Alfonso I d'Este
| 1476-1534 | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
 |
||||||
| Hertog van Ferrara, Modena en Reggio | ||||||
|
||||||
|
Alfonso I d'Este (21 juli 1476 – 31 oktober 1534) was van 1505 tot 1534 hertog van Ferrara en Modena en Reggio. Hij was de zoon van Ercole I d'Este en Leonora van Aragon, dochter van Ferdinand I van Napels.
Alfonso trouwde driemaal. Op 22 januari 1491 trad hij in het huwelijk met Anna Maria Sforza (1476-1497), dochter van Galeazzo Maria Sforza, hertog van Milaan. Zijn tweede en meest bekende huwelijk (1502) was met de beruchte Lucrezia Borgia (1480-1519), dochter van paus Alexander VI. Tenslotte sloot hij een morganatisch huwelijk met Laura Dianti Eustochia.
Evenals onder zijn voorgangers was Ferrara gedurende Alfonso's heerschappij een belangrijk centrum voor de kunst. Aan zijn hof verbleven schrijvers als Ludovico Ariosto (zijn Razende Roeland werd in Ferrara gepubliceerd) en Francesco Petrarca, schilders als Giovanni Bellini, Dosso Dossi en Titiaan, de componist Adriaan Willaert en de boekdrukker Aldus Manutius.
Tijdens vrijwel zijn gehele heerschappij was hij verwikkeld in de Italiaanse oorlogen. Door zijn goede diplomatieke en miltaire vaardigheden ging dit hem jarenlang goed af. In de Liga van Kamerijk (1508) tegen Venetië kreeg hij van paus Julius II het opperbevel over de pauselijke troepen. De Venetianen sloten echter vrede met de paus en vergezelden hem in de strijd tegen Frankrijk. Alfonso werd uitgenodigd eraan deel te nemen, maar weigerde. Hierop werd ook hem de oorlog verklaard en werd hij zelfs geëxcommuniceerd. Hij verloor Modena en Reggio maar boekte later een aantal overwinningen. In de Slag bij Ravenna van 1512 streed hij succesvol aan de zijde van Lodewijk XII van Frankrijk. De overwinning bracht hem echter geen werkelijk voordeel.
Toen de Fransen zich uit Italië terugtrokken stond hij er alleen voor en trachtte vrede te sluiten met de paus. In Rome ontving hij inderdaad absolutie maar ontdekte dat Julius van zins was hem gevangen te nemen. Hij wist in vermomming te ontsnappen.
De nieuwe paus Leo X was Alfonso evenmin goed gezind. Onder paus Clemens VII heroverde hij echter Reggio (1523) en Modena (1527). Keizer Karel V van het Heilige Roomse Rijk erkende Alfonso ondanks tegenstand van de paus als heerser van deze gebieden.
Alfonso stierf in 1534 en werd opgevolgd door zijn zoon Ercole II.
