Fasetransitie
Een fasetransitie of faseovergang is in de thermodynamica de overgang van de ene fase van een stof naar de andere fase. Het stollen van water tot ijs en het verdampen van water tot waterdamp zijn voorbeelden van faseovergangen. Bij water wordt stollen doorgaans bevriezen genoemd.
De verschillende faseovergangen zijn:
- smelten: van vast naar vloeibaar
- stollen: van vloeibaar naar vast
- verdampen: van vloeibaar naar gasvormig
- condenseren: van gasvormig naar vloeibaar
- sublimeren / vervluchtigen: van vast naar gasvormig
- sublimeren / rijpen: van gasvormig naar vast
Wanneer faseovergangen plaatsvinden hangt af van de soort stof, druk en temperatuur. Faseovergangen worden zichtbaar gemaakt in een fasediagram.
Faseovergangen kunnen ook optreden in de kristalstructuur van een stof.
Voor de meeste faseovergangen is (thermische) energie nodig of komt er bij vrij. Van deze eigenschap wordt veel gebruik gemaakt, bijvoorbeeld bij koelen door het verdampen van water of een andere vloeistof.