Cuviers gladvoorhoofdkaaiman
Cuviers gladvoorhoofdkaaiman | |||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verspreiding |
|||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||
|
|||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||
Paleosuchus palpebrosus Cuvier, 1807 |
|||||||||||||||
Verspreiding |
Cuviers gladvoorhoofdkaaiman, ook wel Cuviers dwergkaaiman (Paleosuchus palpebrosus) is een krokodilachtige uit de familie Alligators (Alligatoridae).
Inhoud |
[bewerk] Beschrijving
Van alle soorten krokodilachtigen is deze soort het kleinst; mannetjes bereiken ongeveer anderhalve meter, vrouwtjes blijven ongeveer 1,2 meter. Juvenielen zijn geelbruin van kleur en hebben onregelmatige vlekken, oudere dieren kleuren donkerder tot zwart met een lichtere onderzijde. In vergelijking met andere krokodilachtigen heeft deze soort een zware bepantsering aan zowel de onder- als bovenzijde. Hierdoor raakt het lichaam minder snel beschadigd in wateren die wat sneller stromen. Ook is bekend dat de kaaiman meer op het land komt dan andere krokodilachtigen. De kop is karaktistiek; de ogen zijn relatief groot en de snuitpunt is een beetje omhoog gekromd.
[bewerk] Voedsel
Cuviers gladvoorhoofdkaaiman eet vanwege zijn geringe lengte kleinere prooien, afhankelijk van de streek waarin het exemplaar leeft. Jongere dieren eten vooral ongewervelden als wormen, slakken en insecten, ook landbewonende soorten. Oudere dieren gaan meer vis eten, maar blijven ook ongewervelden eten. Voor alle lengtes geldt echter dat alles wat eetbaar is wordt gegrepen, inclusief vogels, reptielen, kleine zoogdieren en amfibieën. De korte, naar achter gekromde tanden zijn echter ideaal voor het eten van ongewervelden als kreeftachtigen. Opmerkelijk is dat deze soort nachtactief is, overdag wordt wel gezond maar soms schuilt de kaaiman in een hol langs de waterkant.
[bewerk] Voorkomen en habitat
Cuviers gladvoorhoofdkaaiman komt voor in een groot deel van noordelijk Zuid-Amerika; in Bolivia, Brazilië, Colombia, Ecuador, Frans-Guyana, Guyana, Paraguay, Peru, Suriname en Venezuela. Het habitat bestaat uit meren, rivieren en ondergelopen delen van bossen, snelstromend water wordt getolereerd, veel krokodilachtigen hebben hier een hekel aan. Deze soort kan zelfs bij watervallen in de buurt worden aangetroffen. Ook kan de kaaiman in helder, schoon water leven, veel krokodilachtigen prefereren juist troebel water. Vanwege een hogere tolerantie voor koelere omstandigheden komt deze soort zuidelijker voor dan de enige andere soort uit het geslacht Paleosuchus; Schneider's gladvoorhoofdkaaiman (Paleosuchus trigonatus).
[bewerk] Voortplanting
Het vrouwtje maakt een deels bovengronds nest op een beschutte plek, een legsel bevat 10 tot 25 eitjes. Het is niet geheel duidelijk of de jongen worden beschermd door de moeder, wat bij veel krokodilachtigen voorkomt. De mannetjes lokken de vrouwtjes door de kop te verheffen en de staart bijna recht omhoog uit het water te steken. Hierbij wordt een geluid gemaakt dat nog het meest lijkt op brullen. Mannetjes paren met meerdere vrouwtjes en in gevangenschap kan een vrouwtje twee tot drie keer per jaar een legsel produceren, in het wild maar één keer per jaar.
Meer afbeeldingen die bij dit onderwerp horen kunt u vinden op de pagina Paleosuchus palpebrosus op Wikimedia Commons. |