Sprookje
Een sprookje is een volksvertelling, een meestal tamelijk kort episch verhaal met veel surrealistische elementen dat veelal is voorzien van een moraal. In een of andere vorm komen ze bij vele volkeren voor. Sprookjes zijn meestal bedoeld voor kinderen, hoewel vele volwassenen er ook van genieten, en brengen hen spelenderwijs iets over het leven bij.
Inhoud |
[bewerk] Hoofdpersonen
De sprookjeswereld wordt bevolkt door een grote schare verhaalfiguren. Heel typisch zijn:
- Koningen, Prinsen en Prinsessen, waarbij de tweede de derde meestal op een of andere manier het leven redt, beloond of tegengewerkt door de eerste, al is dat niet altijd zo. In de De Kikkerkoning, bijvoorbeeld, redt de prinses de prins het leven. Aan het eind trouwen ze altijd en leven nog lang en gelukkig.
- Elfen, Kabouters,Draken en Geesten in flessen die soms behulpzaam zijn, maar soms ook niet.
- Heksen, Feeën, en Tovenaars van allerlei slag,
- Sprekende Dieren, zoals de Wolf uit Roodkapje of De Zeven Geitjes.
- Kinderen die vaak als hoofdpersoon optreden en met slimheid en doortastend optreden de problemen oplossen, soms met raad en daad bijgestaan door een elf of een fee, soms ook niet.
[bewerk] Geschiedenis
Van sommige sprookjes weten we niet precies wanneer ze voor het eerst verteld werden. De oudste europese sprookjes kennen we van Giambattista Basile's "Lo cunto de li cunti overo lo trattenemiento de peccerille", "Het sprookje van de sprookjes of het vermaak van de kleinen") die ons voor het eerst de geschiedenis van Rapunzel, Assepoester en De gelaarsde kat vertelt. In de zeventiende eeuw tekende Charles Perrault een reeks sprookjes op die hij "Histoires ou contes du temps passé, avec des moralités: Contes de ma mère l'Oye" noemde, ofwel "De sprookjes van Moeder de Gans" waarin onder andere Doornroosje en Kleinduimpje voor het eerst verschijnen. In de negentiende eeuw kregen de Gebroeders Grimm er belangstelling voor en stelden vele op schrift. Aan hun hebben we onder andere Hans en Grietje, en Sneeuwwitje te danken, maar ook Vrouw Holle die het laat sneeuwen door haar donzen bed op te schudden.
In het Midden-oosten waren sprookjes al veel langer populair, getuige de vertellingen van Duizend-en-één nacht van Sheherazade, een sprookjesachtige raamvertelling met een groot aantal verhalen waaronder dat van Aladin en de wonderlamp, Sinbad de zeeman en Ali Baba en de veertig rovers. Ook hier dienden de verhalen, die niet altijd even onschuldig waren ter leringh ende vermaeck.
Later werd Hans Christian Andersen bekend met vele nieuwe sprookjes, zoals de De kleine zeemeermin, De nieuwe kleren van de keizer en vele andere, net als andere schrijvers zoals Charles Dickens, wiens A Christmas Carol in Prose zeker een sprookje genoemd kan worden. Zo werden sprookjes tot een literair genre. Godfried Bomans, bijvoorbeeld, bracht in 1946 een bundel sprookjes uit en bleef het genre trouw en schreef nog vele andere. Men zou zelfs kunnen zeggen dat verhalen zoals In de ban van de Ring, De Kronieken van Narnia en Alice in Wonderland een voortzetting van deze traditie zijn.
[bewerk] In andere talen
Het Engelse woord voor sprookje: fairy tale betekens "Feeën vertelling" net als het Franse: conte des fées, het Duitse Märchen echter is afgeleid van maere, verwant aan het nederlandse "mare", een "bericht" of "gerucht".
[bewerk] Zie ook
- Lijst_van_fabeldieren
- Lijst van sprookjes
- Het boek van Trijntje Soldaats
- Kinder- und Hausmärchen
- Vingersprookje