Bont (huid)

Met bont wordt een gelooide dierlijke huid aangeduid, die dicht bezet is met haren.

Bont wordt vooral, vanwege zijn isolerende kwaliteit, gebruikt voor het maken van kleding. Bont kan worden gemaakt van de huiden van wilde en van speciaal daarvoor gefokte dieren. Het gebruik van bont staat ter discussie, vanwege het dieronvriendelijke fokken van pelsdieren, het zetten van wildklemmen voor wilde pelsdieren en het voorhanden zijn van niet-dierlijke alternatieven. Wereldwijd worden jaarlijks naar schatting 40 miljoen pelsdieren gedood voor hun vacht.

Vossen- en chinchillafokkerijen zijn sinds 1995 respectievelijk 1997 verboden in Nederland. In 2008 dienen deze fokkerijen definitief hun deuren te sluiten. In Nederland worden jaarlijks 3,5 miljoen nertsen (roofdieren) op 200 fokkerijen gedood voor hun vacht (10% van de wereldproductie). Nederland is de op één na grootste nertsenbontproducent van de wereld. 95% van het bont wordt geëxporteerd naar het Verre Oosten (met name China en Hongkong) en de Verenigde Staten. In "koude" gebieden in Scandinavië, Oost-Europa, Azië en Noord-Amerika, maar ook in België, is het gebruik van bont sociaal geaccepteerd. In Duitsland en het Verenigd Koninkrijk verzet men zich tegen het gebruik van bont.

Een bekend bontproduct is de pelsmuts. Deze wordt voornamelijk geproduceerd in het Russische Astrachan.