so - sr - srn - ss - st - stq - su - sv - sw - szl - ta - te - tet - tg - th - ti - tk - tl - tlh - tn - to - tpi - tr - ts - tt - tum - tw - ty - udm - ug - uk - ur - uz - ve - vec - vi - vls - vo - wa - war - wo - wuu - xal - xh - yi - yo - za - zea - zh - zh_classical - zh_min_nan - zh_yue - zu -

Static Wikipedia 2007 (no images)

aa - ab - af - ak - als - am - an - ang - ar - arc - as - ast - av - ay - az - ba - bar - bat_smg - bcl - be - be_x_old - bg - bh - bi - bm - bn - bo - bpy - br - bs - bug - bxr - ca - cbk_zam - cdo - ce - ceb - ch - cho - chr - chy - co - cr - crh - cs - csb - cu - cv - cy - da - de - diq - dsb - dv - dz - ee - el - eml - en - eo - es - et - eu - ext - fa - ff - fi - fiu_vro - fj - fo - fr - frp - fur - fy - ga - gan - gd - gl - glk - gn - got - gu - gv - ha - hak - haw - he - hi - hif - ho - hr - hsb - ht - hu - hy - hz - ia - id - ie - ig - ii - ik - ilo - io - is - it - iu - ja - jbo - jv - ka - kaa - kab - kg - ki - kj - kk - kl - km - kn - ko - kr - ks - ksh - ku - kv - kw - ky - la - lad - lb - lbe - lg - li - lij - lmo - ln - lo - lt - lv - map_bms - mdf - mg - mh - mi - mk - ml - mn - mo - mr - mt - mus - my - myv - mzn - na - nah - nap - nds - nds_nl - ne - new - ng - nl - nn - no - nov - nrm - nv - ny - oc - om - or - os - pa - pag - pam - pap - pdc - pi - pih - pl - pms - ps - pt - qu - quality - rm - rmy - rn - ro - roa_rup - roa_tara - ru - rw - sa - sah - sc - scn - sco - sd - se - sg - sh - si - simple - sk - sl - sm - sn - so - sr - srn - ss - st - stq - su - sv - sw - szl - ta - te - tet - tg - th - ti - tk - tl - tlh - tn - to - tpi - tr - ts - tt - tum - tw - ty - udm - ug - uk - ur - uz - ve - vec - vi - vls - vo - wa - war - wo - wuu - xal - xh - yi - yo - za - zea - zh - zh_classical - zh_min_nan - zh_yue - zu -

Static Wikipedia 2006 (no images)

aa - ab - af - ak - als - am - an - ang - ar - arc - as - ast - av - ay - az - ba - bar - bat_smg - bcl - be - be_x_old - bg - bh - bi - bm - bn - bo - bpy - br - bs - bug - bxr - ca - cbk_zam - cdo - ce - ceb - ch - cho - chr - chy - co - cr - crh - cs - csb - cu - cv - cy - da - de - diq - dsb - dv - dz - ee - el - eml - eo - es - et - eu - ext - fa - ff - fi - fiu_vro - fj - fo - fr - frp - fur - fy - ga - gan - gd - gl - glk - gn - got - gu - gv - ha - hak - haw - he - hi - hif - ho - hr - hsb - ht - hu - hy - hz - ia - id - ie - ig - ii - ik - ilo - io - is - it - iu - ja - jbo - jv - ka - kaa - kab - kg - ki - kj - kk - kl - km - kn - ko - kr - ks - ksh - ku - kv - kw - ky - la - lad - lb - lbe - lg - li - lij - lmo - ln - lo - lt - lv - map_bms - mdf - mg - mh - mi - mk - ml - mn - mo - mr - mt - mus - my - myv - mzn - na - nah - nap - nds - nds_nl - ne - new - ng - nl - nn - no - nov - nrm - nv - ny - oc - om - or - os - pa - pag - pam - pap - pdc - pi - pih - pl - pms - ps - pt - qu - quality - rm - rmy - rn - ro - roa_rup - roa_tara - ru - rw - sa - sah - sc - scn - sco - sd - se - sg - sh - si - simple - sk - sl - sm - sn - so - sr - srn - ss - st - stq - su - sv - sw - szl - ta - te - tet - tg - th - ti - tk - tl - tlh - tn - to - tpi - tr - ts - tt - tum - tw - ty - udm - ug - uk - ur - uz - ve - vec - vi - vls - vo - wa - war - wo - wuu - xal - xh - yi - yo - za - zea - zh - zh_classical - zh_min_nan - zh_yue - zu -

Sub-domains

CDRoms - Magnatune - Librivox - Liber Liber - Encyclopaedia Britannica - Project Gutenberg - Wikipedia 2008 - Wikipedia 2007 - Wikipedia 2006 -

Other Domains

https://www.classicistranieri.it - https://www.ebooksgratis.com - https://www.gutenbergaustralia.com - https://www.englishwikipedia.com - https://www.wikipediazim.com - https://www.wikisourcezim.com - https://www.projectgutenberg.net - https://www.projectgutenberg.es - https://www.radioascolto.com - https://www.debitoformtivo.it - https://www.wikipediaforschools.org - https://www.projectgutenbergzim.com