Baruch de Spinoza
Baruch de Spinoza (Amsterdam, 24 november 1632 – Den Haag, 21 februari 1677) was een van de rationalisten van de vroege moderne filosofie samen met René Descartes en Gottfried Leibniz. Zijn bekendste werk, de Ethica, werd na zijn dood uitgegeven. Baruch de Spinoza wordt meestal Spinoza genoemd, maar soms ook Benedictus de Spinoza, Bento de Espinosa of Bento d'Espiñoza.
Inhoud |
[bewerk] Leven
Spinoza's vader en grootvader waren Portugese joden. Omdat de joodse godsdienst verboden werd in Spanje en Portugal, bekeerden velen zich onder dwang tot het christendom, maar bleven in het geheim aanhanger van het jodendom. Zij werden marranos ('zwijnen') genoemd. Veel van deze joden vluchtten naar de Nederlanden, waar zij welkom waren. De Nederlanden hadden zich onafhankelijk verklaard van de Spaanse overheersers en de godsdienstvrijheid ingevoerd. De eersten kwamen aan in Amsterdam in 1593. Voor 1618 hadden ze al drie synagogen gebouwd. In de Nederlanden mochten zij hun joodse religie dus in openheid belijden.
In 1632 wordt Spinoza geboren. De joodse gemeenschap heeft zich dan verzameld in drie kampen rond de synagogen. De onderlinge onverdraagzaamheid was gegroeid, gelijktijdig met hun welvaart en trots. In 1638 komt een verzoening tot stand, waarbij één synagoge wordt verkocht, één blijft bestaan en de derde wordt ingericht als schoollokaal. Het jaar daarna gaat de jonge Spinoza hier naar school.
In zijn schooljaren leert hij onder meer uit de Thora. Al snel ziet hij in dat de tekst "zozeer de mensengeest verraadt" dat deze onmogelijk door God kan zijn geschreven of door God kan zijn geïnspireerd. Na zijn schooljaren bestudeert hij de overgeleverde schriften. Hij concludeert dat ze niet waar zijn en noemt ze "uitvindingen van de menselijke fantasie". Gaandeweg zet hij zich meer af tegen alle voorschriften en regels rondom eten, drinken en bidden. De rabbi's zien deze godslasterlijke handelingen van de jonge Spinoza met ontzetting aan (Vloemans, 1931). In maart 1654 sterft zijn vader.
Twee jaar later, in 1656, komt Spinoza werkelijk in conflict met de Amsterdamse joodse gemeenschap. Hij wordt uit de sefardische gemeente verbannen. Het is onzeker of dit direct verband houdt met zijn filosofische ideeën. Mogelijk had het te maken met de weigering van Spinoza zich te conformeren aan de joodse gemeenschap of wellicht ook vanwege financiële perikelen. (bron: [1]) Zijn verbanning uit de gemeente in het jaar 1656 was zeven jaar voor zijn eerste publicatie in 1663. Overigens verlaat hij Amsterdam pas enkele jaren na zijn verbanning.
Ten minste vanaf 1657 is Spinoza verbonden aan de Latijnse school van Franciscus van den Enden, die door sommigen ook Spinoza's filosofische leermeester wordt genoemd. Door de leerlingen van de school worden klassieke toneelstukken opgevoerd, waarin Spinoza waarschijnlijk ook meespeelde. Van een specifiek stuk, Philedonius, geschreven door van den Enden zelf, is bekend dat dit op 13 en 27 januari 1657 in de stadsschouwburg van Amsterdam werd gespeeld. In Van den Endens school leerde Spinoza ook de anatoom Theodoor Kerckrinck kennen en enkele van de vroegste zeventiende-eeuwse biografen beweren dat beide leerlingen naar de hand van de dochter van hun leermeester dongen.
De kring van vrienden rondom Spinoza is klein maar trouw. Zij bestond onder meer uit Pieter Balling, Jarig Jelles, Adriaan Koerbagh, Johannes Koerbagh, Jan Rieuwertsz (de uitgever van Spinoza's geschriften), Simon Joosten de Vries, Johannes Bouwmeester en Lodewijk Meyer (Vloemans, 1931). Koerbagh probeert in 1669 een werk uit te brengen, genaamd Een Ligt schijnende in duystere Plaatsen. Dit werk ademt de geest van Spinoza's filosofie. Het kost Koerbagh binnen een jaar zijn leven nadat hij vanwege godslastering in het Rasphuis is geworpen. (bron: [2])
Als Spinoza in 1660 Amsterdam definitief verlaat, blijven zijn vrienden in leeskringen de toegestuurde teksten lezen en becommentariëren. Spinoza vindt eerst onderdak in Tulpenburg, aan de weg naar Ouderkerk aan de Amstel. Daarna vertrekt hij naar Rijnsburg en trekt in bij de chirurg Herman Hooman. Die woning staat nu bekend als het Spinozahuisje (info). In een gevelsteen staat het slotcouplet van Mayschen Morgenstond, een gedicht van Camphuysen.
De jaren dat hij in Rijnsburg verblijft, behoren tot zijn meest vruchtbare. In 1663 komt het eerste deel van de Ethica als manuscript in de handen van zijn Amsterdamse vrienden. Datzelfde jaar verhuist hij naar Voorburg waar hij woont bij de schilder Daniël Tydeman. Daar werkt hij verder aan de Ethica. Ook schrijft hij er het Godgeleerd Staatkundig Vertoog, ofwel de Tractatus Theologico Politicus, dat in 1670 anoniem wordt gepubliceerd. Het is het oudste pleidooi voor de vrijheid van spreken en schrijven (Tak, 1931) dat we kennen.
In het najaar van 1669 verhuist hij naar Den Haag. Hij woont korte tijd op de Veerkade, waarna hij verhuist naar de Paviljoensgracht, het huis van schilder Hendrik van der Spyk. Hier zal hij tot aan zijn dood in 1677 blijven wonen.
In 1673 wordt hem een professoraat Wijsbegeerte aangeboden in Heidelberg. Spinoza bedankt voor de eer, met name omdat hij beknot zou worden in zijn uitlatingen. In datzelfde jaar reist hij naar Utrecht, een stad die toen in handen was van de Fransen, naar verluidt om met de Franse commandant van gedachten te wisselen over de vredeskansen. De gesprekken gaan niet door en Spinoza keert na een aantal weken terug naar Den Haag.
Gedurende de laatste jaren van zijn leven is Spinoza regelmatig bezocht door Dr. George Hermann Schuller. Deze jonge Amsterdamse geneesheer stelt in februari 1677 de diagnose dat Spinoza niet lang meer te leven had. Kort daarna, op 21 februari, sterft Spinoza aan de tering. Hij wordt 44 jaar oud.
Zijn lessenaar, met daarin zijn voltooide en onvoltooide manuscripten, werd bezorgd bij Jan Riewertsz. Datzelfde jaar verscheen bij hem de Opera Posthuma. Deze werd vervolgens vertaald door Jan Hendriksz Glazemaker en in 1677 gepubliceerd als De nagelaten geschriften van B.d.S. Het verbod op publicatie, binnen enkele maanden uitgevaardigd door de Staten van Holland, heeft de verspreiding van zijn geschriften niet gestopt.
[bewerk] Filosofie
Spinoza's filosofische stelsel gaf vorm, orde en eenheid aan de traditie van het radicale denken. Hij stond alleen in zijn ontkenning van het bestaan van wonderen en het bovennatuurlijke. Voor zijn tijd een gevaarlijk uitgangspunt, dat zelfs Hobbes niet aandurfde. (Israël, 2001) Spinoza's filosofie is deels wel pantheïsme, maar geen panentheïsme. Die personificatie van het Godsbeeld past niet bij Spinoza. Een standpunt dat onder meer blijkt uit de 33ste stelling uit het eerste deel van de Ethica, waarin Spinoza zegt dat er van een Goddelijk plan geen sprake kan zijn. Alle dingen zijn bepaald door God, niet door de vrijheid van diens wil, maar door zijn absolute natuur, of onbegrensde macht. (Israël, 2001)
Op het gebied van de politieke filosofie heeft Spinoza grote invloed gehad. In het Theologisch-Politiek Traktaat pleitte Spinoza voor volledige vrijheid van meningsuiting en godsdienstvrijheid, dit in tegenstelling tot zijn tijdsgenoten die geloof onderdanig wilde maken aan de staat. Hierdoor werd Spinoza, tezamen met John Locke, de eerste die de principiële tolerantie verdedigde. Spinoza's grootste bijdrage aan de politieke filosofie is dat hij de tolerantie zodanig definieerde, dat het niet enkel bruikbaar was in geloofsconflicten, maar ruimer toepasbaar werd omdat het zich baseerde op de kenmerken van de mens. Hierdoor ontstaat er een symmetrische relatie tussen tolereerder en getolereerde, terwijl deze relatie voorheen, onder invloed van onder andere Hobbes, a-symmetrisch was.
Spinoza is niet atheïstisch; de basis van zijn stelsel is God. Hij heeft echter een heel ander godsbeeld dan de drie grote monotheïstische religies. Deus sive Natura schrijft Spinoza, God is Natuur.
[bewerk] Invloed van het spinozisme
De invloed van Spinoza op de hedendaagse filosofie is raar verlopen. Aanvankelijk leken velen Spinoza's ideeen te verwerpen vanwege diens -in hun ogen- te radicale opvattingen. Desalniettemin hebben alle grote filosofen na Spinoza hem op een voetstuk geplaatst (bijvoorbeeld Hegel & Goethe).
Er zijn in de 19e eeuw twee bloeimomenten aan te wijzen van het spinozisme. Ten eerste was er een ware Spinoza-cultus in de Weimar-republiek, kort voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog. De opkomst van die cultus dient gezien te worden in de toenemende dreigende houding ten opzichte van joden. Ten tweede werd Spinoza een populair studieobject voor de Franse Marxisten (oa. Althusser, Macherey en (de Italiaanse) Negri). Met het begin van de Tweede Wereldoorlog werd het eerste bloeimoment de kop ingedrukt. De populariteit van het neo-liberalisme en de ondergang van het marxisme zorgde ervoor dat ook het tweede bloeimoment het spinozisme geen vaste plek gaf binnen de hedendaagse, politieke filosofie.
[bewerk] Brieven
Spinoza heeft gecorrespondeerd met diverse personen. De brieven die hij ontving werden door hem bewaard, evenals de kladversies van de brieven die hij verstuurde. In Briefwisseling, vertaald uit het latijn en uitgegeven naar de bronnen zijn 88 brieven aan en van Spinoza opgenomen. De volgende lijst met correspondenten is daaruit samengesteld.
Henry Oldenburg | Robert Boyle (met wie Spinoza via Oldenburg een discussie voert) | Simon de Vries |
Willem van Blijenbergh | Lodewijk Meyer | Jarig Jelles |
Pieter Balling | Albert Burgh | Ehrenfried Walther von Tschirnhaus |
George Hermann Schuller | Gottfried Leibniz | Johannes Hudde |
Johan van der Meer | Hugo Boxel | Jacob Ostens |
Lambertus van Velthuysen | Johannes Bouwmeester | Johan Georg Graevius |
Nicolaus Steno (Niels Stensen) | Johann Ludwig Fabritius |
[bewerk] Chronologie
Het volgende overzicht is gebaseerd op de tijdslijn samengesteld door Ron Bombardi en met toestemming gebruikt. Het overzicht is in ontwikkeling.
1391 | Spaanse joden worden gedwongen zich te bekeren tot het christendom. |
1478 | De spaanse inquisitie begint met het veroordelen en executeren van joden die zich niet bekeren. |
1492 | De joden in Spanje wordt de keuze gegeven tussen bekeren of vertrekken. |
1497 | Alle portugese joden, inclusief Spinoza's grootouders, worden gedwongen zich te bekeren. Joodse vluchtelingen beginnen het land te verlaten. |
1596 | René Descartes wordt geboren in La Haye, Frankrijk. |
1609 | De start van het twaalfjarige bestand tussen de Verenigde Provinciën en Spanje. Na bijna 100 jaar oorlog betekent dit onafhankelijkheid voor de provinciën en een godsdienstige afscheiding tussen het protestante noorden en katholieke zuiden. |
1616 | William Shakespeare sterft. |
1619 | De Verenigde Oostindische Compagnie opent haar hoofdkwartier in Batavia op Java. |
1620 | Francis Bacon schrijft Novum organum. |
1621 | Nieuwe strijd tussen Spanje en de Verenigde Provinciën. |
1622 | Spinoza's ouders arriveren in Amsterdam. Carel Fabritius, een leerling van Rembrandt wordt geboren. |
1623 | Blaise Pascal wordt geboren. Hij sterft in 1662. |
1625 | Maurits van Oranje sterft. Hij wordt opgevolgd door zijn broer Frederik Hendrik. Hugo de Groot publiceert (in ballingschap) De iure belli ac pacis (over het recht van oorlog en vrede). |
1625 | Jan Steen wordt geboren. New Amsterdam wordt opgericht. |
1625 | Robert Boyle wordt geboren in Lismore, Munster. |
1628 | William Harvey beschrijft in zijn boek exercitatio anatomica de motu cordis et sanguinis in animalibus de bloesdomloop bij de mens. Descartes is klaar met Regulae ad directionem ingenii wat de basis legt voor zijn latere werk. |
1629 | Descartes verhuist naar de Holland, de Verenigde Provinciën. Christiaan Huygens wordt geboren in Den Haag. |
1632 | Op 24 november wordt Baruch de Spinoza geboren in Amsterdam. |
[bewerk] Enkele losse feiten over Spinoza
De naam Benedictus is de Latijnse vertaling van de naam Baruch, die gezegend betekent in het Hebreeuws. Spinoza nam deze naam aan nadat hij uit de sefardische gemeente was verbannen.
Naar Spinoza is de Spinozapremie genoemd, de hoogste Nederlandse wetenschapsprijs.
Door sommigen wordt Spinoza gezien als de grondlegger van de neurologie. Dit is voornamelijk veroorzaakt door de boeken van Antonio Damasio.
Het portret van Spinoza stond op de oudere biljetten van 1000 gulden.
Op de afdeling Zeldzame en Kostbare Werken en bij de Bibliotheca Rosenthaliana van de Bibliotheek van de Universiteit van Amsterdam, is een grote hoeveelheid oude drukken van Spinoza aanwezig, zowel Latijnse uitgaven als Nederlandse vertalingen. Naast de UB-Amsterdam bezit ook de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag belangrijk materiaal van Spinoza, onder andere de twee handschriften van de Korte Verhandeling. Zie hiervoor de beschrijving van de speciale collecties van de KB, onder Spinoza. Verder is interessant het boekenbezit van het Spinozahuis te Rijnsburg, van de Spinoza-studiezaal te Den Haag, en tenslotte de Spinozacollectie, aanwezig op de Universiteitsbibliotheek te Leiden.
Geïnteresseerden in bestudering van Spinoza's werken kunnen lid worden van de Vereniging Het Spinozahuis. Elk jaar organiseert de Vereniging bijeenkomsten met voordrachten over Spinoza, die later worden gepubliceerd in de reeks Mededelingen vanwege het Spinozahuis. Ook worden studiebijeenkomsten gehouden over Spinoza's werken. In samenwerking met het Instituut voor Wijsbegeerte (ISvW) te Leusden organiseert zij Spinoza-zomercursussen.
Zijn naam leeft ook voort in de uitdrukking: Ga zo voort, mijn zoon, en ge zult Spinoza heten. Deze uitdrukking wordt op verschillende wijzen uitgelegd. Een anonieme lezer zegt dat het spottenderwijs wordt gezegd als iemand (hoeft geen zoon te zijn van de spreker) zich "rebels" gedraagt. Andere bronnen zeggen dat de uitdrukking wordt gebruikt om de begaafdheid van Spinoza aan te geven. Mensen die nooit van Spinoza hadden gehoord en de uitdrukking niet begrepen verbasterden de uitdrukking in: Ga zo door en ge zult spinazie eten.
[bewerk] Banvloek
Op 27 juli 1656 werd de banvloek over Spinoza uitgesproken. Daarmee werd hij verstoten uit de joodse kerk. De banvloek bestond uit de volgende tekst (vanaf tegenwicht.org):
"De Heeren des Kerkeraads doen U te weten, hoe zij sedert langen tijd kennis hebbende van de slechte meeningen en werken van Baruch d'Espinoza, hem op verschillende wegen en beloften poogden terug te brengen van zijn slechten weg en, hem niet kunnende genezen, maar integendeel dagelijks meerder kennis krijgende van de afschuwelijke ketterijen, die hij deed en leerde en de ijslijke werken die hij wrocht, daarvan velerlei geloofwaardige getuigen erlangden, die spraken en getuigden van den gezegden Spinoza, waardoor hij overtuigd werd.
Hetwelk alles onderzocht in tegenwoordigheid der HH. Wijzen, beraadslaagden zij met hun goedvinden, dat gezegde Espinoza zou gevloekt en gebannen worden uit het volk van Israël, gelijk zij thans in banvloek stellen en met den volgenden banvloek doen: met het oordeel der engelen en de uitspraak der Heiligen, vloeken, bannen, verwenschen en vervloeken wij Baruch d'Espinoza, met goedvinden der kerkelijke rechtbank en van deze geheele heilige gemeente, ten aanzien der heilige boeken, naar de zeshonderddertien voorschriften die daarin geschreven staan, met den banvloek waarmee Jozua Jericho vloekte, met de verwensching waarmee Eliza de kwajongens verwenschte en met al de vervloekingen, die in de wet geschreven zijn. Hij zij verwenscht bij dag en bij nacht, hij zij verwenscht in zijn liggen en verwenscht in zijn opstaan, hij zij verwenscht in zijn uitgaan en verwenscht in zijn ingaan; nimmer moge de Heer hem vergeven en voortaan de woede des Heeren en zijn ijver op dezen mensch branden, en hem opleggen aIle vloeken, geschreven in het boek dezer wet; en de Heer zal zijn naam verdelgen van onder den hemel en de Heer zal hem uitstooten ten verderve uit aIle stammen Israels, met al de verwenschingen van het firmament, geschreven in het boek dezer wet; en gij de verkleefden aan den Heer uwen God, blijft heden allen behouden! Waarschuwende, dat hem niemand mondeling mag spreken, niemand bij geschrifte, niemand hem eenige gunst verleenen, niemand onder een dak met hem verblijven, niemand op vier ellen afstand van hem vertoeven, niemand eenig papier lezen, door hem gemaakt of geschreven". Den 27sten Juli 1656. |
Het was anderen dus verboden met hem in contact te treden of zelfs maar met hem in één huis te verblijven.
[bewerk] Bibliografie
- 1660 - De Verhandeling over de verbetering van het verstand
-
-
- De intellectus emendatione
- Spinoza behandelt de vormen van perceptie. Gepubliceerd in 1677 in de Opera Posthuma*)
-
- 1867 - De Korte Verhandeling
-
-
- Tractatus de Deo et homine etjusque felicitate
- Dit werk bleef lang onuitgegeven. Men ontdekte de tekst na 1852 en publiceert deze vijftien jaar later. *)
-
- 1663 - Principia
-
-
- Renati Des Cartes Principia Philosophiae
- Deze tekst ontstaat uit de lessen die Spinoza gaf aan zijn leerling Casearius. *)
-
- 1663 - Cogitata Metaphysica
-
-
- Over de theorie van het zijn en zijn verschijningswijzen, God, diens attributen en de menselijke ziel. *)
-
- 1670 - Theologisch-politiek Tractaat
-
-
- Tractatus Theologico-Politicus
- Met deze tekst toont Spinoza aan dat de vrijheid van filosoferen een onmisbaar onderdeel is voor de vrede in de staat. Hij gaat in op profetie; God spreekt door de profeet en profetie ontleent haar gezag aan het gegeven dat zij door God is geïnspireerd. De profeet bewijst dus niet, maar beweert: hij eist de waarheid voor zich op, zonder deze te ondersteunen met een bewijs. *)
-
- 1677 - Politiek Tractaat
-
-
- Aan dit werk heeft Spinoza de laatste twee jaren van zijn leven besteed. Sprak hij in het Theologisch-politiek Tractaat nog over het maatschappelijk contract, nu vervangt hij dat door passies, belangen en instellingen. *)
-
- 1677 - Ethica
-
-
- Ethica (vert. Dionijs Burger) (html pagina)
- Het werk waar Spinoza rond 1665 al een groot deel van voltooid had. Die jonge Ethica , door Spinoza eerder aangeduid als Mijn Filosofie, bestond toen nog uit drie delen. Op het moment van publicatie waren dat er vijf geworden. *)
-
-
-
- Behandelt de grammatica van het Hebreeuws en vergelijkt deze met het Latijn.
-
Bovenstaande gemarkeerd met *) uit "Spinoza en het spinozisme Een inleiding" ISBN 905573473x
[bewerk] Literatuur
- Vloemans, Spinoza, de mensch het leven en werk, Leopold's Uitgevers-Maatschappij, 1931
- Vries, Theun de, Spinoza - Beeldenstormer en wereldbouwer, H.J.W. Becht, 1972
- Akkerman, Hubbeling, Westerbrink, Briefwisseling, vertaald uit het latijn en uitgegeven naar de bronnen, Wereldbibliotheek, 1977
- Hubbeling, Spinoza, Ambo, 1989
- Israel, Jonathan, Radicale Verlichting, Hoe radicale Nederlandse denkers het gezicht van onze cultuur voorgoed veranderden, Uitgeverij Van Wijnen - Franeker - vertaling 2005 van Radical Enlightenment (2001)
- Piet Steenbakkers, Benedictus de Spinoza (1632-1677) Een overzicht, Filosofie, 2000
- Klever, Wim, Ethicom, ofwel Spinoza's Ethica vertokt in tekst en commentaar, Eburon Delft, 1996
- Klever, Wim, Spinoza classicus, Damon Budel, 2005
- Knol, Jan, En je zult spinazie eten. Aan tafel bij Spinoza, filosoof van de blijdschap, Wereldbibliotheek, 2006
Wikiquote heeft een collectie citaten gerelateerd aan Baruch de Spinoza. |
Meer afbeeldingen die bij dit onderwerp horen kunt u vinden op de pagina Baruch de Spinoza op Wikimedia Commons. |