Schaarste
Schaarste is het gebrek aan een gewild goed. Het is één van de centrale begrippen in de economie, omdat het het probleem van allocatie oproept. Schaarste valt uiteen in twee soorten.
- Absolute schaarste: als er een gebrek aan een bepaald goed is. Bijvoorbeeld de schaarste van voedsel in de derdewereldlanden.
- Relatieve schaarste (ook wel schaarste in de economische zin): als er productiemiddelen moeten worden opgeofferd om het product in bezit te krijgen. Bijvoorbeeld als men in het bezit wil komen van brood, dan moet men in dit geval eerst de productiemiddel arbeid en natuur opofferen om het te maken. Brood is in dit geval een schaars goed (ook wel economisch goed).
Het tegenovergestelde van een schaars goed is een vrij goed. Een vrij goed is een goed waarbij men geen productiemiddelen op hoeft te offeren om het in bezit te krijgen. Een voorbeeld is zonlicht: je hoeft geen productiemiddel op te offeren om zonlicht te kunnen verkrijgen. Er is de laatste jaren echter veel discussie over de vraag of deze vrije goederen al dan niet volledig vrij zijn: zo wordt schone lucht steeds schaarser in de grote wereldsteden.