Vocatief
Naamvallen |
---|
Nominatief |
Genitief |
Datief |
Accusatief |
Vocatief |
Ablatief |
Locatief |
Instrumentalis |
De vocatief (Latijn vocare = roepen) of vijfde naamval is de naamval die wordt gebruikt als iemand of iets wordt aangesproken. Het is een van acht oorspronkelijke naamvallen van het Indo-Europees en men vindt hem bijvoorbeeld terug in het Latijn, het Roemeens en sommige Slavische talen, alsook in een aantal Keltische talen.
In het Latijn is de vocatief meestal gelijk aan de nominatief. Onderscheid is er alleen bij woorden uit de o-declinatie met de uitgang -us. Deze verandert in -e (Marcus wordt Marce). Als het woord eindigt op -ius wordt -us gewoon weggelaten (filius wordt fili).
In het Schots bestaat een vocatief uit a, gevolgd door een eventueel aangepaste vorm van de aangesprokene; zo zal iemand met de naam Seumas („sjeemus“) aangesproken worden met a Sheumais („u-heemisj“), Màiri („maarie“) wordt a Mhàiri („u-vaarie“); wanneer men God, Dia („dzja“) aanspreekt, verandert dit in a Dhia („u-ja“).
Naamvallen geven in de regel de relatie aan die binnen het zinsverband tussen de woorden bestaat, en met name de betrekking tot het gezegde binnen de zin. De vocatief is daar echter een uitzondering op. De naamval geeft juist de vorm van het woord aan zoals deze in een aanroep d.w.z. buiten het zinsverband te vinden is.
De vocatief stelt daarmee een ernstig probleem voor taalkundigen, in die zin dat hij typologisch weliswaar een der klassieke naamvallen van het Proto-Indo-Europees is, maar wanneer men, in een breed perspectief, alle talen ter wereld bekijkt, hij niet onder de syntactische basiscategorieën ressorteert; zo bezit bijvoorbeeld het Tabasaraans, dat als de taal met de meeste naamvallen beschouwd wordt, tientallen naamvallen die allerlei soorten syntactische verbanden en spatiale bewegingen uitdrukken, maar geen vocatief. Om die reden trekken sommige linguïsten in twijfel of de vocatief, in de zogenaamde dieptestructuur, wel überhaupt een naamval is.
De vocatief komt voor in enkele bekende citaten, zoals:
- Et tu, Brute? (Ook u, Brutus? - Caesar bij zijn moord)
- Vare, Vare, redde mihi legiones! (Varus, geef me mijn legioenen terug! - Keizer Augustus)